De eurocrisis is weer terug (3): Europa’s knoflookgrens

>> Tuesday, November 11, 2014

In de het vorige deel in deze serie over de eurocrisis heb ik laten zien dat bezuinigen en hervormen verkeerd uitpakt: de werkloosheid in de eurozone is nu veel hoger dan in andere geïndustrialiseerde landen. In dit deel kijk ik naar de gevolgen van de euro op de handel tussen de eurolanden.

‘Ergens in Frankrijk loopt een grens, de knoflookgrens’, kopte Trouw een jaar geleden heel fraai. Deze grens splijt Europa en is onoverbrugbaar zeggen de eurosceptici.

Daar tegenover staat de politieke elite, die haar lot verbonden heeft met het slagen van de euro: als het zuiden maar genoeg hervormt dan lukt het wel, stellen zij. Het zijn herstelbare ‘weeffouten’, volgens Jeroen Dijsselbloem.

Eén zo’n weeffout is het grote verschil in concurrentiekracht tussen ‘zwakke’ en ‘sterke’ eurolanden. De eurocrisis wordt bestreden door de economie in deze landen te hervormen om deze zo competitiever te maken.

Vandaag bekijk ik of het , na vier jaar hervormen, is gelukt om de verschillen kleiner te maken.

Weeffouten zichtbaar maken

Hoe groot de verschillen tussen noord en zuid zijn is duidelijk te zien aan de handelsbalans van de eurolanden. De industrie in Zuid-Europa is onvoldoende concurrerend, waardoor de Zuid-Europese landen meer invoeren dan dat zij exporteren:

Figuur 1: Handelsbalans van Zuid-Europese landen. De kredietcrisis is zichtbaar als kortstondig herstel van evenwicht..

Na de invoering van de euro tijdens de vette jaren vóór 2008, importeren deze landen meer dan ze exporteren, waardoor hun handelsbalans permanent negatief is. De kredietcrisis is zichtbaar als kortstondig herstel van de balans. Pas de laatsten jaren begint de balans weer structureel boven nul te komen.

Het lijkt er op dat de hervormingen aanslaan. Alleen Frankrijk lukt het niet om de handelsbalans weer recht te trekken. In 2014 heeft het nog steeds een tekort, terwijl de balans van andere landen wel verbetert. Dit lijkt overeen te komen met het gangbare beeld: er is licht herstel in landen die hervormen. Alleen Frankrijk dat onvoldoende hervormt, blijft achter.

Stagnatie

Het resultaat van de opleving krijgt echter een hol karakter als je weet waar het vandaan komt: daling van de import.

Figuur 2 ‘ herstel’ door daling van de import

Het is inderdaad een resultaat van hervormen maar dan op een negatieve manier: de economie krimpt. Dit ‘herstel’ noemen is een gotspe.

Aan de andere kant van de balans staan de noordelijke landen:

Figuur 3 De handelsbalans van de sterke landen ten noorden van de knoflookgrens is permanent positief.

We zien dat Nederland en Duitsland sinds de invoering van de euro een groot en permanent handelsoverschot hebben. Vooral Nederland met zijn kleinere economie heeft een relatief groot handelsoverschot.

Om het wat beter zichtbaar te maken dat dit een effect is van de euro heb ik de handelsbalansen van noord en zuid in één figuur gezet en daarin het moment waarop de euro wordt ingevoerd, aangegeven [*].

Figuur 4: Na de invoering van de euro op 1 jan 1999 lopen de handelsbalansen van de eurolanden sterk uit elkaar.

Het is duidelijk dat vanaf de start van de euro de handelsbalansen als een waaier uiteen lopen.

De transferunie

Duitsland en Nederland verdienen goed aan de euro. Het is goed om dit nog even te benadrukken want het laat zien hoe onzinnig het argument is dat de euro ons veel geld kost. Ja, er is overduidelijk sprake van een transferunie, maar de richting van de geldtransfer is van zuid naar noord.

De euro is zo gunstig voor ons, omdat zij voorkomt dat de landen waar naartoe wij exporteren, hun munt devalueren. Afschaffen van de euro zal ons dus veel geld gaan kosten, omdat deze landen dan weer hun oude wapen terug krijgen: een eigen munt.

En hiermee kom ik op een ander belangrijk punt dat men licht kan vergeten: al die spulletjes die de zuiderlingen kopen moeten betaald worden.

Parallel met de stroom goederen is er dus een stroom geld in omgekeerde richting. Het onvermijdelijke resultaat is dan ook dat deze landen een grote schuld opbouwen bij Nederland en Duitsland. De oplopende overheidstekorten zijn daar slechts een onderdeel van, het grootste deel van de schuld zijn private schulden bij bedrijven en particulieren.

Figuur 5: Schulden van particulieren en bedrijven in Zuid-Europese landen.

Landen die een eigen munt hebben kunnen devalueren maar de eurolanden hebben deze opgegeven en moeten uiteindelijk een keer de rekening betalen.

Een economie kan daarom nooit gebaseerd zijn op een permanent overschot op de handelsbalans. Het is dan ook geen verrassing dat de economische vooruitzichten van Nederland en Duitsland alweer tegenvallen.

Muntunie onhoudbaar?

Voor veel mensen is dit verhaal het bewijs dat de euro uiteindelijk wel moet vallen. 'Hoe nu verder?' is de vraag.

Hervormen en bezuinigen helpt duidelijk niet. De doemdenkers zeggen dat het nooit zal lukken om de euro bij elkaar te houden want de eurozone is geen optimaal valutagebied. Maar waar we ook voor kiezen, opsplitsen of doorgaan, het zal ons in beide gevallen veel geld gaan kosten.

Voordat u zich terugtrekt op uw volkstuintje in afwachting van het naderende einde: in de volgende aflevering ga ik in op de oorzaak van het uiteenlopen van de handelsbalansen. Wat veroorzaakt de macro-economische onbalans?

Voetnoot

[*] Het moment waarop de euro echt in werking treedt is de dag dat de koersen worden gefixeerd. Het in gebruik nemen van de nieuwe munten en biljetten was alleen maar het moment waarop het publiek het echt begon te merken.

Verantwoording

Afbeelding gebaseerd op: Wikimedia Eurosymbool en Wikimedia Allium Sativum H. Zell

Figuur 1 t/3: Eurostat (tabelcode: namq_exi_c)
Figuur 4: Eurostat (tabelcode: tipspd10)

Eerdere afleveringen in deze serie over de eurocrisis:
  • Deel 1: Frankrijk is de zondebok
  • Deel 2: De prijs van hervormen

0 comments:

About This Blog

  © Blogger templates Sunset by Ourblogtemplates.com 2008

Back to TOP