Levenslang veroordeeld tot de euro

>> Sunday, October 27, 2013

In de NRC van dit weekend (26 oktober 2013) staat een pleidooi voor ontvlechting van de euro van Alfred Kleinknecht. Hij geeft eerst een heel matige analyse van de oorzaak van de problemen. Noord- en Zuid-Europa zijn economisch uit elkaar gegroeid, stelt hij. Vroeger was het nog mogelijk om munten de devalueren, maar dat kan niet meer. De economieën werden

... overklast door een superieure Noord-Europese exportindustrie. De torenhoge importoverschotten van Portugal, Spanje en Griekenland werden bekostigd door royale leningen van de financiële sector in het noorden aan het zuiden. Dit ging goed zo lang het goed ging; de afloop is bekend.
Dit lijkt me juist, maar het onderschat de gevolgen die er waren van de instroom van goedkoop geld (een economische bubbel) en de woestenij die het achter bleef toen het geld weer vertrok in 2010. Gebrekkige concurentiekracht is geen oorzaak maar een gevolg van het gevoerde monetaire beleid.

Er zijn manieren om wat aan de crisis te doen en Kleinknecht noemt er een paar. In Noord-Europa zouden we bijvoorbeeld de lonen harder kunnen laten stijgen, ook zou de overheid het begrotingstekort verder kunnen laten oplopen. Dit zou er automatisch voor kunnen zorgen dat de exportoverschotten van het noorden veranderen in tekorten. Zuid-Europa zou dan in de gelegenheid zijn om het geld terug te verdienen dat ze hebben geleend.

Maar dat doen we niet, zo constateert Kleinknecht. In Zuid-Europa wordt een hardvochtig bezuinigingsbeleid opgelegd die politiek destabiliserend is, en in het noorden worden lonen gematigd en is de overheid juist bezig met het terugbrengen van de begrotingstekorten. Precies het tegenovergestelde van wat nodig is dus. Het is tijd voor een ommekeer, constateert Kleinknecht terecht.

De oplossing

Tot hier kan ik Kleinknecht volgen, maar dan stelt hij dat een dergelijke ommekeer niet haalbaar is wegens populistisch verzet: 'Politici durven dit echter nauwelijks aan, want het is voer voor populisten'. Ook 'een sprong voorwaarts naar een Europese federatie zou leuk zijn', maar ook dit is politiek niet haalbaar.

Daarom stelt hij voor, ook al heeft het niet zijn voorkeur, dat de zwakke landen de euro verlaten. Hij ziet wel in dat dit ook heel moeilijk zal zijn want:
Scenario’s over hoe een afsplitsing vorm te geven zijn heftig. Als afsplitsing wanordelijk plaatsvindt, is de economische chaos niet te overzien. De schade kan echter beperkt worden wanneer men samenwerkt. Laat ons hopen dat bij de Europese Centrale Bank intelligente economen zitten die werk maken van goede draaiboeken. Afsplitsing van landen uit de eurozone vereist complexe planning in het diepste geheim. Ieder stukje informatie dat naar buiten komt kan onbeheersbare speculatiegolven losmaken. Functionarissen van centrale banken en overheden moeten daarom voor de bühne tot de laatste snik volhouden: afsplitsing van landen uit de euro is een volstrekt gek idee – nooit, never!
Kleinknecht ziet wel in dat dit heel moeilijk zal zijn. Je moet namelijk een uiterst complexe operatie in korte tijd uitvoeren met een klein clubje mensen die in absolutie uitvoeren. Nogmaals - ik kan dit niet genoeg benadrukken - dit moet echt helemaal met 100% geheimhouding worden uitgevoerd. Bovendien, vraagt u zich eens af, hoe democratisch is dit? En er is nog een reden waarom dit niet zo'n goed idee is: als een land vertrekt, dan is zal de markt direct gaan speculeren tegen het volgende land. Ierland, en daarna Spanje of Italië. Dit is het einde van de euro, een einde dat Europa verwoest zal achter laten.

Wanhoop

De wanhoop van de bestuurlijke elite over de problemen met de euro is voelbaar. Alle goede oplossingen zijn onhaalbaar omdat er geen politieke steun voor te krijgen is. Deze oplossingen zijn noodzakelijkerwijze gebaseerd op meer Europese samenwerking en onderling vertrouwen. Het probleem is dat dit politici als Geert Wilders overal in Europa aan de macht zal brengen. Democratie blijft lastig. De enige oplossing die dan nog overblijft, is ook de enige oplossing die het minst democratisch is en de grootste kans op mislukken inhoud: opsplitsen van de euro.

De euro werkt als een de facto goudstandaard, en net als in de jaren 30 heeft dat desastreuze gevolgen voor de economie. Er is echter een verschil met de goudstandaard: daar kon je gewoon uitstappen. Eén simpele politieke beslissing was toen voldoende om de munt los te koppelen van de waarde van goud. Dat kan met de euro niet - je hebt de euro of je hebt hem niet, maar je hebt geen munt zonder euro. De euro is een gevangenis, en iedereen heeft levenslang.

Read more...

Sondieren

>> Tuesday, October 22, 2013

Een keer per week ga ik naar de biep om de Spiegel te lezen - het enige Duitse blad in onze bibliotheek. Vandaag lees ik over de informatie fase van de nieuwe regering (sondieren zeggen de Duitsers). Merkel is bezig om samen met SPD voorman Gabriel een grote coalitie te formeren.

De grote vraag is natuurlijk wat gaat Merkel voor Europa doen? Daarover worden uitspraken gedaan die me doen schrikken:
Für Europa schmiedet man im Kanzleramt dagegen für Merkels Verhältnisse schon fast visionäre Pläne. Die würden, sollte Merkel sich durchsetzen, die Europäische Union von Grund auf verändern. Das Ziel ist eine weitreichende gemeinschaftliche Kontrolle über die nationalen Haushalte, über das Schuldenmachen in den 28 EU-Hauptstädten und die Pläne der nationalen Regierungen für mehr Wettbewerbsfähigkeit und Sozialstaatsreformen,. So soll der Euro auf Dauer stabil, sollen die Mitgliedstaaten auf einen gemeinsamen Wirtschaft und Finanzkurs gebracht werden. Das wäre die oft beschworene politische Vollendung der Währungsunion – ein großer Wurf.

Das Ziel ist nicht neu, neu sind aber die Daumenschrauben, die Brüssel in Zukunft anlegen darf, wenn es nach Merkel geht: frühere uns schärfere Kontroll- und Einspruchsrechte, vertraglich bindenden Absprache, und Auflagen.
Dit is om meerdere redenen beangstigend. Ten eerste omdat Europa straks wordt Europa geregeerd door Duitse zuinigheid. Hoe goed dat werkt kunnen we momenteel aanschouwen in Zuid-Europa. Het tweede dat me zorgen baart is het gebrek aan economisch inzicht van de politici. De inspiratie voor deze visie is namelijk de bloeiende economie van Duitsland. De Duitsers denken nog steeds dat het beter zal gaan als iedereen doet zoals de Duitsers: Erst sparen, dann kaufen! Het probleem met deze strategie is natuurlijk dat als iedereen spaart en niemand meer wat koopt de economie tot stilstand komt. Heel Europa kan haar economie niet van de export afhankelijk maken zoals Duitsland nu doet. Ook staart men zich nog steeds blind op de overheidsbegroting. Het inzicht dat de begrotingstekorten geen oorzaak maar een gevolg van de crisis is hogere macro-economie dat niet aan Duitse (en Nederlandse) politici is besteedt. De Schuldenbremze wordt binnenkort in heel Europa ingevoerd.

Maar ook om een andere reden is dit schrikken: bij Duitse politici is blijkbaar nog niet goed doorgedrongen hoe slecht dit overkomt bij de bevolking elders in Europa. Hervormen is makkelijk, vooral als het de ander betreft. Als men dit werkelijke wil gaan afdwingen doormiddel van sancties en verdragen zal de laatste steun voor Europese eenheid wegvallen. We zijn dan werkelijk terug bij af: Europa voor de oorlog. Met goudstandaard - die nu euro heet.

---
Foto: Jacques Grießmayer (CC)

Read more...

Brief aan de Europese kiezer

>> Monday, October 14, 2013

Zoals bekend is eerlijkheid in de politiek een schaars goed. En met reden. Dit is de brief die Mark Blyth een politicus laat schrijven van een willekeurig land in de periferie van de eurozone – zeg Spanje of Ierland. Hij verwoordt hierin zo eerlijk mogelijk wat de werkelijke reden is voor de bezuinigingen: de banken zijn zo groot geworden dat de politiek er de controle over verloren heeft.

To: The Voting Public

From: Prime Minister of Eurozone Periphery X


My fellow citizens, we have been telling you for the past four year that the reason you are out of work and that the next decade will be miserable is that states have spent too much. So now we all need to be austere and return to something called ‘sustainable public finances.’ It is, however, time to tell the truth. The explosion of sovereign debt is a symptom, not a cause, of the crisis we find ourselves in today.

What actually happened was that the biggest banks in the core countries of Europe bought lots of sovereign debt from their periphery neighbours, the PIIGS. This flooded the PIIGS with cheap money to buy core country products, hence the current account imbalances in the Eurozone that we hear so much about and the consequent loss of competitiveness in these periphery economies. After all, why make a car to compete with BMW if the French will lend you the money to buy one? This was all going well until the markets panicked over Greece and figured out via our ‘kick the can down the road’ responses that the institutions we designed to run the EU couldn’t deal with any of this. The money greasing the wheels suddenly stopped, and our bond payments went through the roof.

The problem was that we had given up our money presses and independent exchange rates – our economic shock absorbers – to adopt the euro. Meanwhile, the European Central Bank, the institution that was supposed to stabilize the system, tuned out to be a bit of fake central bank. It exercises no real lender-of-last-resort function. It exists to fight an inflation that died in 1923, regardless of actual economic conditions. Whereas the Fed and the Bank of England can accept whatever assets they want in exchange for however much cash they want to give out, the ECB is both constitutionally and intellectually limited in what it can accept. It cannot monetize or mutualize debt, it cannot bail out countries, it cannot lend directly to banks in sufficient quantity. It’s really good at fighting inflation, but when there is a banking crisis, it’s kind of useless. It’s been developing new powers bit-by-bit throughout the crisis to help us survive, but its capacities are still quit limited.

Now, add to this the fact that the European banking system as a whole is three times the size and nearly twice as levered up as the US banking system accept that it is filled with crappy assets the ECB can’t take off its books, and you can see we have a problem. We have had over twenty summits and countless more meetings, promised each other fiscal treaties and bailout mechanisms, and even replaced a democratically elected government or two to solve this crisis, and yet have not managed to do so. It’s time to come clean about why we have not succeeded. The short answer is, we can’t fix it. All we can do is kick the can down the road, which takes the form of suffering a lost decade of growth and employment. You see, the banks we bailed in 2008 caused us to take on a whole load of new sovereign debt to pay for their losses and ensure their solvency. But the banks never really recovered, and in 2010 and 2011 they began to run out of money. So the ECB had to act against its instincts and flood the banks with a billion euros of very cheap money, the LTROs (the log-term refinancing operations), when European banks were no longer able to borrow money in the United States. The money that the ECB gave the banks was used to buy some short-term government debt (to get our bond yields down a little), but most of it stayed at the ECB as catastrophe insurance rather than circulate into the real economy and help you get back to work. After all, we are in the middle of a recession that is being turbocharged by austerity policies. Who would borrow and invest in the midst of that mess? The entire economy is in recession, people are paying back debts, and no one is borrowing. This causes prices to fall, thus making the banks ever more impaired and the economy even more sclerotic. There is literally nothing we can do about this. We need to keep the banks solvent or they collapse, and they are so big and interconnected that even one of them going down could blow up the whole system. As awful as austerity is, it’s nothing compared to a general collapse of the financial system, really.

So we can’t inflate and pass the cost on to savers, we can’t devalue and pass the cost on to foreigners, and we can’t default without killing ourselves, so we need to deflate, for as long as it takes to get the balance sheets of these banks into some kind of sustainable shape. This is why we can’t let anyone out of the euro. If the Greeks, for example, left the euro we might be able to weather it, since most banks have managed to sell on their Greek assets *). But you can’t sell on Italy. There’s too much of it. The contagion risk would destroy everyone’s banks. So the only policy tool we have to stabilize the system is for everyone to deflate against Germany, which is a really hard thing to do even in the best of times. It’s horrible, but there it is. Your unemployment will save the banks, and in the process save the sovereigns who cannot save the bank themselves, and thus save e the euro. We, the political class of Europe, would lie to thank you for your sacrifice.

Tot zover de brief die Mark Blyth een eerlijke politicus laat schrijven. Ik heb hem in zijn geheel overgenomen.

Het zal hoop ik duidelijk zijn waarom de politiek dit niet eerlijk tegen de kiezer zegt. Wat niet zo duidelijk is waarom journalisten dit niet doen, daarover misschien een andere keer.

Het Europese banksysteem is zo groot worden dat zij de politiek op haar knieën dwingt. Het resultaat is eindeloos bezuinigen, want elke bezuiniging doet de economie verder krimpen, waardoor weer nieuwe bezuinigingen nodig zijn. De logische consequentie is dat Europese economie krimpt tot het moment waarop de lonen zo laag zijn dat wij kunnen concurreren met China en India. Dit zal niet gebeuren omdat de verarming dan zo ernstig is dat voor die tijd iets anders gebeurd: Europa en de euro vallen op een chaotische manier uit elkaar.

Het zogenaamde hervormen dat onze economie sterker moeten maken is dan ook geen modernisering, maar een regressie.

*) Ik heb een klein puntje van kritiek op de brief: vanuit Europees perspectief kan Griekenland misschien wel uit de euro stappen, maar voor de Grieken is dat geen oplossing. De drachme is afgeschaft en van het moment van aankondiging dat je uit de euro stapt en het in roulatie brengen van de nieuwe drachme - minimaal enige maanden – ligt de economie stil. De chaos en depressie die dat zal veroorzaken is nog ernstiger dan chaos en depressie van nu. Zonder geld functioneert de economie niet, en zonder economie functioneert de maatschappij niet.

Read more...

"Je kan de bodem zien"

>> Sunday, October 13, 2013

‘Hé Mark’, roept Jeroen naar Mark de Tweede, ‘moet je nou eens kijken’. Hij houdt de klep van de schatkist open en tuurt naar beneden. Mark staat op van zijn troon, zet zijn kroontje recht, pakt de slippen van zijn kostbare hermelijnen mantel op en loopt naar kist. De mantel is van echt en authentiek hermelijnenbont.

‘Moet je zien’, zegt Jeroen nogmaals terwijl hij in de kist wijst.

‘De bodem’, fluistert Mark. ‘Hoe komen we nu aan geld Jeroen? We hebben de Ridders van de Ronde Tafel beloofd dat we een toernooi zouden organiseren. Hoe moeten we dat betalen? Je weet hoe belangrijk die toernooien voor ze zijn. Kunnen we het geld niet lenen van de kooplieden?’

‘Nee Mark, dat is niet verstandig’, zegt Jeroen. ‘Vroeger was dat geen probleem, maar sinds we de Rijks Munt Pers aan Angela de Derde gegeven hebben mogen we geen geld meer lenen. Alleen hij die beschikt over de Munt kan ongestraft lenen en Angela doet dat niet voor ons. Want dan worden we lui zegt ze.‘

‘Ja, vroeger was alles beter’, mijmert Mark.

Voor de mensen in het land zet hij altijd een vrolijk gezicht op. Soms denken mensen wel eens dat hij een simpele ziel is omdat hij altijd zo zonnig en optimistisch is, maar dat lijkt maar zo. Diep in zijn ziel is hij een zwaarmoedig conservatief. ‘We moeten weer bezuinigingen’, sombert hij nu ook weer, want hij weet dat Angela haar Groot Inquisiteur Olli op inspectie stuurt. Als die er achter komt dat we geld lenen van de kooplieden krijgen we een boete. Dan is het geld helemaal op. ‘Waarom hebben we dat eigenlijk gedaan Jeroen? Waarom hebben we de Rijks Munt Pers aan Angela geven? Nu zijn we niet meer de baas over ons eigen geld. En Angela is zo steng!’ Hij kijkt gepijnigd naar Jeroen.

‘Niets aan te doen Mark. Maar we moeten wel op Geert letten. De mensen in het land morren en Geert krijgt steeds meer aanhangers’.

Jeroen maakt zich ook grote zorgen want er zijn nog meer problemen dan Angela. Geert is de nar die paar jaar geleden van het hof is weggelopen. Hij werd oproerkraaier toen hij zag hoe ontevreden de mensen in het land waren. Tegen iedereen zegt hij nu dat Mark en Jeroen elke dag van gouden borden eten terwijl de mensen in armoede leven. Als hij op de troon zou zitten dan zou hij de Rijks Munt Pers weer terughalen en iedereen geld geven. En hoewel hij maar een hofnar is geloven de mensen dat. Want, denken ze, alles is beter dan Mark en Jeroen die beven voor Angela.

‘Jeroen, is er geen fee die met een toverstafje de kist weer kan vullen?’. Hij kreunt en weet dat hij geen andere keuze heeft. Zijn besluit is genomen en hij roept Diederik, zijn brave knecht. ‘Ga tegen de mensen zeggen dat ze moeten bezuinigen. De tol wordt verdubbeld en het grote ridderfeest met de kerst gaat niet door.’

Als Diederik bijna weg is bedenkt Mark nog wat en roept hem terug. Hij staat op en lijdzaam trekt hij zijn mantel uit en geeft die aan Diederik. 'Ga die ook maar verkopen'.

Read more...

Waarom democratie in Europa wordt gewantrouwd

>> Saturday, October 12, 2013

Wolfgang Streeck, directeur van het Max Planck Instituut voor Maatschappijonderzoek, vraagt zich af hoe het mogelijk is dat in Europa veel beslissingen niet meer door democratisch gekozen politici worden genomen, maar door benoemde functionarissen die geen verantwoording hoeven af te leggen. ‘Cruciale economische beslissingen worden immuun gemaakt voor democratische druk’, stelt Streeck in het Interview dat hij gaf aan de Groene Amsterdammer. In Duitsland wordt dit als een onvermijdelijke ontwikkeling geaccepteerd en de verkiezingen van 22 september zullen dat niet veranderen.

Hoe is het mogelijk dat democratie wordt uitgeschakeld en waarom hebben de Duitsers daar geen problemen mee? Het is tegenwoordig erg populair om hiervoor het neoliberalisme de schuld te geven. Dit is natuurlijk kretologie die niets verklaart, maar er zit meer waarheid in deze beschuldiging dan veel mensen denken. Het zijn namelijk wel degelijk neoliberale principes waarmee we de Europese Unie en haar economische instituties hebben ingericht. Om dit te begrijpen moeten we terug in de tijd, naar de jaren dertig om precies te zijn en naar de gebeurtenissen die een einde maakten aan de Weimarrepubliek.

Neoliberalisme

Nee, we gaan niet terug naar de Weimarrepubliek omdat toen het nationaalsocialisme aan de macht kwam. Hitler en het fascisme hebben er niets mee te maken; wel de economie, namelijk de beurskrach van 1929. De financiële crisis en de Grote Recessie die daarvan het gevolg was, maakte duidelijk dat een volgens de principes van het klassieke laissez faire liberalisme ingerichte economie onstabiel was.

De jaren dertig waren daarom moeilijke tijden voor liberalen. Veel mensen namen afstand van het liberalisme en Roosevelt liet met zijn New Deal overtuigend zien dat een interventionistische staat die zich actief bemoeit met de economie, economisch succes kan hebben en niet per se tot communisme hoeft te leiden. Maar liberalen als Friedrich Hayek wilden dat niet accepteren. Zij trokken een andere les uit de gebeurtenissen, en namen geen afstand van het liberalisme maar herdefinieerden het. Een kleine groep liberale denkers in Europa en de VS is in die jaren gaan nadenken over de tekortkomingen van het klassieke liberalisme om een ‘nieuw liberalisme’ te formuleren. Tijdens een conferentie in Parijs in 1938, het ‘Walter Lippmann Colloquium’, werd voorgesteld om de term ‘neoliberalisme’ voor dit vernieuwde liberalisme te gebruiken.

Ordoliberalisme

Duitse liberalen hadden nog een ander probleem. De ondergang van de Weimarrepubliek had hen geleerd dat parlementaire democratie door economische belangengroepen voor eigen doeleinden gekaapt kan worden. Machtige ondernemers in de kolen- en staalindustrie en de arbeidersbeweging waren in staat gebleken om het systeem naar hun hand zetten. Zij constateerden dat niet alleen machtsconcentratie in de staat gevaarlijk was, maar ook machtsconcentratie in de markt en maatschappij, zoals de arbeidersbeweging en groot-industriëlen.

Hun antwoord daarop was een specifiek Duitse vorm van het neoliberalisme, het ordoliberalisme. De ordoliberalen gaan – net als alle andere liberalen - uit van een centrale positie van de markt. De staat mag niet direct ingrijpen door bijvoorbeeld prijzen en lonen vast stellen. Maar de staat speelt anders dan in het klassieke liberalisme een belangrijke rol. Het is de taak van de staat om optimale condities scheppen voor marktwerking door middel van Ordnungspolitik. Zij doet dit door het vaststellen van eigendomsrecht, het bestrijden van kartels, het bevorderen van concurrentie in de markt en het bewaken van prijsstabiliteit.

Een belangrijke les die zij trokken uit de ondergang van Weimar was dat de instituten die deze Ordnungspolitik moeten uitvoeren zo ver mogelijk van de politiek geplaatst moeten worden. De staat, en vooral de democratische staat, wordt gewantrouwd. Democratie moet op afstand gehouden worden. Economisch beleid moet onderworpen worden aan regels die in de grondwet zijn vastgelegd.

Anders dan andere neoliberalen zijn de ordoliberalen zich er altijd wel van bewust geweest dat sociale stabiliteit alleen gegarandeerd kan worden als de arbeidersklasse bestaanszekerheid heeft. Door ordoliberalen is daarom ook altijd nagedacht over sociale wetgeving en zij zijn niet afkerig van invloed van vakbonden.

Ordoliberalisme en fascisme

Een groot deel van het ordoliberale gedachtengoed werd tijdens de Naziheerschappij geformuleerd en dit werpt natuurlijk de vraag op: hoe verhield het ordoliberalisme zich tot het fascisme? Volgens Ralf Ptak waren de ordoliberale economen geen groep van heldhaftige verzetsstrijders maar het waren (grotendeels) ook geen overtuigde fascisten. Veel ordoliberale economen bleven gewoon op hun post tijdens de Nazitijd en boden hun diensten als econoom aan. Slechts enkelen (Wilhelm Röpke en Alexander Rüstow) waren naar het buitenland uitgeweken om te ontsnappen aan het fascisme.

Belangrijk is in dit verband wel dat zij juist door deze onheldhaftige houding na afloop van de oorlog op hun post waren toen het land weer opgebouwd moest worden. Hierdoor hadden zij een grote invloed op de naoorlogse ontwikkeling van de Duitse economie, veel meer dan hun sociaal democratische collega’s die of gevlucht waren of door nazi’s waren vermoord.

Wirtschaftswunder

Na de Tweede Wereldoorlog keerde het tij voor de neoliberalen in Duitsland. Anders dan hun neoliberale collega’s in Europa hadden zij wel invloed bij de opbouw van hun land. Met Ludwig Erhard, die duidelijk ordoliberale sympathieën had en van 1949 tot 1963 minister van economie was en van 1963 tot 1966 zelfs bondskanselier, kregen zijn tot op het hoogste niveau toegang tot de politiek. Om de sociaaldemocraten buiten de politiek te houden stemde men in met sociale voorzieningen.

Door Alfred Müller-Armack werd in die tijd de geniale term Sociale Marktwirtschaft voor deze op ordoliberale principes gebaseerde economie bedacht. De naam is slim gekozen omdat het de neoliberale herkomst verhult en een derde weg suggereert. Onder deze vlag werd economische politiek gevoerd die helemaal was ingesteld op export. Met hulp van de Amerikanen (Marshallplan) werd dit een groot succes en wonnen de christendemocraten tot 1966 elke verkiezing en is het begrip Sociale Marktwirschaft deel geworden van de Duitse identiteit. Tot op heden wordt de Sociale Markwissenschaft geprezen, ook door iemand als Sahra Wagenknecht, Bondsdagafgevaardigde voor de meest linkse partij Die Linke. In Nederland wordt deze vorm van kapitalisme geprezen als het Rijnlandse model.

Democratie gewantrouwd

Door de grotendeels op export georiënteerde economie is het in Duitsland ondenkbaar dat de economie gestimuleerd wordt door de overheid. Keynesiaanse economie heeft weinig invloed gehad in Duitsland. Ordoliberale economie is gebaseerd op klassiek liberaal economisch denken waarin sparen goed en schuld maken slecht is.

Maar vooral interessant is de typisch ordoliberale manier waarop de politiek heeft bedacht dat dit moet worden afgedwongen. De Duitsers hebben dit namelijk in de grondwet vastgelegd. Deze zogenaamde Schuldenbremze illustreert goed het ordoliberale wantrouwen van de democratie. De politiek is grondwettelijk aan banden gelegd om te voorkomen dat men in de verleiding komt de economie te stimuleren door het begrotingstekort op te laten lopen. Het maken van schulden is alleen onder bijzondere omstandigheden, zoals een recessie, toegestaan. Het gevolg is dat in Duitsland de rechter bepaalt of het laten oplopen van het begrotingstekort, macro-economisch verantwoord is. De democratie is uitgeschakeld. Dit alles is bedoeld om te voorkomen dat politici economisch (fiscaal) beleid misbruiken voor electorale doelen door de burger te verleiden om te stemmen voor Bier und Bratwurst.

Ordoliberale EU en Euro

Door het economisch succes van Duitsland zijn bij het ontwerp van de Europese instellingen veel van de ordoliberale principes in Europese instituties en verdragen terecht gekomen. Het beste voorbeeld hiervan is de wijze waarop de euro is opgezet en hoe de ECB daarin functioneert. De ECB is geheel conform het ordoliberale ideaal onafhankelijk gemaakt van de politiek. In verdragen is vastgelegd dat de ECB zich alleen mag bezighouden met prijsstabiliteit (inflatie). Stimulering van de economie, of het helpen van landen die in de problemen zijn gekomen, is niet toegestaan. En ook hier wordt de democratie op afstand gehouden: de President van de Centrale Bank hoeft voor zijn beleid geen verantwoording af te leggen, althans niet aan een democratisch gekozen orgaan.

Ook de euro zelf is een ordoliberaal idee en een uiting van wantrouwen van democratie. Voordat de euro er was, is geprobeerd de Europese munten te koppelen. Na meerdere mislukkingen die veroorzaakt werden doordat de economische politiek van de deelnemende landen niet op elkaar aansloot, is besloten de politiek geheel buiten spel te zetten door de munten geheel op te heffen en te vervangen door één munt, de euro dus. Politici hebben nu geen andere keuze meer dan afstemming van economisch beleid, want devaluatie van de munt is niet meer mogelijk, domweg omdat de munten zijn opgeheven. De democratie staat buiten spel. Geen politicus kan dit nog veranderen, hoe graag de bevolking het ook wil. De euro is een uiting van op hol geslagen ordoliberalisme.

Ordoliberaal denken

In Nederland is het ordoliberalisme misschien nog wel populairder dan in Duitsland. Zo is Mark Rutte fel tegen het gezamenlijk maken van schuld door middel van eurobonds. Hij verdedigt dat met de stelling dat ‘landen [dan] worden beloond voor hun slechte begrotingsdiscipline met een lage rente’. Ook hier weer: democratisch gekozen regeringen kunnen niet vertrouwd worden en moeten gedwongen worden om het begrotingstekort terug te brengen. Het is de Europese versie van de Schuldenbremze.

Vanuit ordoliberaal perspectief is het ondenkbaar dat landen geholpen worden. ‘Makkelijk geld’ om economische groei op te wekken is verkeerd. Alleen zuinigheid, vergroting van de competitiviteit en afstemming van economische politiek – desnoods afgedwongen met sancties – is het juiste antwoord op de eurocrisis. Al het andere is een ‘lapmiddel’ dat slechts tot bubbels leidt.

En zo denkt zelfs Wolfgang Streeck er over. Zijn verzuchting dat democratie geen rol meer lijkt te spelen in het economisch beleid is terecht en ik hoop dat nu ook duidelijk is waar dat vandaan komt: het is de ordoliberale Ordnungspolitik die democratie verdacht maakt. Maar Streeck zegt in het interview in De Groene Amsterdammer ook bevreesd te zijn dat Centrale Banken ‘financiële doping’ gebruiken om ‘tijd te kopen’ terwijl ze ‘weten dat stimulerende middelen op termijn dodelijk kunnen zijn.’ Ook hij kijkt dus nog naar de economie vanuit een ordoliberaal perspectief en gaat er ten onrechte vanuit dat Keynesianisme ‘financiële doping’ bepleit. Dat is jammer, want ik ben het verder met zijn analyse wel eens. Maar het gaat mij er ook niet om Streeck te bekritiseren, wat ik wil laten zien is hoe diep in ons denken over economie het ordoliberalisme – of neoliberalisme als u wilt – is doorgedrongen.

Het werkelijke probleem in Europa is dat de politiek de oplossing zoekt in de Duitse Markt Wisrtschaft, Duitse en Nederlandse politici voorop. Dit resulteert in ondemocratisch genomen beslissingen. Bezuinigingen en hervormingen die de burger moet slikken als bitter medicijn om beter te worden, toegediend door politici die volledig overtuigd zijn van hun gelijk, terwijl de patiënt (Europa) op sterven na dood is. Maar het is medicijn dat uit de zelfde ordoliberale apotheek komt als de euro met bijwerkingen die erger zijn dan de kwaal die zij zou moeten genezen.

Meer lezen over dit onderwerp:
Eerder gepubliceerd op 21 september 2013 op Sargasso

Read more...

About This Blog

  © Blogger templates Sunset by Ourblogtemplates.com 2008

Back to TOP