Een harde kern van ideologie met daaromheen zacht vruchtvlees van feiten

>> Wednesday, December 4, 2013

Een wijdverbreid misverstand over conservatisme is dat het gaat om het 'conserveren van het bestaande', het is immers het tegenovergestelde van progressivisme: de wens om te veranderen. Dit lijkt logisch, maar dat is niet waar het om gaat bij conservisme - al zullen conservatieven dat wel van zich zelf beweren. Als je weet waar je op moet letten is het altijd weer opvallend hoe duidelijk herkenbaar conservatieve thema's zijn.

Dat viel me ook bij deze video die ik op Daily Kos vond op. Deze korte discussie is een goede illustratie van conservatieve thema'. Bill O'Reilly argumenteert dat bijstand aan de armen slecht is. Let op de argumenten niet op de feiten: (en  petje af voor Dubois die zo goed cool blijft, ik wou dat ik dat kon):



De thema's die ik hoor zijn:

a. Hulp creëert afhankelijkheid. Door het mensen makkelijk te maken, door ze te verwennen gaan gaan ze rekenen op de hulp en komen ze niet meer voor zich zelf op. Het maakt week. Hieronder zit een onuitgesproken laag van sociaal-darwinisme (niemand zal dat openlijk toegeven).

b. Mensen die het slecht hebben, hebben dat aan zichzelf te danken. Het is hen persoonlijk aan te rekenen: drank, werkloosheid, drugs, niet voor je kinderen zorgen. Het is een rechtvaardiging van je eigen geluk, en verklaring voor het ongeluk van een ander.

c. En als je dan al hulp geeft dan niet door de overheid natuurlijk, want hulp is iets dat je in eigen kring doet. Daar wil je zelf invloed op hebben - en vooral over de mensen aan wie je hulp geeft natuurlijk.

Merijn Oudenampsen geeft in deze post over Nederlands conservatisme een goede - en meer formele - bespreking van de kenmerken van conservatisme: Waarom het neo­conservatisme een conservatisme is.

Dat de feiten helemaal niet kloppen maakt niets uit. Feiten zijn lastige dingen en altijd verschillend te interpreteren. Wat is een feit immers? Het doet me denken aan de uitspraak van E.H. Carr (uit mijn hoofd): Standpunten bestaan altijd uit een harde kern van ideologie, met daar omheen een laag zacht vruchtvlees die uit feiten bestaat (en dus niet omgekeerd zoals veel mensen altijd denken). Carr schrijft over geschiedenis, maar dit is ook goed van toepassing op de politiek, en dan vooral conservatieve politiek.

Read more...

Hoe Jeroen Dijsselbloem weeffouten uit de euro haalt

>> Monday, November 11, 2013



Dit verslag van mijn bezoek aan het Studium Generale met Jeroen Dijsselbloem is gelijktijdig gepubliceerd op Sargasso. In deze versie heb ik achteraan de scan van de folder die werden uitgedeeld bij de uitgang toegevoegd.

Vorige week maandag zat ik in de aula van het academiegebouw van de Universiteit van Utrecht. Jeroen Dijsselbloem komt praten over Europa. De zaal gonst. Ongeveer tweehonderd man wachten op de komst van de minister. Achter me zitten studenten. Ze overleggen wat ze gaan doen na hun studie. Een van de jongens hoor ik zeggen dat hij eerst maar eens gaat kijken bij een grote bank. Een verzekeringsbedrijf zit er niet in want hij heeft geen actuariaat gedaan en nu is het daarvoor te laat.

Alle leeftijden zijn vertegenwoordigd maar de meerderheid is jong en deftig gekleed, compleet met - indien van toepassing - colbertje en dasje. Als later professor Kool, die de studenten achter mij blijkbaar goed kennen, binnenkomt (Clemens Kool, hoogleraar Financieringen en Financiële markten te Utrecht), constateert een van hen dat hij als enige op het podium geen stropdas om heeft. ‘Als professor mag hij dat,’ zegt hij. Jeroen Dijsselbloem is in donker pak gehuld - het uniform van de Echt Belangrijke Mensen – en hij heeft natuurlijk wel een stropdas om, een lichtblauwe. Professor Esther-Mirjam Sent (hoogleraar economische theorie en economisch beleid aan de Radboud Universiteit) is gekleed in een vrolijke, rode jurk. Als Jeroen Dijsselbloem binnenkomt, gaat alle aandacht naar hem, maar hij gaat na het handen schudden meteen zitten en begint druk met papier te schuiven.

De avond is georganiseerd door het Studium Generale van de universiteit in samenwerking met de Werkgroep Europa van de Partij van de Arbeid. Later wordt gemeld dat een van de kandidaat-lijsttrekkers voor de Europese verkiezingen ook in de zaal zit. De eerste spreker, die de forumleden introduceert, vertelt dat Europa belangrijk is voor Nederland, maar dat hij zich er van bewust is dat er ook grote weerstand tegen Europa is. Sommigen willen dat Nederland weer zelf het heft in handen neemt. Dijsselbloem is voorzitter van de Eurogroep – de gezamelijke ministers van financieren van alle eurolanden. Hoe wil hij van de euro een gezamelijke basis maken voor een welvarend Europa? Hebben we daar nog vertrouwen in? Het woord is aan Dijsselbloem.

Sterk en sociaal hervormen

Jeroen Dijsselbloem begint zijn rede met de verontschuldiging dat hij geen speech heeft voorbereid. Hij zegt: ‘Ik heb het niet aan mijn mensen gevraagd.’ Toen hij de uitnodiging kreeg, dacht hij namelijk dat het een avond zou worden zoals hij die vroeger vaak heeft meegemaakt bij de PvdA: lange vergaderingen in achterkamertjes boven cafés waar je scherp werd ondervraagd. Ja, daar kon het hard aan toegaan, maar meestal kwam achteraf wel iemand een schouderklopje geven: ‘Goed gedaan Jeroen.’ Maar vanavond moet hij dus improviseren. Op de lessenaar liggen echter grote vellen papier met aantekeningen, dus zo onvoorbereid is hij nu ook weer niet.

Dijsselbloem probeert een positieve toon aan te slaan die is afgestemd op het publiek. Hij heeft het over de noodzaak van hervormingen die de dynamiek van de economie weer moeten herstellen, zodat ook jonge mensen een baan kunnen vinden. Alle landen moeten hervormen, ook Nederland en Duitsland. De tegenstelling tussen Noord en Zuid is helemaal niet zo groot als mensen vaak denken. De crisis van 2010 is traumatisch geweest maar Europa is daar nu van aan het herstellen.

Europa staat onder grote tijdsdruk, maar we mogen geen verkeerde maatregelen nemen. Dus niet weer op goedkoop geld vertrouwen. Van opbreken van de eurozone kan geen sprake zijn. Het devies is: concurrentiekracht en dynamiek herstellen. Landen weer in macro-economische balans brengen. Dat, kort weergegeven, is de essentie van zijn verhaal. De kernopdracht die Dijsselbloem voor zichzelf en andere Europese leiders ziet, is het gezamenlijk werken aan herstel van de concurrentiekracht van alle landen maar zodanig dat dat niet ten koste gaat van de verzorgingsstaat. Hij citeert de PvdA slogan: sterk en sociaal. Er moet – uiteraard – nog veel gebeuren. Alle drie de sprekers zullen dat die avond zeggen.

Weeffouten

Een woord dat die avond vaak valt is ‘weeffout’ – de euro heeft gebreken en daar moet wat aan gedaan worden. In tegenstelling tot Dijsselbloem is Clemens Kool daar heel duidelijk over. We moeten grote problemen oplossen. De financiële markten zijn onbetrouwbaar. Ze zijn manisch-depressief: of de markt is te positief, of - als het een beetje tegen zit - er is grote paniek. Toch moeten we daarmee rekening houden. Een ernstig probleem voor de euro is dat er geen lender of last resort is. Het is de ECB statutair verboden deze rol te vervullen. Dit betekent dat de financiële markten weten dat als een land problemen heeft er geen centrale bank is die kan garanderen dat een land haar schulden kan betalen. Dit is de belangrijkste oorzaak van de instabiliteit van de eurozone.

Een ander groot probleem is dat de eurozone geen centrale regering heeft. Dat maakt de munt erg kwetsbaar. Bij elke crisis komt namelijk de vraag op of een land uit de euro zal stappen - of zal worden gezet. Het ontbreken van centraal gezag veroorzaakt ook onevenwichtigheden. Grote en sterke landen dwingen kleine en zwakke landen tot hervormen, maar doen zelf weinig. Duitsland heeft bijvoorbeeld een groot export overschot, maar daar wordt niets aan gedaan.

Een belangrijk tekort van de euro is ook het ontbreken van een transfer mechanism. Geld van rijke delen moet op de een of andere manier naar de arme delen vloeien. Om te illustreren waarom dit noodzakelijk is maakt Kool een vergelijking met Nederland. In Nederland hebben de provincies Groningen en Brabant een groot overschot op de betalingsbalans door respectievelijk de export van grondstoffen en door de vestiging van veel technologiebedrijven. Toch geeft dit geen problemen omdat een deel van het overschot zonder morren naar de andere provincies vloeit. Dat geldt niet voor de landen in Europa: het exportoverschot van Duitsland veroorzaakt wel grote problemen. Met dit voorbeeld logenstraft Kool de belangrijkste hervormingen waarmee Dijsselbloem de crisis te lijf wil gaan: herstel van competitiviteit en macro-economische balans zullen niet voldoende zijn.

De oude en de nieuwe elite

Ik kan niet zeggen dat ik teleurgesteld naar huis ging, want ik had vooraf niet de illusie dat Dijsselbloem iets zou zeggen dat mij enige hoop zou kunnen geven. De avond maakte wel duidelijk in welke richting Europa moet veranderen - naar meer eenheid en een volwaardige centrale bank - maar tegelijkertijd was het ook een illustratie van het onvermogen van de politiek om dit bereiken. Wat het vooral liet zien was dat onze Europese leiders – want daar kunnen we Jeroen Dijsselbloem als voorzitter van de Eurogroep zeker toe rekenen – geen oplossing hebben voor wat eufemistisch de ‘weeffouten’ worden genoemd. Het blijft bij ‘hervormen’: de verzorgingsstaat afslanken en dynamisch maken en het gladstrijken van macro-economische onevenwichtigheden. Maar aan de grote en structurele problemen van de euro wordt niets gedaan. De politiek is nog op adem aan het komen van de vorige crisis en doet alsof zij dat verdiend heeft.

Ook van de aankomende elite – het publiek in de zaal - is niet veel te verwachten. Er waren wel veel vragen, maar ik heb geen fundamentele kritiek gehoord. Het was een keurige, en gezellige avond, zonder onvertogen woorden. Crisis? Hoezo crisis? Jawel, er is wel een crisis maar die werd op deze avond in ieder geval niet gevoeld. Van enige weerstand tegen Europa was geen sprake want de aanwezigen verwachtten zelf carrière te maken in Europa. Dijsselbloem heeft het vroeger in de PvdA-vergaderzaaltjes boven het café wel zwaarder te verduren gehad.

Gebeurde er dan helemaal niets? Nee, geen protest maar wel een actie. Bij de uitgang stonden mensen te folderen voor het Europees Burgerinitiatief voor een Onvoorwaardelijk Basisinkomen. Een Europees initiatief dat wel, maar het zal de eurocrisis niet oplossen.

De crisis in Europa lijkt alleen maar minder geworden te zijn, maar het is nog steeds even erg. ­De euro heeft ernstige structurele gebreken die niet gerepareerd kunnen worden door de crisismanagers die nu het Europese beleid maken. Ik zeg vaak dat de crisis in Europa is nog lang niet is afgelopen en dat het eerst erger moet worden voordat het beter gaat. Het werd die avond weer bevestigd.

Afbeelding: Scott Robinson

Deze folder werd uitgedeeld bij de uitgang:


Read more...

Levenslang veroordeeld tot de euro

>> Sunday, October 27, 2013

In de NRC van dit weekend (26 oktober 2013) staat een pleidooi voor ontvlechting van de euro van Alfred Kleinknecht. Hij geeft eerst een heel matige analyse van de oorzaak van de problemen. Noord- en Zuid-Europa zijn economisch uit elkaar gegroeid, stelt hij. Vroeger was het nog mogelijk om munten de devalueren, maar dat kan niet meer. De economieën werden

... overklast door een superieure Noord-Europese exportindustrie. De torenhoge importoverschotten van Portugal, Spanje en Griekenland werden bekostigd door royale leningen van de financiële sector in het noorden aan het zuiden. Dit ging goed zo lang het goed ging; de afloop is bekend.
Dit lijkt me juist, maar het onderschat de gevolgen die er waren van de instroom van goedkoop geld (een economische bubbel) en de woestenij die het achter bleef toen het geld weer vertrok in 2010. Gebrekkige concurentiekracht is geen oorzaak maar een gevolg van het gevoerde monetaire beleid.

Er zijn manieren om wat aan de crisis te doen en Kleinknecht noemt er een paar. In Noord-Europa zouden we bijvoorbeeld de lonen harder kunnen laten stijgen, ook zou de overheid het begrotingstekort verder kunnen laten oplopen. Dit zou er automatisch voor kunnen zorgen dat de exportoverschotten van het noorden veranderen in tekorten. Zuid-Europa zou dan in de gelegenheid zijn om het geld terug te verdienen dat ze hebben geleend.

Maar dat doen we niet, zo constateert Kleinknecht. In Zuid-Europa wordt een hardvochtig bezuinigingsbeleid opgelegd die politiek destabiliserend is, en in het noorden worden lonen gematigd en is de overheid juist bezig met het terugbrengen van de begrotingstekorten. Precies het tegenovergestelde van wat nodig is dus. Het is tijd voor een ommekeer, constateert Kleinknecht terecht.

De oplossing

Tot hier kan ik Kleinknecht volgen, maar dan stelt hij dat een dergelijke ommekeer niet haalbaar is wegens populistisch verzet: 'Politici durven dit echter nauwelijks aan, want het is voer voor populisten'. Ook 'een sprong voorwaarts naar een Europese federatie zou leuk zijn', maar ook dit is politiek niet haalbaar.

Daarom stelt hij voor, ook al heeft het niet zijn voorkeur, dat de zwakke landen de euro verlaten. Hij ziet wel in dat dit ook heel moeilijk zal zijn want:
Scenario’s over hoe een afsplitsing vorm te geven zijn heftig. Als afsplitsing wanordelijk plaatsvindt, is de economische chaos niet te overzien. De schade kan echter beperkt worden wanneer men samenwerkt. Laat ons hopen dat bij de Europese Centrale Bank intelligente economen zitten die werk maken van goede draaiboeken. Afsplitsing van landen uit de eurozone vereist complexe planning in het diepste geheim. Ieder stukje informatie dat naar buiten komt kan onbeheersbare speculatiegolven losmaken. Functionarissen van centrale banken en overheden moeten daarom voor de bühne tot de laatste snik volhouden: afsplitsing van landen uit de euro is een volstrekt gek idee – nooit, never!
Kleinknecht ziet wel in dat dit heel moeilijk zal zijn. Je moet namelijk een uiterst complexe operatie in korte tijd uitvoeren met een klein clubje mensen die in absolutie uitvoeren. Nogmaals - ik kan dit niet genoeg benadrukken - dit moet echt helemaal met 100% geheimhouding worden uitgevoerd. Bovendien, vraagt u zich eens af, hoe democratisch is dit? En er is nog een reden waarom dit niet zo'n goed idee is: als een land vertrekt, dan is zal de markt direct gaan speculeren tegen het volgende land. Ierland, en daarna Spanje of Italië. Dit is het einde van de euro, een einde dat Europa verwoest zal achter laten.

Wanhoop

De wanhoop van de bestuurlijke elite over de problemen met de euro is voelbaar. Alle goede oplossingen zijn onhaalbaar omdat er geen politieke steun voor te krijgen is. Deze oplossingen zijn noodzakelijkerwijze gebaseerd op meer Europese samenwerking en onderling vertrouwen. Het probleem is dat dit politici als Geert Wilders overal in Europa aan de macht zal brengen. Democratie blijft lastig. De enige oplossing die dan nog overblijft, is ook de enige oplossing die het minst democratisch is en de grootste kans op mislukken inhoud: opsplitsen van de euro.

De euro werkt als een de facto goudstandaard, en net als in de jaren 30 heeft dat desastreuze gevolgen voor de economie. Er is echter een verschil met de goudstandaard: daar kon je gewoon uitstappen. Eén simpele politieke beslissing was toen voldoende om de munt los te koppelen van de waarde van goud. Dat kan met de euro niet - je hebt de euro of je hebt hem niet, maar je hebt geen munt zonder euro. De euro is een gevangenis, en iedereen heeft levenslang.

Read more...

Sondieren

>> Tuesday, October 22, 2013

Een keer per week ga ik naar de biep om de Spiegel te lezen - het enige Duitse blad in onze bibliotheek. Vandaag lees ik over de informatie fase van de nieuwe regering (sondieren zeggen de Duitsers). Merkel is bezig om samen met SPD voorman Gabriel een grote coalitie te formeren.

De grote vraag is natuurlijk wat gaat Merkel voor Europa doen? Daarover worden uitspraken gedaan die me doen schrikken:
Für Europa schmiedet man im Kanzleramt dagegen für Merkels Verhältnisse schon fast visionäre Pläne. Die würden, sollte Merkel sich durchsetzen, die Europäische Union von Grund auf verändern. Das Ziel ist eine weitreichende gemeinschaftliche Kontrolle über die nationalen Haushalte, über das Schuldenmachen in den 28 EU-Hauptstädten und die Pläne der nationalen Regierungen für mehr Wettbewerbsfähigkeit und Sozialstaatsreformen,. So soll der Euro auf Dauer stabil, sollen die Mitgliedstaaten auf einen gemeinsamen Wirtschaft und Finanzkurs gebracht werden. Das wäre die oft beschworene politische Vollendung der Währungsunion – ein großer Wurf.

Das Ziel ist nicht neu, neu sind aber die Daumenschrauben, die Brüssel in Zukunft anlegen darf, wenn es nach Merkel geht: frühere uns schärfere Kontroll- und Einspruchsrechte, vertraglich bindenden Absprache, und Auflagen.
Dit is om meerdere redenen beangstigend. Ten eerste omdat Europa straks wordt Europa geregeerd door Duitse zuinigheid. Hoe goed dat werkt kunnen we momenteel aanschouwen in Zuid-Europa. Het tweede dat me zorgen baart is het gebrek aan economisch inzicht van de politici. De inspiratie voor deze visie is namelijk de bloeiende economie van Duitsland. De Duitsers denken nog steeds dat het beter zal gaan als iedereen doet zoals de Duitsers: Erst sparen, dann kaufen! Het probleem met deze strategie is natuurlijk dat als iedereen spaart en niemand meer wat koopt de economie tot stilstand komt. Heel Europa kan haar economie niet van de export afhankelijk maken zoals Duitsland nu doet. Ook staart men zich nog steeds blind op de overheidsbegroting. Het inzicht dat de begrotingstekorten geen oorzaak maar een gevolg van de crisis is hogere macro-economie dat niet aan Duitse (en Nederlandse) politici is besteedt. De Schuldenbremze wordt binnenkort in heel Europa ingevoerd.

Maar ook om een andere reden is dit schrikken: bij Duitse politici is blijkbaar nog niet goed doorgedrongen hoe slecht dit overkomt bij de bevolking elders in Europa. Hervormen is makkelijk, vooral als het de ander betreft. Als men dit werkelijke wil gaan afdwingen doormiddel van sancties en verdragen zal de laatste steun voor Europese eenheid wegvallen. We zijn dan werkelijk terug bij af: Europa voor de oorlog. Met goudstandaard - die nu euro heet.

---
Foto: Jacques Grießmayer (CC)

Read more...

Brief aan de Europese kiezer

>> Monday, October 14, 2013

Zoals bekend is eerlijkheid in de politiek een schaars goed. En met reden. Dit is de brief die Mark Blyth een politicus laat schrijven van een willekeurig land in de periferie van de eurozone – zeg Spanje of Ierland. Hij verwoordt hierin zo eerlijk mogelijk wat de werkelijke reden is voor de bezuinigingen: de banken zijn zo groot geworden dat de politiek er de controle over verloren heeft.

To: The Voting Public

From: Prime Minister of Eurozone Periphery X


My fellow citizens, we have been telling you for the past four year that the reason you are out of work and that the next decade will be miserable is that states have spent too much. So now we all need to be austere and return to something called ‘sustainable public finances.’ It is, however, time to tell the truth. The explosion of sovereign debt is a symptom, not a cause, of the crisis we find ourselves in today.

What actually happened was that the biggest banks in the core countries of Europe bought lots of sovereign debt from their periphery neighbours, the PIIGS. This flooded the PIIGS with cheap money to buy core country products, hence the current account imbalances in the Eurozone that we hear so much about and the consequent loss of competitiveness in these periphery economies. After all, why make a car to compete with BMW if the French will lend you the money to buy one? This was all going well until the markets panicked over Greece and figured out via our ‘kick the can down the road’ responses that the institutions we designed to run the EU couldn’t deal with any of this. The money greasing the wheels suddenly stopped, and our bond payments went through the roof.

The problem was that we had given up our money presses and independent exchange rates – our economic shock absorbers – to adopt the euro. Meanwhile, the European Central Bank, the institution that was supposed to stabilize the system, tuned out to be a bit of fake central bank. It exercises no real lender-of-last-resort function. It exists to fight an inflation that died in 1923, regardless of actual economic conditions. Whereas the Fed and the Bank of England can accept whatever assets they want in exchange for however much cash they want to give out, the ECB is both constitutionally and intellectually limited in what it can accept. It cannot monetize or mutualize debt, it cannot bail out countries, it cannot lend directly to banks in sufficient quantity. It’s really good at fighting inflation, but when there is a banking crisis, it’s kind of useless. It’s been developing new powers bit-by-bit throughout the crisis to help us survive, but its capacities are still quit limited.

Now, add to this the fact that the European banking system as a whole is three times the size and nearly twice as levered up as the US banking system accept that it is filled with crappy assets the ECB can’t take off its books, and you can see we have a problem. We have had over twenty summits and countless more meetings, promised each other fiscal treaties and bailout mechanisms, and even replaced a democratically elected government or two to solve this crisis, and yet have not managed to do so. It’s time to come clean about why we have not succeeded. The short answer is, we can’t fix it. All we can do is kick the can down the road, which takes the form of suffering a lost decade of growth and employment. You see, the banks we bailed in 2008 caused us to take on a whole load of new sovereign debt to pay for their losses and ensure their solvency. But the banks never really recovered, and in 2010 and 2011 they began to run out of money. So the ECB had to act against its instincts and flood the banks with a billion euros of very cheap money, the LTROs (the log-term refinancing operations), when European banks were no longer able to borrow money in the United States. The money that the ECB gave the banks was used to buy some short-term government debt (to get our bond yields down a little), but most of it stayed at the ECB as catastrophe insurance rather than circulate into the real economy and help you get back to work. After all, we are in the middle of a recession that is being turbocharged by austerity policies. Who would borrow and invest in the midst of that mess? The entire economy is in recession, people are paying back debts, and no one is borrowing. This causes prices to fall, thus making the banks ever more impaired and the economy even more sclerotic. There is literally nothing we can do about this. We need to keep the banks solvent or they collapse, and they are so big and interconnected that even one of them going down could blow up the whole system. As awful as austerity is, it’s nothing compared to a general collapse of the financial system, really.

So we can’t inflate and pass the cost on to savers, we can’t devalue and pass the cost on to foreigners, and we can’t default without killing ourselves, so we need to deflate, for as long as it takes to get the balance sheets of these banks into some kind of sustainable shape. This is why we can’t let anyone out of the euro. If the Greeks, for example, left the euro we might be able to weather it, since most banks have managed to sell on their Greek assets *). But you can’t sell on Italy. There’s too much of it. The contagion risk would destroy everyone’s banks. So the only policy tool we have to stabilize the system is for everyone to deflate against Germany, which is a really hard thing to do even in the best of times. It’s horrible, but there it is. Your unemployment will save the banks, and in the process save the sovereigns who cannot save the bank themselves, and thus save e the euro. We, the political class of Europe, would lie to thank you for your sacrifice.

Tot zover de brief die Mark Blyth een eerlijke politicus laat schrijven. Ik heb hem in zijn geheel overgenomen.

Het zal hoop ik duidelijk zijn waarom de politiek dit niet eerlijk tegen de kiezer zegt. Wat niet zo duidelijk is waarom journalisten dit niet doen, daarover misschien een andere keer.

Het Europese banksysteem is zo groot worden dat zij de politiek op haar knieën dwingt. Het resultaat is eindeloos bezuinigen, want elke bezuiniging doet de economie verder krimpen, waardoor weer nieuwe bezuinigingen nodig zijn. De logische consequentie is dat Europese economie krimpt tot het moment waarop de lonen zo laag zijn dat wij kunnen concurreren met China en India. Dit zal niet gebeuren omdat de verarming dan zo ernstig is dat voor die tijd iets anders gebeurd: Europa en de euro vallen op een chaotische manier uit elkaar.

Het zogenaamde hervormen dat onze economie sterker moeten maken is dan ook geen modernisering, maar een regressie.

*) Ik heb een klein puntje van kritiek op de brief: vanuit Europees perspectief kan Griekenland misschien wel uit de euro stappen, maar voor de Grieken is dat geen oplossing. De drachme is afgeschaft en van het moment van aankondiging dat je uit de euro stapt en het in roulatie brengen van de nieuwe drachme - minimaal enige maanden – ligt de economie stil. De chaos en depressie die dat zal veroorzaken is nog ernstiger dan chaos en depressie van nu. Zonder geld functioneert de economie niet, en zonder economie functioneert de maatschappij niet.

Read more...

"Je kan de bodem zien"

>> Sunday, October 13, 2013

‘Hé Mark’, roept Jeroen naar Mark de Tweede, ‘moet je nou eens kijken’. Hij houdt de klep van de schatkist open en tuurt naar beneden. Mark staat op van zijn troon, zet zijn kroontje recht, pakt de slippen van zijn kostbare hermelijnen mantel op en loopt naar kist. De mantel is van echt en authentiek hermelijnenbont.

‘Moet je zien’, zegt Jeroen nogmaals terwijl hij in de kist wijst.

‘De bodem’, fluistert Mark. ‘Hoe komen we nu aan geld Jeroen? We hebben de Ridders van de Ronde Tafel beloofd dat we een toernooi zouden organiseren. Hoe moeten we dat betalen? Je weet hoe belangrijk die toernooien voor ze zijn. Kunnen we het geld niet lenen van de kooplieden?’

‘Nee Mark, dat is niet verstandig’, zegt Jeroen. ‘Vroeger was dat geen probleem, maar sinds we de Rijks Munt Pers aan Angela de Derde gegeven hebben mogen we geen geld meer lenen. Alleen hij die beschikt over de Munt kan ongestraft lenen en Angela doet dat niet voor ons. Want dan worden we lui zegt ze.‘

‘Ja, vroeger was alles beter’, mijmert Mark.

Voor de mensen in het land zet hij altijd een vrolijk gezicht op. Soms denken mensen wel eens dat hij een simpele ziel is omdat hij altijd zo zonnig en optimistisch is, maar dat lijkt maar zo. Diep in zijn ziel is hij een zwaarmoedig conservatief. ‘We moeten weer bezuinigingen’, sombert hij nu ook weer, want hij weet dat Angela haar Groot Inquisiteur Olli op inspectie stuurt. Als die er achter komt dat we geld lenen van de kooplieden krijgen we een boete. Dan is het geld helemaal op. ‘Waarom hebben we dat eigenlijk gedaan Jeroen? Waarom hebben we de Rijks Munt Pers aan Angela geven? Nu zijn we niet meer de baas over ons eigen geld. En Angela is zo steng!’ Hij kijkt gepijnigd naar Jeroen.

‘Niets aan te doen Mark. Maar we moeten wel op Geert letten. De mensen in het land morren en Geert krijgt steeds meer aanhangers’.

Jeroen maakt zich ook grote zorgen want er zijn nog meer problemen dan Angela. Geert is de nar die paar jaar geleden van het hof is weggelopen. Hij werd oproerkraaier toen hij zag hoe ontevreden de mensen in het land waren. Tegen iedereen zegt hij nu dat Mark en Jeroen elke dag van gouden borden eten terwijl de mensen in armoede leven. Als hij op de troon zou zitten dan zou hij de Rijks Munt Pers weer terughalen en iedereen geld geven. En hoewel hij maar een hofnar is geloven de mensen dat. Want, denken ze, alles is beter dan Mark en Jeroen die beven voor Angela.

‘Jeroen, is er geen fee die met een toverstafje de kist weer kan vullen?’. Hij kreunt en weet dat hij geen andere keuze heeft. Zijn besluit is genomen en hij roept Diederik, zijn brave knecht. ‘Ga tegen de mensen zeggen dat ze moeten bezuinigen. De tol wordt verdubbeld en het grote ridderfeest met de kerst gaat niet door.’

Als Diederik bijna weg is bedenkt Mark nog wat en roept hem terug. Hij staat op en lijdzaam trekt hij zijn mantel uit en geeft die aan Diederik. 'Ga die ook maar verkopen'.

Read more...

Waarom democratie in Europa wordt gewantrouwd

>> Saturday, October 12, 2013

Wolfgang Streeck, directeur van het Max Planck Instituut voor Maatschappijonderzoek, vraagt zich af hoe het mogelijk is dat in Europa veel beslissingen niet meer door democratisch gekozen politici worden genomen, maar door benoemde functionarissen die geen verantwoording hoeven af te leggen. ‘Cruciale economische beslissingen worden immuun gemaakt voor democratische druk’, stelt Streeck in het Interview dat hij gaf aan de Groene Amsterdammer. In Duitsland wordt dit als een onvermijdelijke ontwikkeling geaccepteerd en de verkiezingen van 22 september zullen dat niet veranderen.

Hoe is het mogelijk dat democratie wordt uitgeschakeld en waarom hebben de Duitsers daar geen problemen mee? Het is tegenwoordig erg populair om hiervoor het neoliberalisme de schuld te geven. Dit is natuurlijk kretologie die niets verklaart, maar er zit meer waarheid in deze beschuldiging dan veel mensen denken. Het zijn namelijk wel degelijk neoliberale principes waarmee we de Europese Unie en haar economische instituties hebben ingericht. Om dit te begrijpen moeten we terug in de tijd, naar de jaren dertig om precies te zijn en naar de gebeurtenissen die een einde maakten aan de Weimarrepubliek.

Neoliberalisme

Nee, we gaan niet terug naar de Weimarrepubliek omdat toen het nationaalsocialisme aan de macht kwam. Hitler en het fascisme hebben er niets mee te maken; wel de economie, namelijk de beurskrach van 1929. De financiële crisis en de Grote Recessie die daarvan het gevolg was, maakte duidelijk dat een volgens de principes van het klassieke laissez faire liberalisme ingerichte economie onstabiel was.

De jaren dertig waren daarom moeilijke tijden voor liberalen. Veel mensen namen afstand van het liberalisme en Roosevelt liet met zijn New Deal overtuigend zien dat een interventionistische staat die zich actief bemoeit met de economie, economisch succes kan hebben en niet per se tot communisme hoeft te leiden. Maar liberalen als Friedrich Hayek wilden dat niet accepteren. Zij trokken een andere les uit de gebeurtenissen, en namen geen afstand van het liberalisme maar herdefinieerden het. Een kleine groep liberale denkers in Europa en de VS is in die jaren gaan nadenken over de tekortkomingen van het klassieke liberalisme om een ‘nieuw liberalisme’ te formuleren. Tijdens een conferentie in Parijs in 1938, het ‘Walter Lippmann Colloquium’, werd voorgesteld om de term ‘neoliberalisme’ voor dit vernieuwde liberalisme te gebruiken.

Ordoliberalisme

Duitse liberalen hadden nog een ander probleem. De ondergang van de Weimarrepubliek had hen geleerd dat parlementaire democratie door economische belangengroepen voor eigen doeleinden gekaapt kan worden. Machtige ondernemers in de kolen- en staalindustrie en de arbeidersbeweging waren in staat gebleken om het systeem naar hun hand zetten. Zij constateerden dat niet alleen machtsconcentratie in de staat gevaarlijk was, maar ook machtsconcentratie in de markt en maatschappij, zoals de arbeidersbeweging en groot-industriëlen.

Hun antwoord daarop was een specifiek Duitse vorm van het neoliberalisme, het ordoliberalisme. De ordoliberalen gaan – net als alle andere liberalen - uit van een centrale positie van de markt. De staat mag niet direct ingrijpen door bijvoorbeeld prijzen en lonen vast stellen. Maar de staat speelt anders dan in het klassieke liberalisme een belangrijke rol. Het is de taak van de staat om optimale condities scheppen voor marktwerking door middel van Ordnungspolitik. Zij doet dit door het vaststellen van eigendomsrecht, het bestrijden van kartels, het bevorderen van concurrentie in de markt en het bewaken van prijsstabiliteit.

Een belangrijke les die zij trokken uit de ondergang van Weimar was dat de instituten die deze Ordnungspolitik moeten uitvoeren zo ver mogelijk van de politiek geplaatst moeten worden. De staat, en vooral de democratische staat, wordt gewantrouwd. Democratie moet op afstand gehouden worden. Economisch beleid moet onderworpen worden aan regels die in de grondwet zijn vastgelegd.

Anders dan andere neoliberalen zijn de ordoliberalen zich er altijd wel van bewust geweest dat sociale stabiliteit alleen gegarandeerd kan worden als de arbeidersklasse bestaanszekerheid heeft. Door ordoliberalen is daarom ook altijd nagedacht over sociale wetgeving en zij zijn niet afkerig van invloed van vakbonden.

Ordoliberalisme en fascisme

Een groot deel van het ordoliberale gedachtengoed werd tijdens de Naziheerschappij geformuleerd en dit werpt natuurlijk de vraag op: hoe verhield het ordoliberalisme zich tot het fascisme? Volgens Ralf Ptak waren de ordoliberale economen geen groep van heldhaftige verzetsstrijders maar het waren (grotendeels) ook geen overtuigde fascisten. Veel ordoliberale economen bleven gewoon op hun post tijdens de Nazitijd en boden hun diensten als econoom aan. Slechts enkelen (Wilhelm Röpke en Alexander Rüstow) waren naar het buitenland uitgeweken om te ontsnappen aan het fascisme.

Belangrijk is in dit verband wel dat zij juist door deze onheldhaftige houding na afloop van de oorlog op hun post waren toen het land weer opgebouwd moest worden. Hierdoor hadden zij een grote invloed op de naoorlogse ontwikkeling van de Duitse economie, veel meer dan hun sociaal democratische collega’s die of gevlucht waren of door nazi’s waren vermoord.

Wirtschaftswunder

Na de Tweede Wereldoorlog keerde het tij voor de neoliberalen in Duitsland. Anders dan hun neoliberale collega’s in Europa hadden zij wel invloed bij de opbouw van hun land. Met Ludwig Erhard, die duidelijk ordoliberale sympathieën had en van 1949 tot 1963 minister van economie was en van 1963 tot 1966 zelfs bondskanselier, kregen zijn tot op het hoogste niveau toegang tot de politiek. Om de sociaaldemocraten buiten de politiek te houden stemde men in met sociale voorzieningen.

Door Alfred Müller-Armack werd in die tijd de geniale term Sociale Marktwirtschaft voor deze op ordoliberale principes gebaseerde economie bedacht. De naam is slim gekozen omdat het de neoliberale herkomst verhult en een derde weg suggereert. Onder deze vlag werd economische politiek gevoerd die helemaal was ingesteld op export. Met hulp van de Amerikanen (Marshallplan) werd dit een groot succes en wonnen de christendemocraten tot 1966 elke verkiezing en is het begrip Sociale Marktwirschaft deel geworden van de Duitse identiteit. Tot op heden wordt de Sociale Markwissenschaft geprezen, ook door iemand als Sahra Wagenknecht, Bondsdagafgevaardigde voor de meest linkse partij Die Linke. In Nederland wordt deze vorm van kapitalisme geprezen als het Rijnlandse model.

Democratie gewantrouwd

Door de grotendeels op export georiënteerde economie is het in Duitsland ondenkbaar dat de economie gestimuleerd wordt door de overheid. Keynesiaanse economie heeft weinig invloed gehad in Duitsland. Ordoliberale economie is gebaseerd op klassiek liberaal economisch denken waarin sparen goed en schuld maken slecht is.

Maar vooral interessant is de typisch ordoliberale manier waarop de politiek heeft bedacht dat dit moet worden afgedwongen. De Duitsers hebben dit namelijk in de grondwet vastgelegd. Deze zogenaamde Schuldenbremze illustreert goed het ordoliberale wantrouwen van de democratie. De politiek is grondwettelijk aan banden gelegd om te voorkomen dat men in de verleiding komt de economie te stimuleren door het begrotingstekort op te laten lopen. Het maken van schulden is alleen onder bijzondere omstandigheden, zoals een recessie, toegestaan. Het gevolg is dat in Duitsland de rechter bepaalt of het laten oplopen van het begrotingstekort, macro-economisch verantwoord is. De democratie is uitgeschakeld. Dit alles is bedoeld om te voorkomen dat politici economisch (fiscaal) beleid misbruiken voor electorale doelen door de burger te verleiden om te stemmen voor Bier und Bratwurst.

Ordoliberale EU en Euro

Door het economisch succes van Duitsland zijn bij het ontwerp van de Europese instellingen veel van de ordoliberale principes in Europese instituties en verdragen terecht gekomen. Het beste voorbeeld hiervan is de wijze waarop de euro is opgezet en hoe de ECB daarin functioneert. De ECB is geheel conform het ordoliberale ideaal onafhankelijk gemaakt van de politiek. In verdragen is vastgelegd dat de ECB zich alleen mag bezighouden met prijsstabiliteit (inflatie). Stimulering van de economie, of het helpen van landen die in de problemen zijn gekomen, is niet toegestaan. En ook hier wordt de democratie op afstand gehouden: de President van de Centrale Bank hoeft voor zijn beleid geen verantwoording af te leggen, althans niet aan een democratisch gekozen orgaan.

Ook de euro zelf is een ordoliberaal idee en een uiting van wantrouwen van democratie. Voordat de euro er was, is geprobeerd de Europese munten te koppelen. Na meerdere mislukkingen die veroorzaakt werden doordat de economische politiek van de deelnemende landen niet op elkaar aansloot, is besloten de politiek geheel buiten spel te zetten door de munten geheel op te heffen en te vervangen door één munt, de euro dus. Politici hebben nu geen andere keuze meer dan afstemming van economisch beleid, want devaluatie van de munt is niet meer mogelijk, domweg omdat de munten zijn opgeheven. De democratie staat buiten spel. Geen politicus kan dit nog veranderen, hoe graag de bevolking het ook wil. De euro is een uiting van op hol geslagen ordoliberalisme.

Ordoliberaal denken

In Nederland is het ordoliberalisme misschien nog wel populairder dan in Duitsland. Zo is Mark Rutte fel tegen het gezamenlijk maken van schuld door middel van eurobonds. Hij verdedigt dat met de stelling dat ‘landen [dan] worden beloond voor hun slechte begrotingsdiscipline met een lage rente’. Ook hier weer: democratisch gekozen regeringen kunnen niet vertrouwd worden en moeten gedwongen worden om het begrotingstekort terug te brengen. Het is de Europese versie van de Schuldenbremze.

Vanuit ordoliberaal perspectief is het ondenkbaar dat landen geholpen worden. ‘Makkelijk geld’ om economische groei op te wekken is verkeerd. Alleen zuinigheid, vergroting van de competitiviteit en afstemming van economische politiek – desnoods afgedwongen met sancties – is het juiste antwoord op de eurocrisis. Al het andere is een ‘lapmiddel’ dat slechts tot bubbels leidt.

En zo denkt zelfs Wolfgang Streeck er over. Zijn verzuchting dat democratie geen rol meer lijkt te spelen in het economisch beleid is terecht en ik hoop dat nu ook duidelijk is waar dat vandaan komt: het is de ordoliberale Ordnungspolitik die democratie verdacht maakt. Maar Streeck zegt in het interview in De Groene Amsterdammer ook bevreesd te zijn dat Centrale Banken ‘financiële doping’ gebruiken om ‘tijd te kopen’ terwijl ze ‘weten dat stimulerende middelen op termijn dodelijk kunnen zijn.’ Ook hij kijkt dus nog naar de economie vanuit een ordoliberaal perspectief en gaat er ten onrechte vanuit dat Keynesianisme ‘financiële doping’ bepleit. Dat is jammer, want ik ben het verder met zijn analyse wel eens. Maar het gaat mij er ook niet om Streeck te bekritiseren, wat ik wil laten zien is hoe diep in ons denken over economie het ordoliberalisme – of neoliberalisme als u wilt – is doorgedrongen.

Het werkelijke probleem in Europa is dat de politiek de oplossing zoekt in de Duitse Markt Wisrtschaft, Duitse en Nederlandse politici voorop. Dit resulteert in ondemocratisch genomen beslissingen. Bezuinigingen en hervormingen die de burger moet slikken als bitter medicijn om beter te worden, toegediend door politici die volledig overtuigd zijn van hun gelijk, terwijl de patiënt (Europa) op sterven na dood is. Maar het is medicijn dat uit de zelfde ordoliberale apotheek komt als de euro met bijwerkingen die erger zijn dan de kwaal die zij zou moeten genezen.

Meer lezen over dit onderwerp:
Eerder gepubliceerd op 21 september 2013 op Sargasso

Read more...

Kan Duitsland de euro verlaten?

>> Saturday, September 21, 2013

Is het mogelijk dat de Duitsland de eurozone verlaat? Dat onderzocht Ewald Engelen in de derde Tegenlicht van dit seizoen. Hij bracht een interessante analyse van de problemen van de euro, maar vergat de belangrijkste vraag: als Duitsland uit de euro wil treden, hoe moet zij dat dan doen?

Volgens heel veel deskundigen, waarvan er ook enkele in Tegenlicht werden geïnterviewd, wordt de eurocrisis door verschil in competitiviteit tussen landen veroorzaakt. Daarom moet de eurozone opgebroken worden zodat landen met lage competitiviteit zich weer kunnen herstellen. Doen we dat niet dan zullen de spanningen nog verder oplopen. Ewald Engelen legde op karakteristieke wijze, die ik goed van hem ken, uit dat de euro een ‘maakbaarheidsproject is met utopische trekken die leidt tot grandioze mislukkingen’. Hij liet overtuigend zien dat het beter zou zijn als er geen euro was. En hij heeft gelijk, daar wil ik niets aan af doen.

Maar dat is onvoldoende. We hebben de euro namelijk wel. Het probleem dat ik heb met deze documentaire is dat niet werd verteld hoe we er van af moeten komen. Want dat heb ik nog nergens gehoord: hoe doe je dat in de praktijk, een muntunie opbreken?

Geen blauwdruk

De enige manier waarop ik mij dit kan voorstellen is dat Angela Merkel (regeringsleider), Wolfgang Schäuble (minister van financiën), Jens Weidmann (directeur van de Duitse centrale bank) en een paar hoge Duitse ambtenaren dit in het diepste geheim, in zo kort mogelijk tijd, voorbereiden om het in één weekend uit te voeren.

Uittreden uit de euro is iets heel anders dan invoeren van de euro. Aan de invoering kun je jarenlang werken. Maar splitsing moet in één weekend uitgevoerd worden omdat alle kapitaalverkeer in heel de eurozone stil gezet moet worden. Je kan niet zomaar een datum prikken en zeggen dat er vanaf die dag in een deel van de eurolanden de euro wordt vervangen door een nieuwe munt: iedereen zal dan proberen zijn geld op een Duitse bank te zetten. Alle banken moet daarom op die (onaangekondigde dag) hun websites op zwart zetten zodat niemand zijn geld kan verplaatsen. Giromaten gaan dicht. Oefenen is niet mogelijk want alles moet de eerste keer goed gaan.

Nog een keer, om te benadrukken hoe heftig dit is: een heel (lang) weekend is er geen geld in Europa. Ziet u het voor zich? Het enige geld dat u heeft is de cash die u in huis heeft. En dan is het nog maar de vraag wie dat accepteert. De economie komt tot stilstand als een hart dat moet stoppen met kloppen tijdens open hartchirurgie.

Waardedaling

Een ander probleem is dat uitgezocht moet worden wiens geld en welke contracten in euro’s en welke in de nieuwe (Duitse) euro worden uitbetaald. Het verschil tussen de oude en nieuwe euro kan erg groot zijn. Deskundigen die Tegenlicht interviewde hadden het over een waardedaling van euro ten opzicht van de nieuwe munt van een factor drie. Het maakt nogal wat uit of je salaris dan in oude of nieuwe euro’s wordt betaald en of op je bankrekening rekening oude of nieuwe euro’s staan. En dit geldt voor alle contracten in heel de eurozone. Veel van deze contracten zullen over de grenzen van het breukvlak lopen.

Ondanks de enorme implicaties en het grote risico zal deze operatie door een heel klein comité van (alleen Duitse) bestuurders en ambtenaren voorbereid moeten worden. Hoe minder mensen er van weten en hoe korter de voorbereidingstijd, hoe beter lekken voorkomen kunnen worden. Als toch voortijdig bekend wordt dat Duitsland uittreedt, is de chaos en paniek die dan ontstaat niet te overzien. Iedereen zal proberen zijn geld naar het veilige Duitsland en misschien ook Nederland te brengen. Hiervoor zijn geen blauwdrukken, en het is principieel onmogelijk om deze te maken. De chaos is onvoorspelbaar.

Klotsend geld

Waar Tegenlicht de mist in ging is uitleggen waarom de euro het zo slecht doet. Tegenlicht legde uit dat de oorzaak van de problemen het verschil is in competitiviteit van de economieën. Het is zeker waar dat er verschil is tussen de economieën in de eurozone, maar dit verschil is er ook in landen met één munt. Het probleem in Europa is dat er geen recyclemechanisme is. Geld dat in de competitieve delen wordt verdiend moet op de een of andere manier geïnvesteerd worden in de minder competitieve delen.

Het recyclemechanisme dat tot 2008 (onbedoeld) in gebruik was, waren de vastgoedbubbels in Spanje en Ierland en staatsobligaties van zwakke landen – met Griekenland als investeerderslieveling. Tot 2008 stroomde veel geld naar deze landen en veroorzaakte daar een grote stijging van prijzen en lonen – en bijgevolg een verlaging van de competitiviteit.

Vanaf 2010 – de start van de schuldencrisis - ging het geld de andere kant op stromen. Toen investeerders door hadden dat de euro een reus op lemen voet was, vluchtte het geld richting Duitsland en Nederland. Daarom is de rente in Duitsland en Nederland zo laag en mede daarom gaat het Duitsland voor de wind. (In Nederland gaat het momenteel niet goed door de bezuinigingen en omdat wij ook zitten op een leeglopende vastgoedbubbel).

Het is dit heen weer klotsen van geld dat de problemen veroorzaakt – landen waar het eb is zien hun economie krimpen en landen waar het vloed is hebben het (te) goed. Deze ‘onbalans’ is geen gevolg van verschil in ‘competitiviteit’ maar van het ontbreken van een recyclemechanisme. Er wordt veel te veel nadruk gelegd op competitiviteit en bovendien worden oorzaak en gevolg omgedraaid.

Stuntelende politiek

Deze problemen worden nog eens verergerd door het fenomenale gestuntel van de Europese politiek. In plaats van maatregelen te nemen om aan dit klotsen een eind te maken, wordt het versterkt door de publieke voorzieningen van de schuldenlanden nog eens flink te korten (de bezuiniging die Nederland en Duitsland opleggen) waardoor hun economie nog harder krimpen dan zij door de kapitaalvlucht toch al deed. Wat ook niet helpt is het laag houden van de inflatie (rond de 2%) en het tegenhouden van het gemeenschappelijk maken van schulden (eurobonds).

De uit het lood geslagen verdeling van geld bereikte haar hoogtepunt medio 2012. Pas na de uitspraak van Mario Draghi dat hij al het mogelijke zou doen om de euro te redden, is er wat herstel opgetreden. Dit heeft er voor gezorgd dat het geld weer een klein beetje terugstroomt naar de schuldenlanden. Bovendien is door Brussel de laatste tijd wat minder de nadruk gelegd op bezuinigen. Maar wie denkt dat deze voorzichtige opleving er toe zal leiden dat de politiek tot inkeer komt, vergist zich: Wolfgang Schäuble claimt nu al dat dit het resultaat is van het gevoerde bezuinigingsbeleid. Deze claim is nergens op gebaseerd en laat zien dat zolang deze bestuurders aan de knoppen zitten, de crisis alleen maar erger zal worden.

Aan deze problematiek is door Tegenlicht geen aandacht besteed. Ik geef toe dat het niet eenvoudig uit te leggen is, maar het is een gemiste kans. Het is goed dat Tegenlicht aandacht besteedt aan het bestaansrecht van de euro. Maar net als de utopisten die ons de euro brachten, richt Tegenlicht zich op die andere utopie: een wereld zonder euro.

Beter dan dromen over utopieën is het om de problemen die de oorzaak zijn van het gebrekkige functioneren van de euro op te lossen.

Read more...

De visie van Mark Rutte

Op maandag 2 september in de Rode Hoed gaf Mark Rutte de vijfde H.J. Schoo-lezing.

In de nabeschouwing bij Pauw en Witteman was iedereen het er roerend over eens dat Mark Rutte een bekwaam spreker was, omdat hij de hele speech uit zijn hoofd deed. Het deed me denken aan Wim Kan die zijn bespreking van de ministers in het kabinet-Den Uyl introduceerde met ‘Weet je wie ook zo bekwaam is?’ Met deze premier is het niet anders: een bekwaam man, altijd vrolijk en joviaal. Maar zodra het over de inhoud van zijn beleid gaat, of in dit geval zijn visie op de toekomst van Nederland, valt het stil.

Niet dat het hem zelf ook maar iets kan deren, want hij begon er zelfs mee: die ’olifant […] daar in de hoek […] u hebt hem vast ook zien staan. VISIE, staat er in hoofdletters op’. Dat hij geen visie heeft is geen probleem voor hem, want ‘ik geloof niet in alomvattende blauwdrukken waarmee maatschappelijke problemen in één klap op te lossen zouden zijn’. Het zal niemand verbazen dat de liberaal Mark Rutte niet in blauwdrukken gelooft, want dat is niets voor liberalen.

Heeft u het gezien? Met de handigheid van een goochelaar ontwijkt hij zo het ‘VISIE probleem’. Hij geeft eerst een absurde definitie van het begrip visie - een ‘alomvattende blauwdruk van de oplossing’ - om vervolgens te zeggen dat hij daar niets in ziet. Oplettende lezers hebben de drogredenen al herkend.

Het zette meteen de toon voor de rest van het verhaal: Nederland wordt weliswaar geconfronteerd met problemen, maar als we ons maar aanpassen komt het goed. Hij onderbouwt zijn verhaal met foute vergelijkingen en halve waarheden. Maar ik geef toe, hij sprak bekwaam, zonder van papier te lezen.

De visie van Mark Rutte

Mij heeft de kritiek dat Rutte geen visie zou hebben altijd verbaasd, want die heeft hij wel degelijk. Zijn visie op Nederland is dat een kleine overheid (‘compact en sterk’) ruimte moet bieden aan een maatschappij met zelfstandige burgers die niet de hulp van de staat inroepen voor elk probleem. Een optimistische visie,want als we goed innoveren kan Nederland de problemen waar zij mee geconfronteerd wordt goed aan. Een groot deel van de lezing was dan ook een lofzang op innoverende burgers, bedrijven en steden.

De inspiratie voor zijn visie komt uit de jaren tachtig, ‘mijn vormende jaren,’ zoals hij het zei. Hij verwijst daarbij naar een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau dat verscheen in 1983: "De nadagen van de verzorgingsstaat." ‘Het SCP’, aldus Rutte, ‘signaleerde hoe de verzorgingsstaat groot was geworden in het kielzog van een snel groeiende economie’. Een nog jonge Paul Schnabel beschrijft dat de overheid ‘regisseur van geluk van de individuele burger’ is geworden.

Deze analyse van de verzorgingsstaat werpt licht op de Geluksmachine. Dit beeld gebruikt hij deze keer niet, maar sinds 2008 heeft hij dat vaak wel gedaan. De Geluksmachine is geïnspireerd op de Experience Machine van Robert Nozick. Nozick legt ons een keuze voor: met deze machine kan je de rest van je leven gelukkig zijn. Of wil je toch liever in de realiteit leven, met alle nadelen daarvan? Iedereen zal voor de realiteit kiezen. De verzorgingsstaat is voor Mark Rutte het equivalent van de Experience Machine, een ‘regisseur van geluk’.

Dit is de conservatieve kant van Mark Rutte die we zelden zien. Achter het masker van optimisme schuilt een conservatief denker, die weet dat we onze positie in de wereld alleen kunnen behouden ten koste van veel bloed, zweet en tranen. Er zijn geen ‘quick fixes’ zegt hij een keer als het over de economische crisis gaat. Het kunstmatige geluk van de verzorgingsstaat maakt ons zwak en afhankelijk.

Wat de verwijzing naar de crisis van de jaren tachtig, ook laat zien is dat Rutte de huidige crisis wil oplossen met een recept dat dertig jaar geleden heeft gewerkt. Het probleem is dat dat een totaal andere crisis was die werd gekenmerkt door hoge inflatie, lonen en werkloosheid. Loonmatiging en bezuinigingen werkten toen wel. Bovendien is het niet zo dat de adviezen van Paul Schnabel genegeerd zijn. Sociaaldemocraten en liberalen hebben in de jaren negentig de verzorgingsstaat eendrachtig hervormd en geprivatiseerd. Maar Mark Rutte is blijkbaar nog steeds bezig met het oplossen van een crisis uit de jaren tachtig.

Het sprookje van de Krekel en de Mier

De wereld van Mark Rutte is overzichtelijk. We moeten ons aanpassen anders lopen we vast, we moeten daadkracht tonen, geen besluiteloosheid, we moeten kiezen, niet aarzelen. Het is de zwart-wit wereld uit sprookjes. Ook de eurocrisis beschrijft hij in moraliserende termen. Nederland en Duitsland zijn ‘goed’ want zij hebben tijdig hervormd en de Zuid-Europanen zijn zelf verantwoordelijk zijn voor hun problemen omdat zij zich niet hebben aangepast. Dit is echter onwaar omdat tot 2008 iedereen vol lof was over deze landen. Zij hadden een bloeiende economie en hun staatsschuld was zelfs (veel) lager dan gemiddeld. Totdat bleek dat het anders was en dat de invoering van de euro misschien toch niet zo’n goed idee was geweest. Banken, waaronder ook onze banken, kwamen in de problemen omdat ze onverantwoord grote risico’s hadden genomen en er op speculeerden dat de overheid ze wel zou helpen. En dat heeft de overheid gedaan. Daardoor zijn de schulden opgelopen.

Maar dat verhaal vertelt Rutte niet. Hij vertelt liever het sprookje van de Krekel en de Mier. De Krekels zijn de Zuid-Europeanen die die meer geld uitgeven dan ze verdienen en de Mieren zijn wij en de Duitsers. Dit is het verklaring van Europese politici voor de schuldencrisis in 2010, en dit is de reden waarom de crisis nog steeds niet is opgelost. Het is nergens op gebaseerd en staat daarom een echte oplossing in de weg. Want nu is het winter is moet de Mier de Krekel redden, maar daar heeft de Mier helemaal geen zin in.

De wereld van Mark Rutte is als een sprookje met goederikken (daadkrachtige hervormers) en slechteriken (schuldenmakers in Zuid-Europa) en ik vermoed dat hij hiermee de mening van groot deel van de Nederlandse en Duitse bevolking verwoordt. Daarom winnen politici zoals hij en Angela Merkel de verkiezingen. Niet omdat ze een oplossing hebben voor de crisis, maar omdat ze de burger vertellen wat deze graag wil horen. Jawel, Mark Rutte heeft een visie, maar niet de visie van een leider, maar die van een koopman die zijn klanten goed kent. De crisis zal hij er ook niet mee oplossen want het recept is al dertig jaar verlopen.

---
afbeelding: CC Some rights reserved by Jos van Zetten

Read more...

TV: we amuseren ons kapot, elke dag ruim drie uur

>> Thursday, August 29, 2013

De NRC website kopt: "Nederlanders kijken meer televisie dan ooit" - Ik heb hier al eens eerder over geschreven, naar aanleiding van het boek van Nicolas Carr, "Het Ondiepe", die meent dat internet nu de grootste invloed heeft op ons denken en onze cultuur. Ik betwijfel dat. TV is het oog op de wereld, TV vormt ons denken, TV is een bron van onze dagelijkse portie van 3,5 uur (jawel drie en een half uur, of wel 201 minuten!) propaganda.

OK, het is niet één bron, zoals vroeger de Nazi, en Sovjet Propaganda ook een bron was, maar he, iedereen die wel eens TV kijkt weet wat voor uniforme brei van commercieel denken wordt verspreid, met hier en daar een krentje van wijsheid en echt inzicht die je actief moet opzoeken. De meeste kijkers doen dat niet, die kijken met hun buik. Dag in dag uit, 3,5 uur indoctrinatie, van jongs af aan. Als dat je denken niet beïnvloedt, dan weet ik het ook niet meer. Het is geen ideologie die ons wordt ingeprent, maar een manier van denken, een manier van kijken, verlangens, idealen, waaraan geld verdiend kan worden en die sociaal aanvaardbaar zijn in onze brave nieuwe wereld.

Read more...

Het verschil tussen links en rechts

>> Wednesday, August 21, 2013

Rechter Roberts heeft een nieuwe rechter benoemd aan het FISA-gerechtshof.

John Roberts, de voorzitter van het Hoge Gerechtshof is verantwoordelijk voor benoeming van rechts voor het FISA-gerecht, dat is het gerechtshof dat in besloten zittingen beslist over de rechtmatigheid van het onderzoek dat de NSA doet.

Hij heeft nu een Democraat benoemd, zo blijkt. Waarschijnlijk geschrokken door de negatieve publiciteit over dit hof. Van de veertien rechters aan dit hof zijn er slechts twee Democraat, en dan bovendien ook nog van het conservatieve "centristische" soort. Ook deze rechter is een conservatieve democraat.

Let ook op de subtiel gekozen titel van het stukje van Charlie Savage in de New York Times: Roberts Varies Pattern in Choice for Spy Court

Rechters dienen onafhankelijk te zijn, boven de politiek te staan. Zeker iemand in de positie van John Roberts, die de hoogste rechter van het land is. Hij laat zien dat hij zijn functie niet waardig is en geen idee heeft van de verantwoordlijkheden en verplichtingen die horen bij die functie.

Je zou conservatieven eens moeten horen kermen als het omgekeerde zou gebeuren, en zoals je ze dagelijks kan horen klagen over de media.

Mijn vraag: waarom hoor je hier zo weinig over? Waarom klaagt links niet even hard? Dit gaat al lange tijd zo, en alleen door de aandacht die er nu is voor het FISA-hof wegens Snowden komt het in het nieuws. Waarom zijn rechtse, conservatieve politici openlijk partijdig, ook als ze in een functie zitten waarin dat juist niet van ze gevraagd wordt. En waarom maakt links zich daar nauwelijks druk over, terwijl de negatieve gevolgen ervan overduidelijk te zien zijn.

Paul Krugman schreef een week geleden, in een heel andere context, over de asymmetrie tussen links en rechts.. Hij signaleert dat links en rechts op een heel andere in elkaar zitten:

[L]eft and right in modern America are not mirror images. The right is purist, uncompromising, and ultimately not interested in contrary evidence; the left is much more open and empirical. And the economics profession, it turns out, is not that different from the political sphere.

This is an uncomfortable truth to acknowledge. Many economists would like to believe that we’re having a reasonable, civilized discussion, rather than dealing with denialism and bad faith. But you go to economic debates with the profession you have, not the profession you want.
Links is open minded en emprisch ingesteld, tenminste als het om economomie gaat, terwijl rechts zich ideologisch opstelt en niet is geinteresseerd is in de feiten.

(Update 21 aug: Post later in de dag geupdated, ik had niet precies het juiste deel van de tekst van Paul Krugman's post overgenomen).

Read more...

Een bescheiden voorstel om de eurocrisis op te lossen

>> Tuesday, August 20, 2013



Deze post is eerder op Sargasso verschenen. Het is een bespreking van een realistisch plan om de eurocrisis aan te pakken. Het plan verdient veel meer aandacht dan ik er aan kan geven, want het is niet alleen realistisch, het is ook hoogst noodzakelijk. Helaas is alle aandacht gericht op verschillen in concurentiekracht, die men denkt te kunnen verkleinen door de tekortlanden te onderwerpen aan een streng dieet van bezuinigingen en hervormingen. De bezuinigingen veroorzaken een depressie in de economie en het duurt vele jaren voordat de hervormingen werken. Voor die tijd is Europa uitelkaar gespat.

In het in 1729 verschenen A modest proposal heeft Jonathan Swift een praktische oplossing voor het armoedeprobleem: de armen moeten een paar van hun kinderen vetmesten en verkopen aan rijke Engelse gentlemen. Vooral jonge gebraden kinderen schijnen een delicatesse te zijn. Swift steekt hiermee de draak met de harteloze en technocratische oplossingen van zijn tijdgenoten voor het armoedeprobleem. Tweehonderd jaar later is deze satire, tijdens de eurocrisis, nog steeds actueel.

De maatregelen die de Europese autoriteiten nemen om de eurocrisis op te lossen zijn van hetzelfde technocratisch gehalte en zijn even harteloos als de oplossingen van de Engelse gentlemen in de achttiende eeuw. Vooral in Zuid-Europa is de situatie zeer ernstig. In Griekenland is allang geen sprake meer van een recessie. Het is een diepe depressie, vergelijkbaar met de Grote Depressie. Het land zakt weg in armoede, zonder uitzicht op verbetering.

Tot nog toe wordt de eurocrisis bestreden door te hervormen en te bezuinigen. We moeten allemaal gaan doen wat Duitsland eerder gedaan heeft: pensioenleeftijd verhogen, belastingdruk, werktijd en arbeidsmarkt hervormen, lonen verlagen en korten op overheidsuitgaven. De economieën van de eurolanden moeten convergeren, zodat zij kunnen concurreren met Duitsland. Het gevolg van de draconische bezuinigingen die hiervoor noodzakelijk zijn, is dat in de eurozone de werkloosheid is gestegen tot 12% en dat de economie vorig jaar kromp met 0.6%.

Deze maatregelen zijn niet alleen harteloos omdat ze veel leed veroorzaken, ze bieden ook geen uitzicht op een oplossing. Europa zakt weg in een recessie waar het niet meer uit kan komen. Het is dus begrijpelijk dat er veel verzet is tegen de euro. Bij elke Europese verkiezing is het de vraag of de volgende regering wel genoeg Europagezind is om de hervormingen die Brussel eist uit te voeren. Als we hiermee doorgaan zal de eurozone uiteenvallen, Europa in chaos achterlatend.

Wat te doen?

Er is een plan nodig dat de nood lenigt in Zuid-Europa en Ierland en dat zorgt voor economische groei. Het zou natuurlijk het beste zijn om de fouten die zijn gemaakt bij het opzetten van de muntunie te corrigeren. De politiek heeft echter nog maar weinig speelruimte omdat de kiezer alle geloof in het Europese project heeft verloren.

In hun Modest Proposal doen Yanis Varoufakis, Steward Holland en James Galbraith concrete voorstellen om uit de crisis te komen. Dit voorstel is geen nieuw technocratisch plan waarin om nieuwe offers wordt gevraagd. Dus geen lastenverzwaring in de overschotlanden en geen nieuwe bezuinigingen in Zuid-Europa. Het is een bescheiden, maar wel haalbaar plan.

Voor een verdragswijziging is op dit moment geen politiek draagvlak. Het plan is daarom zodanig opgezet dat dit niet nodig is. Het maakt bovendien gebruik van bestaande Europese instituten. Het kan dus snel worden uitgevoerd.

In het plan staan concrete voorstellen voor het oplossen van de vier deelcrises: de bankcrisis, de schuldencrisis, de investeringscrisis en de sociale crisis.

De bankcrisis

De eurocrisis is een bankcrisis. Failliete regeringen zijn verantwoordelijk voor het saneren van hun eigen failliete banken waar zij geen geld voor hebben. De gevolgen hiervan zijn te zien in Ierland, Spanje en Cyprus. Deze koppeling tussen banken en landen moet verbroken worden. Er liggen al plannen klaar om de herkapitalisering van banken niet meer per land te regelen maar centraal vanuit Brussel. Duitsland heeft echter als voorwaarde gesteld dat er eerst een bankenunie komt. Na een jaar onderhandelen is men nog bezig en urgente saneringen van de Europese banksector zijn steeds uitgesteld.

In het Bescheiden Voorstel worden banken die in de problemen komen direct door het ESM en de ECB overgenomen en gesaneerd. Saneren kan alles inhouden van fusie met andere banken tot verkoop van onderdelen en het korten van deposito’s boven het garantieniveau. Na de noodzakelijke herstructurering kunnen de aandelen weer verkocht worden. De banksanering moet zichzelf daarmee kunnen financieren en er hoeft geen beroep gedaan te worden op gemeenschapsgeld.

Schuldencrisis

Het Bescheiden Voorstel stelt voor dat de ECB stopt met het opkopen van schuldpapier van landen: het OMT-plan. Dit kan op de lange duur niet werken omdat de oorzaak van de problemen niet wordt aangepakt. De strenge voorwaarden waaraan een land moet voldoen om in aanmerking te komen (strenge bezuinigingen) hebben bovendien tot gevolg dat het de problemen erger maakt.

Target 2 balans (klik om te vergroten)

In het Verdrag van Maastricht is afgesproken dat landen een staatschuld mogen hebben tot maximaal 60% van hun Bruto Binnenlands Product. Het deel van de schuld dat daaraan voldoet kan worden geconverteerd in ECB-leningen waarvoor een veel lagere rente betaald wordt dan voor de huidige leningen. Deze schuld wordt dus niet gemeenschappelijk gemaakt. Deze leningen worden verzekerd door de ESM. Het deel boven de 60% moet iedereen zelf financieren. Landen zijn niet verplicht om mee te doen. Duitsland en Nederland kunnen gewoon zelf hun eigen leningen blijven uitschrijven.

Investeringscrisis

Alleen het saneren van de rotte banken en het oplossen van het schuldenprobleem is niet genoeg. Door de kapitaalvlucht en door de bezuinigingen is de economie in de schuldenlanden aan de grond geraakt. In het Bescheiden Voorstel wordt daarom gestart met een investeringsprogramma. Dit programma moet niet alleen de economie weer op gang brengen, het moet ook de Europese integratie versterken, het vertrouwen herstellen en sociale cohesie bevorderen.

Het wordt gefinancierd door obligaties die worden uitgegeven door de Europese Investment Bank (EIB) en het Europese Investeringsfonds (EIF). Van belang hierbij is opnieuw dat dit leningen zijn die door Europa als geheel zijn uitgegeven en niet worden opgeteld bij de schulden die de landen al hebben. Dit is geen revolutionair voorstel, want de EIB schrijft al leningen uit sinds 1958.

Dit onderdeel is cruciaal voor het op de lange termijn slagen van de muntunie: het geld van de overschotlanden moet op de een of andere manier gerecycled worden in de landen waar die overschotten verdiend worden. Dit was ook de ratio achter het Marshall Plan. Het recyclesysteem bestond tot nog toe uit investeren in vastgoedbubbels in Spanje en Ierland, of in de failliete Griekse overheid. Dit veroorzaakte eerst oververhitting en daarna, toen de bubbel weer leegliep, liet het de economie in puin achter.

Sociale crisis

In delen van Zuid-Europa is de ergste humanitaire crisis uitgebroken sinds de Tweede Wereldoorlog. Vooral de zwaksten in de samenleving hebben hier onder te lijden: kinderen, zieken en bejaarden. Er moet zo snel mogelijk iets gedaan worden om deze nood lenigen. Daarom moet er een programma komen voor medische en sociale hulp, opgezet als het Foodstamp Program in de VS.

Geld voor dit programma moet komen uit de rente die wordt verdiend aan het betalingssysteem tussen Europese centrale banken (Target2) en uit nieuwe belastingen, zoals de transactiebelasting, waar de plannen al voor klaar liggen.

Poster voor Marshall Plan

De reden voor deze hulp is niet alleen humanitair, maar ook politiek: de crisis is een voedingsbodem voor rechts extremistische groeperingen die de democratie destabiliseren. Zo deelt de Gouden Dageraad in Griekenland al soep uit aan ‘echte Grieken’.

Bescheiden, maar effectieve maatregelen

Als gediscussieerd wordt over de eurocrisis wordt altijd als oorzaak de grote diversiteit in Europa genoemd. Het verschil in cultuur tussen de knoflooklanden in Zuid-Europa en het calvinistische Noord-Europa zou een muntunie onmogelijk maken. Het verschil is te groot en de ‘zwakke landen’ moeten daarom uit de euro treden. Voorstanders van de euro menen dat dit verschil wel kan worden overbrugd en dat de economieën wel kunnen convergeren. Die convergentie gaat dan wel altijd een kant op: we moeten allemaal Duitsers worden.

Maar cultuurverschil is niet de oorzaak van de crisis en de hervormingen die door Brussel worden voorgesteld, maken de crisis alleen maar erger.

Voor de eurocrisis zijn concrete oorzaken aan te wijzen, en deze worden in het Bescheiden Voorstel aangepakt. De essentie daarvan is dat het gaat om bescheiden, maar effectieve maatregelen. Bescheiden omdat het realistisch is en effectief omdat de oorzaak van de crisis wordt aangepakt en omdat de bevolking wordt geholpen.

Een ding is zeker: doorgaan met het huidige technocratische beleid zal een depressie veroorzaken, die ook in Nederland en Duitsland van Grote-Depressie-achtige proportie zal zijn. Het einde van de muntunie zal tevens het einde zijn van de politieke unie. Europa is dan weer terug waar het was in de jaren dertig. Zonder Hitler, dat dan weer wel.

Correctie 16 aug 2013: Foute link hersteld (Marshall Plan). Dank aan Andy Cap in de reacties.

---
Bron figuren:
William Murphy
Target2
Poster Marshall Plan

Read more...

Zinloos nieuws

>> Wednesday, August 7, 2013

Op 6 augustus opent RTL Nieuw met een ruim 2 minuten durende reportage over het terrorisme dreiging uit Jemen. Verbaasd blijf ik kijken. Ambassades worden gesloten, buitenlanders moeten het land verlaten en Schiphol is in verhoogde staat van paraatheid. Het is merkwaardig nieuws en ik begrijp niets van de urgentie. Waarom is dit zo belangrijk? Ons wordt verteld dat er heel veel terroristen zijn in Jemen, en dat deze nu een grote dreiging vormen. Maar waarom nu plotseling? Waren die terroristen er vorige week niet dan, en waarom was er toen geen dreiging? Het is frustrerend om naar te kijken omdat geen enkele poging wordt gedaan om dit uit te leggen. Wel worden spannende verhalen verteld over een slimme bommenmaker die exploderende onderbroeken maakt. We zien een drone opstijgen. Maar de vraag naar het waarom wordt zelfs niet eens gesteld. De officiele reden van de waarschuwing is een conference call van top terroristen.

Wie verspreidt dit nieuws dan? Het kan haast niet anders dan dat dit van Amerikaanse geheime diensten komt. Maar vragen waarom die iets doen of zeggen, is net zo zinvol als vragen naar de zin van het leven. Bekijk zelf de RTL reportage hier.

De echte reden

Ook de NOS had gisteren een reportage over dit onderwerp:



De nieuwslezer van NOS-Journaal geeft ongemerkt dus toch een verklaring voor dit nieuws. Want het hij eindigt de reportage aldus:

Voorstanders van het controleren van zoveel mogelijk dataverkeer zien het sluiten van ambassades als een bewijs dat de Amerikaanse spionage diensten hun werk goed doen.
Dit lijkt me dan ook de meest logische interpretatie: geheime diensten moeten de burger laten zien waar ze voor zijn. Dankzij de onthullingen van Edward Snowden weten we nu hoe intensief zij onze email, telefoongesprekken en andere activiteiten op internet afluisteren. Dit is de tegen campagne. Er wordt 'nieuws' georganiseerd door advies uit te brengen over aanstaande terreurdreigingen. De burger moet weten waarom het belangrijk dat zijn activiteiten gemonitord worden. Dit is wat wij terugkrijgen voor het inleveren van onze privacy.

Dit is natuurlijk alleen maar een verklaring waarom er nu nieuws is over de terreurdreiging uit Jemen. Het is de directe reden voor het nieuws. De echte oorzaak, de reden waarom er in Jemen zo'n grote dreiging is van terrorisme wordt slechts in het voorbij gaan genoemd (als zij al genoemd wordt): armoede en chaos in het land, een zwakke regering die de hand boven het hoofd wordt gehouden door Amerika, en vooral de regelmatige aanvallen op het land. Al sinds 2008 zijn er berichten over aanvallen met drones in Jemen.

Juan Cole heeft op zijn site een lijst van drone-strikes die de afgelopen jaren op Jemen zijn afgevuurd en het aantal slachtoffers dat daarbij is gevallen:

Het zijn kille cijfers, waar je even goed over moet nadenken om te beseffen wat er gebeurt. Ook dit is terreur, al hoort je er weinig van. Gepleegd uit naam van de democratie. Voor onze veiligheid. Het is ver weg in een ontoegankelijk land waar alleen maar arabieren wonen. De laatste Westerlingen die er zijn moeten nu het land verlaten. Dus wie zal er over deze terreur berichten? Alleen als het een geheime dienst goed uitkomt horen wij er van, in een brave reportage van RTL4 of in het NOS-Journaal.

Read more...

Basisinkomen is niet zo'n goed idee

>> Saturday, August 3, 2013



Dit is mijn tweed stuk over het basisinkomen dat op Sargasso heeft gestaan. Het is volgens mij niet zo'n goed idee. Het is te duur, leidt tot instabiliteit en er zijn veel betere manieren om de zelfde doelen te bereiken. Op Sargasso is een levendige discussie over dit onderwerp, dus ik adviseer u het daar het commentaar te lezen.

Het idee van het onvoorwaardelijk basisinkomen (*) combineert populaire anti-staat sentimenten en teleurstelling over het steeds groter worden van de ongelijkheid in de maatschappij. Door het loskoppelen van bestaanszekerheid en arbeid hopen voorstanders een oplossing te vinden voor de huidige crisis van het kapitalisme.

Progressieven hopen dat het leidt tot een minder materialistische maatschappij waarin de mens zich beter kan ontplooien en libertariers zien er een mogelijkheid in om de staat kleiner te maken. Het is dus een merkwaardige coalitie van links en rechts die zich aangetrokken voelt tot het idee dat de verzorgingsstaat moet worden vervangen door het basisinkomen. Maar wat zullen de gevolgen zijn voor de economie en welk probleem wordt hiermee opgelost? Is er geen beter alternatief?

Nog duurder dan ik dacht

Als het basisinkomen echt de verzorgingsstaat moet gaan vervangen dan is het veel duurder dan voorstanders denken. In mijn vorige stuk in deze serie kwam ik tot de conclusie dat een basisinkomen net iets onder AOW-niveau, betaalbaar is. Maar ik had daarbij aangenomen dat het totale bedrag voor sociale uitgaven (nu 169 miljard euro) wordt ingewisseld voor het basisinkomen. In deze 169 miljard euro zitten ook de kosten voor gezondheidszorg en die had ik nooit mee mogen rekenen. In commentaar bij het artikel werd daar terecht op gewezen. Slechts 73 miljard wordt volgens Harro Labrujere besteed aan sociale verzekeringen.

Bron: http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/overheid-politiek/publicaties/artikelen/archief/2010/2010-3175-wm.htm

Daarom nu een correctie: het basisinkomen is nog veel duurder dan ik dacht. Mijn conclusie dat het basisinkomen op AOW-niveau net betaalbaar zou zijn was dus onjuist. Harro Labrujere stelt daarom een ‘herschikking van inkomen’ voor om het dit gat te dichten. Herschikking van inkomen klinkt wel onschuldig maar het gaat wel om 100 miljard euro per jaar. Mij kan hij daarom niet overtuigen met zijn plan want dat geld moet ergens vandaan komen. En dat kan alleen maar uit belastinggeld zijn. De juiste conclusie die ik had moeten trekken is dus: het basisinkomen is onbetaalbaar, tenzij de belastingdruk drastisch wordt verhoogd.

Vicieuze cirkel

En dan is er nog de vraag wat het effect op de economie zal zijn. Het rekenwerk in mijn vorige artikel gaat uit van de vooronderstelling dat er geen effect is op de economie. Het is echter zeker dat een herschikking van inkomen met een omvang van 100 miljard euro per jaar, niet zonder gevolgen kan blijven. Bij elke berekening die ik tot nog toe heb gezien, wordt er desondanks van uit gegaan dat er geen effect is. ‘Schuiven met miljoenen nota’s’, zoals Paul Teule het uitdrukt, zegt dus niet veel over de haalbaarheid van deze plannen.

Volgens de Duitse econome Frederike Spiecker zal invoering van het basisinkomen leiden tot een instabiele economie. Door de hoge kosten van het systeem gaat de belastingdruk omhoog. Een andere consequentie van het basisinkomen is dat het inkomen waarop het geheven kan worden kleiner is. Het totaal van het belastbaar loon dat wordt verdiend door marktactiviteiten zal namelijk afnemen omdat mensen dankzij het gegarandeerde inkomen minder gaan werken. Veel mensen hebben nu immers een extra inkomen in de vorm van het basisinkomen, zoals Noortje hier bijvoorbeeld illustreert.

Het extra werk dat iedereen doet voor de markt resulteert dus in een relatief kleiner netto loon. Terwijl aan de ene kant de kosten voor het systeem groter worden, wordt aan de andere kant steeds minder verdiend om belasting over te heffen. Hoe hoger het basisinkomen, hoe duurder het systeem, hoe groter dit effect zal zijn. Dit is een vicieuze cirkel: minder inkomsten doordat minder mensen werken, zorgt voor hogere belastingdruk op het resterende belastbaar inkomen waardoor nog minder mensen gaan werken. Dit systeem is daarom instabiel.

De gouden loonregel

Paul Teule legt in zijn bijdrage voor deze serie uit dat door het basisinkomen het wederkerigheidsprincipe niet meer wordt voldaan omdat in het basisinkomen de beloning is losgekoppeld van arbeid. Volgens Dick Pels en Femke Roosma kan een sociaal systeem dat niet is gebaseerd op het principe van de wederkerigheid, niet goed functioneren. Als een grote groep mensen meer ontvangt dan waar zij recht op hebben veroorzaakt dit spanning in de maatschappij.

Het wederkerigheidsprincipe kan ook in economische termen geformuleerd worden: alles wat de samenleving produceert moet eerlijk verdeeld worden waarbij wordt gekeken naar inzet en vermogen. Dit betekent dat stijging van productiviteit moet resulteren in een evenredige stijging van de lonen. Het extra geld dat wordt verdiend doordat door technische voorruitgang efficiënter geproduceerd wordt resulteert in een evenredig hoger loon. Dit is de gouden loonregel en afwijking hiervan destabiliseert het systeem. Als arbeid meer beloond wordt dan gerechtvaardigd kan worden door productiegroei (dus de lonen groeien te hard) heeft dit inflatie tot gevolg. En omgekeerd, als de lonen niet mee stijgen met de productiviteit resulteert dit in hogere werkloosheid. De winst van de productiviteitsgroei gaat dan naar het kapitaal – de investeerders. De gouden loonregel is de macro-economische invulling van het wederkerigheidsprincipe.

Het wederkerigheidsprincipe wordt niet alleen losgelaten in het basisinkomen maar het is de afgelopen decennia ook losgelaten in de reële economie. In de VS is deze trend het sterkst te zien:

Bron: http://www.epi.org/publication/ib330-productivity-vs-compensation/

Ook in Nederland is dit gebeurd, maar het is later begonnen en minder uitgesproken dan in de VS. Vorige week rapporteerde de Nederlandse Bank (DNB) dat de inkomensgroei niet gelijk opgaat met de groei van de economie.

Bron: http://www.dnb.nl/nieuws/nieuwsoverzicht-en-archief/dnbulletin-2013/dnb294300.jsp

Het is deze afwijking van de gouden loonregel die uiteindelijk heeft geleid tot de crisis van het kapitalisme. Al jaren lopen loon- en productiviteitsgroei niet meer gelijk op. Daarmee kwam een einde aan een de naoorlogse periode van stabiliteit. Vanaf de jaren tachtig worden we daardoor regelmatig verrast door grote financiële crises culminerend in wat nu de Grote Recessie wordt genoemd.

Een beter alternatief

Om te kijken naar wat wel werkt hoeven we niet ver te zoeken. Er is een systeem dat zich gedurende lange tijd heeft bewezen en dat grote welvaart bracht: de verzorgingsstaat. Zolang de lessen die tijdens de Grote Depressie zijn geleerd in acht worden genomen en de financiële wereld is onderworpen aan strenge regelgeving, functioneert de economie stabiel. Als lonen gelijk opgaan met de groei van de economie is de werkloosheid laag.

Volledige werkgelegenheid heeft een aantal gevolgen die gelijk zijn aan de vermeende voordelen van het basisinkomen: werknemers hebben een sterkere onderhandelingspositie ten opzichte van de werkgever en hebben daardoor meer mogelijkheden om werk te vinden dat bij hen past. Een bijkomend, maar niet onbelangrijk voordeel is dit systeem betaalbaar is.

Voorstanders van het basisinkomen willen de verzorgingsstaat afschaffen, terwijl het niet de verzorgingsstaat is die de problemen veroorzaakt maar het loslaten van de gouden loonregel. Voor mij is duidelijk dat het basisinkomen niet de niet beste oplossing is voor onze problemen. Het is te kostbaar en het voldoet niet aan het principe van de wederkerigheid. Niet alleen in de morele betekenis van dit principe maar ook in economische zin. Net als in de huidige economie, waarin het kapitaal onevenredig wordt beloond en lonen achterblijven, leidt dit tot een inherent instabiel systeem. We moeten stoppen met de afbraak van de verzorgingsstaat en zorgen dat lonen weer evenredig groeien met de economie. Alleen dat levert een stabiel economisch systeem op dat bovendien sociaal rechtvaardig is en waarin de mens zich vrij kan ontplooien.

(*) Om onleesbare woordenbrij te voorkomen schrijf ik hierna basisinkomen als onvoorwaardelijk basisinkomen wordt bedoeld.

Bron feature: Klokhuis/Sargasso

Read more...

About This Blog

  © Blogger templates Sunset by Ourblogtemplates.com 2008

Back to TOP