Showing posts with label bezuinigen. Show all posts
Showing posts with label bezuinigen. Show all posts

Eurovriendjespolitiek

>> Saturday, November 14, 2015

Eerder geplaatst als Quote de Jour op Sargasso

Spanje dreigt zwaar te zondigen tegen de begrotingsregels in het Europese Stabiliteits- en Groeipact (SGP). Maar wat er gebeurt als de conservatieve Spaanse regering niet bijstuurt voor de verkiezingen in december, blijft onduidelijk. Het lijkt erop dat de Spaanse premier Mariano Rajoy er met steun van zijn Duitse 'partijgenoot' Wolfgang Schäuble in is geslaagd zand in de Brusselse machine te strooien.

Bron: Financieel Dagblad 13 oktober, papieren versie.

Het Spaanse begrotingstekort komt dit jaar uit op 4,5% van het bbp, dus ruim boven de voorgeschreven 3%. De Europese Commissie heeft maandag een opinie uitgebracht waarin Spanje wordt aangespoord om voor 2016 haar begroting weer op orde te brengen. Spanje zit al sinds 2009 in een 'buitensporig tekortprocedure'. Ook Jeroen Dijsselbloem en Mario Draghi keuren het tekort af.

Wie echter had gedacht dat dit zou leiden tot maatregelen tegen Spanje vergist zich: de Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker besloot de stemming uit te stellen, want 'Juncker behoort net als Rajoy tot de zelfde christendemocratische familie', aldus het FD.

Zo gaat dat dus in Europa: hoe erg een begrotingstekort is, wordt bepaald door de signatuur van de partij die het betreffende land regeert. Voor Griekenland, dat door het linkse Syriza wordt geregeerd, had men eerder dit jaar geen geduld.

En er is nog iets dat opvalt: het blijkt nu dat ook Wolfgang Schäuble weet dat de Europese begrotingsregels zinloos en contraproductief zijn. Vooral vlak voor de verkiezingen.

Read more...

>> Monday, June 22, 2015


Iedereen wordt moe van het ‘Griekse drama’, maar het einde lijkt in zicht. Er zijn nu vijf maanden voorbij sinds de nieuwe regering in Griekenland opnieuw is gaan onderhandelden over de financiële hulp die het land krijgt. Het geld is nu op en er moet iets gebeuren. Als Griekenland de volgende aflossing niet kan betalen (eind komende week) zal de ECB stoppen met steun aan de Griekse banken. De geldautomaten zijn dan in een paar uur leeg en Grexit een feit.

Waarom duurt het zo lang? Wat is precies het verschil van mening tussen de Griekse regering en de Europese onderhandelaars? Komt het omdat er linkse ideologische scherpslijpers aan de macht zijn gekomen? Of is het slimme onderhandelingen tactiek?

Chicken game

De Grieken proberen tijd te rekken om er zo veel mogelijk uit te halen en Yanis Varoufakis, de minister van financiën, schijnt een groot speltheoreticus te zijn. Zo wordt in Nederland althans bericht over de onderhandelingen. ‘Wie beweegt in het Griekse Endspiel?’ kopte het Financieel Dagblad op zaterdag 20 juni [1]. ‘De ontknoping van de spannendste pokerpartij ooit binnen de Europese Unie’ schrijft de krant op de voorpagina. Dit is onserieuze en misleidende verslaggeving, omdat het de Grieken wegzet als roekeloze pokeraars. Het doet bovendien geen recht aan de problemen waarin het land verkeert sinds het de afgelopen vijf jaar door de trojka ambtenaren namens de Europese schuldeisers, werd bestuurd.

Hulp?

Waarover wordt onderhandeld? Ogenschijnlijk gaat het over hulp aan Griekenland. In ruil voor hervormingen krijgt het land honderden miljarden euro steun. De onderhandelingen gaan over die voorwaarden waaronder zij de hulp krijgt: De Grieken moeten in ruil voor de hulp hervormingen uitvoeren.

Maar het hulpgeld gaat niet naar Griekenland, laat staan naar de Griekse burger. Alle hulp gaat direct terug naar de crediteuren: het IMF, de eurolanden en de ECB. Griekenland heeft zelfs een klein overschot (als je de aflossing en rente niet mee telt), en ook dat geld gaat naar schuldaflossing. De onderhandelingen gaan dus alleen over de voorwaarden van de hulp: welke hervormingen moeten worden uitgevoerd?

Absurd

Over die hervormingen zijn veel misverstanden. In de eerste plaats wordt vaak de indruk gewekt dat Griekland onvoldoende hervormt. Niets is echter minder waar want er is geen land dat zoveel heeft hervormd als Griekenland.

Het verzet van de nieuwe regering heeft dan ook een heel andere reden. Want de hervormingen die de afgelopen 5 jaar zijn uitgevoerd zijn geen echte hervormingen, maar bezuinigingen. Door deze bezuinigingen is de economie met 25% gekrompen. Meer dan kwart van de bevolking is werkloos en jongeren verlaten het land omdat er geen werk is. ‘Hervormen’ zoals de Europese landen dat willen, werkt dus niet, integendeel, het maakt de crisis alleen maar erger. Daarom liggen de Grieken dwars en daarom noemen zij de voorstellen van de Europese onderhandelaars absurd. Net zo absurd als het is om door te gaan met een behandeling die de patiënt zieker maakt in plaats van beter.

Gestaalde marxisten

Dit verhaal wordt echter maar zelden verteld in de media. Veel mensen kunnen dan ook niet begrijpen waarom de Grieken zo ‘halsstarrig zijn’. In de media wordt de indruk gewekt dat Griekenland geleid wordt door radicale marxisten. Bijvoorbeeld in het FD, als Rik Winkel een artikel van Alexis Tsipras bespreekt [2]. Volgens hem werpt het ‘document een fascinerend licht op Tsipras’ gestaalde onderhandelingstactiek en neomarxistische vocabulaire’. Tsipras is een ‘linkse radicaal uit de militante Griekse school, zonder gebruikelijke verankering binnen de traditionele politieke machtsblokken’. Ik daag u uit om het artikel eens te lezen zodat u zelf kan oordelen wie de echte radicaal is: Alexis Tsipras of Rik Winkel.

Onbetrouwbare Grieken

Soms wordt op heel subtiele manier stemming gemaakt. Je moet er goed opletten om het zien. Op 10 mei had Nieuwsuur een item over de verlenging van het voorzitterschap van de Eurogroep van Jeroen Dijsselbloem. In een bijzin laat Chris Ostendorf merken hoe hij over de Grieken denkt. Volgens Ostendorf is de belangrijkste taak die Jeroen Dijsselbloem nu heeft en waarmee hij zich nu moet bewijzen, dat hij ‘moet proberen Griekenland zich verantwoordelijk te [laten] gedragen als euroland’. Het is maar dat u het weet: ‘Grieken, niet te vertrouwen!’

Het gevaar

Als iedereen zou beseffen wat er op het spel staat, kan een ramp misschien voorkomen worden: uittreding van Griekenland. Maar zelfs mensen die beter zouden kunnen weten praten hierover alsof het een reële mogelijkheid is. Ook Schäuble en Dijsselbloem verkeren in de veronderstelling dat Europa nu sterk genoeg is om de gevolgen op te vangen. Maar zelfs als de Europese en de Griekse economie geen grote klap krijgen – wat waarschijnlijk wel het geval zal zijn – dan nog is het voor de euro een ramp: want het laat aan iedereen zien hoe kwetsbaar de muntunie is.

Radicale ideologen

Oud Premier Letta van Italië schetst in een interview in de Spiegel een onheilspellend toekomstscenario [3]:
Als Podemos in Spanje de verkiezingen in december dit jaar wint, en als over twee jaar in Italië iemand als Beppo Grillo wordt gekozen en Syriza regeert dan nog in Griekenland, dan hebben drie centrale Europese landen een heel andere politieke leiding. Dat zou het einde van Europa zijn, het einde van de euro.
Letta’s voorspelling laat zien hoe bedreigd de Europese leiders zich voelen, en hoe ze denken de crisis te moeten bestrijden. Griekenland moet hard aangepakt worden en desnoods uit de euro gezet worden. Het Griekse voorbeeld toont wat er gebeurt met je land als je als volk een ‘foute’ regering kiest.

Deze reactie zal de afkeer van Europa en de euro alleen maar versterken. Bovendien is het onwijs beleid: door de afgedwongen bezuinigingen zal de economie verder krimpen en loopt de werkloosheid op. De Europese elite is blijkbaar niet in staat om te begrijpen dat het strenge begrotingsbeleid, zoals vast gelegd in het Stabiliteit en Groeipact, het tegengestelde effect hebben.

Weinig keuze

De weigering van Athene om de ‘absurde voorstellen’ van Europa uit te voeren – is dan ook helemaal niet zo absurd. De Europese elite is zelf star en doctrinair. Zij zijn het die zich hebben verbonden aan achterhaalde neoklassieke economische principes en zij zijn het zelf die star en ontoegeeflijk zijn. De echte radicalen zitten in Berlijn, Brussel en Den Haag.

Wat er de komende weken gaat gebeuren kan ik niet voorspellen. In het beste geval kunnen we hopen op een voortzetting van de onderhandelingen. Er zijn nu aanwijzingen dat de Grieken zullen toegeven. Zij hebben weinig keuze en moeten uit twee kwaden kiezen: doorgaan met absurd beleid dat onnodig leed veroorzaakt, of voor de chaos die het gevolg zal zijn, als zij de volgende aflossing niet kunnen betalen. Maar wat de Griekse regering ook kiest: de toekomst is somber, niet alleen voor Griekenland maar voor heel Europa.

Update 22 juni:
Voor wie het op de voet wil volgen kan ik deze pagina met live updates van de Guardian aanbevelen: Eurozone crisis live.

Noten

[1] Wie beweegt in het Griekse Endspiel? Financieel Dagblad 20 juni 2015.
[2] Tsipras bereikt precies dat waar hij zo bang voor is. Financieel Dagblad 6 juni 2015.
[3] Der Spiegel, Heft Nr. 25, 2015. Vertaling uit het Duits van mij.

Afbeelding

Flickr (cc), European Parliament President Martin Schulz and Greek Prime Minister Alexis Tsipras

De toelichting op Flickr vermeldt nog volgende: During the press point Mr Schultz said that "Mr.Tsipras is battling for European cooperation, not only seeking a solution for Greece. He has my full support". The president also stressed "the need for a framework for" constructive dialogue and solutions".

Read more...

Griekenland is Europa’s laatste kans

>> Tuesday, April 21, 2015

Hoe radicaal is Syriza? Dat is de vraag die de Nederlandse media al een paar maanden bezig houdt. ‘Syriza’ is een acroniem dat staat voor Coalitie van radicaal links [1]. Mathijs Bouman heeft het in Van Dale opgezocht: iemand bedrijft ‘radicale politiek’ als hij of zij ‘streeft naar diep ingrijpende hervormingen’. Welnu, als dat zo is, dan is Syriza volgens Bouman helemaal niet radicaal want er is niets veranderd in Griekenland: men wil ‘noodhulp van Europa krijgen, zonder het bijbehorende hervormingsbeleid te hoeven leveren … dat is bepaald niet radicaal’.

Niet alleen Bouman maar de meeste Nederlandse journalisten zijn die zogenaamd-radicale Grieken inmiddels wel zat. Ook Elsevier ziet niets radicaals in Syriza: het is ‘oude retsina in nieuwe zakken’. Ze denken dat de oplossing van buiten komt en houden alleen maar hun hand op. ‘Er gebeurt al jaren veel te weinig’, meldt Michiel Dijkstra in Elsevier [2]. Volgens Arjan Noorlander van Nieuwsuur zou het beter zijn als de Grieken uit de euro gezet worden:
Zo’n Grexit zou misschien ook wel goed zijn zo langzamerhand, als signaal naar de andere landen, naar de burgers van Europa, dat je niet altijd maar kan blijven vragen maar dat je af en toe ook iets moet doen en als je dat de hele tijd maar niet doet dat er dan ook een keer een eindpunt komt.
Het Financieel Dagblad wint de prijs ironische-koppen-zetten [3] met de kop: Griekenland dwingt ECB tot koorddansen. In het artikel worden de maatregelen op een rij gezet waarmee de ECB Griekenland kan dwingen om te hervormen. De Grieken vragen om een rode kaart volgens de redactie van het Financieel Dagblad, want in plaats van te hervormen vragen ze om ‘losgeld voor het nakomen van verkiezingsbeloften’. Martin Visser tenslotte, blogt dat hij niet weet wat erger is: òf de Grieken spelen een ‘ragfijn onderhandelingsspel’ òf zij beseffen niet wat er op het spel staat.

Het beeld van de Syriza, dat in de Nederlandse (en overigens ook Duitse) media wordt geschetst, is dus dat van bedelende retsina drinkers die met vuur spelen en er op rekenen dat Europa hen wel uit de nood zal helpen.

Wie betaalt, bepaalt

Het is letterlijk de wereld op zijn kop. Deze ongeduldige journalisten zien over het hoofd dat nergens zo ijverig is hervormd als in Griekenland. Er werd (en wordt) namelijk geen euro hulp gegeven als de Grieken niet elke hervorming tot volle tevredenheid van de Europese geldschieters hadden uitgevoerd [4]. De ambtenaren van de trojka [5] die dit moesten controleren bemoeiden zich tot in de kleinste details met het beleid.

Griekenland staat feitelijk onder curatele en kan daarom niet aansprakelijk gesteld worden voor de resultaten van het beleid. De conclusie dat het in het in Griekenland nog steeds slecht gaat omdat ‘al jaren veel te weinig gebeurt’ omdat niet wordt hervormd, kan dus helemaal niet kloppen. De Grieken hebben namelijk helemaal niets te willen en nergens is zoveel hervormd als in Griekenland. Het beleid wordt in Brussel gemaakt, niet in Athene.

Het resultaat van Europees beleid

Maar het klopt wel dat de Grieken de hervormingen van de afgelopen vijf jaar zat zijn. Het beleid heeft geleid tot een humanitaire crisis terwijl de economische problemen alleen maar groter zijn geworden. Neem bijvoorbeeld de staatschulden. Je zou verwachten dat deze afnemen onder de vaste hand van de trojka. Nergens in Europa is zo zwaar bezuinigd en zijn de lonen zo sterk verlaagd als in Griekenland. Maar ondanks een gedeeltelijke kwijtschelding, is de schuldquote alleen maar gestegen.

Figuur 1: Het hervormingsbeleid van de trojka, dat begon in 2010, heeft de crisis erger gemaakt. Links: werkloosheidspercentage beroepsbevolking ouder dan 25 jaar (blauw), en jonger dan 25 jaar (rood). Rechts: staatsschuld als percentage van het bruto binnenlands product.

Door het hervormen is de werkloosheid opgelopen naar 26%, de jeugdwerkloosheid zelfs naar 60%. 2 miljoen Grieken zijn verstoken van een ziektekostenverzekering en de pensioenen zijn met 30% gekort. Omdat Brussel en Berlijn ontevreden zijn over de behaalde resultaten worden nu nog grotere kortingen geëist op pensioenen en moet de BTW verhoogd worden.

Door deze maatregelen is economisch herstel onmogelijk. Daar komt bij dat momenteel de onderhandelingen vastlopen over verlenging van de hulp. Uit onzekerheid over de toekomst haalt iedereen zijn geld van de bank en krimpt de economie nog meer. Dit wordt in de Nederlandse pers vanzelfsprekend toegeschreven aan de halsstarrigheid van Syriza. Het gevoel van paniek wordt nog versterkt door het uitlekken van de voorbereidingen die getroffen worden voor uittreding van Griekenland uit de euro.

De Griekse economie verkeert nu in diepe depressie en het einde is niet in zicht. Dit is het resultaat van vijf jaar Europees beleid, niet van een regering die nog maar net gekozen is.

Ideologische stagnatie

De vraag die in de media niet wordt gesteld is: waarom gaat men door met dit desastreuze beleid als dat een diepe depressie in Griekenland veroorzaakt en de euro destabiliseert [6]? Behalve gezichtsverlies en angst om de macht te verliezen zijn hiervoor volgens mij nog twee principiële reden aan te wijzen.

De eerste reden is overtuiging. Het economisch denken in Europa is gebaseerd op neoklassieke en mercantilistische principes. Het is neoklassiek omdat men er van uit gaat dat de prijs voor arbeid wordt bepaald op de arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt is volgens neoklassieke economen een markt als alle andere, waarop de prijs voor een product (arbeid) wordt bepaald (loon). Als de lonen te hoog zijn daalt de vraag naar arbeid en ontstaat werkloosheid. Daarom moeten lonen en uitkeringen in Griekenland dalen.

Het is ook mercantilistisch omdat men veronderstelt dat alle landen [7] in constante strijd met elkaar zijn verwikkeld. In het mercantilisme denken moeten landen proberen zoveel mogelijk rijkdom te vergaren door middel van een positieve handelsbalans. Dit wordt bereikt door de export te stimuleren en import te ontmoedigen. Duitsland is de kampioen van Europa want zij heeft van alle landen het grootste overschot: meer dan 200 miljard euro.

Waar winnaars zijn, zijn natuurlijk ook altijd verliezers: de Zuid-Europese landen en vooral Griekenland. Zij zijn in deze visie niet competitief genoeg. Toen elk land nog zijn eigen munt had kon door devaluatie de competitiviteit hersteld worden. Door de euro is dit onmogelijk geworden. Het beleid is er daarom op gericht om lonen en uitkeringen te verlagen. Naar analogie van devaluatie spreekt men van ‘interne devaluatie’.

Ik heb enige tijd geleden al laten zien dat het Duitse handelsoverschot de oorzaak is van de eurocrisis. Beleidsmakers in Europa lijken niet te beseffen dat men uitgaat van verkeerde en verouderde economische theorieën. Het mercantilisme werd in de 19e eeuw al niet meer serieus genomen en in de jaren dertig is door Keynes al aangetoond dat de neoklassieke ideeën over prijsvorming op de arbeidsmarkt niet kloppen. De arbeidsmarkt kan niet geïsoleerd van de rest van de economie bekeken worden omdat bij dalende lonen ook de consumptie daalt waardoor de economie krimpt.

Figuur 2 De economische groei stagneert al jaren lang in Griekenland. Ter vergelijking Nederland (Bruto binnenlands product, miljoen euro x 1000).

Deze nieuwe inzichten hebben Europese beleidsmakers nog niet bereikt. Ook in Den Haag en bij (economische) redacties van de media heeft men bedroevend weinig inzicht in economische processen.

Conservatief Europa wil niet dat Syriza slaagt

De tweede reden is dat de regering van Tsipras weg moet. Iedereen weet dat Griekenland de huidige schuld nooit kan terug betalen. Een gedeeltelijke schuldvergeving is dus onvermijdelijk maar dat zal deze regering niet gegund worden. Anders gezegd: Syriza hoort niet bij de club.

Rik Winkel is hierover het meest expliciet. Hij schrijft: ‘het hele eurobouwwerk dat pas mogelijk werd doordat het linkse experiment in Frankrijk in de jaren tachtig was mislukt … Daarom schrikken de andere euroleiders er ook niet voor terug om de Griekse premier Alexis Tsipras – tegen de heersende mores in – te isoleren’.

Men wacht met concessies tot de oude garde, die de crisis heeft veroorzaakt, weer aan de macht komt na de onvermijdelijke val van Syriza. Daarom wordt door de schuldeisers een BTW-verhoging geëist. Syriza stelt voor om de corruptie bij de inning van BTW te bestrijden. Dit levert op lange termijn meer op: omdat het de economie niet schaadt en omdat het een echte hervorming is, die de economie zal verbeteren. Maar dit argument kan de schuldeisers niet van mening doen veranderen: men wil geld zien en wel zo snel mogelijk.

Een betere definitie van ‘radicaal’

Mathijs Bouman heeft nog een tweede definitie van ‘radicaal’ in de Van Dale gevonden: een radicaal is iemand die ‘de uiterste consequentie van een denkwijze aanvaart’. Want, zo stelt Bouman, Syriza aanvaart de uiterste consequentie van het ‘wel-noodhulp-geen-hervormingen-beleid’, namelijk: uittreding van Griekenland uit de Euro.

Maar, zoals ik heb laten zien, gebedel en onwilligheid om te hervormen kan niet de oorzaak zijn van de permanente crisis in Griekenland. De oorzaak van de crisis is de vasthoudendheid waarmee Europa verouderde economische principes blijft toepassen, ondanks de gebleken negatieve gevolgen voor de economie en de humanitaire crisis.

Het is Europa zelf dat doorgaat met vasthouden aan een denkwijze en dat daarvan de uiterste consequenties aanvaart. Die uiterste consequentie is het uiteenvallen van de euro. De werkelijke radicalen zitten op de redactielokalen van Nederlandse mediabedrijven en in de regeringshallen van Brussel, Berlijn en Den Haag.

Griekenland moet zich in hun ogen conformeren aan Europa. Het land is een negatief voorbeeld voor de burgers in andere landen want het laat zien wat er gebeurt als zij een ‘zogenaamd-radicale’ regering kiezen. Dit is de werkelijkheid van de IJzeren Kooij [8], waarin Europa inmiddels is veranderd. Burgers pas op met uw keuze, want dat kan slecht uitpakken voor uw economie.

De kanarie

Wat de Grieken willen is een New Deal: nieuwe onderhandelingen, voor beleid dat wel perspectief biedt voor groei, waardoor een einde gemaakt kan worden aan de humanitaire crisis in het land. Met deze regering, die geen banden heeft met de oude elite van Griekenland die deze puinhoop heeft gecreëerd, heeft Europa een kans om uit de crisis te komen.

Het zijn nieuwe mensen die echt willen puinruimen, en daarvoor juist alle kans zouden moeten krijgen. Deze kans mag Europa niet voorbij laten gaan, een tweede kans zullen we na uittreden van Griekenland niet meer krijgen. Griekenland is de kanarie in de mijn, en wat met de kanarie gebeurt zal, als de kompels niet oppassen, straks ook met hen gebeuren.

Voetnoten

[1] Volgens Wikipedia: Συνασπισμός Ριζοσπαστικής Αριστεράς, Synaspismós Rizospastikís Aristerás = ΣΥΡΙΖΑ
[2] ‘Oude retsina’ Elsevier, 28 feb 2015 (papieren versie).
[3] Financieel Dagblad 24 maart 2015 (papieren versie).
[4] Alles is vastgelegd in zogenaamde Memoranda’s Of Understanding.
[5] Tot 20 februari werd gesproken over de ‘trojka’ omdat zij bestond uit drie partijen: IMF, ECB en Eurogroep. Daarna werd op verzoek van de Grieken gesproken over de ‘instituties’ omdat zij zich door hun arrogante optreden in Griekenland erg gehaat hadden gemaakt. Ook in Portugal en Ierland is de trojka actief.
[6] Uitreding van Griekenland zal de euro destabiliseren omdat het de kans op uittreding van andere zwakke landen vergroot.
[7] Niet alleen binnen Europa, ook buiten Europa zijn we, volgens deze denkwijze, in een constante competitie verwikkeld ook met China, met de US en opkomende landen. Daarom wordt grote waarde gehecht aan Wettwebergsfähigkeit. Verdragen als TTIP moet dit versterken.
[8] De term komt van Max Weber: ‘stahlhartes Gehäuse‘. Volgens Weber hebben ‘mensen ontwikkelingen op gang [...] gebracht die een eigen leven zijn gaan leiden en zich nu tegen de mens hebben gekeerd. Hij gebruikt daarvoor het beeld van een 'stahlhartes Gehäuse', een ijzeren kooi. Het beroemdste voorbeeld daarvan is de bureaucratie’.

Verantwoording

Uitgelichte afbeelding: Een kanarie. Majd Mohabek, CC Flickr

Read more...

De eurocrisis is weer terug (deel 7, slot): Een IJzeren Kooi voor Europa

>> Monday, December 29, 2014

Het gaat slecht met de Europese economie en dat komt niet door externe oorzaken. Het is niet de hoge olieprijs – die was in jaren niet zo laag - of door oorlog. De oorzaak is slecht economisch beleid. Verzwakte vakbonden en ideologische verdwaalde linkse partijen hebben geen effectieve oppositie en nemen zelf verantwoording voor het falende beleid. De maatschappelijke problemen in Europa verergeren en slecht voorgelichte burgers zoeken hun heil bij rattenvangers die wel duidelijkheid bieden. Tegelijkertijd vertellen politici en economen ons dat er geen alternatief is voor hun beleid. Maar niets is minder waar: er is wel een alternatief en er is wel degelijk een oplossing voor de eurocrisis.

Polderen

Ik heb in de vorige afleveringen van deze serie laten zien dat het oplopen van de begrotingstekorten in de schuldenlanden geen gevolg is van gebrek aan discipline. Het kan niet vaak genoeg herhaald worden: de begrotingstekorten zijn niet de oorzaak maar een gevolg van de eurocrisis.

Door de afschaffing van de eigen de munt is het automatische stabilisatiemechanisme uitgeschakeld dat de handelsstromen tussen de landen in evenwicht hield. Dankzij de euro konden Duitsland en Nederland grote handelsoverschotten opbouwen.

Figuur 1 Handelsoverschotten en tekorten. De verticale as kruist op het beginjaar van de euro.

Nederland en Duitsland konden dit doen omdat ze veel competitiever zijn dan andere Europese landen. Ik heb in deel 4 laten zien dat dat komt omdat in Nederland en Duitsland de lonen niet evenredig zijn gestegen met de productiviteit [1].

Dat dit in Nederland en Duitsland gebeurde, is geen toeval: beide landen hebben een traditie van samenwerking tussen werkgevers en werknemers (‘polderen’) [2]. Door de loonmatiging kwamen de winsten niet terecht bij de burgers maar werd het de brandstof voor zeepbellen in landen waar het geen ‘poldertraditie’ bestond.

Door de crises van 2008 en 2010 spatte deze ‘euro-zeepbel’ uiteen en stroomde het geld weer terug naar Nederland en Duitsland, waardoor de schuldenlanden nog verder in het rood kwamen te staan. Voor de crediteurlanden Duitsland, Finland, Oostenrijk en Nederland was dit aanleiding om strenge bezuinigingen en hervormingen af te dwingen. Deze bezuinigingen zorgen nu voor de stagnatie van de economie.

De IJzeren Kooi

Dat het moeilijk zou worden om een muntunie te hebben zonder centrale staat was te voorzien, maar de euro was dan ook geen puur economisch maar een ook een politiek project. Door invoering van de euro deden de deelnemende landen afstand van een belangrijke basis van hun soevereiniteit: de eigen munt. Deze landen zijn voor hun leningen nu afhankelijk van de steun van Frankfurt, Brussel en Berlijn. De euro is in zekere zin een geslaagde machtsgreep [3].

We zitten gevangen in een Iron Cage of Austerity, zoals Yanis Varoufakis het uitdrukt [4]. Het laatste land dat groot genoeg is om weerstand te bieden is Frankrijk en het is de vraag hoe lang dat nog zal duren.

Maar het is te laat om te klagen over deze machtsgreep: opbreken van de muntunie leidt tot een veel grotere en diepere crisis dan de huidige stagnatie. Als duidelijk zou worden dat de euro ophoudt te bestaan zou oncontroleerbare paniek uitbreken op de markten. De kapitaalvlucht die dit tot gevolg zal hebben zal de economie platleggen. Aan de Europese handel, waar Nederland en Duitsland jarenlang zo goed aan verdiend hebben, komt dan een eind. Loonmatiging zal dan niet meer helpen.

We hebben al een klein voorproefje van deze paniek gehad in 2011 en 2012 op de obligatiemarkt. Deze kon alleen gestopt worden door ingrijpen van de ECB [5].

De stagnatie komt door vraagtekort

Bill Mitchell zegt het heel duidelijk: de problemen in Europa worden niet veroorzaakt door structurele problemen in de economie maar door vraagtekort. De Europese economie stagneert niet omdat mensen niet goed opgeleid zouden zijn. Ook niet omdat de infrastructuur onvoldoende ontwikkeld zou zijn. Europa is geen ontwikkelingsland. Integendeel: Europa is, naast de VS, de bakermat van het democratisch kapitalisme. We leven in een hoog ontwikkeld en geïndustrialiseerd deel van de wereld.

De stagnatie wordt veroorzaakt doordat de Europese burgers te weinig geld uitgeven. Dat komt omdat zij te hoge schulden hebben (hypotheek, consumptief), door de loonmatiging en omdat de pensioenen niet stijgen.

In Zuid-Europa is er al jaren lang zeer hoge werkloosheid. De overheid doet daar nog een schepje bovenop door te bezuinigen omdat het Europese Stabiliteits en Groei-Pact hen daartoe verplicht. Hierdoor is Europa in een negatieve loon-prijsspiraal gekomen, zoals ik in deel 5 en 6 van deze serie heb beschreven.

Liever geen transferunie

Een belangrijke bron van onvrede bij de burgers in de crediteurlanden is, dat hen wordt verteld dat zij moeten betalen voor de tekorten in andere landen. Dit is moeilijk te accepteren omdat de bevolking in de crediteurlanden zelf geen voordeel heeft van het economisch succes van hun land, omdat deze immers is gebaseerd op loonmatiging.

Vooral rechtse populistische partijen buiten dit uit. Zij slaan schaamteloos op de nationalistische trom en trekken hierdoor veel kiezers. En voor een deel hebben ze nog gelijk ook, want waarom zou de Nederlandse burger moeten betalen voor kwakkellanden? Terecht verzet de burger zich dan ook tegen deze zogenaamde transferunie. Waarom zou men moeten betalen voor andermans schulden terwijl zij zelf loon moeten matigen?

Een klas kleuters

Een speciale rol in de eurocrisis is weggelegd voor economen. Ik werd geïnspireerd om deze serie te schrijven door een praatje van Mathijs Bouman op het RTL-nieuws. Hij suggereerde dat het Franse begrotingstekort een gevolg was van gebrek aan discipline en dat Frankrijk een gevaar is voor de euro.

Een andere econoom die het bont maakt is Sylvester Eijffinger. In het Financieel Dagblad schrijft hij als een schooljuffrouw over een klas kleuters. Hulp van de ECB aan ‘de nog zwakke eurolanden [zal] leiden tot verminderde inspanningen om de staatfinanciën op orde te krijgen.’

Nog opmerkelijker is Sweder van Wijnbergen, die ‘hoogleraar internationale economie, transitie-economie en groeitheorie’ is aan de UvA. Hij geeft blijk niet te begrijpen dat het hoge handelsoverschot van Nederland de oorzaak is van de crisis en gebruikt dit juist als argument vóór bezuinigen. Zijn enige kritiek op het Nederlandse bezuinigingsbeleid is de aard van de bezuinigingen, niet het bezuinigen op zich.

Economen spreken elkaar (en soms zichzelf) tegen en zijn daardoor niet in staat om de politiek te adviseren. Er zijn natuurlijk ook goede uitzonderingen, maar voor willekeurig welk soort beleid, is altijd wel een econoom te vinden die het verdedigt [6].

Meer macht naar Brussel?

De eurocraten denken dat het nodig is om meer macht te geven aan de Europese instituties in Brussel. De Duitse ministers Siegmar Gabriel en Wolfgang Schäuble hebben een plan ingediend bij de Europese Commissie dat het mogelijk maakt in te grijpen in het begrotingsproces van landen.

De eurolanden mogen, volgens dat plan, niet meer zelfstandig hun begroting opstellen, maar moeten deze laten goedkeuren door een nieuw te vormen Europese instantie – vergelijkbaar met de huidige Trojka.

Hoe slecht dit kan uitpakken, hebben we kunnen zien bij de vorige Europese Commissie. Incompetente bestuurders en regeringsleiders dwingen landen tot maatregelen die tegen de wil van de bevolking ingaan en grote schade aan de economie veroorzaken. Zij hoeven daarvoor geen verantwoording af te leggen en kunnen niet tot aftreden gedwongen worden.

Het grote probleem is dat een muntunie centrale coördinatie noodzakelijk maakt, maar dat er geen competent centraal bestuur is dat democratisch wordt gecontroleerd.

Het machtigste Europese instituut is op dit moment de Europese Raad – de regeringsleiders van de deellanden. Maar niemand kan hen naar huis sturen. Versterking van de IJzeren Kooi - meer macht naar centrale Europese instituties - die niet democratisch gecontroleerd worden - om bezuinigingen af te dwingen, is dan ook geen goede oplossing.

Zwakheid van links en de opkomst van het populisme

Er is geen effectieve oppositie tegen dit desastreuze economische beleid in Europa. Progressieve partijen hebben te weinig zelfvertrouwen en geloven zelf niet meer in de verzorgingsmaatschappij. Vakbonden in Frankrijk en België zijn een positieve uitzonderingen. Deze landen scoren in de top 3 met het aantal stakingsdagen (pdf).

Als conservatieve en liberale partijen aan de macht komen, maken ze gebruik van de situatie om de verzorgingsstaat af te breken om deze te vervangen door respectievelijk de ‘participatiemaatschappij’ en de ‘vrije markt’ – vaak met medewerking van links, zoals in Nederland en Duitsland.

Hierdoor hebben rechts-populistische partijen vrij spel. De burger aan wie niet is uitgelegd wat er werkelijk speelt, zoekt toevlucht bij partijen die wel een duidelijke ‘oorzaak’ aanwijzen: de islam, de buitenlander of bureaucraten in Brussel.

Niet alleen in Nederland, in heel Europa doen de rechts-populisten het goed: UKIP, FN, Pegida, AfD, FPÖ, Vlaams Belang, PVV, Forza Italia, De Gouden Dageraad – en zelfs in de rijke en stabiele Scandinavische landen krijgen zij steeds meer invloed.

Hierdoor blijven de werkelijke veroorzakers buiten schot: grote ondernemingen en multinationals, investeerders en de financiële wereld. Zij hebben baat bij goedkope en flexibel inzetbare arbeiders en vrijhandel zonder valutakosten. Overal in Europa destabiliseert hierdoor de democratie.

Eerlijk delen en loon naar werken

Ik wil niet in mineur afsluiten. Het was steeds mijn bedoeling bij het schrijven van deze serie over de eurocrisis om te laten zien dat de problemen niet onoplosbaar zijn – ook al lijkt dat wel vaak zo – mits je de juiste analyse maakt. Ik heb in deel 4 (over de gouden loonregel) en deel 6 (over de relatie tussen loon en deflatie) laten zien dat de oplossing binnen handbereik ligt.

Afschaffen van de euro helpt niet: dat zou de crisis alleen nog maar erger maken. De oplossing is ook niet gelegen in het afdwingen van meer discipline en hardvochtige hervormingen. Het inrichten van een federaal gezag in Brussel dat deze hervormingen kan afdwingen – een 'ijzeren kooi' - is ondemocratisch en zal de Europese samenleving nog verder ontwrichten.

Extra veel geld drukken – ‘geldverruiming’ - door de ECB helpt ook niet. Dat is alleen maar extra brandstof voor speculatie en leidt tot nieuwe zeepbellen. De deflatiespiraal kan alleen gestopt worden door loonsverhoging in landen met een hoge productiviteit zoals Duitsland en Nederland.

Behalve loonsverhoging in Noord-Europa moet nog meer gedaan worden. Dat mag niet leiden tot hogere schulden en hogere belasting in Nederland en Duitsland en verdragswijzigingen moeten ook vermeden worden.

Het ‘Bescheiden plan’ van Yanis Varoufakis is een goed voorbeeld. Er zijn dus wel alternatieven voor het huidige beleid [7], maar vreemd genoeg vertelt niemand dat de burger.

De oplossing voor de dubbele crisis in West-Europa, de destabilisatie van de democratie door populisme en de eurocrisis, is gebaseerd op een eenvoudig principe: eerlijke verdeling van de lasten en loon naar werken. Alleen dat zal de lucht uit het rechts-populisme kunnen halen.

Ik had zeven delen nodig om het economische verhaal van de eurocrisis te vertellen, maar het zal een stuk gemakkelijker zijn om althans de conclusie aan de mensen uit te leggen.

Voetnoten

[1] Loonmatiging, Hartz-IV en Agenda 2010 zijn neutrale termen, maar Günter Wallraff laat in zijn recent verschenen boek Die Lastenträger zien wat dit betekent in de praktijk. Vaste aanstellingen verdwijnen – ook in de auto-industrie – en worden vervangen door onzekere, tijdelijke aanstellingen. Met uitzondering van Bulgarije en Roemenië is nergens in Europa de ongelijkheid zo hard toegenomen als in Duitsland, schrijft Wallraff. Tot de jaren 90 stond het land bekend vanwege de soziale Marktwirtschaft en de sociale gelijkheid, vergelijkbaar met Scandinavië. De afgelopen tien jaar is Duitsland echter meer gaan lijken op de Angelsaksische landen.

[2] Zie bijvoorbeeld de documentaire Des Patrons et des Hommes, Un Film de Jean-Michel Meurice Deel I en II (gezien op Arte, 7 okt. 2014), waarin de naoorlogse economische geschiedenis van Frankrijk en Duitsland met elkaar vergeleken wordt. In Frankrijk is voortdurend strijd tussen bonden en werkgevers, in Duitsland werken zij juist samen.

[3] Sommige noemen de EU dan ook de EUSSR – maar deze vergelijking is misplaatst en onserieus: alles gebeurt openlijk en er is geen samenzweringstheorie nodig om te verklaren wat er gebeurt. De vergelijking met de USSR is ook om andere redenen onterecht: het gaat om een conservatieve ‘machtsgreep’ die niets met communisme te maken heeft. Ook wordt geen gewapend geweld gebruikt en is de persvrijheid niet in gevaar.

[4] De term komt van Max Weber: 'stahlhartes Gehäuse'.

[5] Hoe erg het was blijkt uit het feit dat de Nederlandse regering in het diepste geheim al bezig was met plannen voor herinvoering van de gulden. Dit was spelen met vuur: als dat toen was uitgekomen had dat het einde van de euro kunnen zijn.

[6] Voor een goede analyse van de oorzaak van dit probleem zie: Glasperlenspiel oder Ökonomie, Die wirtschaftspolitische Beratung verliert den Bezug zur Realität van Heiner Flassbeck (pdf). Voor mij is dit geen reden om de economie als geheel af te schrijven: economie is geen mysteriespel dat alleen voor ingewijden toegankelijk is. Enige zelfredzaamheid is wel vereist.

[7] Yanis Varoufakis heeft hiervoor een acroniem TATIANA bedacht: That Astonishingly There Is AN Alternative als variant op TINA There is no alternative, de beroemde uitspraak van Margaret Thatcher. Persoonlijk vind ik het niet zo geslaagd.


Alle afleveringen
  • Deel 1: Frankrijk is de zondebok
  • Deel 2: De prijs van hervormen
  • Deel 3: Europa’s knoflookgrens
  • Deel 4: Loondumping
  • Deel 5: Deflatie (1) – moeten we ons zorgen maken?
  • Deel 6: Deflatie (2) – Het Duitse model
  • Deel 7: Een IJzeren Kooi voor Europa


Verantwoording
  • Figuur 1: Data Eurostat: External balance of goods and services
  • Afbeelding: Detail De roof van Europa van Rembrandt van Rijn. Wikimedia.

Read more...

Bloggen in real time

Debatteren – als blogger vind ik dat niet zo makkelijk. Op Sargasso debatteren we natuurlijk heel veel, maar dan op ‘elektronisch-papier’. En papier is, zoals bekend, geduldig: je kunt rustig nadenken over je argumenten. Je maakt af en toe een voetnoot om je eruditie te bewijzen naar noodzakelijke uitleg die anders de draad van je betoog in de war zou brengen; en met een goed geplaatste hyperlink onder één woord kun je een lange alinea vervangen.

In een debat kan dat niet. Erger nog, debatteren doe je in real time. Je hebt meestal maar een paar seconden om te reageren en soms kun je maar beter niet reageren. Goede timing is essentieel. En het allerergste is dat je niets kan schrappen. Eens gesproken, altijd gesproken. Het enige voordeel van een debat is dat je geen spelfouten kan maken.

Toch ben ik zaterdag 13 december - na enig aandringen - naar een ‘debatnacht’ gegaan. Niet alleen om te luisteren maar ook om zelf te discussiëren in een panel. Ook al is schrijven veel makkelijker, het debat blijft toch trekken.

Afgelopen weekend was ik daarom op de Debatnacht in Rotterdam, georganiseerd door Arminius, om te discussiëren over het onvoorwaardelijke basisinkomen. Mijn tegenstander in dat debat was niemand minder dan mijn gewaardeerd collega blogger op Sargasso, Kees Alders a.k. ‘Klokwerk’.

Het neoliberalendebat

Het eerste debat dat ik bijwoonde ging over neoliberalisme [1]. Omdat het Zwarte Pietdebat meer mensen trekt dan zo’n insider-discussie over neoliberalisme was het niet druk. De discussie ging tussen Patrick van Schie, directeur van de Teldersstichting (VVD) en Paul Kalma, oud-directeur van de Wiardi Beckman Stichting (PvdA). Van Schie en Kalma werden beiden geassisteerd door een raadslid uit Rotterdam: George van Gent, oud-gemeenteraadslid van de VVD en Leo de Kleijn van de SP. Het zijn professionele debaters, dat was onmiddellijk duidelijk, die elkaar goed kennen en aan elkaar gewaagd zijn. Gespreksleider Francisco van Jole had moeite om het geanimeerde debat onder controle te houden.

Maar het debat was ook één grote spraakverwarring. Volgens Patrick van Schie is ‘neoliberalisme’ een verzinsel van de SP en andere linkse mensen die hun zin niet krijgen. Neoliberalisme wordt als scheldwoord gebruikt voor alles wat links verfoeilijk vindt.

Volgens Paul Kalma bestaat neoliberalisme wel degelijk en heeft deze ideologie vanaf begin jaren tachtig algemeen post gevat. Toen zijn de veranderingen begonnen die hebben geleid tot de grote economische crisis waar we nu midden in zitten.

Van Schie ontkent dat en beweert dat het neoliberalisme juist een compromis (dus toch geen scheldwoord?) is tussen het klassieke liberalisme dat de staat zo klein mogelijk wil maken (de ‘nachtwakerstaat’) en de sociaaldemocratie die het liefst alles door de staat willen laten doen.

Door alle spraakverwarring bleef onvermeld dat het begrip ‘neoliberalisme’ al in 1938 is bedacht tijdens een congres in Parijs. Op dit congres werd de crisis besproken waarin het liberalisme toentertijd verkeerde. De beurskrach en de daarop volgende Grote Depressie waren het gevolg van teveel liberaal laissez faire. Het negentiende-eeuwse liberalisme was aan vernieuwing toe.

De nieuwe naam voor dat nieuwe liberalisme was het weinig originele neo-liberalisme. Na de Tweede Wereldoorlog werd verder gewerkt aan de constructie van dit neoliberalisme in de Mont Pèlerin Society. Daarna is niet veel meer van het neoliberalisme vernomen. De Mont Pèlerin Society bestaat nog steeds, maar de naam werd door de eigenaren zelf niet meer gebruikt. Al in de jaren vijftig – voordat het een scheldwoord werd – noemen de leden van de Mont Pèlerin Society zichzelf niet meer neoliberaal. De redenen hiervoor zijn niet helemaal duidelijk [2], maar het komt ze waarschijnlijk wel goed uit: een naamloze vijand is moeilijker te bestrijden.


De verwarring tijdens het debat van die avond is typerend voor het neoliberalisme. Wat neoliberalisme is, zal altijd vaag blijven. Dat is natuurlijk ook precies de reden waarom Friedrich Hayek, Milton Friedman en de andere Mont Pèlerin-leden de naam niet meer gebruiken. Het neoliberalisme ging undercover. In Duitsland stond het neoliberalisme bekend onder de naam Ordoliberalisme. Ook die naam wordt niet meer gebruikt.

Omdat het geen negatieve klank heeft zoals neoliberalisme, vermelde Patrick van Schie dit laatste feit, om er mee aan te tonen dat het ‘echte’ neoliberalisme niet asociaal is. Hij sprak het woord nadrukkelijk op zijn Duits uit: Ordoliberalismus.

De ordoliberalen groeperen zich vanaf de jaren vijftig onder de naam Sociale Markwirtschaft. ‘Sociaal, ziet u wel, net als sociaaldemocratie!’ Onbedoeld laat van Schie zo zien dat het neoliberalisme als een kameleon zijn kleur aanpast aan het politieke klimaat waarin het opereert.

Ondertussen zijn veel neoliberale ideeën gemeengoed geworden, zonder dat men zich van de herkomst bewust is. Dagelijks worden we gewezen op de noodzaak om te ‘hervormen’ om de eurocrisis op te lossen. Door deze hervormingen moeten Zuid-Europese landen weer ‘competitief’ worden.

Ook in Nederland en Duitsland worden technocratische hervormingen voorgesteld, die er voor moeten zorgen dat we in de internationale concurrentiestrijd mee kunnen doen. Het zijn de ‘marktdokters’ die quasi neutrale, apolitieke marktoplossingen voorstellen, die altijd pijnlijk zijn. Voor deze hervormingen is dan ook geen alternatief zoals Margaret Thatcher ons al leerde.

Deze 'hervormers' zijn de nieuwe ‘progressieven’. Sociaaldemocraten die niet mee willen doen, worden weggezet als ‘conservatieven’. ‘Links’ en ‘rechts’ zouden verouderde begrippen zijn. VVD en D66 zijn als grote voorstanders van hervorming daarom 'het nieuwe links'. Deze gedaanteverwisseling is kenmerkend voor het neoliberalisme en dit debat was een mooie demonstratie.

Na afloop van het debat bedenk ik wat ik aan van Schie had willen vragen: waarom hij denkt dat neoliberalen hun naam hebben afgezworen. Maar u begrijpt het al, in real time dacht ik daar natuurlijk niet aan, en eigenlijk weet ik het antwoord ook wel.

De rafelranden van de democratie

Daarna ben ik gaan kijken naar de presentatie van het boek Wat te doen met antidemocratische partijen? De oratie van George van den Bergh uit 1936 met Paul Cliteur, René Cuperus, Arendo Joustra en Bastiaan Rijpkema en als ‘tafeldame’ Sandra Phlippen, hoofdredacteur van het economenvakblad ESB.

Het boek is een heruitgave van de bijna vergeten oratie van George van den Berg. Met deze dappere oratie was van den Berg een van de eersten die pleitten voor een verbod op antidemocratische partijen zoals de NSB. Het is een actueel onderwerp, want net als in de jaren voor de oorlog zijn er nu opnieuw partijen die de grenzen opzoeken van de democratie.

Mag je pleiten voor het invoeren van de sharia, of scanderen dat er minder Marokkanen moeten komen zoals Geert Wilders deed? Sandra Phlippen had na afloop van de presentatie van René Cuperus een opmerkelijke vraag aan laatstgenoemde: of hij niet dacht dat een goed functionerende democratie een voorwaarde is voor het kapitalisme? Zij dacht zelf van wel.

De presentatie was voor mij voldoende reden om de heruitgegeven oratie van van den Berg te kopen – misschien wel vanwege die vraag van Sandra. In de inleiding lees ik dat aan de politieke carrière van van den Berg een einde is gekomen door de ‘crisismaatregelen van een van de kabinetten van Hendrik Colijn (Anti-Revolutionaire Partij). Dat kabinet wilde drie procent bezuinigen op de salarissen van ambtenaren in provincies en gemeenten. 'Van den Berg stemde uiteindelijk onder grote druk [hiermee] in’.

Zo ging bezuinigen in die tijd: ondanks de hoge werkloosheid die het veroorzaakte, werd deflatie van de gulden noodzakelijk geacht om de munt in de goudstandaard te houden. Nergens heeft de crisis zo hard toegeslagen als in Nederland. Nu hebben we de euro en wordt medewerking van sociaaldemocraten gevraagd om de een na de andere pijnlijke bezuiniging erdoor te drukken. Dat zou nodig zijn om de euro te behouden [3]. Plus ça change, plus c'est la même chose [4] zeggen de Fransen - zouden ze daarom niet willen hervormen?

Heel ouderwets alles eerlijk delen

Later in de avond ben ik zelf aan de beurt en mag ik uitleggen waarom ik denk dat het onvoorwaardelijk basisinkomen niet zo’n goed idee is. Hakkelend worstel ik me door het debat heen. Zoals ik had verwacht, is schrijven iets heel anders dan spreken en debatteren.

Ik hoop dat ik een beetje heb kunnen overbrengen waarom het geen goed idee is. Het grote probleem met dit onderwerp is dat mijn argumenten zo ingewikkeld zijn: hoe leg je uit waarom het belangrijk is dat de loongroei gelijk op moet gaan met de productiviteitsgroei? Wat heeft volledige werkgelegenheid daarmee te maken en hoe bereik je die?

Na veertig jaar neoliberaal beleid en neoliberale indoctrinatie, gelooft niemand meer dat dit nog mogelijk is. De verzorgingsstaat is afgeschreven, zelfs door de sociaaldemocraten die regeren met de VVD en nu een ‘participatiesamenleving’ nastreven, wat dat dan ook mag betekenen.

Werkloosheid zal nooit helemaal verdwijnen, maar de meeste mensen willen werken en het rigide controlesysteem dat nu moet worden opgetuigd om mensen weer aan het werk te krijgen, is bij (bijna) volledige werkgelegenheid niet meer nodig.

Het probleem is niet dat mensen niet willen werken, maar dat er geen werk is. Het onvoorwaardelijk basisinkomen is een dure bureaucratische en kunstmatige oplossing die voor nieuwe economische problemen zal zorgen. Ook zal de controle niet verdwijnen, maar zich verplaatsen van de uitkeringstrekkers naar de belastingbetalers, want de belasting zal fors omhoog moeten.

De oorzaak van de werkloosheid moet worden aangepakt: de ongelijke verdeling van dat wat wij als maatschappij produceren. Dankzij de neoliberale revolutie van de afgelopen veertig jaar gaat een steeds groter aandeel daarvan naar het kapitaal en krijgen de arbeiders steeds minder. Klinkt ouderwets misschien, maar daarom is het nog niet conservatief of rechts. Plus ça change …

Ik vrees dat dat allemaal niet is overgekomen in het debat met Kees. Ik neem me voor binnenkort maar weer een lijvig stuk van 2000 woorden te schrijven, desnoods in meerdere delen en met veel voetnoten en links, waarin ik uitleg waarom het basisloon zo’n slecht idee is. Misschien had ik toch maar beter naar de Masterclass overtuigend debatteren kunnen gaan, die eerder die avond werd gehouden.

Mij werd die avond ook duidelijk dat de drie debatten die ik bijwoonde iets gemeen hadden. De jaren dertig, de jaren tachtig en het heden worden gedomineerd door een ernstige economische crisis. Tijdens de Grote Depressie werd door Colijn over de rug van werklozen de gulden in de goudstandaard gehouden. In de jaren tachtig, toen de neoliberalen aan de macht kwamen, is de economie steeds onstabieler geworden [5]. De voorstanders van het basisinkomen denken dat dat komt door het in gebreke blijven van de verzorgingsstaat. De verzorgingsstaat is volgens hen een achterhaald, ouderwets idee van verstokte sociaaldemocraten.

Uiteindelijk gaan al deze discussies over maar een ding: wie over het geld gaat is de baas. Als het niet (meer) eerlijk verdeeld wordt, zijn mensen bereid geweld te gebruiken, zoals de fascisten in de jaren dertig. Voor democratie is dan geen plaats meer.

Voetnoten

[1] Wat volgt schrijf ik op uit mijn herinnering. Ik heb geen aantekeningen gemaakt en aanhalingstekens duiden niet op letterlijke citaten.
[2] Voor een goed overzicht van deze geschiedenis zie: Merijn Oudenampsen Mistvorming rond neoliberalisme. Dit is een recensie van het boekje van Patrick van Schie. Waarschijnlijk heeft de naamsverandering te maken met het feit dat in de VS de term liberal gebruikt wordt voor links. In Amerikaanse oren klinkt neoliberal daarom als nieuw links. En links zijn neoliberalen zeker niet!
[3] Maar de eurocrisis kan niet worden opgelost door de euro af te schaffen, dat kon toen met de goudstandaard wel.
[4] Alles verandert, toch blijft alles bij het zelfde.
[5] Een klein overzicht van neoliberale crises:
  • Recessie in jaren 80 die begon met de rente verhoging van Paul Volcker.
  • Japanse vastgoedcrisis 1986–2003
  • Zwarte Maandag 1987
  • Savings & Loans crisis in de jaren 80 in de VS
  • Zweedse bankcrisis 1990
  • Mexicaanse crisis 1994
  • Azië crisis 1997
  • Russische crisis 1998
  • Argentijnse crisis 1999–2002
  • Dotcomcrisis 2001
  • Kredietcrisis 2008
  • Eurocrisis 2010
Tot de jaren zeventig waren er geen grote crises. De oliecrisis in de jaren zeventig had een andere oorzaak.

Read more...

De eurocrisis is weer terug (6): Deflatie (2) - het Duitse model

>> Thursday, December 18, 2014


In de vorige aflevering heb ik laten zien dat de problemen van deflatie vaak worden onderschat. In dit tweede deel over deflatie leg ik uit dat deflatie het beste bestreden kan worden door de oorzaak ervan aan te pakken. Er is welbeschouwd, geen reden waarom we geen einde kunnen maken aan deflatie en aan de eurocrisis.

Deflatie is een neerwaarts gerichte loon-prijsspriraal. In een krimpende economie is er te weinig vraag naar producten en diensten waardoor lonen en prijzen dalen.

Bij de tegenhanger van deflatie – inflatie – kan de centrale bank de opwaardse loon-prijsspriaal doorbreken door de rente verhogen. Doordat geld lenen dan duurder wordt zal de economie afkoelen of zelfs in een recessie raken. De verhoging van de rente naar 20% (!) heeft begin jaren tachtig effectief een einde gemaakt aan de inflatie, door de diepe recessie die dit veroorzaakte.

Het is voor een centrale bank veel lastiger om een eind te maken aan deflatie omdat de rente niet meer verlaagd kan worden omdat zij al op 0% staat. Eigenlijk zou de rente dus negatief moeten zijn maar dat is praktisch natuurlijk onmogelijk [1].

Economen noemen de situatie waarin de Europese [2] economie nu verkeert een ‘liquiditeitsval’. Centrale banken proberen de economie uit het dal te tillen door meer geld in omloop te brengen. Hierdoor hoopt men dat de investeringen toenemen, zodat lonen en prijzen weer gaan stijgen.

Figuur 1 Rente die banken betalen voor een lening van de Amerikaanse centrale bank (FED). In de jaren tachtig was de rente extreem hoog om inflatie te bestrijden, nu is de rente zo goed als nul.

Echt goed werkt dit niet. Er komt wel meer geld in omloop, maar het wordt nauwelijks gebruikt voor de gewenste investeringen en de inflatie blijft laag zoals blijkt in figuur 4. Er zijn ook aanwijzigingen dat geldverruiming de prijs van grondstoffen en aandelen opdrijft. Zeker is dat het extra geld nauwelijks in de economie van de gewone burger terecht komt. Het beste dat je er van kan zeggen is dat het een beetje helpt.

Het Duitse model

Tot nog toe heeft de Europese centrale bank veel minder gebruik gemaakt van geldverruiming dan de Amerikaanse centrale bank. In de Verenigde Staten is geldverruiming een normale geaccepteerde methode, maar in Europa stuit dit op grote weerstand.

De Europese economie is ingericht naar Duits model: de centrale bank is de hoeder van het geld, maar zij heeft slechts één functie: het bewaken van prijsstabiliteit. Volgens deze filosofie mag een centrale bank de hoeveelheid geld niet manipuleren om de economie te stimuleren. Ook mag de politiek op geen enkele manier invloed uitoefenen op de centrale bank. Daarom is het niet toegestaan dat de centrale bank geld uitleent aan een overheid.

Figuur 2 Balans van de Europese centrale bank. Na aanvankelijke groei neemt de hoeveelheid geld toch weer af. De ECB aarzelt met geldverruiming.

De economie moet door marktwerking en geheel op eigen kracht weer gaan groeien. In het Duitse economische denken is er maar één goede manier om een economie goed te laten werken: door het de markt zelf te laten doen. Dit komt voort uit een typisch Duitse vorm van neoliberalisme, het ordoliberalisme.

De ordoliberalen gaan – zoals alle neoliberalen – uit van een centrale positie van de markt. In deze filosofie past het niet dat de overheid geld leent om daarmee de economie te stimuleren, want daarmee veroorzaak je alleen maar een Strohfeuer: een korstondige opleving die niet beklijft.

Ook mag de staat niet ingrijpen in het prijsmechanisme door bijvoorbeeld de rente te manipuleren of zich met de loonontwikkeling te bemoeien. Het is de taak van de staat om door middel van ordnungspolitische Maßnahmen optimale condities te scheppen voor marktwerking. Een van die voorwaarden voor een optimale marktwerking is dat de staat een sluitende begroting heeft.

Figuur 3 Rente die banken betalen voor een lening van de Europese centrale bank (ECB).

Schwarze Null en Schuldenbremse

Ook in Nederland heeft deze manier van denken grote invloed [3]. De Nederlandse regering heeft de afgelopen jaren een recordbedrag bezuinigd: maar liefst zesenveertig miljard euro.

Maar de Duitsers spannen de kroon met hun zuinigheid. Want ondanks het kleine overschot op de overheidsbegroting, weigert de Duitse staat geld vrij te maken voor achterstallig onderhoud. Wegen en bruggen verbrokkelen [4] en er is geen geld om de Energiewende te financieren.

Dat daarvoor geen geld is, komt omdat Wolfgang Schäuble bezig is om een droom van alle Duitse ministers van Financiën tot vervulling te brengen. Hij is de eerste minister sinds 1969, die de kasboeken van de Duitse staat met een schwarze Null kan afsluiten. De Duitse staat geeft precies evenveel uit als er binnenkomt.

Sinds kort is dit zelfs in de grondwet opgenomen: de staat moet een sluitende begroten hebben en mag alleen in uiterste noodgevallen geld lenen. In de wandelgangen staat deze wet bekend als de Schuldenbremse (‘schuldrem’). In Duitsland kan dus zelfs de rechter zich bemoeien met het economisch beleid. Het feit dat het in de grondwet is opgenomen bewijst dat dit een door de Duitse bevolking breed gedragen maatregel is.

Strohfeuer

Ook manipulatie van de rentestand wordt afgekeurd in het Duitse model. Rente is ‘de prijs van geld’ en door deze kunstmatig laag te houden, zou de ECB het prijsmechanisme verstoren.

De lage rente die Zuid-Europese regeringen nu voor hun staatsleningen betalen, is volgens het Duitse model verkeerd omdat hierdoor de druk om te hervormen wegvalt. Alleen door hervormen kan de economie weer sterker worden en zal marktwerking voor groei zorgen. Al het andere is slechts een Strohfeuer.

De Duitsers weten dit uit eigen ervaring. Het Wirtschaftswunder is niet met ‘makkelijk geld’ bereikt, maar door zuinigheid en tüchtige Arbeit. ‘Erst sparen, dann kaufen!‘ is het Duitse motto. Wat ze daarbij vergeten, is dat ze dat deden op een moment dat in andere landen de economie op volle toeren draaide en er dus een markt was voor de Duitse export.

Als een mantra wordt daarom steeds weer herhaald dat landen hun economie moeten hervormen.

Figuur 4 Inflatie in de eurozone.

Neomercantilisme

Hervormen is een combinatie van enerzijds gunstige maatregelen voor bedrijven om hun winstgevendheid te vergroten en anderzijds voor werknemers onplezierige maatregelen, zoals minder baanzekerheid (‘flexibiliteit’) en loonmatiging.

In Zuid-Europa is loondaling zelfs expliciet het doel. Deflatie is in Zuid-Europa dan ook geen vervelend bijverschijnsel maar een doel op zich. De eufemistische term hiervoor is ‘interne devaluatie’ (devaluatie binnen dezelfde valuta).

De waanzin van het economisch beleid in Europa is dat Duitsland en Nederland andere landen geen kans geven om het geld te verdienen waarmee ze hun schuld aan Duitsland en Nederland zouden kunnen afbetalen.

Dit is een vorm van neomercantilisme: landen worden gezien als ondernemingen die in een onderlinge concurrentiestrijd zoveel mogelijk winst proberen te maken. Wat een land ‘verdient’ is het overschot op de betalingsbalans. Wie het meest concurrerend is haalt het grootste marktaandeel (handelsoverschot) en komt als ‘winnaar’ uit de strijd. De verliezers staan bij hem in het krijt.

‘Rijden met de handrem erop’

Terwijl de ECB bezig is (met ontoereikende middelen) de deflatie te bestrijden, is de overheid bezig om deflatie te veroorzaken. Dit is dus de waanzin: aan de ene kant is de centrale bank bezig om de economie te stimuleren, terwijl aan de andere kant de politiek op de Schuldenbremse trapt. Het is als ‘rijden met de handrem er op’: het genereert veel politieke rook, maar de economie komt nauwelijks vooruit.

Hervormen is de oorzaak van de deflatie in de eurozone. Deflatie [5] is het resultaat van economisch beleid. Het is geen vervelend bijverschijnsel, maar doel op zich, althans in Zuid-Europa.

De klacht over gebrek aan hervormingswil in Zuid-Europa en Frankrijk is dan ook een omkering van de werkelijkheid, want hervormen verergert de eurocrisis. Duitsland is niet het goede voorbeeld voor andere landen maar de bron van de problemen.

Willen of kunnen?

Het is niet moeilijk om in te zien wat er moet gebeuren om te zorgen dat we uit de negatieve loon-prijsspiraal komen om een eind te maken aan deflatie.

De lonen in de Noord-Europese landen moeten omhoog. Alleen door een loonstijging kan de negatieve loon-prijsspiraal gestopt worden. Tot deze conclusie was ik eerder al op een andere weg gekomen: de oplossing om uit de eurocrisis te komen is flinke loonsverhoging in Noord-Europa en gelijkblijvend loon in Zuid-Europa.

Daarnaast is het nodig dat de Europese overheid geld leent voor investeringen. Dat het investeringspeil zo laag ligt, komt niet omdat Europa “af is”, want er is genoeg werk te doen. Er is veel achterstallig onderhoud aan de Duitse infrastructuur. Ook willen de Duitsers omschakelen van kernenergie op duurzame energie [6].

En laten we ook niet vergeten dat we ons moeten voorbereiden op de klimaatverandering. Deze investeringen zullen de Duitse economische motor weer op gang brengen. Het zou een mooie gelegenheid zijn voor de Duitsers om te laten zien hoe sterk die Duitse economische motor is door de Europese economie uit het dal te trekken. Dat zou, anders dan de schwarze Null, echt een prestatie van formaat zijn.

Ook vakbonden spelen hierbij een belangrijke rol. In Europees verband moet worden afgesproken dat bonden in Zuid-Europa pas op de plaats maken. Maar zij moeten er dan op kunnen vertrouwen dat bonden in Noord-Europa de komende jaren flinke loonsverhogingen gaan eisen.

Dat de crisis maar niet over wil gaan, komt niet omdat we er niets aan kunnen doen. We kunnen genoeg doen om een einde te maken aan de eurocrisis, maar mercantilistische oogkleppen en de resulterende race om het handelsoverschot verhinderen ons om te zien wat er gedaan moet worden.

Men schroomt in te grijpen in de loonontwikkeling. De staat mag geen geld lenen om te investeren in de economie (‘Strohfeuer). Er is nu geen samenhang tussen monetair beleid en de politiek (‘rijden op handrem’). We doen het niet, niet omdat we het niet kunnen, maar omdat we niet willen.

Deze serie over de eurocrisis wordt eind dit jaar afgesloten met een slotaflevering.

Voetnoten

[1] Dit is niet moeilijk in te zien: als de rente negatief zou zijn kost het geld om geld op de bank te laten staan. Mensen zullen het van bank halen om het weer tussen het linnengoed te bewaren. Voor banken heeft de ECB inmiddels wel negatieve rente ingesteld: maar die zijn dan ook gedwongen om hun geld dat niet wordt geinvesteerd op een rekening van de ECB te storten.
[2] Ik spreek over Europa, Zuid- en Noord-Europa, maar feitelijk gaat het over de eurozone.
[3] Lex Hoogduin illustreerde dit onlangs heel mooi met een uitspraak in het FD van 4 dec: ‘Verdere verlaging van rentes leidt tot zeepbellen en drukt groeipotentie economie’. Een economie heeft dus ‘groeipotentie’ (wat dat dan ook mag zijn) die vergroot moet worden, niet met geld maar door ‘hervormen’.
[4] Aftakeling Duitse wegen en bruggen vormt ook schadepost voor Nederlandse ondernemingen. FD 24 okt 2014, p9.
[5] En het zelfde geldt natuurlijk ook voor het omgekeerde: inflatie.
[6] Duitsland stookt nog steeds bruinkool: de meest vervuilende methode van energieopwekking die bovendien grote kraters slaat in landschap. Hele landschappen worden vernietigd. Ook buurland Nederland ondervindt hiervan hinder door grondwater daling. Zie: TNO-rapport 2007-U-R0225/B

Eerdere afleveringen
  • Deel 1: Frankrijk is de zondebok
  • Deel 2: De prijs van hervormen
  • Deel 3: Europa’s knoflookgrens
  • Deel 4: Loondumping
  • Deel 5: Deflatie (1) – moeten we ons zorgen maken?


Verantwoording

Fig 1: Bron data: Federal Reserve Economic Data
Fig 2: Bron data: ECB
Fig 3: Bron data: ECB
Fig 4: Bron data: OECD
Foto: CC, Joel Abroad: Cheap market, Chinatown, Flickr

Read more...

De eurocrisis is weer terug (2): de prijs van hervormen

>> Wednesday, November 5, 2014

Na zes jaar is de eurocrisis nog niet voorbij. Eerder dit jaar dacht iedereen dat het over was. Maar de paniek in oktober toen de beurskoersen met bijna tien procent daalden, de stijgende rente voor Griekse staatsobligaties en de aanhoudende problemen in Frankrijk en Italië laten zien, dat we er nog lang niet zijn. Wat doet Europa om uit de crisis te komen?

Europese politici geloven niet dat makkelijke maatregelen en ‘goedkoop geld’ een oplossing zijn voor de crisis want dat is 'Wachstum auf Pump' (groei op krediet) zoals Angele Merkel het noemt. Alleen hervormen is goed. ‘Hervormen’ houdt in dat voor werknemers vervelende en voor bedrijven gunstige maatregelen worden genomen. Voor werknemers komt dat neer op loonmatiging, verlies van zekerheden (‘je moet flexibel zijn’) en afbouw van dure sociale voorzieningen. Voor bedrijven betekent het minder regels en aanpak van ‘vastgekoekte structuren’ in de maatschappij.

In deze aflevering bespreek ik het resultaat van dit hervormen en bezuinigen. Onder resultaat versta ik dat wat voor gewone mensen belangrijk is: banen.

Het Stabiliteits en Groeipact

Het belangrijkste mechanisme waarmee in Europa wordt vorm gegeven aan dit hervormen is het Stabiliteits en Groeipact: de staatsschuld mag niet groter zijn dan 60 % van het Bruto Binnenlands Product (BBP) en het tekort mag niet groter dan 3%. Tot 2008 voldoen de meeste landen aan deze criteria. Dat lukt echter niet meer na de kredietcrisis op Wall Street. De (deels extreme) tekorten nemen daarna in eerste instantie weer af, maar de afname is in enkele gevallen, zoals Frankrijk en Italië, onvoldoende.

Figuur 1: Begrotingstekorten van eurozone landen. In 2009, na kredietcrisis, lopen de tekorten hard op.

De crisis slaat een groot gat in de begroting van de meeste Europese landen. Omdat Nederland een relatief grote banksector heeft wordt het zwaar getroffen In Frankrijk is het nog erger en ook Duitsland krijgt een klap.

Figuur 2: Begrotingstekorten lopen op. Duitsland herstelt zich snel, Nederland kan met moeite en Frankrijk kan niet meer aan de norm van het Stabiliteits en Groeipact voldoen. De getallen voor 2014 en 2015 zijn verwachtingen.


Het lukt Duitsland om de tekorten snel terug te brengen. Nederland heeft er meer moeite mee en Frankrijk lukt het niet en dat zal ook niet lukken de komende jaren.

De prijs van hervormen

Dat Frankrijk en Italië aarzelen met bezuinigen is niet zo vreemd want kijk maar eens wat de vruchten zijn van de hervormingen. De landen die het hardst hebben bezuinigd en hervormd omdat ze gedwongen werden, hebben de hoogste werkloosheid in Europa:

Figuur 3: Werkloosheidspercentage in het zuiden van Europa en Ierland.

De werkloosheid in al deze landen is minstens verdubbeld en Griekenland en Spanje zijn op een niveau gekomen dat vergelijkbaar is met de Grote Depressie.

Maar ook in de landen waar het relatief wat beter gaat hebben de bezuinigingen gevolgen gehad:

Figuur 4: Werkloosheidspercentage van de ‘sterke’ landen in het noorden van Europa.

Opmerkelijk is dat de werkloosheid in Duitsland juist vóór de kredietcrisis erg hoog was en juist erna is afgenomen terwijl deze in de andere landen toenam. Ik zal in het volgende artikel hier op terugkomen. In Nederland is de werkloosheid eerst relatief laag, maar na een eerste voorzichtige daling begint zij eind 2010 plotseling flink op te lopen. Want ondanks het feit dat de totale schuldenlast relatief laag is en de economie nog redelijk draait (gezien het lage aantal werklozen), moest bezuinigd worden om het begrotingstekort omlaag te brengen. In Finland en Frankrijk stagneert de werkloosheid op een hoog niveau.

Er valt nog iets op in deze figuur: tot 2010 is de Nederlandse economie is gekoppeld aan Duitsland. Gaat het goed in Duitsland dan gaat het goed bij ons. In 2010 verbreekt deze koppeling: Nederland moet zijn veel te grote banksector redden waardoor de overheidstekorten hoog oplopen. We moeten meer bezuinigen dan de Duitsers. Een tweede reden is waarschijnlijk de vastgoedbubbel waardoor de Nederland burger ‘onder water’ komt te staan. Ook dat heeft grote impact op de economie door de dalende consumptie die hiervan het gevolg is.

Geen succes

Hoe slecht Europa en vooral de eurozone het doet is goed te zien door de werkloosheid uit te zetten tegen de andere ontwikkelde industrielanden, de OESO landen:

Figuur 5: werkloosheid van industriële landen en Europa met elkaar vergeleken.

Ook voor de OESO als geheel is het beeld niet goed: na een aanvankelijk scherpe toename van de werkloosheid door de kredietcrisis neemt de werkeloosheid tergend langzaam af, maar voor de eurozone als geheel is het resultaat nog veel slechter. Er is sprake van twee perioden van grote toename: in 2009, en daarna nogmaals in 2011-2012, tijdens de eurocrisis dus.

Dit is niet het beeld van succesvol beleid. Integendeel. Alleen in Duitsland is sprake van afname van werkloosheid. Duitsland wordt dan ook alom geprezen en Duitsland dringt er bij andere landen dan ook op aan dat voorbeeld te volgen: hervormen en bezuinigen zoals ze dat zelf tien jaar geleden hebben gedaan. Maar de Duitse aansporingen beginnen steeds wanhopiger te klinken. Er is wel degelijk hervormd in Europa. De vraag is of een medicijn dat de afgelopen jaren blijkbaar niet heeft gewerkt wel zal werken als de dosis wordt verhoogd.

Discipline

Landen die weinig macht hebben of die hulp nodig hebben van de ‘sterke landen’ en van de ECB, omdat ze zelf niet meer kunnen lenen op de geldmarkt (Ierland, Spanje, Portugal en Griekenland), kunnen worden gedwongen om te bezuinigen en te hervormen. Nederland wil zelfs dat zondaars automatisch een boete krijgen. Voor grote landen gelden echter andere regels.

Dat het niet werkt is inmiddels duidelijk, maar waarom houdt men er dan toch aan vast? Het heeft in ieder geval niets met economie te maken. In de eerste plaats gaat het om reputatie: nu terugkomen op maatregelen die miljoenen mensen tot armoede hebben gebracht, is voor politici geen optie.

Ook zijn de politiek en de media zijn geobsedeerd door de staatsschuld: het verhaal van ongedisciplineerde zuiderlingen die van het dolce vita genieten enerzijds en de hardwerkende mieren in het noorden van Europa anderzijds valt beter te begrijpen dan de werkelijkheid. De eurocrisis wordt bestreden door de begrotingstekorten ’onder controle’ te brengen. Ook is het voor iedereen direct duidelijk dat hervormingen noodzakelijk zijn.

Bij al deze aandacht voor de uitgaven (het enige aspect dat je goed kan controleren) wordt vergeten dat het ook om inkomsten gaat, die moeilijker onder controle te brengen zijn, omdat die afhankelijk zijn van de conjunctuur. Belasting verhogen is slecht voor de economie, dus dat kan ook niet. De resultaten zijn er naar: door de bezuinigingen krimpt de economie en de werkloosheid loopt op.

Staatsschuld staat ook symbool voor de angst om greep te verliezen. Het neoliberale idee dat politici stemmen kopen door maatregelen te nemen die gunstig zijn voor hun achterban, waardoor de staatsschuld verder oploopt. Je ziet het op sites als Z24 waar angstvallig naar de staatsschuld wordt gekeken. Men roept om discipline. Frankrijk moet meer discipline tonen en als het dat niet doet, grijpt men naar juridische middelen. Een boete. De discussies over de staatsschuld van Frankrijk gaan vaak meer over recht en psychologie dan over economie.

De crisis is weer terug

De werkelijkheid zit natuurlijk ingewikkelder in elkaar zit dan het simpele model dat de politiek in Europa hanteert. Onderzoek dat de relatie tussen de hoogte van de staatsschuld en de economie zou bewijzen is in diskrediet gebracht. Een oplopende staatsschuld (binnen redelijke grenzen natuurlijk) is niet altijd slecht voor de economie. Wat wel vast staat is dat door bezuinigingen de economie krimpt.

Dat het ingewikkeld er is blijkt ook uit het recente nieuws over Duitsland. Ondanks het feit dat de overheidsbegroting sluitend is gaat het toch niet goed met de economie in Duitsland. In het eerste kwartaal kromp de Duitse economie en het economische onderzoeksinstituut IFO heeft afgelopen maand een slecht cijfer gegeven voor de Duitse economie.

Het gaat veel minder goed dan iedereen had verwacht. Juist in Duitsland, het land dat de motor van de Europese economie is, het meest competitieve land. Hoe kan dat?

In het volgende deel ga ik nog wat verder in op de gevolgen van bezuinigen en hervormen. Dan zal duidelijk worden dat deze crisis niets te maken heeft met discipline maar alles met beleid, waardoor de Europese economie nog verder het moeras in zakt.

Verantwoording

Figuur 1: Eurostat (tabel: gov_10dd_edpt).
Figuur 2: Eurostat (tabel: gov_10dd_edpt). De Voorspelling 2014 en 2015: NL en DE: OECD Outlook May 2014), en Frankrijk: Dijsselbloem in de Tweede Kamer. De OECD getallen zijn van mei dit jaar en zullen mogelijk naar beneden bijgesteld worden.
Figuur 3 t/m 5: Bron: OECD (DatasetCode=STLABOUR)

Read more...

Mathijs Bouman verkoopt praatjes over economie

>> Thursday, October 23, 2014

Geupdate op 24 oktober met antwoord van Mathijs Bouman.

Ik zag het gisteren op het RTL4 nieuws voorbij komen terwijl ik eten stond te koken. Ik kon niet geloven, daarom heb ik het op Uitzending Gemist nog maar eens gecontroleerd, maar hij zegt het echt.



Dit is Mathijs Boumans commentaar op het Franse tekort op de overheidsbegroting:

Mathijs Bouwman: Moet je je voorstellen sinds we de euro hebben zijn we eigenlijk een gezin in Europa met één creditcard. Ja en je kunt dan geen afspraken maken over wat je met die creditcard gaat doen. Dan gaat iedereen heel veel geld uitgeven en dan sta je heel erg rood. Of je kunt wel van te voren afspraken maken over wat mag je nou wel en wat mag je nou niet met die creditcard betalen en we hebben af en toe overleg hoeveel geld we willen uitgeven en als je je daar niet aan houdt, als zoontje of als moeder of als vader dan krijg je een straf. Zo'n stelsel hoort er bij als je een munt hebt.

Nieuwslezer: En dus heeft Frankrijk heel wat uit te leggen op de euro top die morgen begint.

Dit soort bagger gaat door voor economisch commentaar. Het is onvoorstelbaar: hij is econoom, journalist bij het Financieel Dagblad en commentator voor RTL.

Ik heb al vaker over metaforen in de econcomie geschreven. Dit is de metafoor 'de economie als gezin'. Mathijs Bouman laat hier zien hoe deze foute metaforen de wereld in komen: 'deskundigen' zoals hij vertellen het aan de mensen.

Voor wie helemaal niets weet van economie: de begroting van een land is niet vergelijkbaar met de begroting van een huishouden. Een land (of een continent) is geen gezin. Het tekort op de Franse begroting wordt veroorzaakt door economische problemen waardoor de staat minder belasting ontvangt en meer geld moet uitgeven aan uitkeringen. Het heeft helemaal niets te maken met gebrek aan discipline. Als een gezin te veel uitgeeft moet het bezuinigen en dat heeft geen gevolgen voor de economie. Maar als de Franse regering gaat bezuinigen heeft dit wel gevolgen voor de economie: die zal dan nog verder krimpen. In alle landen in Europa stagneert de economie omdat regeringen precies dat doen wat Bouman hier adverteert: ze proberen een sluitende begroting te maken. Het gevolg is dat overal in Europa mensen werkloos thuis zitten, dat jongeren die van school komen geen baan kunnen vinden en dat ouderen gekort worden op hun pensioen. Maar Bouman vertelt liever sinterklaasverhaaltjes over de economie dan dat hij probeert uit te leggen wat er werkelijk aan de hand is.

Ik begrijp dat dat moeilijk is in een commentaar van één minuut, maar als hij dat niet kan dan is dat nog geen reden om een sinterklaasverhaaltje te vertellen. Wittgenstein zei al eens: 'Van dat, waarvan men niet kan spreken, moet men zwijgen'.


Update 24 oktober 2014:

Mathijs Bouman heeft via twitter op mijn stukje gereageerd:


en:

Toen ik hem er op wees dat de eurocrisis geen 'free-rider problemen is antwoordde hij tot mijn verrassing:

Dit verbaast mij oprecht want de begrotingsproblemen worden op het nieuws altijd in de context van de eurocrisis gebracht. Maar volgens Mathijs Bouman is dat niet terecht. Elk land moet zich houden aan begrotingsregels, ook Frankrijk. Daarom is de metafoor wel juist gekozen:

en:

Ik zal de komende dagen uitgebreider antwoorden in één of meerdere artikelen op Sargasso.

Read more...

About This Blog

  © Blogger templates Sunset by Ourblogtemplates.com 2008

Back to TOP