Showing posts with label Duitsland. Show all posts
Showing posts with label Duitsland. Show all posts

Quote du jour | Een verouderde staatsvorm

>> Saturday, July 9, 2016

Deze post is eerder verschenen als Quote du Jour op Sargasso.

“Diese veraltete Staatsform braucht kein Mensch mehr. Also: Weg mit dem Drecks-Gangster-Pack [das uns im Moment regiert].”
Deze woorden werden uitgesproken door een spreker, direct nadat een vertegenwoordiger van de “Duitse PVV”: Alternative fur Deutschland, Roland Ulbrich, een speech had gehouden. (*) Met 'verouderde staatsvorm' bedoelt hij de parlementaire democratie. Waardoor deze vervangen moet worden is niet duidelijk, maar het gaat niet om invoering van een districtenstelsel. Hij wil een soort Nürnberg tribunaal om de 'volksverraders' te berechten.

Hoewel het in Duitsland economisch beter gaat dan in de meeste andere Europese landen is er toch veel onvrede. Steeds meer Duitsers voelen zich niet meer vertegenwoordigd door hun regering die bestaat uit een coalitie van sociaal democraten (SPD) en conservatieven (CDU/CSU). Extreem rechts is nog zwak, maar het is te gemakzuchtig om en hen af te schrijven als een club idioten, zo stelt de auteur van het artikel waar ik dit citaat vond, Paul Simon. De AfD heeft goed gescoord bij de deelstaatverkiezingen in april dit jaar.

Read more...

Lessen van de eurocrisis. Les 1: wie is radicaal?

>> Saturday, August 1, 2015

Van een crisis kun je veel leren. Door observatie van een systeem dat onder druk staat, worden structuren en mechanismen zichtbaar die bij normaal functioneren verborgen blijven. Ook de eurocrisis zit vol met bijzonder interessant lesmateriaal. Les 1: Wie is radicaal?

Nu we weten hoe de Griekse crisis is afgelopen, kunnen we de vraag beantwoorden waar iedereen zich begin dit jaar zo druk over maakte: is Syriza radicaal? Matthijs Bouman had een goede definitie van radicaal gevonden: ‘een radicaal is iemand die de uiterste consequentie van een denkwijze aanvaardt’. Om de vraag te beantwoorden of Syriza een radicale partij is, moeten we dus weten of zij om haar zin te krijgen, aanvaardt dat Griekenland de eurozone verlaat.

Die vraag kunnen we nu ondubbelzinnig beantwoorden: nee, Syriza is niet radicaal. Integendeel zelfs: om in de euro te blijven heeft zij zelfs een nog strenger regime van bezuinigingen en privatisering geaccepteerd dan tot dan toe aan Griekenland was opgelegd.

Ook is duidelijk dat iedereen de verkeerde kant op keek: de echte radicalen blijken Duitsers en Nederlanders te zijn. Vooral Wolfgang Schäuble heeft zich ontpopt als radicaal in de betekenis van Bouman: hij was van begin af aan bereid om tot het uiterste te gaan en Griekenland uit de eurozone te gooien. Bovendien gaat het niet alleen om Griekenland want Schäuble brengt met zijn beleid de hele eurozone in gevaar.

In de meer traditionele betekenis van radicalisme [1] is ook Syriza een radicale partij: zij strijdt voor het recht van Griekenland om te beslissen over economisch beleid in eigen land. Dat een radicale partij zou winnen in Griekenland is ook geen verrassing: na vijf jaar trojka bewind is Griekenland in een diepe depressie verzonken die erger is dan de Grote Depressie van de jaren dertig. Het had ook veel erger kunnen aflopen.

Onderhandelen ‘met het mes op de tafel’

Achteraf weten we nu dat Tsipras en Varoufakis deze strijd nooit konden winnen aan de onderhandelingstafel, omdat ze niet bereid waren om tot het uiterste te gaan. Zij wilden Griekenland juist wel in de euro houden. Zij hadden daarom geen ‘Plan B’ en konden nergens mee dreigen. Varoufakis sprak dus de waarheid toen hij zei dat hij geen spelletjes speelde. Hun tegenstanders daarentegen deden dat wel en onderhandelden met ‘het mes op tafel’: de dreiging van een Grexit. Zij zijn daarom verantwoordelijk voor de lange duur van de onderhandelingen en de terugval van de Griekse economie. Niet de Grieken, maar zij waren de koppige partij die geen millimeter toegaven.

Tsipras en Varoufakis hebben geprobeerd met argumenten te onderhandelen . Typerend is deze uitwisseling tussen Dijsselbloem en de Griekse onderhandelaars, zoals beschreven door Nikolas Theocharakis die er bij was:
Het was Jeroen Dijsselbloems eerste bezoek aan Syriza, toen Tsipras zei: “U ziet, dit bezuinigen werkt averechts.” En koeltjes antwoordde Dijsselbloem: “Dat denk ik niet”, waarna hij Varoufakis dreigde met sluiting van banken, toen al.
Varoufakis en Tsipras probeerden Dijsselbloem en Schäuble er van te overtuigen dat ander beleid in Griekenland nodig was. Maar ideologen laten zich nooit overtuigen, want zij staan niet open voor argumenten die tegen hun wereldbeeld ingaan. Zij weten dat ze gelijk hebben. Wat dan nog rest bij een onderhandeling is het recht van de sterkste. En zo is het ook precies gegaan.

Regel één van de politiek

De revolte is neergeslagen want Syriza heeft gezondigd tegen regel één van de politiek: de sterkste wint, niet wie gelijk heeft. Syriza heeft zich vergist in het karakter van de Europese politiek. Merkel, Schäuble, Rutte, Dijsselbloem en hun collega’s in Brussel en bij de ECB bepalen wat er in Europa gebeurt. Niet ‘Che Guevara’ uit Griekenland.


Scan van de voorpagina het Financieel Dagblad waarmee de krant opende op 14 juli nadat, in de woorden van het FD 'Alexis Tsipras getemd' was.

Voor de Europese elite was van begin af aan duidelijk dat deze opstand hard neergeslagen moest worden om nieuwe opstanden in Zuid-Europa te voorkomen. Wat er met Griekenland is gebeurd, is een afschrikwekkend voorbeeld van wat er kan gebeuren als u, burger van Euroland, op een linkse partij stemt.

Wie is radicaal?

De crisis met Griekenland laat zien dat de Europese politiek wordt gedomineerd door radicale ideologen die niet willen of kunnen inzien dat hun politiek Europa destabiliseert. Ze staan niet open voor kritiek dat hun beleid de euro destabiliseert. Hoe radicaal wilt u het hebben?

Noten

[1] Het woord radiclism wordt voor het eerst voor een politieke stroming gebruikt aan het einde van de 17e eeuw in Engeland voor een beweging die zich verzet tegen machtsmisbruik door de koning. Zij beriepen zich daarbij op Angelsaksisch recht van voor de Normandische invasie in 1066. Radicaal wil dus zeggen: terug gaan naar de ‘wortel’, je beroepen op ouder recht, in verzet tegen onrechtvaardige wetgeving of een slechte soeverein (Michel Foucault, p41). Dit is het soort radicalisme waar de naam Syriza naar verwijst: Συνασπισμός Ριζοσπαστικής Αριστεράς, Synaspismós Rizospastikís Aristerás staat voor het bacroniem Syriza, dat ‘van de wortel’ of ‘radicaal’ betekent. Ρίζα (Latijn Radix) betekent wortel.

Afbeelding
European University Institute Wolfgang Schauble debating Europe at the EUI

Read more...

De eurocrisis in getallen, deel 1: stagnatie door de euro

>> Tuesday, July 28, 2015

Op het moment dat ik dit artikel schrijf wordt nog ‘onderhandeld’ met de Grieken. Vernederen is een beter woord. De boodschap is duidelijk: resistance is futile, you will be assimilated. Wie zich niet wil of kan aanpassen wordt gedwongen te vertrekken. In dit en volgende artikelen zal ik op basis van economische gegevens laten zien waarom Griekenland niet de oorzaak van de eurocrisis is, en dat een Grexit geen oplossing is.

Het lijkt de laatste tijd weer wat beter te gaan met de economie in de eurozone, als we de media mogen geloven. Maar hoe blijvend is dat? Is de eurocrisis echt voorbij? De werkloosheid is nog steeds relatief hoog en van volledig herstel van de eurocrisis is nog lang geen sprake.

Desondanks prijzen politici zichzelf omdat de pijnlijke maatregelen van de afgelopen jaren nu vrucht lijken af te werpen. Eindelijk zijn we aangekomen bij het ‘zoet na het zuur’. Maar, zo haasten zij zich toe te voegen, we zijn er nog niet: we moeten nu doorpakken om de Monetaire Unie af te maken. De eurolanden moeten beter voorbereid zijn voor de volgende crisis. Dit moet bereikt worden door meer fiscale en politieke integratie en strenge handhaving van de (begrotings-) regels. Elk land moet tekorten zo snel mogelijk afbouwen om voldoende reserve te hebben om de volgende schok op te kunnen vangen. Ook moeten we werk maken van flexibilisering van de arbeidsmarkt en moet overbodige regelgeving gestroomlijnd worden. Europa moet competitief worden zodat het klaar is voor nieuwe uitdagingen in een snel veranderende wereldeconomie.

Met enige schroom – het ligt nu politiek even niet zo goed – wordt daar aan toegevoegd dat het onvermijdelijk is dat landen soevereiniteit zullen moeten afstaan, zodat betere coördinatie mogelijk is door de Europese instituties.


Deze en andere ambitieuze voornemens voor de Europese monetaire unie staan in het onlangs gepubliceerde rapport van Jean-Claude Juncker en andere Europese kopstukken in Brussel en Frankfurt [1].

De praktijk

Tot zover de theorie. Hoe heeft de monetaire unie het economisch eigenlijk gedaan? Om te laten zien wat de eurolanden tot nog toe hebben gerealiseerd, heb ik wat economische parameters op een rij gezet. Ik heb waar mogelijk een vergelijking gemaakt met andere economieën: de VS en landen buiten de euro maar die wel in Europa liggen: Groot Brittannië en Zweden [2].

Het zal u niet verrassen: vergeleken met andere westerse landen gaat het niet goed in de eurozone. Door de kredietcrisis is de werkloosheid overal gestegen, maar waar in andere landen na 2011 geleidelijk aan herstel optrad, is de werkloosheid in Europa na 2012 nog verder gestegen. Pas de laatste twee jaar zien we een geleidelijke afname.

Figuur 1 Verloop van werkloosheid sinds uitbraak van de kredietcrisis in de Eurozone, de EU (alle 28 landen), Groot Brittanie, Zweden en de VS. In Europa en met name de eurozone is de werkloosheid na 2012 opnieuw opgelopen en stagneert de daling. Opmerkelijk is de stagnatie in Zweden, al doet dat land het nog wel beter dan de eurolanden.

Ook als je naar de groei kijkt, uitgedrukt in het ‘Bruto Binnenlands Product’ (BBP), is duidelijk te zien dat in de eurozone de economie stagneert. Het BBP is nog steeds niet terug op het niveau van vijf jaar geleden, laat staan waar het zou moeten zijn als er geen crisis was geweest in 2008. Ik heb in figuur 2 trendlijnen gezet bij de groei van de VS en de eurozone. Het laat goed zien hoe groot de achterstand is die de eurozone heeft opgelopen met de VS, en wat bereikt had kunnen worden met ander beleid. Deze achterstand kunnen we met de huidige groeicijfers, waar de media zo over juichen, niet meer inlopen.

Figuur 2 Groei van de economie sinds 2000 in Europa (alle 28 landen), de eurozone, Groot Brittannië en de VS. Groei in Europa en met name in de eurozone stagneert. Door de achterblijvende groei in de eurozone wordt het gat met de VS steeds groter.

In figuur 2 valt nog iets op: Groot Brittannië groeit de laatste jaren een stuk sneller dan de eurozone, maar tot eind 2013 stagneerde ook daar de economie. De reden daarvoor is dat vooral in de eerst jaren van de regering Cameron is bezuinigd. Direct na het stoppen ervan, in 2013, keert de groei terug.

Ook een andere indicator, het volume van de detailhandel, laat zien dat de economie in Europa, en met name de eurozone stagneert.

Figuur 3 Verloop van volume van detailhandel (zonder brandstof en motorvoertuigen) per maand, in de eurozone, in de EU, Zweden en Groot Brittannië. Eurostat heeft geen gegevens van de VS.

Een interessant beeld laat de vergelijking met Duitsland en Frankrijk zien:

Figuur 4 Verloop van volume van detailhandel (zonder brandstof en motorvoertuigen) per maand.De binnenlandse economie van Duitsland doet het veel minder goed dan Frankrijk. (Let op andere tijdschaal: begint op 2000)

Anders dan vaak wordt gedacht, functioneert de Duitse economie maar matig. Terwijl in Frankrijk tot 2008 de binnenlandse economie groeit en enige tijd na de klap van de krediet crisis weer voorzichtig herstelt, is er in Duitsland sprake van langdurige stagnatie. Ik zal hier later op terugkomen.

Ronduit dramatisch is wat er in zelfde periode gebeurt in Griekenland:

Figuur 5 Hoe ernstig de gevolgen zijn van het bezuinigingsbeleid van de Trojka voor de binnenlandse economie van Griekenland blijkt uit de afname van de detailhandel: de afname is ongeveer 40%.

Retoriek

Wie de retoriek van de politiek negeert en naar de cijfers kijkt, ziet dat het economisch beleid van de laatste jaren rampzalig heeft uitgepakt. Vooral het beleid na de kredietcrisis heeft de Europese economie nog verder in het moeras getrokken.

Andere westerse geïndustrialiseerde landen doen het duidelijk beter dan de eurozone. Ook de EU als geheel doet het beter dan de eurozone [3].

In Griekenland, waar het Europese beleid niet werd gehinderd door democratische controle en waar het dus het meest consequent kon worden uitgevoerd, is de meeste schade aangericht. Het is een gotspe dat deze slechte resultaten worden toegeschreven aan de Grieken [4].

De oorzaak

Wat is de oorzaak van de slechte economische prestatie van de eurolanden?

De gangbare verklaring in Brussel is dat de landen zich niet aan de regels van het stabiliteitspact hebben gehouden [5]. Door gebrek aan discipline zijn de tekorten opgelopen. Ook wordt de economie te weinig hervormd waardoor men niet competitief genoeg is. Met name in Frankrijk en Zuid-Europa wordt onvoldoende hervormd en is men niet economisch competitief genoeg. Maar de grootste zondaar is zonder meer Griekenland: met dit land heeft men ‘het Paard van Troje’ binnen gehaald.

Het zou daarom goed zijn voor de euro als Griekenland de eurozone verlaat. ‘Goed te missen’, is de titel van het redactioneel in Elsevier [6]. ‘Een euro zonder Griekenland is een opsteker. Voor de euro en de Grieken’, schrijft het blad. De gevolgen zijn slechts beperkt en deskundigen stellen dat het de monetaire unie kan ‘verdiepen’.

Dit zal niet echter niet veel helpen: het economisch beleid in de eurozone heeft de economieën in alle landen verzwakt. Griekenland is niet de oorzaak van eurocrisis, dat zijn de Europese politici zelf.

Ik zal in het volgende deel van deze serie over de eurocrisis laten zien wat er fout gaat, maar als u vragen of ideeën heeft voor een onderwerp wil ik hier graag op in gaan in een komende aflevering.

Noten

[1] Het Vijf Presidenten Report: Completing Europe's Economic and Monetary Union, geschreven door Jean-Claude Juncker, Donald Tusk, Jeroen Dijsselbloem, Mario Draghi en Martin Schulz.
[2] Groot Brittannië, Zwitserland en Zweden omdat het Europese landen zijn die niet met de euro meedoen en de VS omdat het een grote westerse economie is, vergelijkbaar dus met de eurozone. Soms ontbreken getallen voor een land om dat Eurostat deze niet verzamelt.
[3] In figuren staan ‘eurozone’ (19 of 18 landen) en ‘EU’ (28 landen) uitgezet. Eurostat bevat helaas geen getallen voor “EU zonder Eurozone”.
[4] De slechte resultaten worden door iedereen toegeschreven aan corruptie, nepotisme en slechte belastingdiscipline, maar voor de crisis van 2008 stonden deze factoren groei niet in de weg. Natuurlijk moeten corruptie, nepotisme en slechte belastingdiscipline bestreden worden, maar zij kunnen niet de oorzaak zijn geweest van de terugval na 2008. Daar komt bij dat aanpak van deze problemen pas na meerdere jaren resultaat zal opleveren.
[5] Men vergeet dan altijd graag dat de eerste zondaar nota bene Duitsland (2006) zelf was.
[6] Opinie in Elsevier Magazine no 27, papieren versie.

Verantwoording
Gegevens die gebruikt zijn voor de afbeeldingen komen uit Eurostat
Afbeelding: Jean-Claude Juncker, European People's Party (Flickr, C.C.)

Read more...

Niet Griekenland maar Duitsland is gevaar voor euro

>> Friday, January 9, 2015

De mogelijke winst van Syriza veroorzaakt paniek onder de eurocraten. Ze waarschuwen dat ‘radicaal linkse ideologen’ aan de macht komen en dreigen met Grexit. De echte radicalen die het zicht op de werkelijkheid hebben verloren, zijn echter de eurocraten zelf. De Duitse regering overschat niet alleen haar eigen kracht, maar vergeet bovendien dat Duitsland zelf ook een wanbetaler is. De grootste wanbetaler ooit.

Radicaal

Op 25 januari zijn er parlementsverkiezingen in Griekenland. De Grieken kunnen dan kiezen tussen Andonis Samaras, die het bezuinigingsprogramma uitvoert dat door Europa is opgelegd en de linkse oppositieleider Alexis Tsipras, die opnieuw wil gaan onderhandelen over de schulden. De uitslag kan grote gevolgen hebben voor Nederland, juist nu het weer wat beter lijkt te gaan.

Volgens Trouw ‘siddert Europa weer voor Griekenland’ en iedereen praat elkaar na dat er een radicaal linkse regering aan de macht kan komen [1]. Radicaal links? Ooit waren linkse radicalen lieden die industriëlen vermoordden en bomaanslagen pleegden. Maar de tijden zijn veranderd, want de links-radicale partij waar men het nu over heeft, Syriza, is geen terroristische organisatie en pleegt geen bomaanslagen.

Nee, Syriza wil iets veel gevaarlijkers: zij wil opnieuw gaan onderhandelen over de Griekse schulden. Ook wil Syriza pensioenen verhogen zodat bejaarden niet meer naar voedsel in vuilnisbakken hoeven te zoeken.

Het is hoog tijd dat er wat wordt gedaan aan de Griekse economie die nog sterker is gekrompen dan de economie van de Verenigde Staten tijdens de Grote Depressie.

Eén miljoen Grieken is verstoken van gezondheidszorg en een kwart van de bevolking is werkloos. Syriza wil een daarom einde maken aan de bezuinigen die het land moet uitvoeren in ruil voor hulp bij het afbetalen van een schuld, die het land toch nooit kan afbetalen.

De waarheid spreken en humanisme tonen, zijn blijkbaar radicale daden tegenwoordig [2].

Het standaardscript

De kwalificatie 'radicaal' wordt natuurlijk ook om demagogische redenen gebruikt. Het suggereert dat Syriza gevaarlijk is omdat de partij irrationeel en wereldvreemd is.

Dit is de suggestie die de Griekse minister van financiën, Gikas Hardouvelis, probeert te wekken in een interview dat het Financieel Dagblad op oudjaarsdag publiceerde:
'De Grieken willen geen Grexit', zegt Hardouvelis, 'Maar als hun onvrede over de bezuinigingen de overhand krijgt, kun je niet volledig uitsluiten dat het ons toch overkomt. Daarom moet iedereen extra goed nadenken voordat hij gaat stemmen. Ik geef geen percentage voor het risico op een Grexit, volgens mij is de kans heel klein. Maar we moeten waakzaam blijven, soms krijgt een proces zijn eigen dynamiek en je weet maar nooit wat je dan overkomt.' Hardouvelis noemt in dit verband Syriza niet met zo veel woorden. Hij zegt: 'Het gaat er om of na de verkiezingen ideologisch ingestelde personen dan wel rationalisten aan de macht komen’.

Hardouvelis is hoogleraar economie en maakt als partijloze technocraat deel uit van de regering. 'Ik ben geen politicus', zegt hij […].
Voor de goede verstaander staat hier:

'Wij weten wat nodig is want wij zijn technocraten. Het doet misschien wel pijn, maar het is voor uw bestwil, want de euro staat op het spel.'

En met de tweede alinea in het citaat hierboven suggereert het FD bovendien het volgende:

Hardouvelis is rationeel, Syriza is emotioneel. De burger mag kiezen maar waarvoor zij kiest maakt niets uit, want er is geen alternatief voor dit beleid. Als u niet op ons stemt, komt er chaos.

Dit is het standaardscript waarmee de eurocraten hun beleid verkopen. Dit script wordt niet alleen aan de Grieken voorgehouden, maar aan alle Europese burgers (al is de pijn voor Grieken vele malen groter). Dit is ook hoe de Nederlandse bezuiniingen worden gemotiveerd.

Maar vergeet even dat eurocraten arrogant en ondemocratisch zijn. Hebben ze misschien niet gewoon gelijk met hun economische argumenten?

Rationeel

Kern van het argument van de eurocraten is dat zij rationeel zijn en Syriza zich laat leiden door emoties. Maar als het huidige beleid zo rationeel is, hoe kan het dan dat de Griekse economie er zo slecht aan toe is?

Want ondanks de sterke daling van de loonkosten is de export gelijk gebleven. De betalingsbalans is wel verbeterd (al is deze nog steeds negatief), maar alleen omdat de import is afgenomen.

Om dit ‘positieve’ resultaat te behalen, is de binnenlandse vraag gedaald met 32% - een daling van een derde.

En hoe laat rationaliteit zich rijmen met de eis dat Griekenland een schuld moet afbetalen die het niet kan afbetalen?

De staatschuld is namelijk alleen maar toegenomen. In 2008 stond deze op 109% van het BBP en op dit moment is zij, ondanks kwijtschelding van 100 miljard, opgelopen tot 170% van het BBP – ondanks alle bezuinigingen.

Figuur 1 Ondanks alle maatregelen, inclusief kwijtschelding van schuld, is de Griekse staatschuld alleen maar toegenomen

Afgaand op de cijfers, is het resultaat van het ‘rationele beleid’ van de eurocraten dus abominabel slecht. Dat Wolfgang Schäuble dan toch zegt: ‘Wir haben gute Erfolge erzielt’ laat zien hoe wereldvreemd hij is.

Er is niets verbeterd, integendeel. En dan heb ik het niet over de gevolgen voor de bevolking, want dat is voor dit soort ‘rationalisten’ immers geen argument. Schäuble is als de kwakzalver die steeds opnieuw een doodzieke patiënt laat aderlaten, waardoor deze alleen maar nog zieker wordt.

De enige rationaliteit die ik kan ontdekken in het beleid, is dat het gaat om een afstraffing. Dat dit inderdaad zo is, werd onlangs bevestigd door niemand minder dan de voormalige minister van financiën van de VS, Timothy Geithner, die regelmatig overleg had met Europese leiders tijdens het hoogtepunt van de eurocrisis.

Een van de koele technocraten die hij toen sprak vertelde hem toen: ‘We are going to teach the Greeks a lesson … we’re going to crush them.’

Van rationaliteit, deskundigheid en werkelijkheidszin is bij de eurocraten duidelijk geen sprake.

De Griekse onderhandelingspositie

Vorige week bleek dat er in Duitsland wat aan het veranderen is. Helaas niet ten goede. Tot nog toe was het Duitse standpunt altijd dat Grexit onwenselijk is.

De Duitse regering is inmiddels echter van mening dat de eurozone nu sterk genoeg is om een Grexit aan te kunnen. Anonieme regeringsbronnen hebben dit tegen de Spiegel gezegd. Volgens de Duitsers is de eurozone nu sterker dankzij de hervormingen. De situatie in Portugal en Ierland is gestabiliseerd, en als landen in problemen komen kunnen ze hulp krijgen van het ESM. Ook is er nu een bankunie.

Maar hoe realistisch dit is, moet nog maar blijken. Het ESM-fonds is niet groot genoeg om een land als Spanje of Italië te helpen. De bankunie is slechts een unie in naam, want op aandringen van Duitsland en Nederland is elk land nog steeds zelf verantwoordelijk voor eventuele financiële tegenslagen.

De hervormingen hebben de Europese economie eerder verzwakt dan versterkt, omdat er alleen maar wordt bezuinigd en niet wordt geïnvesteerd (pdf). Bovendien is elk land is nog steeds zelf verantwoordelijk voor zijn eigen schulden. Er zijn immers geen eurobonds.

Maar zelfs als een Grexit mogelijk is, hebben Duitsland en de rest van Europa nog steeds geen sterke positie. Uittreding van Griekenland zou een precedent scheppen.

Als blijkt dat uittreding van een land een reële mogelijk is, zal dit kapitaalvlucht uit de overgebleven zwakke landen tot gevolg hebben. Iedereen zal proberen zijn geld op een Noord-Europese bank te zetten. Zuid-Europese banken komen dan opnieuw in problemen, net als in 2012.

Gezien de neergang van de economie tot nu toe, is voor de Grieken de pijn van een uittreding relatief klein – althans in vergelijking tot Duitsland. Duitsland heeft veel meer te verliezen dan Griekenland.

De Grieken hebben welbeschouwd dus de sterkste onderhandelingspositie.

De grootste wanbetaler ooit

Dat er opnieuw moet worden onderhandeld over de Griekse schulden staat vast. Griekenland kan de huidige schuld onmogelijk terugbetalen. Als Europa nog iets terug wil zien van het uitgeleende geld, zal het de Grieken in staat moeten stellen om dit geld te verdienen.

Zonder afschrijving van een deel van de Griekse schuld kan dat niet omdat er geen investeerders zullen zijn die geld willen steken in Griekenland.

Helaas toont de houding van de Duitse regering dat men dit niet inziet. Dit is extra wrang omdat Duitsland zelf twee keer eerder in gebreke is gebleven bij het afbetalen van een grote schuld.

Na de Eerste Wereldoorlog werd aan Duitsland 132 miljard goudmarken [3] aan reparatiebetalingen opgelegd. Dit was een last die zo groot was dat door de geforceerde pogingen om dit af te betalen de economie destabiliseerde. Dit bracht uiteindelijk Hitler aan de macht.

De tweede keer dat dit gebeurde was na de Tweede Wereldoorlog. Volgens Albrecht Ritschl was de totale som van schulden en reparatiebetalingen meer dan 10 biljoen dollar.

In 1953 is besloten dat Duitsland deze schulden niet hoefde terug te betalen. Men had de les van de Eerste Wereldoorlog geleerd en wederopbouw van Duitsland werd belangrijker gevonden dan terugbetaling van de schuld.

Daarmee werd Duitsland waarschijnlijk de grootste wanbetaler ooit.

Een van de schuldeisers van toen was Griekenland, dat was geplunderd door de Duitse bezetter. Niet alleen heeft Duitsland daarom een morele plicht om Griekenland te helpen, ook belangrijke lessen over schuldafbetaling uit het eigen verleden negeert zij volledig.

Wij zitten samen met de Duitsers in het zelfde onstabiele bootje dat door het geklungel van onze grote buurman steeds heviger gaat schommelen. Niet Griekenland, maar Duitsland is daarom een bedreiging voor de stabiliteit van Europa.

Voetnoten

  • [1] Ik kan helaas niet alle kranten volgen en baseer mijn waarneming op de NRC en het FD, die ik dagelijks lees. Maar een google search laat zien dat ik er niet ver naast zit.
Figuur 2 De topresultaten van de zoekopdracht ‘radicaal links Griekenland’ op Google laat zien dat Syriza door iedereen met ‘radicaal links’ wordt aangeduid.

Verantwoording

  • Uitgelichte afbeelding: A quack selling medicines. Oil painting. Credit: Wellcome Library, London. Wellcome Images. images@wellcome.ac.uk Copyrighted work available under Creative Commons Attribution only licence CC BY 4.0 /File:A_quack_selling_medicines._Oil_painting._Wellcome_V0017578.jpg">Wikimedia Commons
  • Figuur 1: Data: Eurostat General government gross debt, % of GDP
  • Figuur 2: Screenshot gemaakt op 7 jan 2015 van Google search met keywords ‘radicaal links Griekenland’.

Read more...

De eurocrisis is weer terug (6): Deflatie (2) - het Duitse model

>> Thursday, December 18, 2014


In de vorige aflevering heb ik laten zien dat de problemen van deflatie vaak worden onderschat. In dit tweede deel over deflatie leg ik uit dat deflatie het beste bestreden kan worden door de oorzaak ervan aan te pakken. Er is welbeschouwd, geen reden waarom we geen einde kunnen maken aan deflatie en aan de eurocrisis.

Deflatie is een neerwaarts gerichte loon-prijsspriraal. In een krimpende economie is er te weinig vraag naar producten en diensten waardoor lonen en prijzen dalen.

Bij de tegenhanger van deflatie – inflatie – kan de centrale bank de opwaardse loon-prijsspriaal doorbreken door de rente verhogen. Doordat geld lenen dan duurder wordt zal de economie afkoelen of zelfs in een recessie raken. De verhoging van de rente naar 20% (!) heeft begin jaren tachtig effectief een einde gemaakt aan de inflatie, door de diepe recessie die dit veroorzaakte.

Het is voor een centrale bank veel lastiger om een eind te maken aan deflatie omdat de rente niet meer verlaagd kan worden omdat zij al op 0% staat. Eigenlijk zou de rente dus negatief moeten zijn maar dat is praktisch natuurlijk onmogelijk [1].

Economen noemen de situatie waarin de Europese [2] economie nu verkeert een ‘liquiditeitsval’. Centrale banken proberen de economie uit het dal te tillen door meer geld in omloop te brengen. Hierdoor hoopt men dat de investeringen toenemen, zodat lonen en prijzen weer gaan stijgen.

Figuur 1 Rente die banken betalen voor een lening van de Amerikaanse centrale bank (FED). In de jaren tachtig was de rente extreem hoog om inflatie te bestrijden, nu is de rente zo goed als nul.

Echt goed werkt dit niet. Er komt wel meer geld in omloop, maar het wordt nauwelijks gebruikt voor de gewenste investeringen en de inflatie blijft laag zoals blijkt in figuur 4. Er zijn ook aanwijzigingen dat geldverruiming de prijs van grondstoffen en aandelen opdrijft. Zeker is dat het extra geld nauwelijks in de economie van de gewone burger terecht komt. Het beste dat je er van kan zeggen is dat het een beetje helpt.

Het Duitse model

Tot nog toe heeft de Europese centrale bank veel minder gebruik gemaakt van geldverruiming dan de Amerikaanse centrale bank. In de Verenigde Staten is geldverruiming een normale geaccepteerde methode, maar in Europa stuit dit op grote weerstand.

De Europese economie is ingericht naar Duits model: de centrale bank is de hoeder van het geld, maar zij heeft slechts één functie: het bewaken van prijsstabiliteit. Volgens deze filosofie mag een centrale bank de hoeveelheid geld niet manipuleren om de economie te stimuleren. Ook mag de politiek op geen enkele manier invloed uitoefenen op de centrale bank. Daarom is het niet toegestaan dat de centrale bank geld uitleent aan een overheid.

Figuur 2 Balans van de Europese centrale bank. Na aanvankelijke groei neemt de hoeveelheid geld toch weer af. De ECB aarzelt met geldverruiming.

De economie moet door marktwerking en geheel op eigen kracht weer gaan groeien. In het Duitse economische denken is er maar één goede manier om een economie goed te laten werken: door het de markt zelf te laten doen. Dit komt voort uit een typisch Duitse vorm van neoliberalisme, het ordoliberalisme.

De ordoliberalen gaan – zoals alle neoliberalen – uit van een centrale positie van de markt. In deze filosofie past het niet dat de overheid geld leent om daarmee de economie te stimuleren, want daarmee veroorzaak je alleen maar een Strohfeuer: een korstondige opleving die niet beklijft.

Ook mag de staat niet ingrijpen in het prijsmechanisme door bijvoorbeeld de rente te manipuleren of zich met de loonontwikkeling te bemoeien. Het is de taak van de staat om door middel van ordnungspolitische Maßnahmen optimale condities te scheppen voor marktwerking. Een van die voorwaarden voor een optimale marktwerking is dat de staat een sluitende begroting heeft.

Figuur 3 Rente die banken betalen voor een lening van de Europese centrale bank (ECB).

Schwarze Null en Schuldenbremse

Ook in Nederland heeft deze manier van denken grote invloed [3]. De Nederlandse regering heeft de afgelopen jaren een recordbedrag bezuinigd: maar liefst zesenveertig miljard euro.

Maar de Duitsers spannen de kroon met hun zuinigheid. Want ondanks het kleine overschot op de overheidsbegroting, weigert de Duitse staat geld vrij te maken voor achterstallig onderhoud. Wegen en bruggen verbrokkelen [4] en er is geen geld om de Energiewende te financieren.

Dat daarvoor geen geld is, komt omdat Wolfgang Schäuble bezig is om een droom van alle Duitse ministers van Financiën tot vervulling te brengen. Hij is de eerste minister sinds 1969, die de kasboeken van de Duitse staat met een schwarze Null kan afsluiten. De Duitse staat geeft precies evenveel uit als er binnenkomt.

Sinds kort is dit zelfs in de grondwet opgenomen: de staat moet een sluitende begroten hebben en mag alleen in uiterste noodgevallen geld lenen. In de wandelgangen staat deze wet bekend als de Schuldenbremse (‘schuldrem’). In Duitsland kan dus zelfs de rechter zich bemoeien met het economisch beleid. Het feit dat het in de grondwet is opgenomen bewijst dat dit een door de Duitse bevolking breed gedragen maatregel is.

Strohfeuer

Ook manipulatie van de rentestand wordt afgekeurd in het Duitse model. Rente is ‘de prijs van geld’ en door deze kunstmatig laag te houden, zou de ECB het prijsmechanisme verstoren.

De lage rente die Zuid-Europese regeringen nu voor hun staatsleningen betalen, is volgens het Duitse model verkeerd omdat hierdoor de druk om te hervormen wegvalt. Alleen door hervormen kan de economie weer sterker worden en zal marktwerking voor groei zorgen. Al het andere is slechts een Strohfeuer.

De Duitsers weten dit uit eigen ervaring. Het Wirtschaftswunder is niet met ‘makkelijk geld’ bereikt, maar door zuinigheid en tüchtige Arbeit. ‘Erst sparen, dann kaufen!‘ is het Duitse motto. Wat ze daarbij vergeten, is dat ze dat deden op een moment dat in andere landen de economie op volle toeren draaide en er dus een markt was voor de Duitse export.

Als een mantra wordt daarom steeds weer herhaald dat landen hun economie moeten hervormen.

Figuur 4 Inflatie in de eurozone.

Neomercantilisme

Hervormen is een combinatie van enerzijds gunstige maatregelen voor bedrijven om hun winstgevendheid te vergroten en anderzijds voor werknemers onplezierige maatregelen, zoals minder baanzekerheid (‘flexibiliteit’) en loonmatiging.

In Zuid-Europa is loondaling zelfs expliciet het doel. Deflatie is in Zuid-Europa dan ook geen vervelend bijverschijnsel maar een doel op zich. De eufemistische term hiervoor is ‘interne devaluatie’ (devaluatie binnen dezelfde valuta).

De waanzin van het economisch beleid in Europa is dat Duitsland en Nederland andere landen geen kans geven om het geld te verdienen waarmee ze hun schuld aan Duitsland en Nederland zouden kunnen afbetalen.

Dit is een vorm van neomercantilisme: landen worden gezien als ondernemingen die in een onderlinge concurrentiestrijd zoveel mogelijk winst proberen te maken. Wat een land ‘verdient’ is het overschot op de betalingsbalans. Wie het meest concurrerend is haalt het grootste marktaandeel (handelsoverschot) en komt als ‘winnaar’ uit de strijd. De verliezers staan bij hem in het krijt.

‘Rijden met de handrem erop’

Terwijl de ECB bezig is (met ontoereikende middelen) de deflatie te bestrijden, is de overheid bezig om deflatie te veroorzaken. Dit is dus de waanzin: aan de ene kant is de centrale bank bezig om de economie te stimuleren, terwijl aan de andere kant de politiek op de Schuldenbremse trapt. Het is als ‘rijden met de handrem er op’: het genereert veel politieke rook, maar de economie komt nauwelijks vooruit.

Hervormen is de oorzaak van de deflatie in de eurozone. Deflatie [5] is het resultaat van economisch beleid. Het is geen vervelend bijverschijnsel, maar doel op zich, althans in Zuid-Europa.

De klacht over gebrek aan hervormingswil in Zuid-Europa en Frankrijk is dan ook een omkering van de werkelijkheid, want hervormen verergert de eurocrisis. Duitsland is niet het goede voorbeeld voor andere landen maar de bron van de problemen.

Willen of kunnen?

Het is niet moeilijk om in te zien wat er moet gebeuren om te zorgen dat we uit de negatieve loon-prijsspiraal komen om een eind te maken aan deflatie.

De lonen in de Noord-Europese landen moeten omhoog. Alleen door een loonstijging kan de negatieve loon-prijsspiraal gestopt worden. Tot deze conclusie was ik eerder al op een andere weg gekomen: de oplossing om uit de eurocrisis te komen is flinke loonsverhoging in Noord-Europa en gelijkblijvend loon in Zuid-Europa.

Daarnaast is het nodig dat de Europese overheid geld leent voor investeringen. Dat het investeringspeil zo laag ligt, komt niet omdat Europa “af is”, want er is genoeg werk te doen. Er is veel achterstallig onderhoud aan de Duitse infrastructuur. Ook willen de Duitsers omschakelen van kernenergie op duurzame energie [6].

En laten we ook niet vergeten dat we ons moeten voorbereiden op de klimaatverandering. Deze investeringen zullen de Duitse economische motor weer op gang brengen. Het zou een mooie gelegenheid zijn voor de Duitsers om te laten zien hoe sterk die Duitse economische motor is door de Europese economie uit het dal te trekken. Dat zou, anders dan de schwarze Null, echt een prestatie van formaat zijn.

Ook vakbonden spelen hierbij een belangrijke rol. In Europees verband moet worden afgesproken dat bonden in Zuid-Europa pas op de plaats maken. Maar zij moeten er dan op kunnen vertrouwen dat bonden in Noord-Europa de komende jaren flinke loonsverhogingen gaan eisen.

Dat de crisis maar niet over wil gaan, komt niet omdat we er niets aan kunnen doen. We kunnen genoeg doen om een einde te maken aan de eurocrisis, maar mercantilistische oogkleppen en de resulterende race om het handelsoverschot verhinderen ons om te zien wat er gedaan moet worden.

Men schroomt in te grijpen in de loonontwikkeling. De staat mag geen geld lenen om te investeren in de economie (‘Strohfeuer). Er is nu geen samenhang tussen monetair beleid en de politiek (‘rijden op handrem’). We doen het niet, niet omdat we het niet kunnen, maar omdat we niet willen.

Deze serie over de eurocrisis wordt eind dit jaar afgesloten met een slotaflevering.

Voetnoten

[1] Dit is niet moeilijk in te zien: als de rente negatief zou zijn kost het geld om geld op de bank te laten staan. Mensen zullen het van bank halen om het weer tussen het linnengoed te bewaren. Voor banken heeft de ECB inmiddels wel negatieve rente ingesteld: maar die zijn dan ook gedwongen om hun geld dat niet wordt geinvesteerd op een rekening van de ECB te storten.
[2] Ik spreek over Europa, Zuid- en Noord-Europa, maar feitelijk gaat het over de eurozone.
[3] Lex Hoogduin illustreerde dit onlangs heel mooi met een uitspraak in het FD van 4 dec: ‘Verdere verlaging van rentes leidt tot zeepbellen en drukt groeipotentie economie’. Een economie heeft dus ‘groeipotentie’ (wat dat dan ook mag zijn) die vergroot moet worden, niet met geld maar door ‘hervormen’.
[4] Aftakeling Duitse wegen en bruggen vormt ook schadepost voor Nederlandse ondernemingen. FD 24 okt 2014, p9.
[5] En het zelfde geldt natuurlijk ook voor het omgekeerde: inflatie.
[6] Duitsland stookt nog steeds bruinkool: de meest vervuilende methode van energieopwekking die bovendien grote kraters slaat in landschap. Hele landschappen worden vernietigd. Ook buurland Nederland ondervindt hiervan hinder door grondwater daling. Zie: TNO-rapport 2007-U-R0225/B

Eerdere afleveringen
  • Deel 1: Frankrijk is de zondebok
  • Deel 2: De prijs van hervormen
  • Deel 3: Europa’s knoflookgrens
  • Deel 4: Loondumping
  • Deel 5: Deflatie (1) – moeten we ons zorgen maken?


Verantwoording

Fig 1: Bron data: Federal Reserve Economic Data
Fig 2: Bron data: ECB
Fig 3: Bron data: ECB
Fig 4: Bron data: OECD
Foto: CC, Joel Abroad: Cheap market, Chinatown, Flickr

Read more...

Een Duitse les

>> Friday, December 5, 2014

Frankrijk wordt belachelijk gemaakt omdat het een te groot begrotingstekort heeft, maar de Nederlandse media zijn zo verblind door het Duitse 'succes' dat ze het echte gevaar niet zien.

Na Griekenland is nu Frankrijk de zondebok voor de eurocrisis. Velen vinden dat de Fransen maar eens goed de oren moet worden gewassen. Het land heeft 'gebrek aan discipline, is arrogant en gevaarlijk voor de euro,' volgens Carla Joosten van Elsevier.

En het Financieel Dagblad schrijft:

Of het nu de borreltafel is of de Tweede kamer, overal wordt van Frankrijk een karikatuur gemaakt; het land staat te boek als boertig, verwend en dommig.

Hoe arrogant en vertekend dit beeld van Frankrijk is wordt treffend geïllustreerd in het Financieel Dagblad van zaterdag 29 november [*] in meerdere artikelen.

De krant opent met de kop ‘Brussel en Dijsselbloem geven schot voor de boeg. Frankrijk stevent af op harde confrontatie over begroting’. Als het Frankrijk niet lukt om voor maart volgend jaar de begroting in orde te krijgen dan loopt het kans op een boete van 4,2 mrd euro. ‘Frankrijk moet op de schop, de Fransen moeten een Duits lesje leren,’ schrijft het FD, en dat is hoog nodig want ‘Frankrijk is een gevaar voor de hele eurozone’.

Welke les moet Frankrijk leren? Daarover laat het FD geen misverstanden ontstaan. Het moet de zelfde hervormingen gaan uitvoeren die Duitsland tot een succes hebben gemaakt. Op het lijstje van maatregelen staat: verlaging van loonkosten, hervormen van werkloosheidsverzekeringen [lees: verkorten en verlagen], activeren van luie jonge werklozen, privatiseren van nutsvoorzieningen, het openbreken van beschermde beroepsvoorzieningen en de onvermijdelijke [sic] openstelling van winkels op zondag.

Iedere econoom die het zout in de pap waard is, weet dat het begrotingstekort het gevolg is van de recessie en het tekort op de handelsbalans. En natuurlijk weten ze dat in Brussel ook. Waarom moet Frankrijk dan toch het begrotingstekort reduceren? Dat het daar ook helemaal niet om gaat blijkt in een ander artikel op pagina 2. Onder de kop ‘En toch beweegt zij: eurozone krijgt meer greep op hervormingen’ wordt uitgelegd dat Frankrijk een soeverein land is, maar …

wie anders dan de Fransen bepalen wat goed voor hen is? Frankrijk laat zich niet de les lezen, niet door Brussel of Berlijn en al helemaal niet door de Engelsen. Dat is de achilleshiel van de eurozone, waar het uiteindelijk niet gaat om de vraag of het tekort van een land een paar tienden van procenten te hoog is, maar of de deelnemende economie voldoende krachtig en flexibel is om mee te kunnen met de rest van de club.

Brussel heeft geen zeggenschap over het binnenlands beleid van landen, maar met het Groei en Stabiliteitspact heeft men een breekijzer om toch binnen te komen. Het begrotingsbeleid is de hefboom waarmee de soevereiniteit van de lidstaten kan worden doorbroken om bovengenoemde neoliberale hervormingen af te dwingen.

Dat het met politiek en niet met economie te maken heeft blijkt uit in het begeleidende artikel op pagina 3 met de titel ‘Eurozone stopt met bezuinigen, maar kan nauwelijks stimuleren’. Hierin wordt uitgelegd dat er nog meer problemen zijn dan alleen Frankrijk: namelijk de handelsoverschotten van Nederland en Duitsland. Maar dat dat de werkelijke oorzaak is van de problemen in Frankrijk en Zuid-Europa wordt niet uitgelegd. Men volstaat met ‘nader onderzoek’ en men heeft het over een rood lampje dat gaat branden voor het Nederlandse overschot van 9.8%.

Met andere woorden, in plaats van de oorzaak van de eurocrisis aan te pakken – de onevenwichtige handelsbalans die het gevolg is van loondumping - zet men liever het rode lampje uit: Frankrijk moet zijn begrotingstekort verkleinen.

Elders in de zelfde krant legt Mathijs Bouman, in zijn wekelijkse column ‘Het radarwerk’, uit dat het dipje in de Duitse economie deze zomer niet betekent dat Duitsland een ernstige ziekte onder de leden heeft maar dat het gaat om een zomergriepje. Het gaat helemaal niet slecht met Duitsland. Sinds het begin van de kredietcrisis is de werkgelegenheid er met 4% toegenomen, terwijl die bij ons met 4% is gedaald. Duitsland is een banenmotor.

Afgelopen maanden rezen er grote twijfels over de kracht van de Duitse economie … Na zich jarenlang schijnbaar moeiteloos te hebben onttrokken aan de economische rampspoed die andere eurolanden trof, was de crisis nu eindelijk ook aangekomen in het kernland van de eurozone. Zwakke eurobroeders wreven zich al in de handen: nu Duitsland ook leed onder de malaise, zouden Angela Merkel en haar orthodoxe economen eindelijk tot inkeer komen en de passie voor pijnlijke bezuinigen en hervormingen laten varen.

Schäuble, de Duitse minister van Financiën, heeft tien miljard euro gereserveerd voor herstel van de infrastructuur. Dat is bedrag is ronduit vrekkig gezien de totale overheidsbegroting van Duitsland en het wordt nota bene uitgesmeerd over vijf jaar! Maar ‘meer zit er niet in en meer is ook niet nodig vindt de Duitser’ schrijft Bouman.

Nog in oktober berichtte het zelfde Financieel Dagblad [**] dat Nederlandse ondernemingen last hebben van de aftakeling van de Duitse infrastructuur: vrachtwagens moeten steeds vaker omrijden omdat bruggen het vrachtverkeer niet meer aan kunnen.

Is dat misschien de Duitse les die Frankrijk moet leren? Voer je eigen economisch beleid en trek je niets aan van je buurlanden?

Verhelderend is ook de verklaring van Bouman voor het ‘zomerdipje’: ‘de sanctie-oorlog in Rusland [maar] ook nulgroei in Frankrijk en recessie in Italië.’ [cursivering van mij] Bovendien is China aan het bezuinigen want luxe auto’s schijnen verboden te worden volgens Bouman.

Door zuinigheid van de Duitsers is de Duitse economie afhankelijk van export naar andere eurolanden en China. Dat is natuurlijk een probleem als die ook gaan bezuinigen, want dan krijgt Duitsland zelf last. Een zomergriepje? Ik denk het niet.

Duitsland, niet Frankrijk is een gevaar voor de Europese economie, alleen niemand wil het zien, zo verblind is men door het Duitse ‘succes’. De Duitse economie is door het op loondumping gebaseerde economisch beleid geheel afhankelijk van de export. Als China een griepje heeft is Duitsland ziek. Ook dwingt ze een van haar belangrijkste klanten – Frankrijk - te bezuinigen en snijdt op die manier in haar eigen vlees. Kan het dommer?

In Nederland en Duitsland maken we liever Frankrijk belachelijk dan de werkelijkheid onder ogen te zien. De echte achilleshiel van Europa is niet Frankrijk, maar dat zijn Duitsland en Nederland die met hun exorbitante handelsoverschot de eurozone destabiliseren. Het wordt tijd dat Duitsland en Nederland eens een Franse les nemen.

Voetnoeten

[*] Ik heb alle artikelen die ik noem in de papieren versie gelezen van Zaterdag 29 november.
[**] Aftakeling Duitse wegen en bruggen vormt ook schadepost voor Nederlandse ondernemingen, FD 24 okt 2014, p9

Verantwoording

Afbeelding: Klaus Friese, DEUTSCHLAND, Flickr

Read more...

De eurocrisis is weer terug (4): loondumping

>> Friday, November 21, 2014



De eurocrisis wordt bestreden met bezuinigen en hervormen. Dit helpt niets want de Europese economie stagneert en de werkloosheid neemt niet af. Ik laat vandaag zien wat wél een oplossing is voor de eurocrisis als je weet wat de oorzaak is.

Volgens de bankier en oud topman van Crédit Lyonnais Jean Peyrelevade is de eurocrisis vooral hardnekkig door culturele problemen. In een interview beklaagde hij zich (1) onlangs over het Franse volkskarakter: ‘De Duitse en Nederlandse mentaliteit is gericht op ondernemerschap’, stelt Peyrelevade, ‘terwijl in Frankrijk de mensen afhankelijk zijn van de staat’. De oorsprong van dit mentaliteitsverschil gaat volgens hem terug tot Lodewijk XVI en de Franse revolutie. En inderdaad, een mentaliteit die zo diep in de cultuur van een land is verankerd – en Frankrijk zal geen uitzondering zijn – kan je niet even veranderen.

Daar gaan generaties overheen, als het überhaupt al zal lukken.

Voorbarig

Voorstanders van de euro vinden dat we niet genoeg hervormen. Tegenstanders willen de euro afschaffen omdat de muntunie is gedoemd te mislukken. Je kan en mag culturen niet veranderen om ‘de markt’, stellen zij terecht. Maar beide conclusies zijn volgens mij voorbarig. De kosten van afschaffing van de euro worden door de tegenstanders onderschat, zoals ik vorige week (en ook eerder) al heb laten zien. Maar ook zij die de euro willen redden met hervormingen hebben ongelijk: culturele veranderingen zijn helemaal niet nodig zijn om een muntunie te laten werken.

In de debatten over de eurocrisis spelen de begrippen ‘competitiviteit’ en het hiermee gerelateerde ‘productiviteit’ een centrale rol. Voor- en tegenstanders gaan er van uit dat maatschappelijke en culturele factoren de oorzaak zijn van het verschil in productiviteit tussen landen. Maar het is helemaal niet nodig om terug te gaan tot Lodewijk XVI om verschillen tussen economieën te verklaren. Om dat te begrijpen is het nodig dat we de begrippen ‘productiviteit’ en ‘competitiviteit’ wat beter bekijken.

Productiviteit onder de loep

Productiviteit is volgens de boekjes gedefinieerd als productie bij gegeven kosten. Je kunt dit in een eenvoudige formule weergeven:

Productiviteit = Resultaat / Kosten

Je kan Productiviteit verhogen door Resultaat – de factor boven de streep - te vergroten door slim en efficiënt te werken.

Figuur 1. Productiviteit in beeld: één man die een grommende en blazende machine bestuurt kan in één dag een grote berg omgehakte bomen versnipperen waar men vroeger een ploeg werklieden voor nodig had.

Zaken als goed gereedschap, planning en samenwerking zijn heel belangrijk. Als je productiviteit van landen met elkaar vergelijkt, gaat het om zaken als het opleidingsniveau, de kwaliteit van de infrastructuur maar ook zaken die door culturele factoren worden bepaald: onderling vertrouwen, de mate van corruptie, het functioneren van de overheid en ‘gerichtheid op ondernemerschap’.

Figuur 2. Een efficiënt resultaat: wat ooit een struis bos was is binnen een paar dagen gereduceerd tot een keurige, rokende berg houtsnippers, klaar om afgevoerd te worden.

Productiviteit en loonkosten

Je kan ook productiviteit vergroten door de factor Kosten – de factor onder de streep - kleiner te maken. Door te bezuinigen dus. En dat is wat Duitsland en Nederland jaren lang hebben gedaan: productiviteit verhogen doormiddel van loonmatiging. Nederland is hiermee in de jaren tachtig (Akkoord van Wassenaar) begonnen en nog steeds is er een sterke traditie van overleg tussen werkgevers en werknemers in de Sociaal Economische Raad (SER).

Ook in Duitsland is de loongroei achter gebleven– na 1995 als reactie op de ‘Wiedervereinigungen’ en vanaf 2003 door het bezuinigingsprogramma Agenda 2010 (ook bekend als de Hartz-hervormingen).

Figuur 3. Ontwikkeling van loonkosten (percentage daling of stijging) in Duitsland en Spanje. Duidelijk is te zien hoe in Duitsland de loonkosten in het eerste decennium dalen, terwijl deze in andere landen gelijk bleef. Aan de forse daling van de loonkosten in Spanje na 2010 is te zien dat er flink wordt hervormd.

Figuren 3 en 4 laten dit goed zien. Een nog duidelijker figuur is hier te zien (via). Wirtschaftswunder 2.0 wordt gekenmerkt door lage lonen, tijdelijke contracten, mini-jobs, het ontbreken van minimumloon (3) en bezuiniging op sociale voorzieningen. Volgens Robin Fransman zijn de lonen, met uitzondering van Griekenland en Portugal, nergens zo weinig gestegen als in Nederland.

Figuur 4: Ontwikkeling loonkosten (% daling of stijging) van Duitsland vs. Eurozone. Omdat de meting voor de eurozone inclusief Duitsland zelf is, is het verschil eigenlijk nog groter.

‘Maar wat dan nog, vervelend die lage lonen’, zult u tegenwerpen, ‘want het heeft wel gewerkt. Waarom kan dit in Zuid-Europa niet worden toegepast?’ Het antwoord daarop is simpel: omdat Duitsland als eerste bezuinigde. De Duitse bezuinigingen waren mogelijk omdat in de andere landen van de eurozone, vooral in Zuid-Europa, de lonen en prijzen flink stegen. Het geld dat werd verdiend met de export werd belegd in ‘booming Zuid-Europa’. ‘De euro is een groot succes‘, dacht men toen. Zo werd Duitsland dus ‘competitiever’. Die luchtbel is door de eurocrisis uiteen gespat en daarom werken bezuinigen in Zuid-Europa nu niet meer en zal er uiteindelijk ook een eind komen aan Wirtschaftswunder 2.0.

Loondumping

Door de loonmatiging blijft de binnenlandse consumptie achter waardoor er niet genoeg werkgelegenheid is. Het tekort aan binnenlandse consumptie moet gecompenseerd worden door consumptie in het buitenland (2).

Kenmerkend voor deze op export gebaseerde groei is dan ook dat de investeringen in eigen land achterblijven: door onvoldoende vraag ontstaat overcapaciteit in de industrie die voor de binnenlandse markt produceert. Het is precies deze klacht, die je vaak hoort over Duitsland en Nederland. Een website van een investeringsadviseur opent zelfs met de stelling: ‘Nederlandse investeringen blijven achter in vergelijking met omringende landen, maar ondernemingen zijn wel productiever.’ Het kan niet duidelijker.

Duitsland en Nederland zijn daarom aangewezen op vraag uit het buitenland. ‘Export is de motor van de economie’ is niet voor niets een populaire uitspraak in Nederland. Behalve auto’s en melkpoeder exporteren Duitsland en Nederland ook werkloosheid. Dit heet ‘loondumping’.

Resultaat van productiviteit niet naar werknemers

De oorzaak van de eurocrisis is dat werknemers in Noord-Europa niet beloond worden voor hun hoge productiviteit. Als dat wel het geval zou zijn zou de binnenlandse vraag toenemen en zouden de overschotten op de handelsbalans verdwijnen.

Een betere analyse van de eurocrisis is dan ook dat de productiviteitswinst in de noordelijke landen van de afgelopen jaren niet naar de werknemers is gegaan maar naar de investeerders. Het op export gerichte beleid heeft de Duitse en Nederlandse burger weinig voordeel opgeleverd.

Een simpele, duurzame en haalbare oplossing van de eurocrisis

De oplossing voor de eurocrisis is eenvoudig: in landen met hogere productiviteit moeten de lonen omhoog. Niet alleen om dat het rechtvaardig is dat werknemers worden betaald voor geleverde prestaties, maar ook om te voorkomen dat de economie in de eurozone uit balans raakt.

Dat een land door efficiëntere productiewijze competitiever is, hoeft geen probleem te zijn zolang de competitie maar niet wordt gevoerd op basis van loonconcurrentie want dan verliest iedereen. Je kunnen zeggen: competitie ‘boven de streep’ is ok maar competitie ‘onder de streep’ destabiliseert de economie. Maar kostenreductie is op zichzelf natuurlijk niet verkeerd. Wat verkeerd is is kostenreductie door loonmatiging of zelfs verlaging.

Mijn oplossing is haalbaar omdat er geen nieuwe verdragen voor afgesloten hoeven te worden. Er zijn ook weinig politieke beletselen, want welke politicus wil niet beloven dat de mensen in het land meer geld in hun portemonnee krijgen en dat er meer banen komen? (4) Het is ook rechtvaardig: wie hard werkt en zich goed organiseert verdient meer. Bovendien zal het zowel de burgers in Noord- als in Zuid-Europa ten goede komen omdat de handel ook in omgekeerde richting gaat lopen: het probleem van de transferunie is dus ook opgelost.

En tenslotte: deze oplossing is duurzaam want de oorzaak wordt aangepakt.

Stop met die holle praat over het hervormen van weeffouten en gebrek aan discipline. Je kan, nee, je mag een cultuur niet omwille van de economie ‘stroomlijnen’. Dat zijn neoliberale utopieën die niets te maken hebben met Europese idealen. Het is overduidelijk dat hervormen en bezuinigen meer schade aanricht dan dat het oplost. Tot nog toe heeft het alleen ultrarechts geholpen.

Als de consumptie in Duitsland en Nederland toeneemt (5) zullen de handelsbalansen weer naar elkaar toegroeien en worden schuldenlanden zonder geforceerde hervormingen weer competitief. Er zal een einde komen aan de hoge werkloosheid in Zuid-Europa en de stagnatie in Noord-Europa. Het noorden zal dan daadwerkelijk de economische motor worden van Europa. Daar zou een echte Europese elite trots op kunnen zijn en dat kan ook met de euro. Wonderlijk genoeg is er geen enkele politieke partij, zelfs niet de SP, die pleit voor dit beleid.

Voetnoten

(1) FD, Outlook p8, 11 oktober 2014: ‘Fransen zien hun werkgever als vijand’
(2) Als ook de overheid bezuinigt.
(3) Er zijn plannen om dit jaar het minimumloon in te voeren. Maar de weerstand hiertegen is groot.
(4) Ik ga hier geheel voorbij aan de werkgeverslobby.
(5) Ik gebruik de term ‘consumptie’ hier in een puur economische betekenis. Ik pleit er niet voor dat iedereen drie iPads koopt, een fourwheeldrive aanschaft (met bullbar volgens Europese richtlijnen natuurlijk) of twee vakanties per jaar naar een ver land gaat maken (tenzij u de boot neemt).


Verder lezen

Er is nog veel meer te zeggen over dit onderwerp. Jesse Frederik laat goed zien waarom publieke schulden onvermijdelijk zijn in ‘Groot-Griekenland’ zoals hij de schuldenlanden noemt. De beste uitleg van de samenhang tussen productiviteit en loon staat in het boek Irweg Grundeinkommen van Heiner Flassbeck, Friederike Spiecker. Ook op hun blog komt regelmatig de ‘gouden loonregel’ (lonen zijn gekoppeld aan productiviteit) aan de orde. Volg ook Yanis Varoufakis, een Griekse econoom die de crisis beschrijft vanuit het perspectief van een schuldenland.

Volgende week meer over de ECB en het probleem van de deflatie.

Eerdere aflevering:
  • Deel 1: Frankrijk is de zondebok
  • Deel 2: De prijs van hervormen
  • Deel 3: Europa’s knoflookgrens
Verantwoording

Figuur 1 en 2: eigen foto’s (CC) gemaakt op de campus van Wageningen waar een busbaan wordt aangelegd.

Figuur 3 en 4: OECD, Dataset: Unit labour costs and labour productivity (employment based), Total economy

Uitgelichte afbeelding: La France dans l’Europe (Flickr CC)

Read more...

De eurocrisis is weer terug: Frankrijk is de zondebok

>> Monday, October 27, 2014


Foto: Armin Kübelbeck, CC-BY-SA, Wikimedia Commons

Mathijs Bouman heeft gereageerd op mijn stuk van afgelopen donderdag over de ‘creditcardmetafoor’ die hij gebruikt voor het Franse begrotingstekort. Ik reageer op zijn verdediging: misleidende beeldspraak wordt vaak gebruikt om beleid te verantwoorden. Met economie heeft dit niets te maken.

Afgelopen donderdag schreef ik een kort stukje over de manier waarop Mathijs Bouman berichtte over de Franse begrotingscrisis in het RTL Nieuws van woensdagavond. Ik val in mijn stukje wat fel uit naar Bouman. Ik wil benadrukken dat mijn kritiek niet specifiek tegen hem is gericht maar tegen de berichtgeving over economie in het algemeen. Anderzijds is het wel zo dat hij daarin een prominente plaats heeft. Daarom is het volgens mij wel terecht om Bouman als voorbeeld aan de kaak te stellen.

Ik wil in dit artikel reageren op zijn verdediging van de creditcardmetafoor. Ik zal in dit en enkele vervolgartikelen duidelijk maken dat de berichtgeving over Frankrijk (en begrotingstekorten in het algemeen) erg eenzijdig is en waarom het een gevolg en geen oorzaak is van de eurocrisis.

De creditcardmetafoor

De creditcardmetafoor van Bouman komt er op neer dat we ons moeten ‘voorstellen [dat we] sinds we de euro hebben eigenlijk één gezin [zijn] in Europa met één creditcard’. Je moet dan afspraken maken over het gebruik daarvan anders kom je als gezin snel rood te staan. ‘Als je je daar niet aan houdt, als zoontje of als moeder of als vader, dan krijg je een straf. Zo’n stelsel hoort er bij als je één munt hebt.’

De boodschap was voor mij duidelijk: door het niet nakomen van afspraken brengt Frankrijk de euro in gevaar. Met deze beeldspraak versterkt Bouman de gedachte die bij de meeste kijkers leeft: Frankrijk is de oorzaak van de opleving van de eurocrisis, net als vier jaar geleden Griekenland. Ik heb daar direct een reactie op geschreven omdat ik dat vaker zie: Frankrijk is nu de zondebok voor de eurocrisis, zoals eerst Griekenland dat was.

In Duitsland is het nog erger dan hier: daar wordt bijvoorbeeld schertsend over ‘Krankreich’ gesproken. Dit is gemakzuchtige en nationalistische journalistiek want het laat de belangrijkste boosdoeners buiten schot: Duitsland en Nederland zelf. Het geeft bovendien voeding aan het oplevende populisme en de anti-Europa-stemming.

Boumans verweer komt op het volgende neer: de creditcardmetafoor heeft hij gebruikt om het ‘free-rider probleem’ uit te leggen. Hij heeft dat niet bedoeld als ‘verklaring voor de eurocrisis’. Ik heb dat verkeerd begrepen. Daarom is het volgens hem wel terecht om deze vergelijking te maken, al is het misschien voor de meeste mensen een wat academisch probleem.

Voor Bouman en mij (na uitleg van zijn kant) is dan wel duidelijk waar het over gaat, maar dat is niet relevant in de context van het RTL Nieuws dat zich immers richt op het algemeen publiek. Dat spreekt niet over het ‘free-rider probleem' maar zegt gewoon ‘kassa voor kwakkellanden’. Dat het Bouman niet bedoeld was om het Franse begrotingstekort als oorzaak van de eurocrisis aan te wijzen, zal de meeste mensen zijn ontgaan – en zo verging het mij ook.

Zoals ik al vaker heb geschreven wordt economisch nieuws vaak gekenmerkt door misleidende beeldspraak. Hiermee wordt bijvoorbeeld ‘aangetoond’ dat bezuinigingen onvermijdelijk zonder goede argumentatie te geven. Daarom viel mij afgelopen woensdag het tendentieuze gebruik van Boumans beeldspraak op, zeker in de context van het veel bekeken RTL Nieuwsbulletin van half acht.

Economisch beeldspraakgebruik

Tot zover mijn directe antwoord op Mathijs Boumans verweer. Om te laten zien dat het een algemeen probleem is, geef ik hier een enkele andere voorbeelden van berichtgeving met bedenkelijke metaforen.

Een heel kras voorbeeld is dit artikel. Het loopt over met medische metaforen. Enkele citaten: ‘pijnlijke ingrepen [zijn] noodzakelijk’; ‘de naweeën van goede tijden laten zich nog in slechte tijden voelen’; ‘Snijden is noodzakelijk om de overheidsfinanciering en het land weer gezond te krijgen’; ‘Des te eerder er wordt gesneden des te sneller zal herstel zichtbaar zijn’ … en zo voort. Het stuk illustreert hoe de metafoor de rechtvaardiging is voor de gewenste oplossing: bezuinigen. Met economie heeft het niets te maken.

Het voorgaande voorbeeld is door een amateur geschreven, maar het is niet moeilijk iets te vinden van een professional. Als het nieuws bekend wordt dat de Franse ontwerpbegroting voor volgend jaar een tekort heeft van 4,3%, brengt de Volkskrant dit nieuws met de kop: ‘Frankrijk morrelt aan regels eurozone’. Let op de impliciete beeldspraak: morrelen doen inbrekers met sloten. En waarom weigert Duitsland deze begroting goed te keuren? De Volkskrant:

[De Duitse minister van financiën Wolfgang] Schäuble is niet vergeten hoe Duitsland en Frankrijk in 2003-2004 eendrachtig het Stabiliteitspact om zeep hielpen door overtreding van de begrotingsregels ongestraft te laten. Het was de opmaat naar de eurocrisis vanaf 2009. Bondskanselier Merkel noemde deze Frans-Duitse actie onlangs een 'historische vergissing'.

In het stuk wordt een pedagogische beeldspraak gebruikt om de eurocrisis te verklaren: Ongedisciplineerdheid is de ‘de opmaat’ voor de eurocisis wat pertinent onjuist is. Dit is een voorbeeld van misleidende beeldspraak in de Volkskrant – een van Nederlands meest gelezen ‘kwaliteitskranten’.

Economische beeldspraak in de politiek

Niet alleen journalisten doen dit, ook politici gebruiken beeldspraak om beleid te verantwoorden. In 2012, tijdens de campagnes waarbij de coalitie werd gekozen die nu regeert, schreef ik over een debat tussen Stef Blok en Diederik Samsom op TV. Stef Blok gebruikt daar de gezinsmetafoor die nauw verwant is aan de creditcardmetafoor:

Ook als er helemaal geen Europese afspraken waren, dan nog begrijpt iedereen dat je niet eindeloos meer kan uitgeven dan je binnenkrijgt. Nederland als land, de overheid, geeft op dit moment 70 miljoen per dag meer uit dan er binnenkomt. Voor een gezin zou dat betekenen 70 euro per dag.

Ook hier is de metafoor de enige verantwoording. Sterker nog, iedereen met basale kennis van macro-economie en geschiedenis weet dat dat een gevaarlijke simplificatie is. Maar hij kan dit ongestraft doen want de journalisten, zijn tegenstander en de kijkers, weten te weinig van economie om dit tegen te spreken.

Dat alles verhindert echter niet dat deze beeldspraak uiteindelijk resulteert in beleid: de VVD werd de grootste partij in die verkiezingen [*] en het bezuinigingsbeleid dat onder leiding van die partij in de vorige regering al was ingezet, gaat door.

Het is de taak van journalisten om dit ‘economisch omgaan met beeldspraak’ aan de kaak te stellen. Maar dat gebeurt helaas nauwelijks of niet en maar al te vaak zie ik journalisten die meedoen met dit spel.

Omdat in een democratie besluiten niet over de hoofden van de mensen genomen worden, is goede voorlichting over economie aan het publiek van cruciaal belang om tot een oplossing van de eurocrisis te komen. Ik zal in de volgende aflevering laten zien waarom de hier besproken berichtgeving over de eurocrisis zo eenzijdig is.

Noot

[*] Samen met de PvdA want die wil bewijzen dat zij net zo zuinig is als Drees.
Figuur: Geit, Wikemedia commons.

Read more...

De Europese Agenda 2020

>> Sunday, September 21, 2014



Updated 24 sep

De nieuwe politieke partij Alterntive für Deutschland (AfD) heeft vorige maand bij deelstaatverkiezingen in Duitsland verrassend veel stemmen gekregen. Bij de landelijke verkiezingen in 2013 haalde zij de kiesdrempel (5 %) niet, maar kwam daar nu ruim over heen: in Saksen kregen zij 10 %, in Thüringen 10.6 % en Brandenburg 12.2 %. Landelijk zou dat overeen komen met 9.7 %.

Volgens Sebastian Friedrich heeft rechts nu een permanente meerderheid. De FDP is weliswaar uit het parlement verdwenen en de AfD heeft haar plaats nog niet kunnen in nemen maar gezamenlijk hebben CDU/CSU, FDP en AfD een meerderheid. In Saksen haalden CDU, FDP, AfD en NPD samen zelfs 57,9 Procent.

Opmerkelijk is dat de euro geen grote rol speelde, maar dat is misschien te verklaren door het feit dat het tot nog toe redelijk goed lijkt te gaan met de Duitse economie. De AfD is een protestpartij tegen de euro, maar het is ook vooral een aartsconservatieve partij die - net als de PVV in Nederland – immigratie en veiligheid als thema heeft. De partij kan niet weggezet worden als een neonazi partij of simpele protestpartij. CDU en SPD hebben de AfD in hun campagnes genegeerd, maar deze strategie blijkt niet te werken.

Tot nog toe leek de eurocrisis aan Duitsland voorbij te gaan, maar onlangs werden de eerste barsten zichtbaar in het Duitse economische wonder, en het ziet er naar uit dat ook Duitsland zich niet kan onttrekken aan de crisis in de eurozone. De grote vraag is welke partijen in Duitsland het meeste profijt van zullen hebben van economische teruggang. Vermoedelijk zal dat de AfD zijn en zeker niet de SPD of de Grünen. Zolang SPD en Gründen zich blijven beroepen op het success van Agenda 2010, dat van Duitsland een lagelonenland heeft gemaakt, kunnen zij geen geloofwaardige oppositie vanaf links voeren. Net als in Nederland is bij de Duitse linkse partijen nog niet het besef door gedrongen dat de huidige economische koers de oorzaak is van de crisis.

Die Linke is een kleine linkse partij en is voor veel mainstream linkse kiezers geen alternatief voor de SPD en de Grünen en is alleen sterk in de nieuwe deelstaten. De Piratenpartij in het niets verdwenen. De Union zal waarschijnlijk verder naar rechts opschuiven om leegloop naar de AfD te stoppen. De Duitse politiek zal dus in haar geheel naar rechts opschuiven. Op eurolanden met schulden zal nog grotere druk worden uitgeoefend om te bezuinigingen en te hervormen. Dit beleid resulteert in deflatie (figuur) en krimp van de economie. De economische crisis zal zich hierdoor verder verdiepen. Het Duitse Agenda 2010 is ongemerkt veranderd in een Europese Agenda 2020.

Update 24 september: "Der deutsche Konjunkturmotor läuft nicht mehr rund."

Dat de Duitse economie niet zo gezond is als het lijkt blijkt vandaag: het onderzoeksbureau Ifo meldt dat het economisch klimaat verder is verslechterd.

Der ifo Geschäftsklimaindex für die gewerbliche Wirtschaft Deutschlands ist im September auf 104,7 Punkte gesunken, von 106,3 im Vormonat. Das ist der niedrigste Wert seit April 2013. Die aktuelle Geschäftslage wurde erneut etwas weniger gut beurteilt als im Vormonat. Die Erwartungen für die nächsten sechs Monate fielen auf den tiefsten Stand seit Dezember 2012. Der deutsche Konjunkturmotor läuft nicht mehr rund.
Wie weet dat deze konjunkturmotor draait op 'lagelonenbrandstof' begrijpt waarom: de vraag in eigen land is onvoldoende en de vraag uit het buitenland neemt ook af omdat de schuld met Duitsland niet eindeloos kan oplopen. Merkel en Schäuble zouden dat moeten begrijpen.

24/9 Link naar artikel van Sebastian Friedrich gerepareerd.

Read more...

About This Blog

  © Blogger templates Sunset by Ourblogtemplates.com 2008

Back to TOP