Showing posts with label gemeenschap. Show all posts
Showing posts with label gemeenschap. Show all posts

De les van Barbara Baarsma

>> Saturday, July 7, 2018


Afbeelding: screenshot Nieuwsuur, uitgezonden 9 feb 2018 met Barbara Baarsma.

Dalende beurskoersen: wat betekenen die voor de echte economie?
Mariëlle Tweebeeke interviewt Barbara Baarsma, directeur kennisontwikkeling Rabobank

Dit is een fascinerend interview. Begin februari van 2018 zijn de aandelenkoersen onderuitgegaan. Baarsma mag uitleggen wat dat voor ons betekent. Haar les is kort samengevat: De financiële markten zijn onvoorspelbaar. Wat omhoog gaat, kan ook weer naar beneden gaan. We dachten dat we er op konden rekenen dat ons huis altijd in waarde zou stijgen, dat we een baan voor het leven zouden hebben en dat onze oudedagsvoorziening goed geregeld was. De koersval van de voorafgaande week heeft echter laten zien dat niets minder waar is. We zullen ons moeten aanpassen aan een steeds sneller veranderende wereld, waarin de zekerheden van vandaag morgen misschien niets meer waard zijn. De crisis op de beurs is dus een nuttige les, namelijk dat ‘u zelf verantwoordelijk bent voor uw financiële zelfredzaamheid’, stelt Baarsma. 

Financiële zelfredzaamheid: dat is dus niet wat het vroeger betekende: spaarzaamheid en een sluitend huishoudboekje. Nee het is veel ingrijpender: we moeten ons leven aanpassen aan de ups en downs van de markten:

[Laten we de] economie op lange termijn […] maar […] eens vertalen naar het leven van de burgers, gewoon individuen. Ik denk wel dat wat je ziet dat wat op de beurs is gebeurd, die enorme uitslagen, die onzekerheid die daar achter zit, die speelt ook in ons leven, in het leven van de kijkers.
[…] als die beweging op de beurs de kijker iets moeten leren dan is dat: die bewegingen daar die kunnen ook in uw persoonlijk leven optreden, wees daar weerbaar voor.

We moeten er aan wennen dat de wereld steeds sneller verandert. Afhankelijk van onze situatie en toekomstdromen, zullen we moeten sparen of “investeren in menselijk kapitaal”. 

Investeren in menselijk kapitaal is haar manier om te zeggen dat je een vak leert, want ons leven is een product. En dat product moet verkocht worden op de markt. Daarom moeten we ons leven aanpassen aan de markt, een markt zonder bodemprijs. Als u dat niet doet, bent u morgen dakloos, werkloos en is uw pensioen verdampt door een foute beleggingskeuze.

Dit is een wereld waarin mensen niet voor elkaar, maar alleen voor zichzelf zorgen. Het is de wereld die Ayn Rand in Atlas Shruggs beschrijft, waarin mensen alleen voor zichzelf leven. Er is geen gemeenschap, alles is geprivatiseerd. We zijn met elkaar verbonden door een web van (financiële) transacties. Wie zekerheid wil, verzekert zich want de oude zekerheden zijn verdwenen. U heeft geen andere keuze dan zich aan te passen. Dat is de les die Baarsma trekt uit de koersval van de voorafgaande week.

Dat we ook andere keuzes kunnen maken, dat we de wereld ook anders kunnen inrichten, dat er ook zekerheid is buiten de financiële markten, zekerheid die niet wordt gekocht maar is gebaseerd op solidariteit en menselijkheid, is uit beeld verdwenen. 

De les van Baarsma is dat we ons leven afhankelijk hebben gemaakt van een casino waar we geen controle over hebben, en dat we er alleen voor staan.

Transcript
[Mariëlle Tweebeeke]: De Amerikaanse beurs, de Dow-Jones, eindigde zojuist de chaotische week met een kleine winst. En bij mij aan tafel Barbara Baarsma hoogleraar economie en directeur kennisontwikkeling van de Rabobank. Hartelijk welkom. Ja de vraag is toch wat is er aan de hand op die beurs?
[Barbara Baarsma]: Nou wat je zag in Amerika, daar zijn de aandelen wat overgewaardeerd en beleggers hadden daar een andere verwachting over het tempo waarin het monetaire beleid een beetje normaler zou worden - dus over wanneer de rente weer wat zou gaan stijgen - en de inflatie steeg wat meer dan verwacht. En dat alles bij elkaar maakte dat je, nou best gezonde afname van die beurskoersen kreeg en dat verspreidde zich toen over de rest van de wereld. Geen reden voor paniek.
[MT]: U zegt heel duidelijk 'gezond'?
[BB]: Nou, er zat gewoon wat overwaardering in die aandelen en het ging al hele lange tijd omhoog, dus dat het nu iets wat afzakt is geen reden voor paniek, en die zag je ook eigenlijk niet.
[MT]: Nee maar dat is natuurlijk ook 'mensen hier worden geruststellende woorden gesproken', ook duur U, maar mensen misschien niet op die beurs zitten denken misschien toch 'O je, is er iets aan de hand?' Is dit een voorteken dat het misschien toch, ondanks al die positieve verhalen minder gaat met de economie?
[BB]: Nou, met onze economische groei zal het op korte termijn geen grote invloed op hebben [sic]. De economie op lange termijn is een ander verhaal maar laten we het eens vertalen naar het leven van de burgers, gewoon individuen. Ik denk wel dat wat je ziet dat wat op de beurs is gebeurd, die enorme uitslagen, die onzekerheid die daar achter zit, die speelt ook in ons leven, in het leven van de kijkers. Neem bijvoorbeeld, een tijd geleden, vlak voor de crisis. Toen was er bij heel veel mensen die een koophuis hadden de verwachting, ik kan dat huis verkopen wanneer ik het wil, tegen een prijs die hoger is dan waar ik het voor gekocht heb. De baan die ik heb, het vaste contract, ik kan daar mijn leven lang als ik wil bij deze baas blijven werken en mijn pensioen geeft mij de koopkracht, om als ik straks gepensioneerd ben, fijn te blijven consumeren zoals ik dat nu doe. En toen kwam de crisis, met die enorme uitslagen op de financiële markten en toen bleek ineens dat huizen veel minder waard kunnen worden. Toen bleek ineens dat pensioen helemaal niet zo koopkracht veilig zijn...
[MT, door elkaar]: Maar dat was toen, voor de crisis.
[BB] ... en dat banen voor het leven niet bestaan. Ik hoop eigenlijk ... Er is geen reden voor paniek, maar ik hoop dat deze bewegingen op die beurzen wel mensen bewust maken van het feit: veranderingen gaan steeds sneller. Er is steeds meer onzekerheid...
[MT]: Het gaat niet altijd alleen maar omhoog, het kan ook naar beneden gaan...
[BB]: Het kan ook naar beneden, en zorg dat U inzicht heeft in uw eigen financiële situatie en dat U zich bewust bent, dat u zelf verantwoordelijk bent voor uw financiële zelfredzaamheid, als ik het zo zou mogen noemen.
[MT[: Maar als we even concreet naar de Nederlandse economie kijken, en bijvoorbeeld wat U noemt de huizenmarkt [03:22] dan staat die er toch heel goed voor?
[BB]: Hij staat er zeker goed voor maar als je een huis wilt kopen vroeger was het zo dan - dit heeft allemaal met overheidsbeleid te maken - kon je 106% van de waarde van een huis lenen en ook kosten of een stukje verbouwing mee betalen nu kan dat niet meer, maximaal 100%, misschien gaat hij in de toekomst wat naar beneden. Dus is jouw wens in de toekomst een huis kopen, dan zul je een beetje een appeltje voor de dorst moeten hebben omdat zelf dan in te kunnen leggen. Of als het gaat om pensioenen - de AOW-leeftijd is verhoogd - wil je eerder stoppen met werken dan zul je ook iets van een appeltje voor de dorst moeten hebben.
[MT]: Dus sparen zegt u eigenlijk? Geld op de bank zetten [onverstaanbaar]
[BB]: In Nederland wordt al heel erg veel gespaard, dus mijn advies zou niet generiek zijn: 'ga nou meer sparen', dat is niet goed voor het land. Voor sommige mensen zou dat wel goed zijn. Mijn advies zou zijn zorg: één: dat u zich bewust bent van uw eigen verantwoordelijkheid van uw financiële situatie en dat u het inzicht heeft in wat u wilt - 'wil ik vroeger stoppen met werken? Heb ik een hele dure hobby waar ik geld voor nodig heb? Heb ik zes kinderen die ik wil gaan laten studeren? En hoeveel middelen heb ik? En als daar een gat tussen zit kan sparen of beleggen een optie zijn maar meer uren gaan werken kan ook een optie zijn en de aller, allerbelangrijkste is misschien wel het investeren in menselijk kapitaal. Want het begin van alle financiële zelfredzaamheid is een betaalde baan en met menselijk kapitaal is de garantie op een betaalde baan, is er werkzekerheid het allerbelangrijkste. En wat ik in het begin ze - vroeger hadden we het idee, we hebben baanzekerheid, een vast contract, een baan voor het leven - die zekerheid is er niet meer. Menselijk kapitaalinvesteringen geven je garantie op werk zekerheid.
[MT]: Maar als we even teruggaan naar de beurs, het ging lange tijd heel goed. Stel nou dat je denkt, ik wil toch investeren, maar je vindt dat iets te spannend, en inderdaad die banken daar krijg je eigenlijk bijna geen rente op je geld, wat moet je dan met je geld doen?
[BB]: Dat hangt ervan af - generiek ga ik geen advies daarover geven, want ik vind ik echt dat dat maatwerk advies is - en het begint bij het inzicht tussen wat iemand wil, een doel heeft en wat je dan nog moet doen. Stel dat het doel is dat je misschien wat langer wilt doorwerken - of we moeten met elkaar langer doorwerken - hoe ga ik dat voor elkaar krijgen. Nou, dat is een investering in menselijk kapitaal aan de orde. Als je juist wat vroeger wilt stoppen dan kan wat meer sparen aan de orde zijn. Dus het hangt er net van af wat iemands doel is en sparen kan natuurlijk ook beleggen zijn en je kan ook beleggen op de vastgoedmarkt maar het is allemaal individueel maatadvies maar zorg dat u dat inzicht krijg. En als die beweging op de beurs de kijker iets moeten leren dan is dat: die bewegingen daar die kunnen ook in uw persoonlijk leven optreden, wees daar weerbaar voor.
[MT]: Dat heeft u duidelijk gezegd. Hartelijk dank voor uw komst, Barbara Baarsma.

Read more...

Links en rechts, deel 6: Vrijheid, gelijkheid en gemeenschap

>> Wednesday, January 18, 2017


Afbeelding: Vrijheid, gelijkheid en broederschap. (bron: Thermidorimage)

Als iedereen het altijd met elkaar eens zou zijn was politiek overbodig. Alleen in een totalitaire staat is er eenheid. Meningsverschillen over wat waar of onwaar is en wat goed of fout is, zijn onvermijdelijk in de politiek. Verdeeldheid is daarom altijd onderdeel van elke goed functionerende democratie. Maar meningsverschillen die ontstaan omdat we elkaars taal niet begrijpen, zijn onnodig polariserend. Daarom is het belangrijk de betekenis van de woorden die we gebruiken goed duidelijk is.

Ik bespreek vandaag drie begrippen die centraal staan in de strijd tussen links en rechts: vrijheid, gelijkheid en gemeenschap. Inderdaad: dit zijn de begrippen die we ook kennen van de Franse Revolutie: liberté, égalité et fraternité. Ik zal laten zien dat deze begrippen voor links en rechts een andere betekenis hebben.

Het links-rechts-argument

Het politieke argument van rechts tegen links gaat in grote lijnen als volgt:
Links wil meer gelijkheid. Volgens rechts, dat denkt een realistisch beeld te hebben van de menselijke natuur, is dat onmogelijk. [Het] gelijkheidsidee botst voortdurend met de realiteit’. Mensen zijn altijd uit op eigen voordeel en bovendien is ‘de ene mens … nu eenmaal slimmer dan de andere’. Omdat links, Gutmensch die zij nu eenmaal is, een onstuitbare drang heeft de wereld te ‘verbeteren’ kan zij alleen ‘alle mensen gelijk […] maken onder dwang [door] repressie en nivellering. Als links de kans krijgt gebruikt zij daarvoor de macht van de staat. Waar dit toe leidt is bekend: Stalin, Mao, Pol Pot en Kim Jong-un. Daarom moet de (macht van de) staat ingeperkt worden.

Gelijkheid

Op dit ‘links-rechts-argument’ is veel aan te merken maar ik beperk me tot de meest opvallende fout: twee betekenissen van het begrip ‘gelijk’ worden met elkaar verward. De eerste betekenis kent iedereen: Stel, we vergelijken twee vrouwen met elkaar: Marie en Christine. In sommige aspecten zijn ze gelijk (lid van de soort homo sapiens, Française, vrouw, enz.) maar op de meeste andere punten verschillen ze van elkaar: Marie is blond, 40 jaar oud en 1.70 lang en (helaas) werkloos. Christine is 60 jaar oud, grijs, 1.80 lang en Christine heeft (gelukkig nog) wel een baan. De lijst van verschillen is natuurlijk oneindig lang maar het punt is duidelijk: Marie en Christine zijn ongelijk.

Dit is de meest gebruikte betekenis van ‘gelijk’. Deze is tegelijkertijd concreet en breed: op een oneindige lange lijst van kenmerken zijn mensen soms ‘gelijk’ maar meestal ‘ongelijk’. Ik noem deze vorm van gelijk ‘letterlijk-gelijk’.

De andere betekenis van ‘gelijk’ is voor het eerst verwoord door Descartes. Deze observeerde dat ieder mens, ongeacht ras of cultuur in staat is om Frans te leren, mits men dit van jongs af aan leert. Volgens Siep Stuurman is
de moderne gelijkheid een van de de meest centrale en krachtige ideeen van de Verlichting. De menselijke natuur wordt begrepen als een descriptief en normatief concept. Alle mensen hebben dezelfde basisbehoeften en capaciteiten en kunnen daarom gelijkelijk aanspraak maken op dezelfde elementaire rechten zoals leven, veiligheid, vrijheid en het streven naar geluk (’the pursuit of happiness’, zoals de amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring het formuleert). Er bestaat derhalve geen ‘natuurlijk gezag’van de ene groep mensen over de andere (p313).
Dit is dus niet hetzelfde als letterlijk-gelijk:
De moderne gelijkheid is een abstract concept. De menselijke natuur wordt erin opgevat als de harde kern die overblijft wanneer men van alle historisch gegroeide sociale conventies abstraheert (p254).
Dit is wat ik ‘abstract-gelijk’ noem. Het idee dat alle mensen in deze betekenis gelijk zijn, is een centraal thema van de Verlichting. Het was de inspiratie van vrouwen, arbeiders en slaven om in opstand te komen tegen hun onderdrukkers en het is nog steeds het kernstuk van alle linkse ideologie.

Dit abstract-gelijk is een heel ander soort gelijkheid dan het alledaagse gelijk, ‘letterlijk-gelijk’. In de politieke discussies waar ik het hier over heb, gaat het altijd over ‘abstract-gelijk’. Dit kan goed duidelijk gemaakt worden met mijn (deels) hypothetische voorbeeld van Marie en Christine. Stel dat beiden de wet overtreden. Marie ‘vergeet’ aan de uitkerende instantie te melden dat ze geld heeft verdiend. Ook Christine ‘vergist’ zich, maar anders dan Marie is zij minister. Door een verwijtbare fout van Christine verliest de staat 400 miljoen euro.

Omdat Marie en Christine gelijk zijn voor de wet (abstract-gelijk dus) zouden beiden op gelijke wijze, naar proportie van de ernst van de overtreding, bestraft moet worden. Marie wordt gekort op haar uitkering en Christine zal gezien de ernst van het vergrijp zwaarder gestraft worden. Beiden moeten boeten naar proportie voor hun vergrijp. Wat een passende straf is moet een onafhankelijke rechter bepalen.

Tot zover de theorie. Er zijn heel veel vrouwen zoals Marie, maar er zijn er niet veel zoals Christine Lagarde. De Marie’s van deze wereld worden zonder pardon gekort op hun uitkering maar de Christines, die zich schuldig maken aan een veel groter vergrijp, worden niet gestraft. Christine hoeft niet één euro terug te betalen en mag haar invloedrijke en goed betaalde post bij het IMF behouden.

Als links zegt te streven naar meer gelijkheid dan bedoelt zij deze ongelijke behandeling en niet dat zij Christine en Marie letterlijke-gelijk wil maken, want dat zou onzinnig zijn. Rechts verwart letterlijk-gelijk met abstract-gelijk.

Vrijheid

Als rechts een schild zou hebben, zoals de ridders vroeger, dan zou op dat schild Libertas de godin van de vrijheid staan. Rechts is kampioen vrijheidsstrijder. Zij bekritiseert links daarom want deze zou bereid zijn vrijheid in te leveren ten gunste van meer gelijkheid. In een beroemd debat in 1968 tussen Gore Vidal en William Buckley, beweert Buckley dat vrijheid altijd leidt tot meer ongelijkheid [1]:
Freedom breeds inequality, Freedom breeds inequality, [en na aandringen door Gore Vidal nog een derde maal] freedom breeds inequality. Unless you have the freedom to be unequal, there is no such thing as freedom.
Ook deze stelling is problematisch. Niet alleen omdat Buckley uitgaat van een andere definitie van het begrip ‘gelijkheid’ dan die welke links verdedigt – zoals ik in de vorige paragraaf heb laten zien – maar ook omdat het suggereert dat vrijheid en gelijkheid incompatibel zijn met elkaar. Het tegendeel is het geval.

Het is nog steeds hetzelfde links-rechts-argument: Om vrijheid te garanderen wil rechts, met name liberalen , de macht van de staat zoveel mogelijk in perken. De staat moet zo zwak mogelijk zijn om te voorkomen dat links haar misbruikt om het ideaal van gelijkheid te verwezenlijken. Dit gaat ten koste van onze vrijheid.

Figuur 1: Libertas, de godin van de vrijheid (Bron: Dominique James)

Bovendien is het niet erg dat verschillen tussen mensen hierdoor groter worden, dat moeten we juist toejuichen, want wie hard werkt en meer talent heeft, verdient nou eenmaal meer. Vrijheid genereert ongelijkheid zegt Buckley daarom.

De ideale maatschappij van rechts is echter een naïeve wensdroom omdat zij de gevolgen van ongelijkheid verkeerd inschat. Hoe belangrijk ongelijkheid is voor vrijheid is kan goed gedemonstreerd worden aan de hand van het voorbeeld van Christine en Marie. Marie die momenteel werkloos is moet om in haar inkomen te voorzien werk zoeken. In de ideale maatschappij van links – de verzorgingsstaat – zal de overheid Marie hierin bijstaan, maar in de (ideale) liberale maatschappij is dat geheel haar eigen verantwoording. Misschien heet Marie eigenlijk Miriam, en om religieuze of traditionele redenen wil zij een hoofddoek dragen. Om werk te vinden kan zij gedwongen worden daarvan af te zien. Op deze manier is niet de staat maar juist de afwezigheid van de staat een bedreiging voor (godsdienst) vrijheid.

Nauwkeuriger geformuleerd: Marie is nu niet afhankelijk van de willekeur van een vorst of staatsmacht, maar van Christine. Stel dat Christine (nu wel denkbeeldig) haar (potentiele) werkgever is. Zij beschikt dan over middelen (een baan) die Marie nodig heeft en niet op andere wijze kan verkrijgen. Natuurlijk is dit niet absoluut: er zijn meer werkgevers dan Christine maar als de arbeidsmarkt krap is, en Marie moet concurreren voor een baan met 100 andere sollicitanten dan is de relatie tussen Marie en Christine in hoge mate ongelijkwaardig. Ook als Marie een baan heeft, heeft Christine als haar cheffin veel macht over Marie, vooral als er geen ontslagbescherming is, iets dat, merkwaardig genoeg liberalen juist willen afschaffen.

Het is bijna een tautologie, maar het moet toch benadrukt worden: iemand die afhankelijk is van een ander, is niet vrij van willekeur van deze persoon. Christine die bemiddeld is, heeft daardoor macht en kan beslissen over het lot van Marie.

De betekenis die door rechts – kampioenen vrijheid - aan het woord vrijheid wordt gegeven is veel beperkter dan die van links. Vrijheid betekent voor rechts ‘vrij van dwang door de staat’. Zij negeert daarmee een andere voor veel mensen veel grotere bron van onvrijheid: de ongelijke verdeling van bezit.

Ongelijkheid van bezit [2] is een belangrijk machtsmiddel. De grote ongelijkheid die de afgelopen decennia is ontstaan heeft een parallelle sfeer van macht [3] naast de staat gecreëerd: de macht van het geld. Deze macht hoeft maar zelden verantwoording af te leggen, hoogstens aan de aandeelhouders als het om een vennootschap gaat. De ‘politieke strijd’ in deze machtssfeer gaat niet over ‘goed en fout’ maar slechts over de vraag wie het meeste verdiend. Rechtse politici vrezen alleen staatsmacht, die wel democratisch wordt gecontroleerd en negeren de macht van het geld. Hierdoor wordt de invloed daarvan op ons leven steeds groter. De werkelijke bedreiging komt niet van de democratische staat maar van het industrieel-financiële-complex [4].

Ondanks alle mooie woorden over vrijheid van rechts, is de maatschappij niet vrijer maar minder vrij. Grote materiele verschillen tussen mensen leiden tot grote verschillen in macht. Buckley draaide het om. Het moet zijn: inequality breeds coercion. Vidal liet na dit uit te leggen en kon (blijkbaar) niets beters bedenken dan te schelden.

Gemeenschap

Ook over de term gemeenschap zijn veel misverstanden. Jos van Dijk bekritiseerde mijn voorstel voor het criterium voor links en rechts (gemeenschap vs. individu), want wie schermt met de hogere waarde van de ‘volksgemeenschap’ is voor mij niet links.

Zijn kritiek dat mijn criterium aanleiding kan geven tot misverstanden is terecht, maar is onvermijdelijk. Ik gebruik het begrip ‘gemeenschap’ in de betekenis van ‘broederschap’, als in de leuze van de Franse revolutionairen. Omdat het woord ‘broederschap’ oubollig klinkt, gebruik ik het woord gemeenschap. Het staat voor ‘dat wat wij allen gemeen hebben’, de lotsverbondenheid van alle mensen die een consequentie is van abstracte gelijkheid.

Ik heb gekozen voor ‘gemeenschap vs. individu’ en niet voor ‘gelijk vs. ongelijk’ zoals Norberto Bobbio doet, omdat het een neutraal criterium is dat goed aansluit bij de ontwikkeling in de maatschappij [5]. Beide begrippen, ‘gemeenschap’ en ‘gelijkheid’ kunnen verkeerd opgevat worden.

Dat er verwarring ontstaat over dit begrip is wel begrijpelijk omdat nationalisme, en in extreme mate het fascisme zich graag tooien met links klinkende namen en op economisch gebied vaak linkse standpunten in nemen. De Duitse fascisten noemden zich bijvoorbeeld ‘nationaalsocialisten’. Dit is overigens geen toeval: rechts heeft, zoals Corey Robin het uitdrukt, van links geleerd dat het beste wapen tegen de revolutie de contrarevolutie is.

Rechtse, nationalistische bewegingen gebruiken het woord gemeenschap dan ook niet in de zin van ‘broederschap’. Dit wordt goed geïllustreerd door de herkomst van het woord ‘fascisme’: het is afgeleid van ‘fascio’ dat ‘bundel’ betekend. Het is een metafoor: een bundel stokken die stevig is samengebonden, is veel sterker dan losse stokken. De betekenis van gemeenschap waar het hier om gaat is dus: gemeenschap (natie, volk, familie of fascio) telt zwaarder dan het individu. Maar zij doen nog iets anders dat diametraal tegengesteld is aan het linkse ideaal: zij gebruiken het begrip gemeenschap ook om verschil te creëren.
Figuur 2: Een fascio, Italiaans voor 'bundel' waarmee men uitdrukt: 'eenheid is macht'. Strak samengebonden stokken zijn sterker dan losse, onafhankelijke stokken (Bron: DIREKTOR).

De maatschappij bestaat uit fasci die met elkaar in (eeuwigdurende) strijd zijn om het voortbestaan. De mensheid is daarom verdeeld in ‘ons soort mensen’ en ‘vreemden’ die minderwaardig zijn, minder ‘gelijk’ dan wij en daarom anders behandeld moeten worden. Ook rechts-populisten als Geert Wilders, Donald Trump en Marine LePen, wijzen allemaal op deze manier zondebokken aan: de Islam, de Mexicanen, de zwarten, de migranten, enz.[6]. Het is het tegenovergestelde van ‘broederschap’.

Rechtse politici appelleren aan een oeroud instinct van de mens: het beschermen van de eigen clan of familie. Zij presenteren zich als krachtige leiders, die voor eenheid en orde zorgen in de eigen gemeenschap en compromisloos vijanden (zij die niet tot de gemeenschap behoren) bestrijden. Het zijn altijd antidemocratische bewegingen, die waarde hechten aan hiërarchie, gezag en loyaliteit. Dit is niet links maar uiterst rechts.

Het zou niet nodig hoeven zijn om te beargumenteren dat fascisme en verwante bewegingen niet links maar rechts zijn, toch blijkt dat dit noodzakelijk is. Regelmatig verschijnen publicaties van rechtse auteurs die dit beweren. Een goed voorbeeld hiervan is Jonah Goldbergs Liberal fascism of Bart-Jan Spruyt die beweert dat er ook links fascisme bestaat.

Een voorbeeld van extreem linkse politiek die individuele belangen geheel ondergeschikt maakt aan de gemeenschap is het communisme. Communisten dachten dat het mogelijk was een eind te maken aan ongelijkheid door de politiek af te schaffen en zo eenheid af te dwingen. Maar misschien kun je dan wel stellen, zoals Jos doet, dat dat geen linkse politiek is.

Conclusie

Vrijheid, gelijkheid en gemeenschap zijn al meer dan 200 jaar lang centrale begrippen in het politiek debat. In de vorige aflevering heb ik laten zien wat de herkomst en betekenis is van de begrippen ‘links’ en ‘rechts’ in de politiek. Het is geen politieke ‘wet’ waarmee de politiek verklaard kan worden en het is zeker niet zo dat de een goed en de ander fout is, maar het onderscheid tussen links en rechts helpt ons wel bij het ordenen van ideeën en argumenten in de politiek. Het zou de discussie echter ten goede komen als alle deelnemers dezelfde definities zouden gebruiken van deze begrippen. Er zijn genoeg zaken die belangrijker zijn dan de betekenis van woorden om over te vechten.

Het volgende deel gaat over de asymmetrie van links en rechts.

Vorige afleveringen
Deel 1: Richting in de Politiek
Deel 2: Oorsprong en geschiedenis
Deel 3: Politicologie van het volk
Deel 4: Wat is het verschil?
Deel 5: Progressief en conservatief

Noten

[1] In de documentaire Best of enemies over de debatten tussen Gore Vidal en William Buckley die beiden met elkaar hadden tijdens partijconventies (van Democraten en Republikeinen) in de aanloop van de verkiezing van 1968. Gore Vidal had Buckley beter van repliek kunnen bedienen dan hij deed in dat debat. Hij beschuldigt Buckley een ‘crypto-nazi’ te zijn waarna Buckley bedreigende taal gebruikte: Now listen you queer, stop calling me a crypto-Nazi or I’ll sock you in the goddamn face and you’ll stay plastered. Dit was niet wijs van beiden, maar het is spectaculaire tv, en andere omroepen volgden het voorbeeld – een slecht voorbeeld - van ABC met soortgelijke programma’s.
[2] In dit geval gaat het dus wel om letterlijke ongelijkheid: namelijk ongelijkheid van bezit.
[3] Zie Colin Crouch: The Strange Non-Death of Neo-Liberalism.
[4] Zie bijvoorbeeld dit interview op Nachdenkseiten, waarin Werner Rügemer de actuele stand van zaken beschrijft. De machtsverhouding helt steeds meer over naar de tweede machtssfeer, het ‘financieel-industrieel-complex’. Rügemer heeft hiervoor de term Blackrock-Kapitalismus bedacht omdat casinokapitalisme een verkeerde voorstelling van zaken is. De macht is gecoördineerd, niet toevallig verdeeld. BlackRock-Kapitalismus ist ein feuilletonistischer und verkürzter, kein analytischer Begriff. Konkret kann man nach meiner Kenntnis vier Gruppen von neuen Finanzakteuren unterscheiden: Erstens die heute größten Kapitalorganisatoren, an deren Spitze nach dem Umfang des verwalteten Kapitals und des wirtschaftlichen und politischen Einflusses eben der größte Vermögensverwalter der Welt steht, BlackRock. Zweitens, sozusagen eine Etage darunter, die Private Equity-Investoren, volkstümlich „Heuschrecken“ oder „Geierfonds“ genannt; zu ihnen kann man auch die Hedgefonds rechnen. Drittens die neuen Unternehmen der großen Internet-Plattformen wie Google und Facebook. Und schließlich viertens die neuen Großkonzerne der sogenannten Share Economy – am bekanntesten ist hier das inzwischen größte Taxiunternehmen der Welt, Uber.
[5] Zie deel 4. Neutraliteit is mijn tweede voorwaarde voor een goed criterium: Om bruikbaar te zijn moet een criterium voor beide partijen aanvaardbaar zijn en mag het niet eenzijdig in het voordeel van één kant zijn. Bovendien is de individualisering van de maatschappij onmiskenbaar een, zo niet de, belangrijkste trend van de afgelopen veertig jaar. Een goed voorbeeld, uit de dagelijkse praktijk wordt door Mirjam de Rijk gegeven in haar artikel over De kosten in de zorg(€): Of de zorg collectief of individueel wordt gefinancierd maakt niet uit want het verhogen van het eigen risico, hogere eigen bijdragen, of een kleiner basispakket [...is] een ideologische keuze. Wie vindt dat kosten voor ziekte of hulpbehoevendheid een eigen verantwoordelijkheid zijn, of misschien zelfs eigen schuld ('dan had je je er maar beter tegen moeten verzekeren'), of dat zorg een 'consumptiegoed' is waarbij het inkomen nu eenmaal bepaalt hoeveel je er van kan consumeren zal kiezen voor het individualiseren van de zorgkosten.
[6] Ten overvloede: ik wil hiermee niet suggereren dat Wilders, Trump, enz. fascisten zijn. Als er echter sprake is van overeenkomsten tussen rechts-populisten en fascisten zal ik daarover niet zwijgen. Waarom zou ik in dit geval politiek correct moeten zijn?

Read more...

About This Blog

  © Blogger templates Sunset by Ourblogtemplates.com 2008

Back to TOP