Showing posts with label goudstandaard. Show all posts
Showing posts with label goudstandaard. Show all posts

Joseph Vogl en de eeuwige macht van het kapitaal

>> Saturday, July 9, 2016

Het is tegenwoordig mode om te beweren dat de tijd van de natiestaat voorbij is (1,2,3,4,5). De democratie wordt ondermijnd door globalisatie en de macht van de markt. In zijn onlangs verschenen boek Het financiële regime stelt Joseph Vogl dat dat altijd al zo is geweest: al sinds de opkomst van de Italiaanse stadstaten in de late Middeleeuwen is er een symbiose tussen staat en het kapitaal.

De gemiddelde lezer van Sargasso zal nu misschien een geeuw onderdrukken. Maar ik waag het toch om vraagtekens te zetten bij Vogl’s verhaal over de macht van de financiële markten in de moderne tijd, vanaf de Tweede Wereldoorlog. Ik reageer in dit artikel op het interview van Vogl, afgenomen door Koen Haegens, dat een paar weken geleden in de Groene Amsterdammer (15 juni 2016) verscheen [1].

De macht van het kapitaal

Het mechanisme waarmee het kapitaal [2] macht kan uitoefenen over de staat is eenvoudig. Als een staat meer geld uitgeeft dan het door belasting kan innen, moet zij het verschil lenen op de kapitaalmarkt. Vooral in moeilijke tijden krijgt deze daardoor grote invloed omdat de schulden dan hard oplopen, bijvoorbeeld na een financiële crisis of tijdens een oorlog:
We leven in een wereld waarin altijd één groot spook rondwaart: de kapitaalvlucht. Zodra staten zich niet meer kunnen financieren, gaat hun kredietstatus omlaag, worden hun schulden duurder en stevenen ze al snel af op een staatsbankroet. Denk aan Argentinië. Of recenter, aan Brazilië. Om zo’n doemscenario te voorkomen, worden landen gedwongen tot een soort schoonheidswedstrijd. Ze moeten de financiële markten ervan zien te overtuigen dat zij hun schulden kunnen aflossen. Dat schept natuurlijk een enorm dilemma. Politici moeten aan de ene kant luisteren naar de stem des volks, anderzijds verantwoording afleggen aan een internationaal financieel publiek. Deze niet op te lossen tegenstelling, dat is wat we nu al jaren in een land als Griekenland zien.[3]
De ondermijning van de democratische staat is bovendien geen recent verschijnsel volgens Vogl. Hij heeft dan ook kritiek op Colin Crouch omdat deze spreekt over postdemocratie, omdat dat impliceert dat het ooit anders is geweest. Dat is onjuist volgens Vogl. Al sinds de late Middeleeuwen is er sprake van een symbiose tussen financiële markten en de staat. In plaats van postdemocratie kunnen we daarom beter van ‘parademocratie’ spreken. Het idee dat er een scheiding is tussen staat en financiële markten, tussen politiek en economie is een liberale legende:
In grote stappen beent [Vogl] door de economische geschiedenis heen, om te laten zien dat er eigenlijk niets nieuws onder de zon is. De financiële markten nemen de macht over? Nee hoor, die bezitten ze al lang. Vanaf het prille ontstaan van de moderne nationale staat moesten koningen hun zeggenschap delen met schuldeisers.
Over Nederland zegt Vogl:
‘Niet voor niets noemde Marx Nederland de “kapitalistische modelstaat”. In de Republiek gingen economische belangen en publieke overheidstaken hand in hand. Rijke patriciërs bestuurden steden […] Er was in Nederland al vanaf de zestiende eeuw een ware explosie van schulden gaande. Die werden mogelijk gemaakt door een gestage stroom inkomsten
Het is belangrijk volgens Vogl dat we de macht die het kapitaal heeft over de staat zichtbaar maken zodat we hier een eind aan kunnen maken.

Met die constatering van Vogl ben ik het van harte eens, maar dan is dan wel belangrijk dat we dat mechanisme waarmee het kapitaal haar macht uitoefent goed begrijpen. Ik zal laten zien dat het verhaal van Vogl niet klopt voor de periode na de Tweede Wereldoorlog en dat de macht van de markt over de staat niet kan werken zoals Vogl beschrijft, ook niet als de staat kampt met (grote) financieringstekorten.

De drie tijdperken van de macht van het kapitaal

We kunnen de geschiedenis, met betrekking tot de machtsverhouding tussen kapitaal en staat indelen in drie tijdperken. Tijdens het eerste tijdperk, dat eindigt met de Grote Depressie en de Tweede Wereldoorlog hebben de financiële markten grote macht. Dit is het tijdperk van de goudstandaard. In het tweede tijdperk zijn alle munten gekoppeld aan de dollar, dit is tijd van het Bretton Woods stelsel. De financiële markten hebben dan weinig macht. Deze periode eindigt met de crisis van de jaren zeventig in de nasleep waarvan de financiële markten de macht weer terugveroveren. In deze derde fase, de postdemocratische fase, leven we nu.

De goudstandaard

Vogl’s theorie over de macht van de financiële markten is correct voor wat betreft de eerste fase: door de goudstandaard is de staat voor de waarde van het geld volledig afhankelijk van de markt. Zodra de markt vermoedt dat de staat haar schuld niet kan terug betalen ontstaat er een vlucht in goud of andere munten. De maatregelen die een overheid kan nemen zijn dan heel beperkt. Door verhoging van rente kan de munt aantrekkelijker gemaakt worden en door bezuinigen vermindert haar kredietbehoefte. Beide maatregelen hebben echter ook tot gevolg dat de economie in een recessie raakt.

Het is niet moeilijk om in te zien dat financiële markten onder deze omstandigheden grote macht hebben en dat de beleidsruimte voor de staat heel beperkt is. Deze fase eindigt voor Nederland op 27 september 1936, toen het als laatste land de gulden loskoppelde van de goudstandaard. Het is dus juist wat Vogl over Nederland beweert: we waren ook toen het braafste jongetje in de kapitalistische klas.

De goudstandaard was een van de belangrijkste oorzaken voor de Grote Depressie en de crisis kon pas gekeerd worden toen men deze losliet. Voor Duitsland en Japan was het toen al te laat.

Bretton Woods

Wijs geworden door de chaos waarmee de goudstandaard eindigde, wordt na de Tweede Wereldoorlog in Bretton Woods vastgelegd wat de waarde van elke munt is. Deze wordt uitgedrukt in dollars, en de dollar is op zijn beurt weer gekoppeld aan goud. Om speculatie te voorkomen is alle kapitaalverkeer aan strenge regels gebonden. De stelling van Vogl, dat de financiële markten macht hebben over de staat gaat dus niet op voor deze periode.

Door de veel geringere invloed van de financiële markten is dit de gouden tijd van de gemengde markteconomie. De economische groei is groter dan in periode daarvoor en daarna en er is voldoende werkgelegenheid. Er zijn bovendien geen grote economische crises. De meeste Westerse landen bouwen in die jaren een verzorgingsstaat op. Democratisch gekozen overheden luisteren beter naar de wensen van het volk als het kapitaal minder macht heeft.

Postdemocratie

Begin jaren zeventig valt Bretton Woods uiteen. Na het verdwijnen van het stelsel ligt de waarde van een munt niet meer vast. De munt 'zweeft’ dan. Men spreekt ook wel over fiatgeld. Ook dit heeft gevolgen voor de macht van de financiële markten, maar anders dan Vogl veronderstelt. Hoewel munten zwevend zijn en de waarde dus door de markt wordt bepaald, is verlies van vertrouwen – en de overeenkomstige daling van de wisselkoers – niet zonder meer ongunstig. Een ondergewaardeerde munt maakt een land goedkoper waardoor het beter kan concurreren op de wereldmarkt.

Bovendien is er een veel fundamentelere verandering in vergelijking met de vorige twee periodes: omdat een munt voor zijn waarde niet meer afhankelijk is van externe factoren – goud of de dollar – hoeft de staat ook niet meer te lenen. Want waarom zou ze dit nog doen als zij het geld zelf uitgeeft? Alleen als zij buitenlandse valuta nodig heeft, moet de staat deze nog lenen van een geldschieter.

Dit is de aanvang van de derde postdemocratische periode waarin de financiële markten weer macht over de staat hebben. Waarom dat zo is, maakt Vogl niet duidelijk, want het mechanisme dat markten onder de goudstandaard macht gaf over de staat – dreigen met staatsbankroet – bestaat niet meer. Nu wordt het verhaal interessant, maar Vogl ziet hier blijkbaar geen probleem.

Neoliberale mythe

Dit is dus het probleem: waarom lenen landen geld als zij dat zelf uitgeven? De reden die meestal wordt genoemd is dat als zij dit niet zouden doen, dus 'geld drukken' om de schuld te betalen, dit (hyper-)inflatie zou veroorzaken. De argumenten hiervoor komen echter van het monetarisme van Milton Friedman. Deze theorie veronderstelt dat er een directe relatie is tussen de hoeveelheid geld en inflatie. De inflatie in de jaren zeventig werd volgens Friedman veroorzaakt omdat overheden, volgens goed Keynesiaans gebruik, de geldpers aanzetten om de crisis van die jaren te bestrijden.

Het drukken van geld kan echter niet de oorzaak zijn van de inflatie van de jaren zeventig, en ook in het algemeen is dat niet de oorzaak van (hyper-)inflatie. De kwantitatieve theorie van geld is bewezen onjuist. Ook de kreet ‘geld drukken’, meestal denigrerend gebruikt, is onzinnig. De inflatie werd niet veroorzaakt doordat de staat de geldpers aanzette, maar doordat de stijging van de olieprijs volledig werd gecompenseerd in de lonen (automatische prijscompensatie). De theorie van het monetarisme – dat de inflatie gecontroleerd kan worden door de hoeveelheid geld die in omloop is te manipuleren – is definitief afgeschreven, zoals ook de theorie dat de zon om de aarde draait niet meer serieus wordt genomen.

Het lijkt er echter op dat Vogl hier nog wel vanuit gaat. Hoe kan het anders dat hij nog steeds macht toekent aan de financiële markten omdat deze de schulden van de staat moeten financieren? Sinds de invoering van fiatgeld is dat niet meer nodig. Met andere woorden, het mechanisme dat er volgens Vogl voor zorgt dat financiële markten macht hebben over de staat, bestaat helemaal niet.

Dat hij van deze misvatting uitgaat is overigens wel begrijpelijk, want wie het economisch nieuws volgt zou niet beter weten dan dat de zon om de aarde draait. In 2010 tot 2013 werden bezuinigingen onderbouwt met de stelling dat als we niet bezuinigen de rente gaat oplopen. De staat schrijft nog steeds leningen uit alsof de goudstandaard nog bestaat en mijn prijst zich dan gelukkig dat de rente zo laag is.

Allemaal onzin. Het is wonderlijk, maar iedereen, die beter zou moeten weten, blijft zich gedragen alsof we nog leven onder de goudstandaard. Het vast houden aan deze rituelen is een expressie van de neoliberale mythe: het geloof dat de staat afhankelijk is van de markt. Deze mythe is wijdverspreid onder beleidsmakers, economen en journalisten. "We hebben geen andere keuze", zegt men dan.

En de euro dan?

De situatie voor landen die de euro gebruiken is wat complexer. Een euroland dat een begrotingstekort heeft moet het ontbrekende geld namelijk wel lenen op de kapitaalmarkt. Dat de financiële markten daardoor grote invloed hebben bleek tijdens de schuldencrisis in 2010 tot 2012 [4]. Landen waar financiers geen vertrouwen in hadden werden gestraft met een extreem hoge rente. Eurolanden doen er dan ook alles aan om hun financiers ter wille te zijn: uitgaven worden gesnoeid, uitkeringen verlaagd en de arbeidsmarkt wordt geflexibiliseerd.

Ook nu is Nederland weer het braafste jongetje van de klas (op Duitsland na) en mag daarom voor haar leningen een zeer lage rente betalen: ‘Nederland [wordt] gezien als een van de meest kredietwaardige landen in Europa’ stelt Niek Nahuis, directeur van het Agentschap van de Generale Thesaurie. Tegenwoordig is de rente zelfs negatief en we kunnen er geld aan verdienen.

Dat deskundigen, hoge functionarissen van de schatkist, politici en economen dit soort uitspraken kunnen doen zonder te hoeven vrezen voor hun baan, is veelzeggend. Wie weet dat een land dat zijn eigen munt uitgeeft, niet afhankelijk is van inkomsten uit rente, beseft hoe vreemd dit is. De enige reden dat wij afhankelijk zijn van leningen is omdat wij daar voor gekozen hebben. Om lid te worden van de eurozone moet een land een verdrag ondertekenen waarin het afstand doet van het recht om zelf haar eigen geld uit te geven. De enige instanties die geld maken zijn de centrale bank (de ECB) en alle commerciële banken die daar een licentie voor hebben en onder toezicht staan van de ECB. Het gevolg is dat een land hierdoor zichzelf afhankelijk maakt van de kapitaalmarkten: banken, en investeerders die obligaties kopen. Deze kunnen nu regeringen dwingen om te bezuinigen en voor henzelf gunstige en voor de burger ongunstige hervormingen uit te voeren

De grote vraag die Vogl, en ieder ander die een eind wil maken aan de macht van het kapitaal moet beantwoorden is: waarom doen landen dit? Waarom staat een land haar soevereine macht af aan anonieme, op geld beluste bankiers en investeerders? De meest gunstige verklaring die ik kan bedenken is dat de politiek nog in monetaristische termen denkt. Domheid dus. Wie wel weet waar het over gaat en er baat bij heeft houdt wijselijk zijn mond.

Conclusie

Wie wil strijden tegen onderdrukking moet goed begrijpen hoe de macht van de onderdrukker werkt. Uit wat ik gelezen heb van Vogl blijkt echter dat hij dat niet goed begrijpt. Een moderne staat is niet afhankelijk van financiële markten, tenzij zij daar zelf voor kiest. Ook is het Vogl ontgaan dat er wel degelijk een tijd is geweest dat de financiële markten door strenge regelgeving geen macht over de staat hadden en dat Colin Crouch terecht de term postdemocratie gebruikt om onze tijd te beschrijven.

De vraag die ik liever beantwoord zou willen zien, is waarom landen vanaf de jaren tachtig de financiële markten stelselmatig hebben gedereguleerd en waarom zij het recht om geld uit te geven, uit handen hebben gegeven en doen alsof de goudstandaard nog van kracht is. Het lijkt er eerder op dat ook Vogl zelf betoverd is door de neoliberale mythe over geld en de macht van het kapitaal, net als onze politieke en journalistieke elites die eveneens nalaten dit uit te leggen. In zekere zin draagt hij daarom bij aan die macht.

Noten

1 Het interview is afgenomen ter gelegenheid van het uitkomen van een boek van Vogl over dit onderwerp Het financiële regime. (Boom, 2016)
Voor alle duidelijkheid: dit artikel is een reactie op het interview, het is geen recensie van het boek want ik heb zijn boek (nog) niet gelezen. Ik baseer mij op het interview en op interviews en besprekingen in Duitse bladen.
Alle citaten komen uit het interview van Koen Haegens. Ik heb wat uitgebreider geciteerd omdat het artikel achter een betaalmuur staat. Schroom echter niet om een bezoek te brengen aan de bibliotheek, deze zijn nog niet wegbezuinigd onder druk van de financiële marken – maar wacht niet te lang, want ze hebben wel degelijk macht!
2 In het interview wordt de term niet gebruikt. Ik gebruik de term hier in de een losse betekenis. Kapitaal is voor economen meer dan vermogen. Het is bezit dat inkomsten produceert: fabrieken, merknamen, patenten, enz. Vaak wordt de term echter in de veel beperktere betekenis van ‘vermogen’ gebruikt, zoals ik hier doe. Varoufakis bekritiseert Piketty daarom. Zie onder punt 2 (pdf): Conflating wealth with capital.
3 Op de voorbeelden die Vogl noemt van landen die door financiële markten op de knieën worden gedwongen valt nog wel wat te zeggen.
Griekenland: dat land geeft niet haar eigen geld uit en moet de facto in buitenlands geld lenen. Zie mijn uitleg over de euro. Pas als je begrijpt hoe fiatgeld werkt is duidelijk hoe zinloos het leed van de Grieken is en hoe dom de Europese beleidsmakers bezig zijn.
Argentinië: Argentinië had haar munt gekoppeld aan de dollar, daarmee verloor zij de soevereiniteit over de munt. De situatie is dus vergelijkbaar met de Euro. Voor een goede uitleg
Brazilië: wat er in Brazilië is gebeurd heeft ook niets te maken met financiering van begrotingstekorten. Maar het is zondermeer wel juist financiële en andere (bedrijfs-) economische belangen prevaleren boven de democratie. Voor een goed uitleg zie dit artikel van Andreas Nölke.
4 De ECB heeft hier uiteindelijk een eind aan gemaakt toen zij begon met het opkopen van staatsschulden. Niet direct van de landen want dat is per verdrag verboden, maar via de markt, dat mag wel. Waar het om gaat is dat de ECB iets is gaan doen wat centrale banken normaal altijd doen voor hun landen: voorkomen dat de staat bankroet gaat. Dat kan omdat de euro, voor alle landen gezamelijk immers ook fiatgeld is. De rente is nu in de hele eurozone weer extreem laag en de macht van de financiële markten is gebroken, althans voor wat betreft dit mechanisme. Alleen voor Griekenland wordt een uitzondering gemaakt, waarmee zij laat zien wie in de eurozone de staat werkelijk controleert.

Afbeelding: Daniel Lobo: Lucha contra el capital, Flickr (CC)

Read more...

Levenslang veroordeeld tot de euro

>> Sunday, October 27, 2013

In de NRC van dit weekend (26 oktober 2013) staat een pleidooi voor ontvlechting van de euro van Alfred Kleinknecht. Hij geeft eerst een heel matige analyse van de oorzaak van de problemen. Noord- en Zuid-Europa zijn economisch uit elkaar gegroeid, stelt hij. Vroeger was het nog mogelijk om munten de devalueren, maar dat kan niet meer. De economieën werden

... overklast door een superieure Noord-Europese exportindustrie. De torenhoge importoverschotten van Portugal, Spanje en Griekenland werden bekostigd door royale leningen van de financiële sector in het noorden aan het zuiden. Dit ging goed zo lang het goed ging; de afloop is bekend.
Dit lijkt me juist, maar het onderschat de gevolgen die er waren van de instroom van goedkoop geld (een economische bubbel) en de woestenij die het achter bleef toen het geld weer vertrok in 2010. Gebrekkige concurentiekracht is geen oorzaak maar een gevolg van het gevoerde monetaire beleid.

Er zijn manieren om wat aan de crisis te doen en Kleinknecht noemt er een paar. In Noord-Europa zouden we bijvoorbeeld de lonen harder kunnen laten stijgen, ook zou de overheid het begrotingstekort verder kunnen laten oplopen. Dit zou er automatisch voor kunnen zorgen dat de exportoverschotten van het noorden veranderen in tekorten. Zuid-Europa zou dan in de gelegenheid zijn om het geld terug te verdienen dat ze hebben geleend.

Maar dat doen we niet, zo constateert Kleinknecht. In Zuid-Europa wordt een hardvochtig bezuinigingsbeleid opgelegd die politiek destabiliserend is, en in het noorden worden lonen gematigd en is de overheid juist bezig met het terugbrengen van de begrotingstekorten. Precies het tegenovergestelde van wat nodig is dus. Het is tijd voor een ommekeer, constateert Kleinknecht terecht.

De oplossing

Tot hier kan ik Kleinknecht volgen, maar dan stelt hij dat een dergelijke ommekeer niet haalbaar is wegens populistisch verzet: 'Politici durven dit echter nauwelijks aan, want het is voer voor populisten'. Ook 'een sprong voorwaarts naar een Europese federatie zou leuk zijn', maar ook dit is politiek niet haalbaar.

Daarom stelt hij voor, ook al heeft het niet zijn voorkeur, dat de zwakke landen de euro verlaten. Hij ziet wel in dat dit ook heel moeilijk zal zijn want:
Scenario’s over hoe een afsplitsing vorm te geven zijn heftig. Als afsplitsing wanordelijk plaatsvindt, is de economische chaos niet te overzien. De schade kan echter beperkt worden wanneer men samenwerkt. Laat ons hopen dat bij de Europese Centrale Bank intelligente economen zitten die werk maken van goede draaiboeken. Afsplitsing van landen uit de eurozone vereist complexe planning in het diepste geheim. Ieder stukje informatie dat naar buiten komt kan onbeheersbare speculatiegolven losmaken. Functionarissen van centrale banken en overheden moeten daarom voor de bühne tot de laatste snik volhouden: afsplitsing van landen uit de euro is een volstrekt gek idee – nooit, never!
Kleinknecht ziet wel in dat dit heel moeilijk zal zijn. Je moet namelijk een uiterst complexe operatie in korte tijd uitvoeren met een klein clubje mensen die in absolutie uitvoeren. Nogmaals - ik kan dit niet genoeg benadrukken - dit moet echt helemaal met 100% geheimhouding worden uitgevoerd. Bovendien, vraagt u zich eens af, hoe democratisch is dit? En er is nog een reden waarom dit niet zo'n goed idee is: als een land vertrekt, dan is zal de markt direct gaan speculeren tegen het volgende land. Ierland, en daarna Spanje of Italië. Dit is het einde van de euro, een einde dat Europa verwoest zal achter laten.

Wanhoop

De wanhoop van de bestuurlijke elite over de problemen met de euro is voelbaar. Alle goede oplossingen zijn onhaalbaar omdat er geen politieke steun voor te krijgen is. Deze oplossingen zijn noodzakelijkerwijze gebaseerd op meer Europese samenwerking en onderling vertrouwen. Het probleem is dat dit politici als Geert Wilders overal in Europa aan de macht zal brengen. Democratie blijft lastig. De enige oplossing die dan nog overblijft, is ook de enige oplossing die het minst democratisch is en de grootste kans op mislukken inhoud: opsplitsen van de euro.

De euro werkt als een de facto goudstandaard, en net als in de jaren 30 heeft dat desastreuze gevolgen voor de economie. Er is echter een verschil met de goudstandaard: daar kon je gewoon uitstappen. Eén simpele politieke beslissing was toen voldoende om de munt los te koppelen van de waarde van goud. Dat kan met de euro niet - je hebt de euro of je hebt hem niet, maar je hebt geen munt zonder euro. De euro is een gevangenis, en iedereen heeft levenslang.

Read more...

De euro: inherent instabiel

>> Sunday, September 11, 2011

Ik heb elders al eens de oprichting van de muntunie vergeleken met het bouwen van een huis waarbij je begint met het de muren om je pas daarna zorgen te gaan maken over de fundering. Nu blijkt dat het euro-huis op zand is gebouwd en worden steeds meer scheuren zichtbaar. De muntunie zit niet goed elkaar en dat heeft niets te maken met “stoute landen” die zich niet aan de regels houden. Ja, Griekenland heeft zich niet aan de regels gehouden en Italië heeft een veel te hoog begrotingstekort, maar dat is niet de oorzaak van de huidige problemen, het is slechts de aanleiding. Ook gaan de problemen dieper dan de veel geopperde constatering dat de landen te veel van elkaar verschillen. Natuurlijk, de verschillen in cultuur maken het moeilijker maar het is niet de oorzaak van de huidige problemen.

Urgentie
De structurele fout zit diep. Niet alleen is het een fundamenteel probleem, het is zoals nu door sommige economen wordt benadrukt een heel urgent probleem. Het uiteenvallen van de Euro is een kwestie van maanden misschien zelfs van weken. De reden hiervoor is, zoals ik al benadrukte, van structurele aard. Voor een goede, economen-uitleg kunt u het beste dit artikel van De Grauwe (pdf) lezen. Ook Krugman, Eigengreen, en Jacobs hebben goed over dit onderwerp geschreven.

Rol centrale bank
Neem als voorbeeld van land met een eigen munt: het Verenigd Koninkrijk. Ook het VK heeft hoge schulden door de crisis, maar de Britten hebben geen problemen met lenen op de markt. Waarom niet? Omdat de Bank of England altijd kan ingrijpen. Geld drukken inderdaad, of beter gezegd: de centrale bank kan obligaties van de Britse staat opkopen. Nu weet ik dat veel mensen daar op zich al problemen mee hebben maar dat is een essentiële functie van een centrale bank. Elk land dat nog een eigen munt heeft kan dat doen en moet dat doen als dat nodig is. Landen die geen (geloofwaardige) eigen munt hebben zoals veel derdewereldlanden en landen die deel uitmaken van een muntunie kunnen dat niet. Een goed voorbeeld is Argentinië dat de peso had gekoppeld aan de dollar – en zoals bekend ging dat ook mis. De eurolanden verkeren in de zelfde situatie: zij hebben geen eigen centrale bank die deze functie kan verrichten. De enige instantie die dat kan is de ECB. En die mag dat officieel niet doen: eurolanden worden geacht hun eigen problemen op te lossen.

Inherent instabiel
Bij de oprichting van de muntunie werd er van uitgegaan dat alles wel goed zou gaan als iedereen maar zou voldoen aan het stabiliteitspact. Zoals blijkt kun je echter nog zo je best doen, uiteindelijk is dat niet voldoende. Spanje en Ierland voldeden helemaal aan de voorwaarden van het stabiliteitspact – en toch zijn ze in de problemen gekomen. Een land kan in economische problemen komen door een crisis die niet haar fout is. Hierdoor loopt de rente voor staatsleningen op. Bij landen die geen eigen munt hebben, loopt deze echter meer op dan bij landen die wel een eigen munt hebben. Waarom? Omdat er de mogelijkheid is dat een land failliet kan gaan. Die mogelijk is er niet voor landen die een eigen munt hebben: die kunnen altijd hun schulden betalen omdat hun centrale bank geld kan drukken. Daardoor zal de inflatie gaan oplopen en de munt zal devalueren, maar dat is (mits het niet uit de hand loopt) zelfs een voordeel: daardoor worden die landen goedkoper en wordt de economie gestimuleerd. Landen in een muntunie hebben geen beschikking meer over deze monetaire rem en hierdoor is de muntunie zoals deze nu in elkaar zit is inherent instabiel.

Goudstandaard
De situatie is vergelijkbaar met het vasthouden aan de goudstandaard. Landen die hun munt gekoppeld hadden aan de prijs van goud moesten om deze koppeling in stand te houden (om speculatie tegen hun munt tegen te gaan) flink bezuinigen en de rente verhogen. Rente verhoging en fors bezuinigen zijn echter slecht voor de economie waardoor deze landen, toen de crisis in de jaren 30 toesloeg, nog verder in de problemen kwamen. Uiteindelijk verliest elk land deze wedloop. Ook Nederland: wij hebben als laatste land vastgehouden aan de goudstandaard. De goudstandaard heeft een grote rol gespeeld tijdens de Grote Depressie. Een vergelijkbaar mechanisme speelt ook nu een rol. Op de financiële markt wordt gespeculeerd tegen een land waardoor de rente voor de staatsobligaties gaat oplopen. Dat de rente gaat oplopen komt dus niet alleen omdat een land het slecht doet maar omdat er de mogelijkheid van een faillissement.

Onafhankelijkheid ECB
Dit is nu een paar keer bijna gebeurd maar de ECB heeft gedaan wat nodig is. Door het opkopen van Italiaanse obligaties is de rente is weer gaan dalen. Dit is nu steeds op een ad hoc basis gebeurd, en merkwaardig genoeg is er veel kritiek op dit ingrijpen. Het schijnt dat een vooraanstaande Duitse econoom, Jürgen Stark is opgestapt om die reden. Ik citeer Adriaan Schout van Clingendael (via NOS):

Door het opkopen van de staatsobligaties verliest de ECB onafhankelijkheid. Ze hebben nu voor veel geld aan Italiaanse obligaties op de balansen staan. Als Berlusconi weer in nood komt en bij de centrale bank aanklopt, moet de ECB bijna wel opnieuw geld geven. Anders verliezen de Italiaanse obligaties die eerder zijn gekocht ook aan waarde.

Ik vind het vreemd dat experts op dat niveau zich hierover druk maken: niet onafhankelijkheid is het probleem maar de naakte bestaan van de euro. Een onafhankelijke centrale bank is mooi, maar wat als de munt niet meer bestaat? De ECB moet dit doen als de euro overeind wil blijven. Hiervoor moet natuurlijk een permanente regeling komen, en het kan niet zo zijn dat landen die zich niet houden aan de regels – zoals Italië en Griekenland – hierdoor niet gedwongen zij om hun beleid aan te passen.

Meer van het zelfde
De oplossing die door De Jager en Rutte in de Financial Times voorstellen is volstrekt onvoldoende om deze problemen op te lossen, erger nog: ze is contraproductief. Door te gaan dreigen met uitzetten van Griekenland zal de speculatie tegen Italië verder toenemen. Het systeem van de muntunie is inherent instabiel, en daar moet eerst wat aan gedaan worden, daarna kunnen we praten over sancties. De Jager en Rutte (en andere “haviken”) stellen voor vast te houden aan iets dat niet heeft gewerkt. Maar, zo stellen zij, we het nu echt goed doen, nog strenger toepassen, dan lukt het wel. Het zijn koks die meer zout gebruiken, maar niet door hebben dat de soep zo vies is omdat er al te veel zout in zit. Wat nodig is, is een beter recept. Of een betere kok natuurlijk.

Echte daadkracht nodig (en kennis van zaken)
De problemen met de Euro kunnen nu snel uit de hand lopen: als er weer een crisis is – en de ECB grijpt niet in – dan is het is dan een kwestie van dagen voordat een land als Italië of Spanje niet meer kan lenen en failliet gaat. Het uiteenvallen van de euro en de chaos die daardoor ontstaat zal de huidige crisis verder verdiepen, en een nieuwe Grote Depressie veroorzaken. Overdreven? Misschien, maar het is helemaal niet nodig om het uit te proberen. Zolang de politiek blijft aarzelen om daar wat aan te doen, of zelfs helemaal niet door lijkt te hebben hoe urgent de situatie is, gaan we van crisis naar crisis. Enige hoop op economische groei is er al helemaal niet door de bezuinigingen. Uitlatingen van Rutte en de Jager, zoals in de Financieel Times en de aankondiging van nog meer bezuinigingen, geven blijk dat zij de situatie niet doorzien. Ik zie het somber in.

---
Foto credit: DAVID SOUZA TaxBrackets

Read more...

About This Blog

  © Blogger templates Sunset by Ourblogtemplates.com 2008

Back to TOP