Showing posts with label eurocrisis. Show all posts
Showing posts with label eurocrisis. Show all posts

De economische bezwaren tegen TTIP

>> Saturday, July 9, 2016

Zaterdag 28 mei is in Nederland op 24 plaatsen geprotesteerd tegen het Transatlantic Trade Initiative Partnership (TTIP), het handelsverdrag waarover de Europese Commissie nu met de Verenigde Staten onderhandelt [1]. Ik heb zelf meegeholpen om een ‘anti TTIP-festival’ in Wageningen te organiseren.

Wageningen is klein maar de Wageningers denken groot: er wonen veel buitenlandse studenten en onderzoekers. Het is internationaal georiënteerd door de vestiging van één, relatief grote werkgever, de Universiteit van Wageningen. Mogelijk was dat er de oorzaak van dat een eerdere poging om Wageningen tot een TTIP-Vrije gemeente te verklaren, is mislukt. Wij hebben in Wageningen daarom benadrukt dat de acties niet bedoeld zijn ‘om de grenzen te sluiten’ en hebben duidelijk gemaakt we niet tegen (internationale) handel zijn. Iedereen die met ons handel wil drijven is welkom, maar – en daar gaat het om - we willen als Nederlanders wel zelf kunnen uitmaken onder welke voorwaarden wij handel met hen drijven. Want daar zit nu juist de kern van het probleem met TTIP: met dit soort verdragen geven we de zeggenschap over wetgeving uit handen aan internationale investeerders.

Dat de verdragen een verslechtering en geen verbetering zijn, is overduidelijk en ik ga ze hier niet allemaal herhalen. Op de actiedag hebben wij folders uitgedeeld waarin de nadelen van TTIP één voor één worden besproken – veel beter dan ik het kan doen. Zie bijvoorbeeld deze publicatie van SOMO: Feiten en fabels, 10 claims over TTIP. Ook de documentaire The Trouble With TTIP, die ‘s avonds werd vertoond, geeft een goed overzicht van de problemen met TTIP. (Hier te bekijken, Engelstalig, circa 1 uur). Ik wil in dit artikel ingaan op de economische kant van TTIP waar, zo bleek die dag, veel mensen erg onzeker over zijn: de vraag of TTIP economisch gezien misschien toch niet nuttig is. Wat hebben aan TTIP, en wat zijn de gevolgen als het niet door gaat?

De politieke en economische argumenten voor TTIP

Het politieke argument voor TTIP is dat Europa en de VS steeds meer terrein verliezen aan de steeds sterker wordende concurrentie van opkomende landen, zoals China, India en Brazilië. Europa zal hierdoor in de toekomst niet meer in staat zijn haar hoge standaard voor arbeidsvoorwaarden, milieu en voedselveiligheid te handhaven en op te leggen aan de rest van de wereld [2]. Dankzij TTIP kunnen wij ons samen met de VS nog wel verweren.

Het uitgangspunt van TTIP is heel logisch: als Europa en de VS elkaars standaarden accepteren hoeft een product nog maar één keer getest te worden om toegang te krijgen tot de grootste markt ter wereld. Een markt die reikt ‘van Helsinki tot Hawaii’ zoals Van Balen het uitdrukt. Hierdoor krijgen we meer keuze en zullen de prijzen dalen.

Tegenstanders van TTIP spelen alleen maar in op emotie is de titel van een artikel in Elsevier. De voordelen van vrijhandel zijn voor de voorstanders van TTIP zo evident dat verzet ertegen volgens hen irrationeel is.

Bedrijven krijgen de beschikking over een grotere afzetmarkt en zien hun kosten dalen. Consumenten hebben meer keuze en hoeven daardoor minder te betalen.

Die weerstand komt volgens hen voort uit misplaatst nationalisme en bekrompenheid. De tegenstanders sluiten de ogen voor een snel veranderende wereld en ‘lopen achter de feiten aan’.

De voordelen van handel

Wat zijn die rationele argumenten voor (nog meer) vrijhandel en hoe belangrijk is het voor onze economie?

Sinds de Grote Depressie weten we dat handelsbarrières niet goed zijn voor de economie. Daarom heeft men sinds de Tweede Wereldoorlog veel gedaan om deze weg te nemen. Dat heeft ons veel welvaart gebracht en niemand, ook niet de tegenstanders van TTIP, bestrijdt dit.

Handel heeft dus voordelen, maar wat zijn die voordelen? Michiel Dijkstra noemt ze: door handel krijgen we een ruimere keuze uit meer producten die goedkoper zijn omdat ze efficiënter geproduceerd worden. Dit economische principe is overigens al begin negentiende eeuw door David Ricardo geformuleerd. Wat deze tweehonderd jaar oude theorie ook leert is dat meer banen niet tot die voordelen behoort. Handel maakt specialisatie mogelijk waardoor men efficiënter kan produceren.

Het effect is dus hetzelfde als dat van automatisering en industrialisering: het zal eerder banen kosten dan creëren. Dit is een verschijnsel dat we in Nederland maar al te goed kennen. Op zijn best zullen de banen die verdwijnen in onrendabele bedrijfstakken vervangen worden door banen in andere bedrijfstakken die wel concurrerend zijn. De extra stimulatie van de economie die vaak wordt genoemd door voorstanders, is dan ook nergens op gebaseerd.

Ook de waarschuwingen dat we de boot zullen missen zijn onzinnig. Zonder TTIP kunnen we ook handel drijven met de VS en China. Er zijn vrijwel geen importheffingen die dat verhinderen. De TTIP-onderhandelingen gaan over (ingrijpende) aanpassingen van wetgeving. Niemand streeft naar autarkie [3] en bovendien is Europa geen klein landje dat zich niet zou kunnen verweren zonder de VS, maar een continent met 500 miljoen inwoners. Het angstbeeld dat de tegenstanders schetsen wanneer TTIP niet doorgaat, ‘Pas op! China komt’, is dus niet meer dan dat: bangmakerij.

Het winkeltjesmodel

Voorstanders doen het voorkomen dat de voordelen ‘vanzelfsprekend’ zijn. Zij komen hiermee weg omdat het voor veel mensen niet duidelijk is waarom het eigenlijk gaat bij handel. Het idee dat veel Nederlanders [4] hebben, is dat wij ‘ons geld verdienen door spullen te verkopen aan het buitenland’. Het is het bekende beeld van de ‘BV Nederland’ [5]. Nederland als winkel dus. Ik noem dit denken over economie dan ook het ‘winkeltjesmodel’. Een handelsoverschot is een teken dat de winkel goed loopt.

En de winkel loopt goed!

De manier waarop wordt gedacht – of eigenlijk waarop niet wordt nagedacht – over het handelsoverschot, wordt goed geïllustreerd in deze berichtgeving van het CBS. Onder de titel Handelsoverschot duidt vaak op concurrentiekracht wordt gemeld dat het overschot op onze handelsbalans, dat al jarenlang heel hoog is, ook dat jaar (2015) weer even groot zal zijn. Men vermeldt dat wij de nummer zeven zijn van de wereld qua export. Dat is extra opmerkelijk omdat het is gebaseerd op absolute exportcijfers. Ons kleine landje van 17 miljoen mensen staat op nummer 7! Boven Nederland staan enkel nog grote olie-exporteurs en reuzen als China en Duitsland [6]. Goed gedaan jochie!

Deze absurde situatie vraagt op zijn minst om enige uitleg. Die wordt gegeven onder het kopje Handelsoverschot duidt vaak op concurrentiekracht. Wij zouden meer kwaliteit leveren dan andere landen voor een lagere prijs. We zijn niet alleen goed in voetballen, autoracen en talen, maar we maken ook heel erg goede spullen voor heel weinig geld. De verklaring zou dus zijn dat Nederland over bijzonder veel concurrentiekracht beschikt.

Dat het handelsoverschot (samen met dat van Duitsland) de hoofdoorzaak is van de economische crisis in Europa (zoals ik hier heb uitgelegd) vertelt men er niet bij. Het CBS-artikel vermeldt kort – zonder verdere uitleg - dat het overschot ook gezien kan worden als een gevolg van de lage import. Je kunt met andere woorden ook stellen dat het een gevolg van zuinigheid is. Dat dat laatste eerder het geval is blijkt ook als je kijkt naar het investeringsniveau. Als er al geïnvesteerd wordt dan is het vooral in het buitenland. In Duitsland kampt men met het zelfde probleem.

Prijsbokser Nederland

Dat de winkel zo goed loopt zou je niet zeggen als je het Nederlandse (economische) nieuws volgt: de overheid kampt met tekorten, we moeten harder en langer werken en de verzorgingsstaat is ‘niet meer van deze tijd’ en drukt te zwaar op de economie. De afgelopen jaren heeft de Nederlandse overheid dan ook als een gek bezuinigd. Wie er op let ziet de gevolgen regelmatig in het nieuws. Door de bezuinigingen is er een groot tekort is aan allerlei voorzieningen wat tot mensonterende toestanden kan leiden. Het kan zelfs mensenlevens kosten.

Blijkbaar is dat nodig om van Nederland het best lopende winkeltje van de wereld te maken. Handel heeft prioriteit boven het personeel. We zijn een ‘prijsbokser’ geworden en de winkel begint er steeds sleetser uit te zien, een beetje zoals de Aldi en de Lidl die een vergelijkbaar personeelsbeleid voeren.

Permanente uitverkoop

Het gaat goed met de winkel maar het gaat slecht met het personeel. Zoals we al zagen is het handelsoverschot het gevolg van de relatief lage import omdat we minder consumeren dan produceren. Het geld dat wij als land verdienen wordt niet uitgegeven maar gaat als winst terug naar de investeerders - de winkelbazen - terwijl het personeel er bekaaid af komt. Als gevolg van de relatief lage lonen (gegeven de hoge productiviteit) is er daarom onderbesteding: we maken meer spullen en diensten dan we zelf kunnen gebruiken en moeten deze daarom exporteren.

Wat er in werkelijkheid gebeurt, is dus het volgende: In Nederland wordt per saldo meer geproduceerd dan we kunnen gebruiken. We werken heel hard (‘we zijn concurrerend’) voor weinig geld (‘loonmatiging’). De spullen die we te veel produceren moeten verkocht worden (‘export’) want anders moet personeel ontslagen worden (‘werkloosheid’). Het tekort aan vraag schuiven we door naar het buitenland. Dat veroorzaakt daar werkloosheid.

Wat Nederland in werkelijkheid dus verkoopt is werkloosheid [7]. Nederland export haar werkloosheid om het tekort aan binnenlandse vraag te compenseren.

Schulden

En er is nog een ander probleem: de klant maakt schulden, want hoe moet de klant (‘het buitenland’) de rekening betalen? Bij echte winkels is dat natuurlijk geen probleem, maar als het gaat om landen dan is er maar een manier waarop ‘de klant’ de handel die hij van ons koopt kan betalen: door aan ons iets te verkopen. Op termijn moeten import en export daarom altijd met elkaar in evenwicht zijn.


Hier ligt het grootste probleem: want dat doet Nederland niet. Dat blijkt uit de handelsbalans die al decennia positief is. Het buitenland krijgt steeds meer schulden terwijl wij ons rijk wanen. Uiteindelijk hebben we niets aan dat geld [8] zoals de Griekse schuldencrisis laat zien. Ook Zwitserland, dat economisch gezien op Nederland lijkt, is dit recent overkomen [9].

TTIP zal de crisis erger maken

Terug naar TTIP. Wat waren ook al weer de argumenten van de voorstanders? De wereld verandert en als we niets doen dan verliezen we onze koppositie als exporteur. Wat ik met het winkeltjesmodel heb laten zien is dat een handelsoverschot op den duur onhoudbaar is. Als TTIP ons dus meer export oplevert dan zal dat de crisis eerder verergeren dan verhelpen.

Er zal een moment komen dat Nederland haar klanten de kans moet geven om hun schuld terug te betalen. De schuldencrisis kan op een prettige manier opgelost worden door bij ons de lonen te laten stijgen en te stoppen met bezuinigen of op een vervelende manier door de klant failliet te laten gaan. Dat laatste is met Griekenland gebeurd [10].

Helaas kiezen onze leiders voor de tweede optie. De dominantie ideologie is nog steeds dat ‘vrijhandel’ [11] goed is en meer ‘vrijhandel’ nog beter. De uitbreiding van de markt door TTIP vergroot de exportmogelijkheden, en dat zal – zo denken zij - de stagnerende economie weer stimuleren. Dat deze redenatie niet klopt lijken ze niet te beseffen.

In plaats van streven naar meer handel door TTIP moet het economisch beleid veranderen door te streven naar evenwicht van de handelsbalansen. Doorgaan met het huidige beleid zal een crisis tot gevolg hebben die veel ernstiger zal zijn dan de Griekse schuldencrisis. Hoewel onze leiders het verzet tegen TTIP als irrationeel afdoen, zijn zij het zelf die alle realiteitszin uit het oog hebben verloren.

Conclusie

TTIP is gebaseerd op een verkeerd idee over de werking van economie: wij denken dat ons land een winkeltje is voor de rest van de wereld. Om concurrerend te zijn, houden we daarom de lonen laag. Hierdoor heeft Nederland een groot handelsoverschot en is er te weinig koopkracht om de binnenlandse economie draaiende te houden. Dit tekort moet door het buitenland worden opgevangen. Per saldo exporteert Nederland daarom haar werkloosheid. Als alleen Nederland dat zou doen, dan zou dat lange tijd goed kunnen gaan maar als alle landen van de wereld dat ook doen, stagneert de wereldeconomie. Er treedt dan deflatie op omdat de lonen niet meer stijgen. Dat is precies wat nu gebeurt. Behalve de vele zeer ernstige bezwaren tegen TTIP zijn er dus ook grote economische nadelen.

Titel afbeelding: McDonalds in St.Petersburg. Door globalisering krijgen we niet meer keuze maar meer uniformiteit. (Bron: Flickr).

Voetnoten
[1] TTIP krijgt nu veel aandacht maar er zijn veel meer van dit soort verdragen. Andere vergelijkbare verdragen zijn boorbeeld: CETA (Europa en Canada), TISA (verdrag voor liberalisering van diensten), EPA (Europa en Afrikaanse landen), TPP (De VS en Aziatische landen, zonder China). Overal waar ik het in de tekst over TTIP heb, kunt u dit lezen als ‘TTIP en soortgelijk verdragen zoals CETA, TISA, EPA, TPP, enz.’
[2] Alsof we nu wel zulke ‘hoge standaarden’ opleggen aan derdewereldlanden. Het is een pijnlijk slecht argument.
[3] Louise Fresco impliceert autarkie als ze schrijft: “Degenen die denken dat Europa de VS niet nodig heeft, zien over het hoofd dat zelfvoorziening – alles in Europa produceren – een uiterst kostbare zaak is en leidt tot verarming van de variatie in onze consumptie.”
[4] In Duitsland is het overigens niet anders en alles wat ik hier over Nederland schrijf is zondermeer van toepassing op Duitsland – zei het dat de impact van Duitsland op Europa en de wereldeconomie natuurlijk vele malen groter is.
[5] Ik wil hiermee niet zeggen dat de Nederlandse economie niet afhankelijk zou zijn van de export. Een flink deel (iets minder dan een derde) van onze economie bestaat uit internationale handel: dat wil zeggen: wij zorgen voor doorvoer en distributie. Dat betekent weliswaar dat we veel importeren, maar dat exporteren we dus ook (doorvoer). Dat moet je dus tegen elkaar wegstrepen en draagt niet bij aan het bbp. De meerwaarde die export oplevert (wat dus wel aan het bbp bijdraagt) komt uit de (logistieke) diensten die we toevoegen. In het ‘winkeltjesmodel’ wordt dit met elkaar verward.
[6] Inderdaad: niet de VS. Dat land heeft al jaren een heel groot handelstekort, waar de Amerikanen met TTIP natuurlijk graag een einde aan willen maken.
[7] De link verwijst naar een artikel over Duitsland, maar zoals ik al meldde, geldt wat ik over de Nederlandse economie schrijf, ook voor Duitsland en v.v.
[8] Een gedetailleerde bespreking vindt u op het nieuwe economische magazine Macroskop. Heiner Flassbeck legt uit hoe door loonmatiging een 'mercantilistisch' beleid wordt gevoerd. Mercantilisme is een ander woord voor het 'winkeltjesmodel'. Tot begin 18e eeuw had men het idee dat een land zoveel mogelijk rijkdom moest vergaren (in vorm van goud en zilver). Dit laat volgens mij ook zien hoe weinig economisch inzicht de bestuurlijke elite heeft als we beseffen dat een economische theorie uit de vroegmoderne tijd de grondslag is van het economisch beleid. Dit verklaart dat de westerse economie al jaren lang stagneert en in permanente crisis verkeerd.
[9] Ik ga hier snel door redelijk complexe materie. Dat Nederland en Duitsland zo’n groot exportoverschot zo lang kunnen handhaven, is een gevolg van de euro. Toen we nog een eigen munt hadden – zoals Zwitserland nu nog heeft - leidde het handelsoverschot tot waardestijging van de gulden en D-mark. Dat waren niet voor niets (zoals nu de SFR nu) harde munten.
[10] Zwitserland laat goed zien wat er gebeurt als je je nationale munteenheid nog wel hebt, maar deze kunstmatig laag houdt, terwijl het handelsoverschot oploopt. Op den duur moet je devalueren en raak je je koppositie toch kwijt. Zie ook voetnoot [8].
[11] Ik zet het woord vrijhandel tussen aanhalingstekens omdat de betekenis dubbelzinnig is (vrijhandel veronderstelt regelgeving door een sterke staat), en omdat TTIP helemaal niets te maken heeft met vrije – dus ongereguleerde – handel. Door het verdrag wordt het mogelijk dat bedrijven maatregelen om het milieu of de burger te beschermen kunnen aanvechten via een ‘onafhankelijk’, niet democratisch gekozen comité, samengesteld uit juristen uit het bedrijfsleven. Elke regering zal hier in de toekomst mee rekening moeten houden. Europa kan dit onderdeel (ISDS/ICS) echter niet weglaten omdat zij het zelf ook vraagt aan opkomende landen waarmee het dit soort verdragen afsluit. Onszelf vrijwaren van wat wij wel van een ander eisen zou hypocriet zijn. Het verdrag heeft hierdoor tot consequentie dat de staat verzwakt wordt ten opzichte van het bedrijfsleven. TTIP is daarom (samen met de euro) het product van neoliberale ideologie.


Titel afbeelding: Globalisation. Foto: Kate Boydell (cc)

Read more...

De economist of de Fabeltjeskrant?


Door een Waanlink op Sargasso werd ik geattendeerd op dit artikel van het blad The Economist met de titel "Mario battles the Wutsparer": Mario (Draghi) vecht tegen de spaarwoede van Duitsers en Nederlanders. Het artikel is een perfecte illustratie van de oorzaak van de eurocrisis: niet omdat het de oorzaak van de crisis uitlegt - wat je van een gerenommeerd blad als The Economist zou verwachten - maar omdat het de oorzaak ervan demonstreert. (*)

In het stuk wordt uitgelegd dat de lage rente nadelig is voor Nederlanders en Duitsers omdat zij meer sparen dan burgers in andere landen: wie geld op de bank zet krijgt bijna geen rente meer. Dit komt echter juist wel goed uit voor Zuid-Europa, dat niet spaart maar leent: nog nooit was geld lenen zo goedkoop. Volgens Pieter Omtzigt moeten Nederlandse spaarders en pensioenfondsen boeten voor de schuldenlast van Zuid-Europa.

Draghi staat echter voor een dilemma: moet hij de rente verhogen om de spaarders te helpen? Volgens The Economist zou verhoging van de rente juist een ramp zijn. Zuid-Europese regeringen moeten dan nog harder bezuinigen. Renteverhoging zal vrijwel zeker een recessie veroorzaken.

Een kwestie van psychologie?

Waarom sparen Nederlands en Duitsers zoveel? The Economist heeft geen antwoord, zij constateert alleen dat het zo is.

Dat de lage rente zo’n groot probleem is, is gedeeltelijk een gevolg van hun eigen investeringsgewoonten. Duitsers zetten hun geld op de bank en Nederlanders potten het op in pensioenfondsen. Italianen en Spanjaarden sparen veel minder en hebben minder geld in hypotheken belegd.

Het antwoord op de vraag waarom de Nederlandse en Duitse burgers zo spaarlustig zijn, en de Italiaanse of Spaanse consument het geld sneller laat rollen, is natuurlijk niet economisch maar psychologisch. Maar het is ook een onzinnige vraag want het zou impliceren dat de eurocrisis een psychologische oorzaak heeft!

Een kwestie van economie!

Om te begrijpen wat er aan de hand is hebben we geen psychologie maar economie nodig. De gemiddelde burger in Nederland of Duitsland is niet spaarlustiger dan die van Italië of Frankrijk. Het komt omdat de Nederlandse (en Duitse) ‘lonen zeer laag zijn in verhouding tot de winsten die het bedrijfsleven maakt’. Dit zegt niet de vakbond, nee, dat zegt zelfs de DNB in de Telegraaf.

Nederlandse burgers consumeren minder, niet omdat ze ‘spaarzamer zijn’ dan Italianen en Spanjaarden, maar gewoon om ze minder uit te geven hebben. Dit heeft tot gevolg dat Nederland minder importeert dan het exporteert (**): er ontstaat een handelsoverschot. En dat is al jarenlang zo. Dit handelsoverschot heeft op zijn buurt tot gevolg dat de schuld van onze handelspartners (Zuid-Europa, maar ook daarbuiten) steeds verder oploopt.

Die schuld moet natuurlijk gefinancierd worden, en het laat zich raden waar dat geld vandaan komt: met het loon dat de arbeider wordt onthouden. ‘Uitlenen’ en ‘investeren’ zijn andere woorden voor ‘sparen’ en waar iemand spaart moet iemand anders schuld maken. Ingewikkelder is het niet. De ‘spaarwoede’ van de Nederlandse burger heeft dus niets met psychologie te maken. Het is gewoon economie. Dit leert u echter niet van het lezen van een artikel hierover in The Economist.

De fabel van de Krekel en de Mier

Onbedoeld laat The Eeconomist zien wat de diepere oorzaak is van het maar niet overgaan van de eurocrisis: in plaats van uit te leggen wat er aan de hand is, wordt gesuggereerd dat het gaat om (onverklaarbare) ‘spaarwoede’ van Nederlanders en Duitsers. Dit verhaal is niets anders dan een variant van het bekende sprookje van De Krekel en de Mier.

Deze verklaring wordt al vanaf het eerste begin van de eurocrisis verteld: dwars door Europa loopt een knoflookgrens die de oorzaak is van de eurocrisis. Ten noorden van de grens leven de spaarders (de mieren) en in het zuiden de consumenten (de krekels). En nu het winter is houden de krekels hun hand op. Door de euro zijn de twee tot elkaar veroordeeld.

Bovendien laat het artikel zien hoe economen hun handen wassen in onschuld: de crisis is een gevolg van burgers die zich niet houden aan de regels van de economie. De eurocrisis heeft eigenlijk een sociaal-culturele en geen economische oorzaak. De wetten van de economie zijn immers duidelijk: als je te veel spaart of te veel consumeert kom je in de problemen.

Ik concludeer dat The Economist geen economisch blad is maar een soort Fabeltjeskrant . Probleem verklaard, eind goed, al goed. Slaap zacht lieve burgers van Nederland en Duitsland nee, van heel Europa, oogjes dicht en snaveltjes toe!

noten

(*) Anders dan de economen van het blad heeft de fotoredactie wel heel goed haar werk gedaan: boven het stuk staat een prachtige foto met de vergenoegde tronie van Mario en Wolfgang die heel vuil naar naar Mario kijkt. Helaas verhinderen copyright regels ons deze foto te plaatsen.

(**) Voor Duitsland geldt hetzelfde, ik zal dat hierna niet meer steeds herhalen.

Afbeelding: VARABeeld en Geluidwiki – Gallery: Fabeltjeskrant, CC BY-SA 3.0, (Wikimedia)

Read more...

Eurovriendjespolitiek

>> Saturday, November 14, 2015

Eerder geplaatst als Quote de Jour op Sargasso

Spanje dreigt zwaar te zondigen tegen de begrotingsregels in het Europese Stabiliteits- en Groeipact (SGP). Maar wat er gebeurt als de conservatieve Spaanse regering niet bijstuurt voor de verkiezingen in december, blijft onduidelijk. Het lijkt erop dat de Spaanse premier Mariano Rajoy er met steun van zijn Duitse 'partijgenoot' Wolfgang Schäuble in is geslaagd zand in de Brusselse machine te strooien.

Bron: Financieel Dagblad 13 oktober, papieren versie.

Het Spaanse begrotingstekort komt dit jaar uit op 4,5% van het bbp, dus ruim boven de voorgeschreven 3%. De Europese Commissie heeft maandag een opinie uitgebracht waarin Spanje wordt aangespoord om voor 2016 haar begroting weer op orde te brengen. Spanje zit al sinds 2009 in een 'buitensporig tekortprocedure'. Ook Jeroen Dijsselbloem en Mario Draghi keuren het tekort af.

Wie echter had gedacht dat dit zou leiden tot maatregelen tegen Spanje vergist zich: de Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker besloot de stemming uit te stellen, want 'Juncker behoort net als Rajoy tot de zelfde christendemocratische familie', aldus het FD.

Zo gaat dat dus in Europa: hoe erg een begrotingstekort is, wordt bepaald door de signatuur van de partij die het betreffende land regeert. Voor Griekenland, dat door het linkse Syriza wordt geregeerd, had men eerder dit jaar geen geduld.

En er is nog iets dat opvalt: het blijkt nu dat ook Wolfgang Schäuble weet dat de Europese begrotingsregels zinloos en contraproductief zijn. Vooral vlak voor de verkiezingen.

Read more...

Lessen van de eurocrisis. Les 1: wie is radicaal?

>> Saturday, August 1, 2015

Van een crisis kun je veel leren. Door observatie van een systeem dat onder druk staat, worden structuren en mechanismen zichtbaar die bij normaal functioneren verborgen blijven. Ook de eurocrisis zit vol met bijzonder interessant lesmateriaal. Les 1: Wie is radicaal?

Nu we weten hoe de Griekse crisis is afgelopen, kunnen we de vraag beantwoorden waar iedereen zich begin dit jaar zo druk over maakte: is Syriza radicaal? Matthijs Bouman had een goede definitie van radicaal gevonden: ‘een radicaal is iemand die de uiterste consequentie van een denkwijze aanvaardt’. Om de vraag te beantwoorden of Syriza een radicale partij is, moeten we dus weten of zij om haar zin te krijgen, aanvaardt dat Griekenland de eurozone verlaat.

Die vraag kunnen we nu ondubbelzinnig beantwoorden: nee, Syriza is niet radicaal. Integendeel zelfs: om in de euro te blijven heeft zij zelfs een nog strenger regime van bezuinigingen en privatisering geaccepteerd dan tot dan toe aan Griekenland was opgelegd.

Ook is duidelijk dat iedereen de verkeerde kant op keek: de echte radicalen blijken Duitsers en Nederlanders te zijn. Vooral Wolfgang Schäuble heeft zich ontpopt als radicaal in de betekenis van Bouman: hij was van begin af aan bereid om tot het uiterste te gaan en Griekenland uit de eurozone te gooien. Bovendien gaat het niet alleen om Griekenland want Schäuble brengt met zijn beleid de hele eurozone in gevaar.

In de meer traditionele betekenis van radicalisme [1] is ook Syriza een radicale partij: zij strijdt voor het recht van Griekenland om te beslissen over economisch beleid in eigen land. Dat een radicale partij zou winnen in Griekenland is ook geen verrassing: na vijf jaar trojka bewind is Griekenland in een diepe depressie verzonken die erger is dan de Grote Depressie van de jaren dertig. Het had ook veel erger kunnen aflopen.

Onderhandelen ‘met het mes op de tafel’

Achteraf weten we nu dat Tsipras en Varoufakis deze strijd nooit konden winnen aan de onderhandelingstafel, omdat ze niet bereid waren om tot het uiterste te gaan. Zij wilden Griekenland juist wel in de euro houden. Zij hadden daarom geen ‘Plan B’ en konden nergens mee dreigen. Varoufakis sprak dus de waarheid toen hij zei dat hij geen spelletjes speelde. Hun tegenstanders daarentegen deden dat wel en onderhandelden met ‘het mes op tafel’: de dreiging van een Grexit. Zij zijn daarom verantwoordelijk voor de lange duur van de onderhandelingen en de terugval van de Griekse economie. Niet de Grieken, maar zij waren de koppige partij die geen millimeter toegaven.

Tsipras en Varoufakis hebben geprobeerd met argumenten te onderhandelen . Typerend is deze uitwisseling tussen Dijsselbloem en de Griekse onderhandelaars, zoals beschreven door Nikolas Theocharakis die er bij was:
Het was Jeroen Dijsselbloems eerste bezoek aan Syriza, toen Tsipras zei: “U ziet, dit bezuinigen werkt averechts.” En koeltjes antwoordde Dijsselbloem: “Dat denk ik niet”, waarna hij Varoufakis dreigde met sluiting van banken, toen al.
Varoufakis en Tsipras probeerden Dijsselbloem en Schäuble er van te overtuigen dat ander beleid in Griekenland nodig was. Maar ideologen laten zich nooit overtuigen, want zij staan niet open voor argumenten die tegen hun wereldbeeld ingaan. Zij weten dat ze gelijk hebben. Wat dan nog rest bij een onderhandeling is het recht van de sterkste. En zo is het ook precies gegaan.

Regel één van de politiek

De revolte is neergeslagen want Syriza heeft gezondigd tegen regel één van de politiek: de sterkste wint, niet wie gelijk heeft. Syriza heeft zich vergist in het karakter van de Europese politiek. Merkel, Schäuble, Rutte, Dijsselbloem en hun collega’s in Brussel en bij de ECB bepalen wat er in Europa gebeurt. Niet ‘Che Guevara’ uit Griekenland.


Scan van de voorpagina het Financieel Dagblad waarmee de krant opende op 14 juli nadat, in de woorden van het FD 'Alexis Tsipras getemd' was.

Voor de Europese elite was van begin af aan duidelijk dat deze opstand hard neergeslagen moest worden om nieuwe opstanden in Zuid-Europa te voorkomen. Wat er met Griekenland is gebeurd, is een afschrikwekkend voorbeeld van wat er kan gebeuren als u, burger van Euroland, op een linkse partij stemt.

Wie is radicaal?

De crisis met Griekenland laat zien dat de Europese politiek wordt gedomineerd door radicale ideologen die niet willen of kunnen inzien dat hun politiek Europa destabiliseert. Ze staan niet open voor kritiek dat hun beleid de euro destabiliseert. Hoe radicaal wilt u het hebben?

Noten

[1] Het woord radiclism wordt voor het eerst voor een politieke stroming gebruikt aan het einde van de 17e eeuw in Engeland voor een beweging die zich verzet tegen machtsmisbruik door de koning. Zij beriepen zich daarbij op Angelsaksisch recht van voor de Normandische invasie in 1066. Radicaal wil dus zeggen: terug gaan naar de ‘wortel’, je beroepen op ouder recht, in verzet tegen onrechtvaardige wetgeving of een slechte soeverein (Michel Foucault, p41). Dit is het soort radicalisme waar de naam Syriza naar verwijst: Συνασπισμός Ριζοσπαστικής Αριστεράς, Synaspismós Rizospastikís Aristerás staat voor het bacroniem Syriza, dat ‘van de wortel’ of ‘radicaal’ betekent. Ρίζα (Latijn Radix) betekent wortel.

Afbeelding
European University Institute Wolfgang Schauble debating Europe at the EUI

Read more...

Onnodige verwarring over de euro en het referendum

>> Sunday, July 5, 2015

Wolfgang Schauble tijdens de campagne. chris9773 (CC)
Verwarring alom. Vandaag mogen de Grieken in een referendum ‘ja’ of ‘nee’ stemmen maar het is niet helemaal duidelijk voor wat ze stemmen.

'Nee' zegt de Griekse regering, 'betekent nee tegen het voorstel dat door Brussel op 25 juni aan Griekenland is voorgelegd'. Dit was voor hen onaanvaardbaar want het betekent dat er geen einde komt aan de crisis in Griekenland en dat de last voor afbetaling onevenredig zwaar op de schouders van de armste Grieken wordt gelegd. Door ‘nee’ te stemmen – dat is ook wat de regering adviseert – hoopt zij opnieuw naar de onderhandelingstafel terug te kunnen gaan, maar nu met een sterker mandaat om nieuwe afspraken te maken die Griekenland weer hoop biedt op herstel van de economie.

‘Nee’, zegt Brussel, 'is nee tegen de euro'. Als de Grieken tegen stemmen dan kunnen zij niet in de euro blijven en is ‘de Grexit’ een feit. Jeroen Dijsselbloem legde vorige week [1] aan leden van de Tweede Kamer uit wat een nee-stem betekent:
… als zij zeggen ‘dat willen we niet’ dan is er niet alleen, denk ik, geen basis voor een nieuw programma, maar dan is het zeer de vraag of er een basis is voor Griekenland in de eurozone. Dat is de fundamentele vraag die wel degelijk aan de orde is.
En over een ja-stem zegt hij:

We zitten gewoon inhoudelijk heel ver uit elkaar en die kloof kan de Griekse bevolking overbruggen door te zeggen ‘onze toekomst ligt in Europa en we zijn bereid daarvoor samen te werken en we zijn bereid daarvoor ook moeilijke maatregelen te accepteren die in de Griekse situatie onvermijdelijk zijn’. Daar gaat het om.
Volgens minister Dijsselbloem zijn er economische redenen die het onmogelijk maken om Griekenland nog langer in de Eurozone te houden. Wat de Grieken ook stemmen, het maakt eigenlijk niet zo veel uit, tenzij ze bereid zijn om daarvoor grote offers te brengen. [2]

De eurosceptici

Tegenstanders van de euro gebruiken vaak de zelfde argumenten, alleen komen zij tot een andere conclusie. Neem bijvoorbeeld Yvonne Hofs, die redacteur van de Volkskrant is. Euroscepsis is volgens haar
gewoon een kwestie is van gezond verstand. De euro is een misbaksel, omdat negentien (laat staan nog meer) zeer verschillende economieën, politieke culturen en soevereine staten niet één munt kunnen delen zonder enorme politieke en economische offers te brengen.
Het stelt zwakke landen in staat om „op de pof te leven“. Kwijtschelding van de schulden zal ook niet helpen, want
het gaat erom dat Griekenland ook na kwijtschelding van de staatsschuld een zwakke economie blijft. De Grieken zullen dus opnieuw proberen op de pof te leven om hun levensstandaard te kunnen handhaven.
Wat voor Griekenland in extreme mate geldt, geldt natuurlijk voor alle landen in de eurozone: het ene land is economisch sterker dan het andere. Uiteindelijk zullen alle zwakke landen dit soort pijnlijke maatregelen moeten nemen, want ook al zijn de verschillen kleiner, op den duur bouwt elk land een schuld op met Duitsland en Nederland.

Het alternatief is dat Duitsland en Nederland hun zwakke broeders helpen. Maar de burgers in deze landen zullen hiertoe niet bereid zijn. Daarvoor is, dank zij politici als Geert Wilders, geen politieke steun.

De politieke unie

Er is nog een derde mogelijkheid om de euro levensvatbaar te maken volgens Hofs: een politieke unie. Dan kan Griekenland niet meer ongestraft ‘op de pof’ leven, en kan de ‘centrale Europese overheid’ de economie in de ‘deelstaten’ hervormen zodat de welvaartsverschillen verdwijnen.

Dit is onhaalbaar, want zo stelt Hofs:

de inwoners van de eurolanden willen het niet. Absolúút niet […] dit voorstel zal overal met overweldigende meerderheid worden weggestemd. Conclusie: als de eurozone een democratie blijft, is de euro sowieso verdoemd. De euro kan alleen overleven onder een Brusselse dictatuur of oligarchie. Is dat dan wat de voorstanders van de euro willen?

Voorstanders van de euro weten dit natuurlijk ook, en je zal van hen geen pleidooi horen voor een poltieke unie, maar zij denken dit te kunnen oplossen door de economie van alle landen zoveel mogelijk gelijk te trekken. Begrotingen worden door Brussel gecontroleerd, ook als een land niet in problemen is, en iedereen moet zich houden aan de aangescherpte regels van het Verdrag van Maastricht.

Dat Hofs en Dijsselbloem uiteindelijk toch tot een verschillende conclusie komen heeft meer te maken met hun verschillende maatschappelijk positie. Dijsselbloem heeft zijn lot verbonden aan de euro, Hofs is een onafhankelijk journaliste die verwoordt wat de meeste mensen in Nederland denken, inclusief Geert Wilders: de euro is een misbaksel.

Een realistisch model voor de euro

Er is nog een derde groep waar Hofs (en ik denk ook Dijsselbloem) geen enkel begrip voor kan opbrengen: zij die denken dat het mogelijk is om de euro te behouden, en toch Griekenland lid te laten blijven. In de woorden van Hofs:

Supporters van Griekenland en de euro negeren politieke en economische realiteiten. Ze lijken bevangen door een naïef vooruitgangsgeloof waarin keiharde machtspolitiek geen rol speelt. Maar in het echte leven speelt dat soort politiek wel een rol, een cruciale zelfs.

Ik zelf reken mij tot deze derde groep. Niet omdat ik een idealist ben of omdat ik ‘bevangen ben van naïef vooruitgangsgeloof’ maar omdat ik denk dat dit de beste oplossing is voor het probleem waarin we ons nu bevinden. Ik heb hiervoor twee redenen. In de eerste plaats is er geen (ordelijke) weg terug. Voor invoering van de euro had men jaren van voorbereiding nodig. Voor opsplitsing van de euro is niet meer tijd beschikbaar dan een ‘bank holiday’ lang kan zijn. Zie Griekenland.

De tweede reden is dat de euro wel kan werken, maar dan moeten de regels veranderd worden. De regels van Maastricht over schuldpercentages zijn niet relevant voor het functioneren van de euro. Ook moet men stoppen met het hameren op competitiviteit. Landen zijn geen bedrijven en landen zijn niet in concurrentie met elkaar. Dat is neoliberale wartaal.

Elk land kan kiezen voor het welvaartsniveau waartoe haar economie in staat is. Economisch goed ontwikkelde landen zoals Frankrijk en Duitsland kunnen met een hoog welvaartsniveau leven, en landen waar de economie op een iets lager niveau functioneert kunnen dat ook blijven doen als zij dat willen, zonder dat daarvoor miljarden transfers nodig zijn van rijk naar arm.

Hoe een land zich economisch inricht, maakt niet uit. Een grote of kleine publieke sector? Vroeg met pensioen, of langer doorwerken? Het maakt niet uit zolang elk land zich houdt aan de belangrijkste regel die geldt voor elke muntunie: het welvaartsniveau moet overeenkomen met de productiviteit. Hard werken wordt dus beloond, maar is niet verplicht.

Duidelijkheid!

Zelden zijn problemen in de economie zo duidelijk te analyseren als in deze crisis. Ik vat de drie verschillende standpunten samen:
  1. Eurocraten zoals Jeroen Dijsselbloem, de Duitse regering, en de meeste bestuurders en ambtenaren in Brussel gaan er vanuit dat Griekenland niet in de euro kan blijven. De verschillen zijn onoverbrugbaar. Alleen landen die zich strikt houden aan de regels kunnen blijven. Economieën moeten convergeren. Strenge controle is nodig (dit is een verkapte politiek unie).
  2. Eurosceptici denken ook dat Griekenland niet in de euro kan blijven. Maar zij voorzien dat ook in andere landen vergelijkbare problemen ontstaan. Alleen met ondemocratische middelen is het mogelijk om de euro te handhaven. Daarom moet ieder land weer terug naar zijn eigen munt.
  3. Realisten erkennen dat er verschillen zijn tussen landen, maar zolang landen niet boven of onder hun stand leven is dat geen probleem. Griekenland kan wel in de euro blijven, en als de Griekse economie weer op gang is gekomen, kunnen de Grieken hun schuld terugbetalen.
De euro is dus wel levensvatbaar en het is niet nodig om de democratie af te schaffen, maar we moeten ons wel aan een simpele regel houden: we mogen niet onder of boven onze stand leven. Hard werken wordt beloond maar is niet verplicht.

Het referendum gaat eigenlijk over deze regel. Helaas is het Syriza niet gelukt deze stelling duidelijk genoeg over te brengen.

Ik zal in een of meer volgende artikelen mijn stelling met economische argumenten onderbouwen.

Noten

[1] Te zien in het Acht Uur Journaal van 2 juli 2015.
[2] De minister bedoelt het natuurlijk niet zo maar: het gaat zelfs ten koste van hun kinderen.

Read more...

De eurocrisis, Griekenland en de eurocratie

>> Sunday, June 28, 2015

Het kan nog goed komen, maar die kans wordt nu met de dag kleiner. De voorstellen van Brussel waren voor de Grieken onacceptabel: omdat ze asociaal zijn, omdat de getallen niet kloppen en omdat ze geen enkele hoop bieden op een uitweg uit deze crisis.

De Griekse regering heeft daarom besloten om dit voorstel aan de bevolking voor te leggen in een referendum. Het is nadrukkelijk niet bedoeld als referendum over de euro. De Grieken hebben uitstel van betaling aangevraagd, omdat het referendum pas volgend weekend gehouden kan worden, terwijl de termijn al op 30 juni vervalt. Voor de overige 18 eurogroepministers was dit onaanvaardbaar.

Dit is de situatie op zondag 28 juni. Het is onmogelijk te voorspellen wat er nu gaat gebeuren maar het is wel mogelijk een paar dingen te zeggen over deze toch nog onverwachte wending. Op het moment van schrijven is bekend geworden dat maandag de banken dicht blijven. Het hulp-programma wordt niet verlengd maar de ECB blijft nog wel de banken ondersteunen. Niemand weet hoe het verder moet.

Pokeren

Door veel commentatoren in Nederland werd verondersteld dat de Grieken vertragingstactiek gebruikten om zoveel mogelijk uit de onderhandelingen te slepen. Daarbij werd dan altijd vermeld dat Varoufakis verstand heeft van speltheorie. Wat we ons daar in dit verband bij moet voorstellen is onduidelijk: blufpoker met als inzet het welzijn van een heel land?

Wat iedereen had kunnen weten, en wat nu ook blijkt, is dat de Grieken niet bluften. Na vijf jaar rampspoed [1] waren de problemen zo groot geworden dat er geen andere mogelijkheid meer was dan opnieuw onderhandelen. Dat was niet alleen noodzakelijk om humanitaire redenen, maar ook economisch was daarvoor genoeg aanleiding.


Het is al bekend dat bezuinigingen tijdens een recessie, de recessie erger maakt. Elke euro die wordt bezuinigd doet de economie met meer dan één euro krimpen. Dit staat bekend als het multiplier effect. Aanvankelijk ging men er van uit dat de multiplier 0,5 is maar in de praktijk blijkt deze veel hoger te zijn, namelijk 1,7. Geen modern industrieland heeft zoveel bezuinigd als Griekenland en daarom is de recessie zo diep.

Hieruit kunnen we dus concluderen dat de situatie in Griekenland niet hopeloos was. De recessie van de afgelopen vijf jaar is namelijk veroorzaakt door beleid: de recessie had dus makkelijk voorkomen kunnen worden [2].

Gezond verstand regeert

Maar zelfs als we afzien van contraproductieve bezuinigingen zou er nog geen einde komen aan de crisis. Het grote probleem is namelijk dat Duitsland en Nederland de lonen drukken en schulden afbouwen. Het economisch beleid van deze landen is gebaseerd op de gedachte dat schulden maken slecht is. Angela Merkel heeft al diverse malen betoogd dat een economie niet kan groeien auf Pump – op de pof. Apetrots is de Duitse minister van Financiën op zijn Schwarze Null. Beiden geven blijk niets begrepen te hebben van macro-economie.

Als gevolg van dit beleid stijgen de handelsoverschotten van deze landen tot ongekende hoogte, en veroorzaakt als logische consequentie daarvan schulden in het buitenland. Hierbij nogmaals de figuur die volgens mij het beste laat zien wat er is gebeurd sinds de invoering van de euro.

Figuur 1: Na de invoering van de euro op 1 jan 1999 lopen de handelsbalansen van de eurolanden sterk uit elkaar.

Hierin is duidelijk te zien wat de gevolgen zijn van het invoeren van de euro. Omdat er geen flexibele wisselkoersen meer zijn, kunnen Nederland en Duitsland ongestraft exporteren naar het buitenland. Vroeger maakten de harde DM en gulden dat onmogelijk.

Om het evenwicht te herstellen moeten nu de andere landen gaan bezuinigen om ‘competitief’ te worden. Omdat nu iedereen tegelijk bezuinigt, leidt dit tot deflatie en niet de groei waar men zo naar snakt. Griekenland is slechts een extreem geval: ook door andere Zuid- en Oost-Europese landen wordt flink bezuinigd om ‘competitief’ te worden. Ook Frankrijk wordt gedwongen om te bezuinigen.

Het is een vorm van neo-mercantilisme, of zo u wilt, economisch analfabetisme. Het is de diepere oorzaak van de eurocrisis. De eurocraten die Europa nu regeren zullen de geschiedenis in gaan als Herbert Hoover, Heinrich Brüning en Hendrikus Colijn.

Macht

Het was van begin af aan de bedoeling van Tsipras en Varoufakis: stoppen met bezuinigen, zorgen dat de economie weer kan groeien zodat Griekenland uit de depressie komt waar het nu 5 jaar in zit. Toch zijn de andere eurolanden niet ingegaan op deze wens van de Grieken om een redelijke oplossing te zoeken om uit de problemen te komen. [3]

Het blijkt nu dat de euro een machtsmiddel is. Afstand doen van je munt is afstand doen van je soevereiniteit. Wat de eurocraten zeggen is: ‘mensen, u mag stemmen. Dat noemen we democratie. Maar dat wil niet zeggen dat u mag bepalen hoe uw land economisch wordt bestuurd’. Europa is slechts in naam een democratie, want we worden geregeerd door de markt en door de macht van het geld. De eurozone is een eurocratie geregeerd door eurocraten.

Hoe verder?

Wat zijn de alternatieven? Wat gaat er nu gebeuren? Dit is natuurlijk speculatie, niets staat nog vast. We zijn op onbekend terrein. Maar we kunnen wel wat mogelijkheden op een rij zetten:

1. Status-quo.

De Grieken stemmen in met de plannen en blijven in de euro. Dit was waar iedereen oorspronkelijk op rekende maar niemand had het referendum voorzien. Het is de status quo. De stagnatie – en depressie in Griekenland – is nog lang niet afgelopen. Er komt steeds meer verzet tegen de eurocraten. In het beste geval komen linkse partijen aan de macht (zoals Syriza en Podemos) maar in veel landen worden rechtspopulisten steeds machtiger. Europa zal op den duur destabiliseren.

2. Terugkeer naar de Drachme (Grexit)

De eurocraten laten in dit scenario zien dat ze toch nog wat wijsheid bezitten en besluiten Griekenland te helpen met terugkeer naar een eigen munt. Dat kan alleen als de ECB die munt onbeperkt steunt. Men komt een nieuwe koers overeen (zeg een devaluatie van 50%) [4]. Over de nog openstaande schulden zal opnieuw onderhandeld moeten worden, maar daarvoor kan men de tijd nemen. Dankzij de steun zal de nieuwe drachme een echt alternatief kunnen worden voor de euro.

Het lijkt onwaarschijnlijk dat de eurocraten hiervoor zullen kiezen. Dat zou namelijk een uitnodiging zijn voor andere landen om uit de euro te stappen. Ook economisch is het onverstandig: als het

Griekse exit een succes is zal dit de speculatie tegen de euro nog verder vergroten.

3. Chaos

De banken blijven voorlopig gesloten want ze krijgen geen steun meer van de ECB. Uit de geldautomaten komt geen geld meer. Chaos. Griekenland wordt een failed state. Er komt een sterke man aan de macht. Exit democratie. Dat het zover heeft kunnen komen is niet de schuld van de Grieken maar komt grotendeels op conto van de eurocraten. Inclusief de Nederlandse regering.

De toekomst van dit scenario is niet veel anders dan van het eerste scenario, maar alles zal wat sneller verlopen.

De euro leidt hoe dan ook ernstige schade. In alle drie de gevallen blijft op zijn best de economische stagnatie voortduren, maar een nieuwe recessie is waarschijnlijker. Deze crisis is nog lang niet afgelopen en het wordt nog veel erger voordat het weer beter wordt.

De PvdA

Dit brengt mij op het laatste punt dat ik nog wil maken over deze droevige geschiedenis: Jeroen Dijsselbloem is een sociaal democraat en is voorzitter van de Eurogroep. Zijn beleid in deze crisis was echter alles behalve sociaal democratisch. Van begin af aan was duidelijk te zien dat hij Syriza niet als medestander maar als tegenstander zag.

Dankzij hem en dus dankzij de PvdA, heeft Duitsland een belangrijke bondgenoot aan haar zijde: Nederland. Het zou helpen als daar een einde aan zou komen. Rutte II moet daarom weg.

Hoelang duurt het nog voordat de PvdA haar vertrouwen in Dijsselbloem opzegt? Kabinetten zijn voor minder belangrijke zaken gevallen.

noten

[1] De grootste ooit in een modern industrieel land. De economie is 25% gekrompen, de werkloosheid opgelopen naar 28%. Een groot deel van de bevolking heeft geen medische zorg meer. Jonge mensen kunnen alleen nog in het buitenland werk vinden.
[2] Maar hoe langer de onderhandelingen duurden hoe groter een tweede factor werd: door de onzekerheid over de toekomst en de vlucht van kapitaal – Grieken halen massaal hun geld van de bank, komt de economie ook tot stilstand.
[3] Het is natuurlijk interessant om te speculeren wat precies de overwegingen zijn. Is het domheid of koppigheid? Waarschijnlijk leven ze in een bubbel: adviseurs, economen die het gewenste verhaal vertellen in combinatie met geloof in eigen goedheid en gelijk. Volgens mij is het niet echt een raadsel, en zijn er rijen geschiedenisboeken geschreven over vergelijkbare blunders. Het begin van WO I is goed voorbeeld. De Vrede van Versailles is een andere.
[4] Om snel aan geld te komen zal men misschien eurobiljetten overstempelen. Zo ging dat vroeger, meer dan een eeuw geleden. Oude tijden herleven. Leuk voor verzamelaars van bankbiljetten.

Afbeelding
EU Council Eurozone. CC. Flckr.com. Jeroen Dijsselbloem op een persconferentie.

Read more...

>> Monday, June 22, 2015


Iedereen wordt moe van het ‘Griekse drama’, maar het einde lijkt in zicht. Er zijn nu vijf maanden voorbij sinds de nieuwe regering in Griekenland opnieuw is gaan onderhandelden over de financiële hulp die het land krijgt. Het geld is nu op en er moet iets gebeuren. Als Griekenland de volgende aflossing niet kan betalen (eind komende week) zal de ECB stoppen met steun aan de Griekse banken. De geldautomaten zijn dan in een paar uur leeg en Grexit een feit.

Waarom duurt het zo lang? Wat is precies het verschil van mening tussen de Griekse regering en de Europese onderhandelaars? Komt het omdat er linkse ideologische scherpslijpers aan de macht zijn gekomen? Of is het slimme onderhandelingen tactiek?

Chicken game

De Grieken proberen tijd te rekken om er zo veel mogelijk uit te halen en Yanis Varoufakis, de minister van financiën, schijnt een groot speltheoreticus te zijn. Zo wordt in Nederland althans bericht over de onderhandelingen. ‘Wie beweegt in het Griekse Endspiel?’ kopte het Financieel Dagblad op zaterdag 20 juni [1]. ‘De ontknoping van de spannendste pokerpartij ooit binnen de Europese Unie’ schrijft de krant op de voorpagina. Dit is onserieuze en misleidende verslaggeving, omdat het de Grieken wegzet als roekeloze pokeraars. Het doet bovendien geen recht aan de problemen waarin het land verkeert sinds het de afgelopen vijf jaar door de trojka ambtenaren namens de Europese schuldeisers, werd bestuurd.

Hulp?

Waarover wordt onderhandeld? Ogenschijnlijk gaat het over hulp aan Griekenland. In ruil voor hervormingen krijgt het land honderden miljarden euro steun. De onderhandelingen gaan over die voorwaarden waaronder zij de hulp krijgt: De Grieken moeten in ruil voor de hulp hervormingen uitvoeren.

Maar het hulpgeld gaat niet naar Griekenland, laat staan naar de Griekse burger. Alle hulp gaat direct terug naar de crediteuren: het IMF, de eurolanden en de ECB. Griekenland heeft zelfs een klein overschot (als je de aflossing en rente niet mee telt), en ook dat geld gaat naar schuldaflossing. De onderhandelingen gaan dus alleen over de voorwaarden van de hulp: welke hervormingen moeten worden uitgevoerd?

Absurd

Over die hervormingen zijn veel misverstanden. In de eerste plaats wordt vaak de indruk gewekt dat Griekland onvoldoende hervormt. Niets is echter minder waar want er is geen land dat zoveel heeft hervormd als Griekenland.

Het verzet van de nieuwe regering heeft dan ook een heel andere reden. Want de hervormingen die de afgelopen 5 jaar zijn uitgevoerd zijn geen echte hervormingen, maar bezuinigingen. Door deze bezuinigingen is de economie met 25% gekrompen. Meer dan kwart van de bevolking is werkloos en jongeren verlaten het land omdat er geen werk is. ‘Hervormen’ zoals de Europese landen dat willen, werkt dus niet, integendeel, het maakt de crisis alleen maar erger. Daarom liggen de Grieken dwars en daarom noemen zij de voorstellen van de Europese onderhandelaars absurd. Net zo absurd als het is om door te gaan met een behandeling die de patiënt zieker maakt in plaats van beter.

Gestaalde marxisten

Dit verhaal wordt echter maar zelden verteld in de media. Veel mensen kunnen dan ook niet begrijpen waarom de Grieken zo ‘halsstarrig zijn’. In de media wordt de indruk gewekt dat Griekenland geleid wordt door radicale marxisten. Bijvoorbeeld in het FD, als Rik Winkel een artikel van Alexis Tsipras bespreekt [2]. Volgens hem werpt het ‘document een fascinerend licht op Tsipras’ gestaalde onderhandelingstactiek en neomarxistische vocabulaire’. Tsipras is een ‘linkse radicaal uit de militante Griekse school, zonder gebruikelijke verankering binnen de traditionele politieke machtsblokken’. Ik daag u uit om het artikel eens te lezen zodat u zelf kan oordelen wie de echte radicaal is: Alexis Tsipras of Rik Winkel.

Onbetrouwbare Grieken

Soms wordt op heel subtiele manier stemming gemaakt. Je moet er goed opletten om het zien. Op 10 mei had Nieuwsuur een item over de verlenging van het voorzitterschap van de Eurogroep van Jeroen Dijsselbloem. In een bijzin laat Chris Ostendorf merken hoe hij over de Grieken denkt. Volgens Ostendorf is de belangrijkste taak die Jeroen Dijsselbloem nu heeft en waarmee hij zich nu moet bewijzen, dat hij ‘moet proberen Griekenland zich verantwoordelijk te [laten] gedragen als euroland’. Het is maar dat u het weet: ‘Grieken, niet te vertrouwen!’

Het gevaar

Als iedereen zou beseffen wat er op het spel staat, kan een ramp misschien voorkomen worden: uittreding van Griekenland. Maar zelfs mensen die beter zouden kunnen weten praten hierover alsof het een reële mogelijkheid is. Ook Schäuble en Dijsselbloem verkeren in de veronderstelling dat Europa nu sterk genoeg is om de gevolgen op te vangen. Maar zelfs als de Europese en de Griekse economie geen grote klap krijgen – wat waarschijnlijk wel het geval zal zijn – dan nog is het voor de euro een ramp: want het laat aan iedereen zien hoe kwetsbaar de muntunie is.

Radicale ideologen

Oud Premier Letta van Italië schetst in een interview in de Spiegel een onheilspellend toekomstscenario [3]:
Als Podemos in Spanje de verkiezingen in december dit jaar wint, en als over twee jaar in Italië iemand als Beppo Grillo wordt gekozen en Syriza regeert dan nog in Griekenland, dan hebben drie centrale Europese landen een heel andere politieke leiding. Dat zou het einde van Europa zijn, het einde van de euro.
Letta’s voorspelling laat zien hoe bedreigd de Europese leiders zich voelen, en hoe ze denken de crisis te moeten bestrijden. Griekenland moet hard aangepakt worden en desnoods uit de euro gezet worden. Het Griekse voorbeeld toont wat er gebeurt met je land als je als volk een ‘foute’ regering kiest.

Deze reactie zal de afkeer van Europa en de euro alleen maar versterken. Bovendien is het onwijs beleid: door de afgedwongen bezuinigingen zal de economie verder krimpen en loopt de werkloosheid op. De Europese elite is blijkbaar niet in staat om te begrijpen dat het strenge begrotingsbeleid, zoals vast gelegd in het Stabiliteit en Groeipact, het tegengestelde effect hebben.

Weinig keuze

De weigering van Athene om de ‘absurde voorstellen’ van Europa uit te voeren – is dan ook helemaal niet zo absurd. De Europese elite is zelf star en doctrinair. Zij zijn het die zich hebben verbonden aan achterhaalde neoklassieke economische principes en zij zijn het zelf die star en ontoegeeflijk zijn. De echte radicalen zitten in Berlijn, Brussel en Den Haag.

Wat er de komende weken gaat gebeuren kan ik niet voorspellen. In het beste geval kunnen we hopen op een voortzetting van de onderhandelingen. Er zijn nu aanwijzingen dat de Grieken zullen toegeven. Zij hebben weinig keuze en moeten uit twee kwaden kiezen: doorgaan met absurd beleid dat onnodig leed veroorzaakt, of voor de chaos die het gevolg zal zijn, als zij de volgende aflossing niet kunnen betalen. Maar wat de Griekse regering ook kiest: de toekomst is somber, niet alleen voor Griekenland maar voor heel Europa.

Update 22 juni:
Voor wie het op de voet wil volgen kan ik deze pagina met live updates van de Guardian aanbevelen: Eurozone crisis live.

Noten

[1] Wie beweegt in het Griekse Endspiel? Financieel Dagblad 20 juni 2015.
[2] Tsipras bereikt precies dat waar hij zo bang voor is. Financieel Dagblad 6 juni 2015.
[3] Der Spiegel, Heft Nr. 25, 2015. Vertaling uit het Duits van mij.

Afbeelding

Flickr (cc), European Parliament President Martin Schulz and Greek Prime Minister Alexis Tsipras

De toelichting op Flickr vermeldt nog volgende: During the press point Mr Schultz said that "Mr.Tsipras is battling for European cooperation, not only seeking a solution for Greece. He has my full support". The president also stressed "the need for a framework for" constructive dialogue and solutions".

Read more...

Griekenland is Europa’s laatste kans

>> Tuesday, April 21, 2015

Hoe radicaal is Syriza? Dat is de vraag die de Nederlandse media al een paar maanden bezig houdt. ‘Syriza’ is een acroniem dat staat voor Coalitie van radicaal links [1]. Mathijs Bouman heeft het in Van Dale opgezocht: iemand bedrijft ‘radicale politiek’ als hij of zij ‘streeft naar diep ingrijpende hervormingen’. Welnu, als dat zo is, dan is Syriza volgens Bouman helemaal niet radicaal want er is niets veranderd in Griekenland: men wil ‘noodhulp van Europa krijgen, zonder het bijbehorende hervormingsbeleid te hoeven leveren … dat is bepaald niet radicaal’.

Niet alleen Bouman maar de meeste Nederlandse journalisten zijn die zogenaamd-radicale Grieken inmiddels wel zat. Ook Elsevier ziet niets radicaals in Syriza: het is ‘oude retsina in nieuwe zakken’. Ze denken dat de oplossing van buiten komt en houden alleen maar hun hand op. ‘Er gebeurt al jaren veel te weinig’, meldt Michiel Dijkstra in Elsevier [2]. Volgens Arjan Noorlander van Nieuwsuur zou het beter zijn als de Grieken uit de euro gezet worden:
Zo’n Grexit zou misschien ook wel goed zijn zo langzamerhand, als signaal naar de andere landen, naar de burgers van Europa, dat je niet altijd maar kan blijven vragen maar dat je af en toe ook iets moet doen en als je dat de hele tijd maar niet doet dat er dan ook een keer een eindpunt komt.
Het Financieel Dagblad wint de prijs ironische-koppen-zetten [3] met de kop: Griekenland dwingt ECB tot koorddansen. In het artikel worden de maatregelen op een rij gezet waarmee de ECB Griekenland kan dwingen om te hervormen. De Grieken vragen om een rode kaart volgens de redactie van het Financieel Dagblad, want in plaats van te hervormen vragen ze om ‘losgeld voor het nakomen van verkiezingsbeloften’. Martin Visser tenslotte, blogt dat hij niet weet wat erger is: òf de Grieken spelen een ‘ragfijn onderhandelingsspel’ òf zij beseffen niet wat er op het spel staat.

Het beeld van de Syriza, dat in de Nederlandse (en overigens ook Duitse) media wordt geschetst, is dus dat van bedelende retsina drinkers die met vuur spelen en er op rekenen dat Europa hen wel uit de nood zal helpen.

Wie betaalt, bepaalt

Het is letterlijk de wereld op zijn kop. Deze ongeduldige journalisten zien over het hoofd dat nergens zo ijverig is hervormd als in Griekenland. Er werd (en wordt) namelijk geen euro hulp gegeven als de Grieken niet elke hervorming tot volle tevredenheid van de Europese geldschieters hadden uitgevoerd [4]. De ambtenaren van de trojka [5] die dit moesten controleren bemoeiden zich tot in de kleinste details met het beleid.

Griekenland staat feitelijk onder curatele en kan daarom niet aansprakelijk gesteld worden voor de resultaten van het beleid. De conclusie dat het in het in Griekenland nog steeds slecht gaat omdat ‘al jaren veel te weinig gebeurt’ omdat niet wordt hervormd, kan dus helemaal niet kloppen. De Grieken hebben namelijk helemaal niets te willen en nergens is zoveel hervormd als in Griekenland. Het beleid wordt in Brussel gemaakt, niet in Athene.

Het resultaat van Europees beleid

Maar het klopt wel dat de Grieken de hervormingen van de afgelopen vijf jaar zat zijn. Het beleid heeft geleid tot een humanitaire crisis terwijl de economische problemen alleen maar groter zijn geworden. Neem bijvoorbeeld de staatschulden. Je zou verwachten dat deze afnemen onder de vaste hand van de trojka. Nergens in Europa is zo zwaar bezuinigd en zijn de lonen zo sterk verlaagd als in Griekenland. Maar ondanks een gedeeltelijke kwijtschelding, is de schuldquote alleen maar gestegen.

Figuur 1: Het hervormingsbeleid van de trojka, dat begon in 2010, heeft de crisis erger gemaakt. Links: werkloosheidspercentage beroepsbevolking ouder dan 25 jaar (blauw), en jonger dan 25 jaar (rood). Rechts: staatsschuld als percentage van het bruto binnenlands product.

Door het hervormen is de werkloosheid opgelopen naar 26%, de jeugdwerkloosheid zelfs naar 60%. 2 miljoen Grieken zijn verstoken van een ziektekostenverzekering en de pensioenen zijn met 30% gekort. Omdat Brussel en Berlijn ontevreden zijn over de behaalde resultaten worden nu nog grotere kortingen geëist op pensioenen en moet de BTW verhoogd worden.

Door deze maatregelen is economisch herstel onmogelijk. Daar komt bij dat momenteel de onderhandelingen vastlopen over verlenging van de hulp. Uit onzekerheid over de toekomst haalt iedereen zijn geld van de bank en krimpt de economie nog meer. Dit wordt in de Nederlandse pers vanzelfsprekend toegeschreven aan de halsstarrigheid van Syriza. Het gevoel van paniek wordt nog versterkt door het uitlekken van de voorbereidingen die getroffen worden voor uittreding van Griekenland uit de euro.

De Griekse economie verkeert nu in diepe depressie en het einde is niet in zicht. Dit is het resultaat van vijf jaar Europees beleid, niet van een regering die nog maar net gekozen is.

Ideologische stagnatie

De vraag die in de media niet wordt gesteld is: waarom gaat men door met dit desastreuze beleid als dat een diepe depressie in Griekenland veroorzaakt en de euro destabiliseert [6]? Behalve gezichtsverlies en angst om de macht te verliezen zijn hiervoor volgens mij nog twee principiële reden aan te wijzen.

De eerste reden is overtuiging. Het economisch denken in Europa is gebaseerd op neoklassieke en mercantilistische principes. Het is neoklassiek omdat men er van uit gaat dat de prijs voor arbeid wordt bepaald op de arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt is volgens neoklassieke economen een markt als alle andere, waarop de prijs voor een product (arbeid) wordt bepaald (loon). Als de lonen te hoog zijn daalt de vraag naar arbeid en ontstaat werkloosheid. Daarom moeten lonen en uitkeringen in Griekenland dalen.

Het is ook mercantilistisch omdat men veronderstelt dat alle landen [7] in constante strijd met elkaar zijn verwikkeld. In het mercantilisme denken moeten landen proberen zoveel mogelijk rijkdom te vergaren door middel van een positieve handelsbalans. Dit wordt bereikt door de export te stimuleren en import te ontmoedigen. Duitsland is de kampioen van Europa want zij heeft van alle landen het grootste overschot: meer dan 200 miljard euro.

Waar winnaars zijn, zijn natuurlijk ook altijd verliezers: de Zuid-Europese landen en vooral Griekenland. Zij zijn in deze visie niet competitief genoeg. Toen elk land nog zijn eigen munt had kon door devaluatie de competitiviteit hersteld worden. Door de euro is dit onmogelijk geworden. Het beleid is er daarom op gericht om lonen en uitkeringen te verlagen. Naar analogie van devaluatie spreekt men van ‘interne devaluatie’.

Ik heb enige tijd geleden al laten zien dat het Duitse handelsoverschot de oorzaak is van de eurocrisis. Beleidsmakers in Europa lijken niet te beseffen dat men uitgaat van verkeerde en verouderde economische theorieën. Het mercantilisme werd in de 19e eeuw al niet meer serieus genomen en in de jaren dertig is door Keynes al aangetoond dat de neoklassieke ideeën over prijsvorming op de arbeidsmarkt niet kloppen. De arbeidsmarkt kan niet geïsoleerd van de rest van de economie bekeken worden omdat bij dalende lonen ook de consumptie daalt waardoor de economie krimpt.

Figuur 2 De economische groei stagneert al jaren lang in Griekenland. Ter vergelijking Nederland (Bruto binnenlands product, miljoen euro x 1000).

Deze nieuwe inzichten hebben Europese beleidsmakers nog niet bereikt. Ook in Den Haag en bij (economische) redacties van de media heeft men bedroevend weinig inzicht in economische processen.

Conservatief Europa wil niet dat Syriza slaagt

De tweede reden is dat de regering van Tsipras weg moet. Iedereen weet dat Griekenland de huidige schuld nooit kan terug betalen. Een gedeeltelijke schuldvergeving is dus onvermijdelijk maar dat zal deze regering niet gegund worden. Anders gezegd: Syriza hoort niet bij de club.

Rik Winkel is hierover het meest expliciet. Hij schrijft: ‘het hele eurobouwwerk dat pas mogelijk werd doordat het linkse experiment in Frankrijk in de jaren tachtig was mislukt … Daarom schrikken de andere euroleiders er ook niet voor terug om de Griekse premier Alexis Tsipras – tegen de heersende mores in – te isoleren’.

Men wacht met concessies tot de oude garde, die de crisis heeft veroorzaakt, weer aan de macht komt na de onvermijdelijke val van Syriza. Daarom wordt door de schuldeisers een BTW-verhoging geëist. Syriza stelt voor om de corruptie bij de inning van BTW te bestrijden. Dit levert op lange termijn meer op: omdat het de economie niet schaadt en omdat het een echte hervorming is, die de economie zal verbeteren. Maar dit argument kan de schuldeisers niet van mening doen veranderen: men wil geld zien en wel zo snel mogelijk.

Een betere definitie van ‘radicaal’

Mathijs Bouman heeft nog een tweede definitie van ‘radicaal’ in de Van Dale gevonden: een radicaal is iemand die ‘de uiterste consequentie van een denkwijze aanvaart’. Want, zo stelt Bouman, Syriza aanvaart de uiterste consequentie van het ‘wel-noodhulp-geen-hervormingen-beleid’, namelijk: uittreding van Griekenland uit de Euro.

Maar, zoals ik heb laten zien, gebedel en onwilligheid om te hervormen kan niet de oorzaak zijn van de permanente crisis in Griekenland. De oorzaak van de crisis is de vasthoudendheid waarmee Europa verouderde economische principes blijft toepassen, ondanks de gebleken negatieve gevolgen voor de economie en de humanitaire crisis.

Het is Europa zelf dat doorgaat met vasthouden aan een denkwijze en dat daarvan de uiterste consequenties aanvaart. Die uiterste consequentie is het uiteenvallen van de euro. De werkelijke radicalen zitten op de redactielokalen van Nederlandse mediabedrijven en in de regeringshallen van Brussel, Berlijn en Den Haag.

Griekenland moet zich in hun ogen conformeren aan Europa. Het land is een negatief voorbeeld voor de burgers in andere landen want het laat zien wat er gebeurt als zij een ‘zogenaamd-radicale’ regering kiezen. Dit is de werkelijkheid van de IJzeren Kooij [8], waarin Europa inmiddels is veranderd. Burgers pas op met uw keuze, want dat kan slecht uitpakken voor uw economie.

De kanarie

Wat de Grieken willen is een New Deal: nieuwe onderhandelingen, voor beleid dat wel perspectief biedt voor groei, waardoor een einde gemaakt kan worden aan de humanitaire crisis in het land. Met deze regering, die geen banden heeft met de oude elite van Griekenland die deze puinhoop heeft gecreëerd, heeft Europa een kans om uit de crisis te komen.

Het zijn nieuwe mensen die echt willen puinruimen, en daarvoor juist alle kans zouden moeten krijgen. Deze kans mag Europa niet voorbij laten gaan, een tweede kans zullen we na uittreden van Griekenland niet meer krijgen. Griekenland is de kanarie in de mijn, en wat met de kanarie gebeurt zal, als de kompels niet oppassen, straks ook met hen gebeuren.

Voetnoten

[1] Volgens Wikipedia: Συνασπισμός Ριζοσπαστικής Αριστεράς, Synaspismós Rizospastikís Aristerás = ΣΥΡΙΖΑ
[2] ‘Oude retsina’ Elsevier, 28 feb 2015 (papieren versie).
[3] Financieel Dagblad 24 maart 2015 (papieren versie).
[4] Alles is vastgelegd in zogenaamde Memoranda’s Of Understanding.
[5] Tot 20 februari werd gesproken over de ‘trojka’ omdat zij bestond uit drie partijen: IMF, ECB en Eurogroep. Daarna werd op verzoek van de Grieken gesproken over de ‘instituties’ omdat zij zich door hun arrogante optreden in Griekenland erg gehaat hadden gemaakt. Ook in Portugal en Ierland is de trojka actief.
[6] Uitreding van Griekenland zal de euro destabiliseren omdat het de kans op uittreding van andere zwakke landen vergroot.
[7] Niet alleen binnen Europa, ook buiten Europa zijn we, volgens deze denkwijze, in een constante competitie verwikkeld ook met China, met de US en opkomende landen. Daarom wordt grote waarde gehecht aan Wettwebergsfähigkeit. Verdragen als TTIP moet dit versterken.
[8] De term komt van Max Weber: ‘stahlhartes Gehäuse‘. Volgens Weber hebben ‘mensen ontwikkelingen op gang [...] gebracht die een eigen leven zijn gaan leiden en zich nu tegen de mens hebben gekeerd. Hij gebruikt daarvoor het beeld van een 'stahlhartes Gehäuse', een ijzeren kooi. Het beroemdste voorbeeld daarvan is de bureaucratie’.

Verantwoording

Uitgelichte afbeelding: Een kanarie. Majd Mohabek, CC Flickr

Read more...

Niet Griekenland maar Duitsland is gevaar voor euro

>> Friday, January 9, 2015

De mogelijke winst van Syriza veroorzaakt paniek onder de eurocraten. Ze waarschuwen dat ‘radicaal linkse ideologen’ aan de macht komen en dreigen met Grexit. De echte radicalen die het zicht op de werkelijkheid hebben verloren, zijn echter de eurocraten zelf. De Duitse regering overschat niet alleen haar eigen kracht, maar vergeet bovendien dat Duitsland zelf ook een wanbetaler is. De grootste wanbetaler ooit.

Radicaal

Op 25 januari zijn er parlementsverkiezingen in Griekenland. De Grieken kunnen dan kiezen tussen Andonis Samaras, die het bezuinigingsprogramma uitvoert dat door Europa is opgelegd en de linkse oppositieleider Alexis Tsipras, die opnieuw wil gaan onderhandelen over de schulden. De uitslag kan grote gevolgen hebben voor Nederland, juist nu het weer wat beter lijkt te gaan.

Volgens Trouw ‘siddert Europa weer voor Griekenland’ en iedereen praat elkaar na dat er een radicaal linkse regering aan de macht kan komen [1]. Radicaal links? Ooit waren linkse radicalen lieden die industriëlen vermoordden en bomaanslagen pleegden. Maar de tijden zijn veranderd, want de links-radicale partij waar men het nu over heeft, Syriza, is geen terroristische organisatie en pleegt geen bomaanslagen.

Nee, Syriza wil iets veel gevaarlijkers: zij wil opnieuw gaan onderhandelen over de Griekse schulden. Ook wil Syriza pensioenen verhogen zodat bejaarden niet meer naar voedsel in vuilnisbakken hoeven te zoeken.

Het is hoog tijd dat er wat wordt gedaan aan de Griekse economie die nog sterker is gekrompen dan de economie van de Verenigde Staten tijdens de Grote Depressie.

Eén miljoen Grieken is verstoken van gezondheidszorg en een kwart van de bevolking is werkloos. Syriza wil een daarom einde maken aan de bezuinigen die het land moet uitvoeren in ruil voor hulp bij het afbetalen van een schuld, die het land toch nooit kan afbetalen.

De waarheid spreken en humanisme tonen, zijn blijkbaar radicale daden tegenwoordig [2].

Het standaardscript

De kwalificatie 'radicaal' wordt natuurlijk ook om demagogische redenen gebruikt. Het suggereert dat Syriza gevaarlijk is omdat de partij irrationeel en wereldvreemd is.

Dit is de suggestie die de Griekse minister van financiën, Gikas Hardouvelis, probeert te wekken in een interview dat het Financieel Dagblad op oudjaarsdag publiceerde:
'De Grieken willen geen Grexit', zegt Hardouvelis, 'Maar als hun onvrede over de bezuinigingen de overhand krijgt, kun je niet volledig uitsluiten dat het ons toch overkomt. Daarom moet iedereen extra goed nadenken voordat hij gaat stemmen. Ik geef geen percentage voor het risico op een Grexit, volgens mij is de kans heel klein. Maar we moeten waakzaam blijven, soms krijgt een proces zijn eigen dynamiek en je weet maar nooit wat je dan overkomt.' Hardouvelis noemt in dit verband Syriza niet met zo veel woorden. Hij zegt: 'Het gaat er om of na de verkiezingen ideologisch ingestelde personen dan wel rationalisten aan de macht komen’.

Hardouvelis is hoogleraar economie en maakt als partijloze technocraat deel uit van de regering. 'Ik ben geen politicus', zegt hij […].
Voor de goede verstaander staat hier:

'Wij weten wat nodig is want wij zijn technocraten. Het doet misschien wel pijn, maar het is voor uw bestwil, want de euro staat op het spel.'

En met de tweede alinea in het citaat hierboven suggereert het FD bovendien het volgende:

Hardouvelis is rationeel, Syriza is emotioneel. De burger mag kiezen maar waarvoor zij kiest maakt niets uit, want er is geen alternatief voor dit beleid. Als u niet op ons stemt, komt er chaos.

Dit is het standaardscript waarmee de eurocraten hun beleid verkopen. Dit script wordt niet alleen aan de Grieken voorgehouden, maar aan alle Europese burgers (al is de pijn voor Grieken vele malen groter). Dit is ook hoe de Nederlandse bezuiniingen worden gemotiveerd.

Maar vergeet even dat eurocraten arrogant en ondemocratisch zijn. Hebben ze misschien niet gewoon gelijk met hun economische argumenten?

Rationeel

Kern van het argument van de eurocraten is dat zij rationeel zijn en Syriza zich laat leiden door emoties. Maar als het huidige beleid zo rationeel is, hoe kan het dan dat de Griekse economie er zo slecht aan toe is?

Want ondanks de sterke daling van de loonkosten is de export gelijk gebleven. De betalingsbalans is wel verbeterd (al is deze nog steeds negatief), maar alleen omdat de import is afgenomen.

Om dit ‘positieve’ resultaat te behalen, is de binnenlandse vraag gedaald met 32% - een daling van een derde.

En hoe laat rationaliteit zich rijmen met de eis dat Griekenland een schuld moet afbetalen die het niet kan afbetalen?

De staatschuld is namelijk alleen maar toegenomen. In 2008 stond deze op 109% van het BBP en op dit moment is zij, ondanks kwijtschelding van 100 miljard, opgelopen tot 170% van het BBP – ondanks alle bezuinigingen.

Figuur 1 Ondanks alle maatregelen, inclusief kwijtschelding van schuld, is de Griekse staatschuld alleen maar toegenomen

Afgaand op de cijfers, is het resultaat van het ‘rationele beleid’ van de eurocraten dus abominabel slecht. Dat Wolfgang Schäuble dan toch zegt: ‘Wir haben gute Erfolge erzielt’ laat zien hoe wereldvreemd hij is.

Er is niets verbeterd, integendeel. En dan heb ik het niet over de gevolgen voor de bevolking, want dat is voor dit soort ‘rationalisten’ immers geen argument. Schäuble is als de kwakzalver die steeds opnieuw een doodzieke patiënt laat aderlaten, waardoor deze alleen maar nog zieker wordt.

De enige rationaliteit die ik kan ontdekken in het beleid, is dat het gaat om een afstraffing. Dat dit inderdaad zo is, werd onlangs bevestigd door niemand minder dan de voormalige minister van financiën van de VS, Timothy Geithner, die regelmatig overleg had met Europese leiders tijdens het hoogtepunt van de eurocrisis.

Een van de koele technocraten die hij toen sprak vertelde hem toen: ‘We are going to teach the Greeks a lesson … we’re going to crush them.’

Van rationaliteit, deskundigheid en werkelijkheidszin is bij de eurocraten duidelijk geen sprake.

De Griekse onderhandelingspositie

Vorige week bleek dat er in Duitsland wat aan het veranderen is. Helaas niet ten goede. Tot nog toe was het Duitse standpunt altijd dat Grexit onwenselijk is.

De Duitse regering is inmiddels echter van mening dat de eurozone nu sterk genoeg is om een Grexit aan te kunnen. Anonieme regeringsbronnen hebben dit tegen de Spiegel gezegd. Volgens de Duitsers is de eurozone nu sterker dankzij de hervormingen. De situatie in Portugal en Ierland is gestabiliseerd, en als landen in problemen komen kunnen ze hulp krijgen van het ESM. Ook is er nu een bankunie.

Maar hoe realistisch dit is, moet nog maar blijken. Het ESM-fonds is niet groot genoeg om een land als Spanje of Italië te helpen. De bankunie is slechts een unie in naam, want op aandringen van Duitsland en Nederland is elk land nog steeds zelf verantwoordelijk voor eventuele financiële tegenslagen.

De hervormingen hebben de Europese economie eerder verzwakt dan versterkt, omdat er alleen maar wordt bezuinigd en niet wordt geïnvesteerd (pdf). Bovendien is elk land is nog steeds zelf verantwoordelijk voor zijn eigen schulden. Er zijn immers geen eurobonds.

Maar zelfs als een Grexit mogelijk is, hebben Duitsland en de rest van Europa nog steeds geen sterke positie. Uittreding van Griekenland zou een precedent scheppen.

Als blijkt dat uittreding van een land een reële mogelijk is, zal dit kapitaalvlucht uit de overgebleven zwakke landen tot gevolg hebben. Iedereen zal proberen zijn geld op een Noord-Europese bank te zetten. Zuid-Europese banken komen dan opnieuw in problemen, net als in 2012.

Gezien de neergang van de economie tot nu toe, is voor de Grieken de pijn van een uittreding relatief klein – althans in vergelijking tot Duitsland. Duitsland heeft veel meer te verliezen dan Griekenland.

De Grieken hebben welbeschouwd dus de sterkste onderhandelingspositie.

De grootste wanbetaler ooit

Dat er opnieuw moet worden onderhandeld over de Griekse schulden staat vast. Griekenland kan de huidige schuld onmogelijk terugbetalen. Als Europa nog iets terug wil zien van het uitgeleende geld, zal het de Grieken in staat moeten stellen om dit geld te verdienen.

Zonder afschrijving van een deel van de Griekse schuld kan dat niet omdat er geen investeerders zullen zijn die geld willen steken in Griekenland.

Helaas toont de houding van de Duitse regering dat men dit niet inziet. Dit is extra wrang omdat Duitsland zelf twee keer eerder in gebreke is gebleven bij het afbetalen van een grote schuld.

Na de Eerste Wereldoorlog werd aan Duitsland 132 miljard goudmarken [3] aan reparatiebetalingen opgelegd. Dit was een last die zo groot was dat door de geforceerde pogingen om dit af te betalen de economie destabiliseerde. Dit bracht uiteindelijk Hitler aan de macht.

De tweede keer dat dit gebeurde was na de Tweede Wereldoorlog. Volgens Albrecht Ritschl was de totale som van schulden en reparatiebetalingen meer dan 10 biljoen dollar.

In 1953 is besloten dat Duitsland deze schulden niet hoefde terug te betalen. Men had de les van de Eerste Wereldoorlog geleerd en wederopbouw van Duitsland werd belangrijker gevonden dan terugbetaling van de schuld.

Daarmee werd Duitsland waarschijnlijk de grootste wanbetaler ooit.

Een van de schuldeisers van toen was Griekenland, dat was geplunderd door de Duitse bezetter. Niet alleen heeft Duitsland daarom een morele plicht om Griekenland te helpen, ook belangrijke lessen over schuldafbetaling uit het eigen verleden negeert zij volledig.

Wij zitten samen met de Duitsers in het zelfde onstabiele bootje dat door het geklungel van onze grote buurman steeds heviger gaat schommelen. Niet Griekenland, maar Duitsland is daarom een bedreiging voor de stabiliteit van Europa.

Voetnoten

  • [1] Ik kan helaas niet alle kranten volgen en baseer mijn waarneming op de NRC en het FD, die ik dagelijks lees. Maar een google search laat zien dat ik er niet ver naast zit.
Figuur 2 De topresultaten van de zoekopdracht ‘radicaal links Griekenland’ op Google laat zien dat Syriza door iedereen met ‘radicaal links’ wordt aangeduid.

Verantwoording

  • Uitgelichte afbeelding: A quack selling medicines. Oil painting. Credit: Wellcome Library, London. Wellcome Images. images@wellcome.ac.uk Copyrighted work available under Creative Commons Attribution only licence CC BY 4.0 /File:A_quack_selling_medicines._Oil_painting._Wellcome_V0017578.jpg">Wikimedia Commons
  • Figuur 1: Data: Eurostat General government gross debt, % of GDP
  • Figuur 2: Screenshot gemaakt op 7 jan 2015 van Google search met keywords ‘radicaal links Griekenland’.

Read more...

About This Blog

  © Blogger templates Sunset by Ourblogtemplates.com 2008

Back to TOP