Showing posts with label Yanis Varoufakis. Show all posts
Showing posts with label Yanis Varoufakis. Show all posts

De eurocrisis is weer terug (deel 7, slot): Een IJzeren Kooi voor Europa

>> Monday, December 29, 2014

Het gaat slecht met de Europese economie en dat komt niet door externe oorzaken. Het is niet de hoge olieprijs – die was in jaren niet zo laag - of door oorlog. De oorzaak is slecht economisch beleid. Verzwakte vakbonden en ideologische verdwaalde linkse partijen hebben geen effectieve oppositie en nemen zelf verantwoording voor het falende beleid. De maatschappelijke problemen in Europa verergeren en slecht voorgelichte burgers zoeken hun heil bij rattenvangers die wel duidelijkheid bieden. Tegelijkertijd vertellen politici en economen ons dat er geen alternatief is voor hun beleid. Maar niets is minder waar: er is wel een alternatief en er is wel degelijk een oplossing voor de eurocrisis.

Polderen

Ik heb in de vorige afleveringen van deze serie laten zien dat het oplopen van de begrotingstekorten in de schuldenlanden geen gevolg is van gebrek aan discipline. Het kan niet vaak genoeg herhaald worden: de begrotingstekorten zijn niet de oorzaak maar een gevolg van de eurocrisis.

Door de afschaffing van de eigen de munt is het automatische stabilisatiemechanisme uitgeschakeld dat de handelsstromen tussen de landen in evenwicht hield. Dankzij de euro konden Duitsland en Nederland grote handelsoverschotten opbouwen.

Figuur 1 Handelsoverschotten en tekorten. De verticale as kruist op het beginjaar van de euro.

Nederland en Duitsland konden dit doen omdat ze veel competitiever zijn dan andere Europese landen. Ik heb in deel 4 laten zien dat dat komt omdat in Nederland en Duitsland de lonen niet evenredig zijn gestegen met de productiviteit [1].

Dat dit in Nederland en Duitsland gebeurde, is geen toeval: beide landen hebben een traditie van samenwerking tussen werkgevers en werknemers (‘polderen’) [2]. Door de loonmatiging kwamen de winsten niet terecht bij de burgers maar werd het de brandstof voor zeepbellen in landen waar het geen ‘poldertraditie’ bestond.

Door de crises van 2008 en 2010 spatte deze ‘euro-zeepbel’ uiteen en stroomde het geld weer terug naar Nederland en Duitsland, waardoor de schuldenlanden nog verder in het rood kwamen te staan. Voor de crediteurlanden Duitsland, Finland, Oostenrijk en Nederland was dit aanleiding om strenge bezuinigingen en hervormingen af te dwingen. Deze bezuinigingen zorgen nu voor de stagnatie van de economie.

De IJzeren Kooi

Dat het moeilijk zou worden om een muntunie te hebben zonder centrale staat was te voorzien, maar de euro was dan ook geen puur economisch maar een ook een politiek project. Door invoering van de euro deden de deelnemende landen afstand van een belangrijke basis van hun soevereiniteit: de eigen munt. Deze landen zijn voor hun leningen nu afhankelijk van de steun van Frankfurt, Brussel en Berlijn. De euro is in zekere zin een geslaagde machtsgreep [3].

We zitten gevangen in een Iron Cage of Austerity, zoals Yanis Varoufakis het uitdrukt [4]. Het laatste land dat groot genoeg is om weerstand te bieden is Frankrijk en het is de vraag hoe lang dat nog zal duren.

Maar het is te laat om te klagen over deze machtsgreep: opbreken van de muntunie leidt tot een veel grotere en diepere crisis dan de huidige stagnatie. Als duidelijk zou worden dat de euro ophoudt te bestaan zou oncontroleerbare paniek uitbreken op de markten. De kapitaalvlucht die dit tot gevolg zal hebben zal de economie platleggen. Aan de Europese handel, waar Nederland en Duitsland jarenlang zo goed aan verdiend hebben, komt dan een eind. Loonmatiging zal dan niet meer helpen.

We hebben al een klein voorproefje van deze paniek gehad in 2011 en 2012 op de obligatiemarkt. Deze kon alleen gestopt worden door ingrijpen van de ECB [5].

De stagnatie komt door vraagtekort

Bill Mitchell zegt het heel duidelijk: de problemen in Europa worden niet veroorzaakt door structurele problemen in de economie maar door vraagtekort. De Europese economie stagneert niet omdat mensen niet goed opgeleid zouden zijn. Ook niet omdat de infrastructuur onvoldoende ontwikkeld zou zijn. Europa is geen ontwikkelingsland. Integendeel: Europa is, naast de VS, de bakermat van het democratisch kapitalisme. We leven in een hoog ontwikkeld en geïndustrialiseerd deel van de wereld.

De stagnatie wordt veroorzaakt doordat de Europese burgers te weinig geld uitgeven. Dat komt omdat zij te hoge schulden hebben (hypotheek, consumptief), door de loonmatiging en omdat de pensioenen niet stijgen.

In Zuid-Europa is er al jaren lang zeer hoge werkloosheid. De overheid doet daar nog een schepje bovenop door te bezuinigen omdat het Europese Stabiliteits en Groei-Pact hen daartoe verplicht. Hierdoor is Europa in een negatieve loon-prijsspiraal gekomen, zoals ik in deel 5 en 6 van deze serie heb beschreven.

Liever geen transferunie

Een belangrijke bron van onvrede bij de burgers in de crediteurlanden is, dat hen wordt verteld dat zij moeten betalen voor de tekorten in andere landen. Dit is moeilijk te accepteren omdat de bevolking in de crediteurlanden zelf geen voordeel heeft van het economisch succes van hun land, omdat deze immers is gebaseerd op loonmatiging.

Vooral rechtse populistische partijen buiten dit uit. Zij slaan schaamteloos op de nationalistische trom en trekken hierdoor veel kiezers. En voor een deel hebben ze nog gelijk ook, want waarom zou de Nederlandse burger moeten betalen voor kwakkellanden? Terecht verzet de burger zich dan ook tegen deze zogenaamde transferunie. Waarom zou men moeten betalen voor andermans schulden terwijl zij zelf loon moeten matigen?

Een klas kleuters

Een speciale rol in de eurocrisis is weggelegd voor economen. Ik werd geïnspireerd om deze serie te schrijven door een praatje van Mathijs Bouman op het RTL-nieuws. Hij suggereerde dat het Franse begrotingstekort een gevolg was van gebrek aan discipline en dat Frankrijk een gevaar is voor de euro.

Een andere econoom die het bont maakt is Sylvester Eijffinger. In het Financieel Dagblad schrijft hij als een schooljuffrouw over een klas kleuters. Hulp van de ECB aan ‘de nog zwakke eurolanden [zal] leiden tot verminderde inspanningen om de staatfinanciën op orde te krijgen.’

Nog opmerkelijker is Sweder van Wijnbergen, die ‘hoogleraar internationale economie, transitie-economie en groeitheorie’ is aan de UvA. Hij geeft blijk niet te begrijpen dat het hoge handelsoverschot van Nederland de oorzaak is van de crisis en gebruikt dit juist als argument vóór bezuinigen. Zijn enige kritiek op het Nederlandse bezuinigingsbeleid is de aard van de bezuinigingen, niet het bezuinigen op zich.

Economen spreken elkaar (en soms zichzelf) tegen en zijn daardoor niet in staat om de politiek te adviseren. Er zijn natuurlijk ook goede uitzonderingen, maar voor willekeurig welk soort beleid, is altijd wel een econoom te vinden die het verdedigt [6].

Meer macht naar Brussel?

De eurocraten denken dat het nodig is om meer macht te geven aan de Europese instituties in Brussel. De Duitse ministers Siegmar Gabriel en Wolfgang Schäuble hebben een plan ingediend bij de Europese Commissie dat het mogelijk maakt in te grijpen in het begrotingsproces van landen.

De eurolanden mogen, volgens dat plan, niet meer zelfstandig hun begroting opstellen, maar moeten deze laten goedkeuren door een nieuw te vormen Europese instantie – vergelijkbaar met de huidige Trojka.

Hoe slecht dit kan uitpakken, hebben we kunnen zien bij de vorige Europese Commissie. Incompetente bestuurders en regeringsleiders dwingen landen tot maatregelen die tegen de wil van de bevolking ingaan en grote schade aan de economie veroorzaken. Zij hoeven daarvoor geen verantwoording af te leggen en kunnen niet tot aftreden gedwongen worden.

Het grote probleem is dat een muntunie centrale coördinatie noodzakelijk maakt, maar dat er geen competent centraal bestuur is dat democratisch wordt gecontroleerd.

Het machtigste Europese instituut is op dit moment de Europese Raad – de regeringsleiders van de deellanden. Maar niemand kan hen naar huis sturen. Versterking van de IJzeren Kooi - meer macht naar centrale Europese instituties - die niet democratisch gecontroleerd worden - om bezuinigingen af te dwingen, is dan ook geen goede oplossing.

Zwakheid van links en de opkomst van het populisme

Er is geen effectieve oppositie tegen dit desastreuze economische beleid in Europa. Progressieve partijen hebben te weinig zelfvertrouwen en geloven zelf niet meer in de verzorgingsmaatschappij. Vakbonden in Frankrijk en België zijn een positieve uitzonderingen. Deze landen scoren in de top 3 met het aantal stakingsdagen (pdf).

Als conservatieve en liberale partijen aan de macht komen, maken ze gebruik van de situatie om de verzorgingsstaat af te breken om deze te vervangen door respectievelijk de ‘participatiemaatschappij’ en de ‘vrije markt’ – vaak met medewerking van links, zoals in Nederland en Duitsland.

Hierdoor hebben rechts-populistische partijen vrij spel. De burger aan wie niet is uitgelegd wat er werkelijk speelt, zoekt toevlucht bij partijen die wel een duidelijke ‘oorzaak’ aanwijzen: de islam, de buitenlander of bureaucraten in Brussel.

Niet alleen in Nederland, in heel Europa doen de rechts-populisten het goed: UKIP, FN, Pegida, AfD, FPÖ, Vlaams Belang, PVV, Forza Italia, De Gouden Dageraad – en zelfs in de rijke en stabiele Scandinavische landen krijgen zij steeds meer invloed.

Hierdoor blijven de werkelijke veroorzakers buiten schot: grote ondernemingen en multinationals, investeerders en de financiële wereld. Zij hebben baat bij goedkope en flexibel inzetbare arbeiders en vrijhandel zonder valutakosten. Overal in Europa destabiliseert hierdoor de democratie.

Eerlijk delen en loon naar werken

Ik wil niet in mineur afsluiten. Het was steeds mijn bedoeling bij het schrijven van deze serie over de eurocrisis om te laten zien dat de problemen niet onoplosbaar zijn – ook al lijkt dat wel vaak zo – mits je de juiste analyse maakt. Ik heb in deel 4 (over de gouden loonregel) en deel 6 (over de relatie tussen loon en deflatie) laten zien dat de oplossing binnen handbereik ligt.

Afschaffen van de euro helpt niet: dat zou de crisis alleen nog maar erger maken. De oplossing is ook niet gelegen in het afdwingen van meer discipline en hardvochtige hervormingen. Het inrichten van een federaal gezag in Brussel dat deze hervormingen kan afdwingen – een 'ijzeren kooi' - is ondemocratisch en zal de Europese samenleving nog verder ontwrichten.

Extra veel geld drukken – ‘geldverruiming’ - door de ECB helpt ook niet. Dat is alleen maar extra brandstof voor speculatie en leidt tot nieuwe zeepbellen. De deflatiespiraal kan alleen gestopt worden door loonsverhoging in landen met een hoge productiviteit zoals Duitsland en Nederland.

Behalve loonsverhoging in Noord-Europa moet nog meer gedaan worden. Dat mag niet leiden tot hogere schulden en hogere belasting in Nederland en Duitsland en verdragswijzigingen moeten ook vermeden worden.

Het ‘Bescheiden plan’ van Yanis Varoufakis is een goed voorbeeld. Er zijn dus wel alternatieven voor het huidige beleid [7], maar vreemd genoeg vertelt niemand dat de burger.

De oplossing voor de dubbele crisis in West-Europa, de destabilisatie van de democratie door populisme en de eurocrisis, is gebaseerd op een eenvoudig principe: eerlijke verdeling van de lasten en loon naar werken. Alleen dat zal de lucht uit het rechts-populisme kunnen halen.

Ik had zeven delen nodig om het economische verhaal van de eurocrisis te vertellen, maar het zal een stuk gemakkelijker zijn om althans de conclusie aan de mensen uit te leggen.

Voetnoten

[1] Loonmatiging, Hartz-IV en Agenda 2010 zijn neutrale termen, maar Günter Wallraff laat in zijn recent verschenen boek Die Lastenträger zien wat dit betekent in de praktijk. Vaste aanstellingen verdwijnen – ook in de auto-industrie – en worden vervangen door onzekere, tijdelijke aanstellingen. Met uitzondering van Bulgarije en Roemenië is nergens in Europa de ongelijkheid zo hard toegenomen als in Duitsland, schrijft Wallraff. Tot de jaren 90 stond het land bekend vanwege de soziale Marktwirtschaft en de sociale gelijkheid, vergelijkbaar met Scandinavië. De afgelopen tien jaar is Duitsland echter meer gaan lijken op de Angelsaksische landen.

[2] Zie bijvoorbeeld de documentaire Des Patrons et des Hommes, Un Film de Jean-Michel Meurice Deel I en II (gezien op Arte, 7 okt. 2014), waarin de naoorlogse economische geschiedenis van Frankrijk en Duitsland met elkaar vergeleken wordt. In Frankrijk is voortdurend strijd tussen bonden en werkgevers, in Duitsland werken zij juist samen.

[3] Sommige noemen de EU dan ook de EUSSR – maar deze vergelijking is misplaatst en onserieus: alles gebeurt openlijk en er is geen samenzweringstheorie nodig om te verklaren wat er gebeurt. De vergelijking met de USSR is ook om andere redenen onterecht: het gaat om een conservatieve ‘machtsgreep’ die niets met communisme te maken heeft. Ook wordt geen gewapend geweld gebruikt en is de persvrijheid niet in gevaar.

[4] De term komt van Max Weber: 'stahlhartes Gehäuse'.

[5] Hoe erg het was blijkt uit het feit dat de Nederlandse regering in het diepste geheim al bezig was met plannen voor herinvoering van de gulden. Dit was spelen met vuur: als dat toen was uitgekomen had dat het einde van de euro kunnen zijn.

[6] Voor een goede analyse van de oorzaak van dit probleem zie: Glasperlenspiel oder Ökonomie, Die wirtschaftspolitische Beratung verliert den Bezug zur Realität van Heiner Flassbeck (pdf). Voor mij is dit geen reden om de economie als geheel af te schrijven: economie is geen mysteriespel dat alleen voor ingewijden toegankelijk is. Enige zelfredzaamheid is wel vereist.

[7] Yanis Varoufakis heeft hiervoor een acroniem TATIANA bedacht: That Astonishingly There Is AN Alternative als variant op TINA There is no alternative, de beroemde uitspraak van Margaret Thatcher. Persoonlijk vind ik het niet zo geslaagd.


Alle afleveringen
  • Deel 1: Frankrijk is de zondebok
  • Deel 2: De prijs van hervormen
  • Deel 3: Europa’s knoflookgrens
  • Deel 4: Loondumping
  • Deel 5: Deflatie (1) – moeten we ons zorgen maken?
  • Deel 6: Deflatie (2) – Het Duitse model
  • Deel 7: Een IJzeren Kooi voor Europa


Verantwoording
  • Figuur 1: Data Eurostat: External balance of goods and services
  • Afbeelding: Detail De roof van Europa van Rembrandt van Rijn. Wikimedia.

Read more...

Een bescheiden voorstel om de eurocrisis op te lossen

>> Tuesday, August 20, 2013



Deze post is eerder op Sargasso verschenen. Het is een bespreking van een realistisch plan om de eurocrisis aan te pakken. Het plan verdient veel meer aandacht dan ik er aan kan geven, want het is niet alleen realistisch, het is ook hoogst noodzakelijk. Helaas is alle aandacht gericht op verschillen in concurentiekracht, die men denkt te kunnen verkleinen door de tekortlanden te onderwerpen aan een streng dieet van bezuinigingen en hervormingen. De bezuinigingen veroorzaken een depressie in de economie en het duurt vele jaren voordat de hervormingen werken. Voor die tijd is Europa uitelkaar gespat.

In het in 1729 verschenen A modest proposal heeft Jonathan Swift een praktische oplossing voor het armoedeprobleem: de armen moeten een paar van hun kinderen vetmesten en verkopen aan rijke Engelse gentlemen. Vooral jonge gebraden kinderen schijnen een delicatesse te zijn. Swift steekt hiermee de draak met de harteloze en technocratische oplossingen van zijn tijdgenoten voor het armoedeprobleem. Tweehonderd jaar later is deze satire, tijdens de eurocrisis, nog steeds actueel.

De maatregelen die de Europese autoriteiten nemen om de eurocrisis op te lossen zijn van hetzelfde technocratisch gehalte en zijn even harteloos als de oplossingen van de Engelse gentlemen in de achttiende eeuw. Vooral in Zuid-Europa is de situatie zeer ernstig. In Griekenland is allang geen sprake meer van een recessie. Het is een diepe depressie, vergelijkbaar met de Grote Depressie. Het land zakt weg in armoede, zonder uitzicht op verbetering.

Tot nog toe wordt de eurocrisis bestreden door te hervormen en te bezuinigen. We moeten allemaal gaan doen wat Duitsland eerder gedaan heeft: pensioenleeftijd verhogen, belastingdruk, werktijd en arbeidsmarkt hervormen, lonen verlagen en korten op overheidsuitgaven. De economieën van de eurolanden moeten convergeren, zodat zij kunnen concurreren met Duitsland. Het gevolg van de draconische bezuinigingen die hiervoor noodzakelijk zijn, is dat in de eurozone de werkloosheid is gestegen tot 12% en dat de economie vorig jaar kromp met 0.6%.

Deze maatregelen zijn niet alleen harteloos omdat ze veel leed veroorzaken, ze bieden ook geen uitzicht op een oplossing. Europa zakt weg in een recessie waar het niet meer uit kan komen. Het is dus begrijpelijk dat er veel verzet is tegen de euro. Bij elke Europese verkiezing is het de vraag of de volgende regering wel genoeg Europagezind is om de hervormingen die Brussel eist uit te voeren. Als we hiermee doorgaan zal de eurozone uiteenvallen, Europa in chaos achterlatend.

Wat te doen?

Er is een plan nodig dat de nood lenigt in Zuid-Europa en Ierland en dat zorgt voor economische groei. Het zou natuurlijk het beste zijn om de fouten die zijn gemaakt bij het opzetten van de muntunie te corrigeren. De politiek heeft echter nog maar weinig speelruimte omdat de kiezer alle geloof in het Europese project heeft verloren.

In hun Modest Proposal doen Yanis Varoufakis, Steward Holland en James Galbraith concrete voorstellen om uit de crisis te komen. Dit voorstel is geen nieuw technocratisch plan waarin om nieuwe offers wordt gevraagd. Dus geen lastenverzwaring in de overschotlanden en geen nieuwe bezuinigingen in Zuid-Europa. Het is een bescheiden, maar wel haalbaar plan.

Voor een verdragswijziging is op dit moment geen politiek draagvlak. Het plan is daarom zodanig opgezet dat dit niet nodig is. Het maakt bovendien gebruik van bestaande Europese instituten. Het kan dus snel worden uitgevoerd.

In het plan staan concrete voorstellen voor het oplossen van de vier deelcrises: de bankcrisis, de schuldencrisis, de investeringscrisis en de sociale crisis.

De bankcrisis

De eurocrisis is een bankcrisis. Failliete regeringen zijn verantwoordelijk voor het saneren van hun eigen failliete banken waar zij geen geld voor hebben. De gevolgen hiervan zijn te zien in Ierland, Spanje en Cyprus. Deze koppeling tussen banken en landen moet verbroken worden. Er liggen al plannen klaar om de herkapitalisering van banken niet meer per land te regelen maar centraal vanuit Brussel. Duitsland heeft echter als voorwaarde gesteld dat er eerst een bankenunie komt. Na een jaar onderhandelen is men nog bezig en urgente saneringen van de Europese banksector zijn steeds uitgesteld.

In het Bescheiden Voorstel worden banken die in de problemen komen direct door het ESM en de ECB overgenomen en gesaneerd. Saneren kan alles inhouden van fusie met andere banken tot verkoop van onderdelen en het korten van deposito’s boven het garantieniveau. Na de noodzakelijke herstructurering kunnen de aandelen weer verkocht worden. De banksanering moet zichzelf daarmee kunnen financieren en er hoeft geen beroep gedaan te worden op gemeenschapsgeld.

Schuldencrisis

Het Bescheiden Voorstel stelt voor dat de ECB stopt met het opkopen van schuldpapier van landen: het OMT-plan. Dit kan op de lange duur niet werken omdat de oorzaak van de problemen niet wordt aangepakt. De strenge voorwaarden waaraan een land moet voldoen om in aanmerking te komen (strenge bezuinigingen) hebben bovendien tot gevolg dat het de problemen erger maakt.

Target 2 balans (klik om te vergroten)

In het Verdrag van Maastricht is afgesproken dat landen een staatschuld mogen hebben tot maximaal 60% van hun Bruto Binnenlands Product. Het deel van de schuld dat daaraan voldoet kan worden geconverteerd in ECB-leningen waarvoor een veel lagere rente betaald wordt dan voor de huidige leningen. Deze schuld wordt dus niet gemeenschappelijk gemaakt. Deze leningen worden verzekerd door de ESM. Het deel boven de 60% moet iedereen zelf financieren. Landen zijn niet verplicht om mee te doen. Duitsland en Nederland kunnen gewoon zelf hun eigen leningen blijven uitschrijven.

Investeringscrisis

Alleen het saneren van de rotte banken en het oplossen van het schuldenprobleem is niet genoeg. Door de kapitaalvlucht en door de bezuinigingen is de economie in de schuldenlanden aan de grond geraakt. In het Bescheiden Voorstel wordt daarom gestart met een investeringsprogramma. Dit programma moet niet alleen de economie weer op gang brengen, het moet ook de Europese integratie versterken, het vertrouwen herstellen en sociale cohesie bevorderen.

Het wordt gefinancierd door obligaties die worden uitgegeven door de Europese Investment Bank (EIB) en het Europese Investeringsfonds (EIF). Van belang hierbij is opnieuw dat dit leningen zijn die door Europa als geheel zijn uitgegeven en niet worden opgeteld bij de schulden die de landen al hebben. Dit is geen revolutionair voorstel, want de EIB schrijft al leningen uit sinds 1958.

Dit onderdeel is cruciaal voor het op de lange termijn slagen van de muntunie: het geld van de overschotlanden moet op de een of andere manier gerecycled worden in de landen waar die overschotten verdiend worden. Dit was ook de ratio achter het Marshall Plan. Het recyclesysteem bestond tot nog toe uit investeren in vastgoedbubbels in Spanje en Ierland, of in de failliete Griekse overheid. Dit veroorzaakte eerst oververhitting en daarna, toen de bubbel weer leegliep, liet het de economie in puin achter.

Sociale crisis

In delen van Zuid-Europa is de ergste humanitaire crisis uitgebroken sinds de Tweede Wereldoorlog. Vooral de zwaksten in de samenleving hebben hier onder te lijden: kinderen, zieken en bejaarden. Er moet zo snel mogelijk iets gedaan worden om deze nood lenigen. Daarom moet er een programma komen voor medische en sociale hulp, opgezet als het Foodstamp Program in de VS.

Geld voor dit programma moet komen uit de rente die wordt verdiend aan het betalingssysteem tussen Europese centrale banken (Target2) en uit nieuwe belastingen, zoals de transactiebelasting, waar de plannen al voor klaar liggen.

Poster voor Marshall Plan

De reden voor deze hulp is niet alleen humanitair, maar ook politiek: de crisis is een voedingsbodem voor rechts extremistische groeperingen die de democratie destabiliseren. Zo deelt de Gouden Dageraad in Griekenland al soep uit aan ‘echte Grieken’.

Bescheiden, maar effectieve maatregelen

Als gediscussieerd wordt over de eurocrisis wordt altijd als oorzaak de grote diversiteit in Europa genoemd. Het verschil in cultuur tussen de knoflooklanden in Zuid-Europa en het calvinistische Noord-Europa zou een muntunie onmogelijk maken. Het verschil is te groot en de ‘zwakke landen’ moeten daarom uit de euro treden. Voorstanders van de euro menen dat dit verschil wel kan worden overbrugd en dat de economieën wel kunnen convergeren. Die convergentie gaat dan wel altijd een kant op: we moeten allemaal Duitsers worden.

Maar cultuurverschil is niet de oorzaak van de crisis en de hervormingen die door Brussel worden voorgesteld, maken de crisis alleen maar erger.

Voor de eurocrisis zijn concrete oorzaken aan te wijzen, en deze worden in het Bescheiden Voorstel aangepakt. De essentie daarvan is dat het gaat om bescheiden, maar effectieve maatregelen. Bescheiden omdat het realistisch is en effectief omdat de oorzaak van de crisis wordt aangepakt en omdat de bevolking wordt geholpen.

Een ding is zeker: doorgaan met het huidige technocratische beleid zal een depressie veroorzaken, die ook in Nederland en Duitsland van Grote-Depressie-achtige proportie zal zijn. Het einde van de muntunie zal tevens het einde zijn van de politieke unie. Europa is dan weer terug waar het was in de jaren dertig. Zonder Hitler, dat dan weer wel.

Correctie 16 aug 2013: Foute link hersteld (Marshall Plan). Dank aan Andy Cap in de reacties.

---
Bron figuren:
William Murphy
Target2
Poster Marshall Plan

Read more...

Yanis Varoufakis: The Global Minotaur

>> Monday, July 23, 2012

Yanis Varoufakis laat in The Global Minotaur zien dat de financiële crisis het resultaat is van een proces dat al in de jaren zeventig is begonnen.

Er zijn veel theorieën over oorzaak van de crisis, maar ik vraag me af of ze de kern van de zaak raken. Ja, het is waar dat bankiers er een potje van maken. En ja, het is ook waar dat het marktdenken te ver door slaat: deregulatie en privatisering maken het systeem instabiel. Onder het motto greed is good laten we ons bestelen door de onzichtbare hand van de vrije markt terwijl zogenaamde toezichthouders passief toekijken. De rekening van dit feest wordt ons nu gepresenteerd. Maar is dit echt de verklaring van de grote crisis van nu? Hebzucht, domheid en bedrog zijn van alle tijden, zo bijzonder is onze tijd nou ook weer niet. Of wel?

Volgens Yanis Varoufakis, auteur van The Global Minotaur: America, the True Origins of the Financial Crisis and the Future of the World Economy, kun je de afgelopen zeventig jaar economisch in twee perioden indelen. In de eerste dertig jaar na de Tweede Wereldoorlog werd de wereldeconomie ingericht volgens een zorgvuldig ontworpen plan dat was opgesteld tijdens de Bretton Woods conferentie. Varoufakis noemt dit het Globale Plan. Deze jaren worden gekenmerkt door stabiliteit en welvaartsgroei die eerlijk wordt verdeeld. Er zijn geen grote crises en er is weinig inkomensongelijkheid. De tweede periode, de tijd van de Globale Minotaurus, begint in de jaren zeventig en wordt gekenmerkt door lagere economische groei, grote ongelijkheid en instabiliteit. De economie wordt overheerst door de Global Minotaurus: het financieel systeem met Wall Street als episch centrum. Gedurende deze periode treden steeds grotere economische crises op, waarvan die van 2008 de heftigste is.

Minotaurus

Varoufakis gebruikt als beeld voor de economie de mythe van de Minotaurus. De Minotaurus is een wezen dat half mens en half stier is. Hij leeft in het Labyrint van Koning Minos van Kreta en zoals het mythische monsters betaamt eet hij geen bruine bonen maar mensen. De koning gebruikt het wezen om zijn zoon wreken, die is vermoord door koning Aegeus van Athene. Hij laat het onderworpen Athene elk jaar zeven jongens en zeven meisjes - maagd uiteraard - sturen als offer voor de Minotaurus. Hieraan komt pas een eind als koning Aegeus zijn eigen zoon Theseus stuurt die het monster weet te verslaan.



De mythe van de Minotaurus is het verhaal van een grootmacht (Kreta) dat offers vraag van de landen die het heeft onderworpen (Athene). Zolang het dier zijn offer krijgt is de vrede weer voor een jaar verzekerd.

Wall Street is de Minotaurus van onze tijd. Het offer dat wij dagelijks aan het dier brengen is de immense kapitaalstroom die elke dag naar Amerika vloeit: in de hoogtij dagen wel 3 tot 5 miljard dollar per werkdag. De Minotaurus ligt nu op sterven: door de kredietcrisis van 2008 raakt de Minotaurus dodelijk verwond. Om te begrijpen hoe de Minotaurus – Wall Street – zo machtig is geworden, en hoe het zo diep kon vallen, moeten we eerst in de geschiedenis duiken.

Bretton Woods

De heerschappij van de Globale Minotaurus begint pas na de ondergang van zijn voorganger: het Globale Plan voor de wereldeconomie dat na afloop van WO II is ingevoerd. Terwijl de oorlog nog woedt, wordt in Bretton Woods door New Deal economen het plan voor de inrichting van de wereldeconomie ontworpen. De bekendste architect van het plan was John Maynard Keynes. Het belangrijkste doel was een herhaling te voorkomen van financiële crises zoals die van 1929.



De VS zijn als enige supermacht onbeschadigd uit de oorlog gekomen. De Amerikaanse industrie is de grootste en sterkste ter wereld, terwijl Europa en Azië in puin liggen. De Amerikaanse economie is nu zo dominant dat voor het eerst in de wereldgeschiedenis één munt de basis is voor de wereldhandel: de dollar.

Dit is een unieke kans voor de VS om de Wereld economie anders - en beter – in te richten terwijl zij tegelijkertijd haar dominante positie voor eeuwig kan vastleggen. Om de wereldhandel weer op gang te brengen heeft zij afzetmarkten nodig voor haar industriële producten. Een aantal nog steeds bestaande instituten zijn toen opgericht: het IMF en de Wereld Bank, maar één resultaat van de conferentie bestaat niet meer: het systeem van vaste wisselkoersen.

Het valuta systeem

Alle munten worden gekoppeld aan de dollar: elke munt moet binnen een marge van 1% blijven ten opzicht van de dollar. De dollar zelf wordt gekoppeld aan goud: $35 per troy ounce. In Fort Knox wordt de belangrijkste goudvoorraad ter wereld bewaard.

Om een dergelijk wisselkoerssysteem te stabiliseren moet een manier gevonden worden om het geld van landen die lange tijd een overschot hebben terug te leiden naar landen met een negatieve betalingsbalans: op dat moment Europa, China en Japan. Later valt China af door de overwinning van Mao.

Er lag ook een voorstel van Keynes. Hij stelde voor International Currency Union (ICU , ook wel International Clearing Union) op te richten en als rekeneenheid niet de dollar maar de bancor te gebruiken. Elk land moest tot 50% van haar BBP kunnen lenen voor 0%. Alleen als meer wordt geleend moet daarover rente betaald worden. Landen die een overschot op de betalingsbalans hebben dragen geld af aan het ICU. Dit voorstel haalde het niet: de VS wil controle houden over de besteding van haar geld.



Het voorstel dat uiteindelijk wordt aangenomen is minder revolutionair maar het heeft de eerste decennia na de oorlog stabiliteit en voorspoed gebracht. De meest concrete maatregel waar wij voordeel van hebben is natuurlijk het Marshall Plan. De Amerikanen helpen de voormalige vijanden (en hun slachtoffers) met de opbouw van hun economie. Dit is geen liefdadigheid maar noodzaak: zij creëren zo een afzetmarkt voor hun eigen industrie. Het is ook een stabiel systeem. De vaste wisselkoersen en monetaire controlemechanismen zorgen er voor dat tot de jaren zeventig geen grote crises optreden.

Overschotrecycling

Op dit punt aangekomen wil ik even stilstaan bij deze constatering: na de Tweede Wereldoorlog is er enige tientallen jaren een goed functionerende muntunie geweest. Alle belangrijke munten waren aan elkaar gekoppeld. De wisselkoersen variëren niet meer dan 1% van elkaar. Dat dit zo lang goed ging, kwam omdat er een mechanisme was dat spanningen, die in een dergelijk systeem onvermijdelijk ontstaan, afbouwde. Er werd voor gezorgd dat er een overschot recycle mechanisme aanwezig was. Het permanente overschot van Amerika werd geïnvesteerd, in eerste instantie in de ontwikkeling van de verslagen voormalige vijanden. Later helaas in de wapenwedloop met de Sovjetunie en in de Korea- Vietnamoorlog. Ook de huidige problemen in de eurozone hebben te maken met het ontbreken van een dergelijk overschot-recyclemechanisme. Het zal blijken dat ook onder de Globale Minotaurus er een overschot-recyclemechanisme is, alleen gaat het geld dan de andere kant op stromen.

Het einde van het Globale Plan

Als de VS eind jaren zestig geen overschotten maar tekorten krijgen hapert het systeem. Door Johnsons Great Society en door de Vietnamoorlog raakten de Amerikaanse reserves uitgeput en ontstonden onhoudbare tekorten. Van de afgesproken dekking van de dollar met goud was geen sprake meer: tegenover een schuld van 70 miljard dollar staat slechts een goudvoorraad ter waarde van 12 miljard dollar. Omdat alle munten gekoppeld zijn aan de dollar beginnen veel landen zich zorgen te maken. Ook de olieproducenten die in dollars werden betaald.

De Franse president Pompidou maakt er zelfs een heel theater van: hij stuurt een oorlogsschip naar New Jersey om het Franse goud, dat ligt opgeslagen in Fort Knox, op te eisen. Op 15 aug 1971 is het gedaan met het Globale Plan als President Nixon besluit de koppeling van de dollar aan de goudprijs te beëindigen. De periode van stabiliteit is voorbij. Valuta kunnen vrij ten opzichte van elkaar variëren.

Stagflatie

De jaren zeventig hebben me altijd gefascineerd. In dat decennium kwam een eind aan de voorspoed van de jaren zestig en kregen we te maken met de beruchte stagflatie. Varoufakis gaat uitgebreid in op de oorzaken hiervan. Door het loskoppelen van dollar en goud devalueert de dollar. De goudprijs stijgt van $35 in 1971 naar $455 eind jaren zeventig. Een andere schok voor de economie is de vertienvoudiging van de olieprijs. In 1971 kost een vat olie nog $3, maar vanaf de jaren tachtig schommelt zij rond de $30.



Volgens Varoufakis is dit door de Amerikanen ingecalculeerd. Amerika heeft een relatief voordeel bij een hoge olieprijs. De VS importeren op dat moment 32% van hun oliebehoefte, terwijl Europeanen en Japanners bijna geheel van import afhankelijk zijn. Een ander belangrijk voordeel voor de Amerikanen is dat de olie in dollars wordt betaald. Het geld dat wordt verdiend met olie komt daarom vanzelf weer terug naar Wall Street.

Deze schokken destabiliseren de wereldeconomie en hebben een crisis tot gevolg die zich kenmerkt door hoge werkloosheid én hoge inflatie. Het gelijktijdig optreden van hoge inflatie en haperen van de economie (stagnatie) heet stagflatie.

De Minotaurus

Het uiteenvallen van het Globale Plan en de destabilisering zijn volgens Varoufakis bewust nagestreefd door de Amerikanen. Door de wereldeconomie te destabiliseren kan de VS gebruik maken van haar bijzondere positie als economische wereldmacht. Varoufakis citeert Paul Volcker (dezelfde die nu Obama adviseert) die in een speech in 1978 hierover het volgende zegt:

It is tempting to look at the market as an impartial arbiter … But balancing the requirements of a stable international system against the desirability of retaining freedom of action for national policy, a number of countries, including the US, opted for the latter …

In zijn functie als voorzitter van de FED, de Amerikaanse Centrale Bank, verhoogt Volcker de rente tot 21.5% waardoor de wereldeconomie in een diepe recessie duikt. Het maakt wel een einde aan de hoge inflatie maar het belangrijkste effect voor de Amerikanen is dat hierdoor de geldstroom die de Minotaurus moet voeden op gang komt.

Het geld dat wordt verdiend in Duitsland en Japan en later ook in China stroomt naar Wall Street. In de hoogtij dagen komt per werkdag $3 tot $5 miljard binnen. De Minotaurus is een onverzadigbaar monster.

Het permanente dubbele Amerikaanse tekort (betalingsbalans en begrotingstekort) is een geperverteerde vorm van het overschot-recyclesysteem – alleen is de richting nu omgekeerd: het stroomt nu naar Wall Street. Amerika kan dat doen omdat de dollar de munt is waarin de wereld handel drijft. Je staat er niet bij stil maar als iemand waar ook ter wereld benzine tankt, draagt hij of zij bij aan de vraag naar dollars. Geen enkel ander land kan zich daarom permitteren wat de Amerikanen doen.

Kapitalistisch paradijs

Tijdens de heerschappij van de Minotaurus ziet de wereld er heel anders uit dan tijdens het Globale Plan. Door Reagan en Thatcher wordt een fel anti-vakbond beleid gevoerd. Tijdens de jaren van het Grote Plan stijgen de lonen, maar tijdens de jaren van de Globale Minotaurus blijven de lonen gelijk terwijl de productiviteit wel stijgt. Hoewel de economie minder hard groeit is het een kapitalistisch paradijs: stijgende productiviteit en gelijkblijvende lonen zorgen er voor dat de bedrijfswinsten spectaculair stijgen.

Dit wordt geïllustreerd door het succes van Walmart. De belangrijkste vernieuwing van dit bedrijf bestaat uit het bedenken van methoden om arbeid en leveranciers zoveel mogelijk uit te persen. De werknemers worden zo slecht betaald dat ze in aanmerking komen voor bijstand (Supplemental Nutrition Assistance Program, ook wel bekend als foodstamps).



Ook in de politiek domineert de Minotaurus. Het idee dat je de armen kunt helpen door de rijken nog rijker te maken, is natuurlijk volstrekt belachelijk. Maar geef er een mooie naam aan - trickle down – en je kan er verkiezingen mee winnen. Ook de economische wetenschap doet mee: supply side economics is de academische variant van trickle down. Wetenschappelijk onderbouwd met mooie en complexe wiskunde uiteraard. Keynes is tijdens de Minotaurus jaren afwezig. Keynes wordt niet meer serieus genomen: zijn theorieën zijn niet meer van deze tijd - denkt men.

Een bijzondere tijd

Parallel met de economie verandert ook de maatschappij. Niet de Age of Aquarius maar de Age of the Minotaur breekt aan. In de jaren zeventig maken optimisme en altruïsme plaats voor pessimisme en individualisme. Conservatisme wordt de dominante stroming in de politiek. Rechtse politici komen aan de macht, zoals Margaret Thatcher en Ronald Reagan en in Nederland Hans Wiegel, Dries van Agt en Ruud Lubbers.

Nog een andere manier om er naar te kijken is te beseffen dat de jaren na de Grote Depressie en de Tweede Wereldoorlog een unieke tijd waren. Het Globale Plan was geen perfect plan maar het zorgde wel voor stabiliteit en economische groei die iedereen ten goede kwam. Na vijfentwintig jaar was een nieuwe generatie aan de macht gekomen die niet meer onder de indruk was van oorlog en depressie. De politieke wil om het Globale Plan in stand te houden was verdwenen. Om Paul Volcker te parafraseren: In de afweging tussen stabiliteit en eigenbelang kiezen wij voor het laatste.

De vraag die ik aan het begin stelde - wat is er zo bijzonder aan onze tijd? – is dus de verkeerde vraag. Niet onze tijd is bijzonder, maar de kwart eeuw na de Tweede Wereldoorlog is bijzonder. In de jaren zeventig treedt een omslag op en keert de wereld weer terug naar haar default setting: een Hobbessiaans ieder-voor-zich. We noemen het vrije markt, supply side economics of het “Ik-tijdperk”. Na een lange periode van stabiliteit en welvaartsgroei voor iedereen is het oude systeem, dat in 1929 was ingestort, weer teruggekeerd. Niets bijzonders dus.

---
Ilustraties - Boekomslag van The global Minotaur, Zed Books
- Afbeelding van de Minotaurus: Wikipedia. Marie-Lan Nguyen
- Hotel Mount Washington, te Bretton Woods. Wikipedia, Mwanner
- Assistant Secretary, U.S. Treasury, Harry Dexter White (left) and John Maynard Keynes, honorary advisor to the U.K. Treasury at the inaugural meeting of the International Monetary Fund's Board of Governors in Savannah, Georgia, U.S., March 8, 1946. Wikipedia, IMF.
- Auto’s in de rij bij Amerikaans pompstation tijdens de 2e oliecrisis, 15 juni 1979. Wikipedia, Warren K. Leffler.
- Gevel van typische Walmart winkel, Laredo, Texas, genomen op22 February 2004. Wikipedia, Jared C. Benedict.

cross posted op Sargasso.nl

Read more...

About This Blog

  © Blogger templates Sunset by Ourblogtemplates.com 2008

Back to TOP