Showing posts with label schuldencrisis. Show all posts
Showing posts with label schuldencrisis. Show all posts

De economische bezwaren tegen TTIP

>> Saturday, July 9, 2016

Zaterdag 28 mei is in Nederland op 24 plaatsen geprotesteerd tegen het Transatlantic Trade Initiative Partnership (TTIP), het handelsverdrag waarover de Europese Commissie nu met de Verenigde Staten onderhandelt [1]. Ik heb zelf meegeholpen om een ‘anti TTIP-festival’ in Wageningen te organiseren.

Wageningen is klein maar de Wageningers denken groot: er wonen veel buitenlandse studenten en onderzoekers. Het is internationaal georiënteerd door de vestiging van één, relatief grote werkgever, de Universiteit van Wageningen. Mogelijk was dat er de oorzaak van dat een eerdere poging om Wageningen tot een TTIP-Vrije gemeente te verklaren, is mislukt. Wij hebben in Wageningen daarom benadrukt dat de acties niet bedoeld zijn ‘om de grenzen te sluiten’ en hebben duidelijk gemaakt we niet tegen (internationale) handel zijn. Iedereen die met ons handel wil drijven is welkom, maar – en daar gaat het om - we willen als Nederlanders wel zelf kunnen uitmaken onder welke voorwaarden wij handel met hen drijven. Want daar zit nu juist de kern van het probleem met TTIP: met dit soort verdragen geven we de zeggenschap over wetgeving uit handen aan internationale investeerders.

Dat de verdragen een verslechtering en geen verbetering zijn, is overduidelijk en ik ga ze hier niet allemaal herhalen. Op de actiedag hebben wij folders uitgedeeld waarin de nadelen van TTIP één voor één worden besproken – veel beter dan ik het kan doen. Zie bijvoorbeeld deze publicatie van SOMO: Feiten en fabels, 10 claims over TTIP. Ook de documentaire The Trouble With TTIP, die ‘s avonds werd vertoond, geeft een goed overzicht van de problemen met TTIP. (Hier te bekijken, Engelstalig, circa 1 uur). Ik wil in dit artikel ingaan op de economische kant van TTIP waar, zo bleek die dag, veel mensen erg onzeker over zijn: de vraag of TTIP economisch gezien misschien toch niet nuttig is. Wat hebben aan TTIP, en wat zijn de gevolgen als het niet door gaat?

De politieke en economische argumenten voor TTIP

Het politieke argument voor TTIP is dat Europa en de VS steeds meer terrein verliezen aan de steeds sterker wordende concurrentie van opkomende landen, zoals China, India en Brazilië. Europa zal hierdoor in de toekomst niet meer in staat zijn haar hoge standaard voor arbeidsvoorwaarden, milieu en voedselveiligheid te handhaven en op te leggen aan de rest van de wereld [2]. Dankzij TTIP kunnen wij ons samen met de VS nog wel verweren.

Het uitgangspunt van TTIP is heel logisch: als Europa en de VS elkaars standaarden accepteren hoeft een product nog maar één keer getest te worden om toegang te krijgen tot de grootste markt ter wereld. Een markt die reikt ‘van Helsinki tot Hawaii’ zoals Van Balen het uitdrukt. Hierdoor krijgen we meer keuze en zullen de prijzen dalen.

Tegenstanders van TTIP spelen alleen maar in op emotie is de titel van een artikel in Elsevier. De voordelen van vrijhandel zijn voor de voorstanders van TTIP zo evident dat verzet ertegen volgens hen irrationeel is.

Bedrijven krijgen de beschikking over een grotere afzetmarkt en zien hun kosten dalen. Consumenten hebben meer keuze en hoeven daardoor minder te betalen.

Die weerstand komt volgens hen voort uit misplaatst nationalisme en bekrompenheid. De tegenstanders sluiten de ogen voor een snel veranderende wereld en ‘lopen achter de feiten aan’.

De voordelen van handel

Wat zijn die rationele argumenten voor (nog meer) vrijhandel en hoe belangrijk is het voor onze economie?

Sinds de Grote Depressie weten we dat handelsbarrières niet goed zijn voor de economie. Daarom heeft men sinds de Tweede Wereldoorlog veel gedaan om deze weg te nemen. Dat heeft ons veel welvaart gebracht en niemand, ook niet de tegenstanders van TTIP, bestrijdt dit.

Handel heeft dus voordelen, maar wat zijn die voordelen? Michiel Dijkstra noemt ze: door handel krijgen we een ruimere keuze uit meer producten die goedkoper zijn omdat ze efficiënter geproduceerd worden. Dit economische principe is overigens al begin negentiende eeuw door David Ricardo geformuleerd. Wat deze tweehonderd jaar oude theorie ook leert is dat meer banen niet tot die voordelen behoort. Handel maakt specialisatie mogelijk waardoor men efficiënter kan produceren.

Het effect is dus hetzelfde als dat van automatisering en industrialisering: het zal eerder banen kosten dan creëren. Dit is een verschijnsel dat we in Nederland maar al te goed kennen. Op zijn best zullen de banen die verdwijnen in onrendabele bedrijfstakken vervangen worden door banen in andere bedrijfstakken die wel concurrerend zijn. De extra stimulatie van de economie die vaak wordt genoemd door voorstanders, is dan ook nergens op gebaseerd.

Ook de waarschuwingen dat we de boot zullen missen zijn onzinnig. Zonder TTIP kunnen we ook handel drijven met de VS en China. Er zijn vrijwel geen importheffingen die dat verhinderen. De TTIP-onderhandelingen gaan over (ingrijpende) aanpassingen van wetgeving. Niemand streeft naar autarkie [3] en bovendien is Europa geen klein landje dat zich niet zou kunnen verweren zonder de VS, maar een continent met 500 miljoen inwoners. Het angstbeeld dat de tegenstanders schetsen wanneer TTIP niet doorgaat, ‘Pas op! China komt’, is dus niet meer dan dat: bangmakerij.

Het winkeltjesmodel

Voorstanders doen het voorkomen dat de voordelen ‘vanzelfsprekend’ zijn. Zij komen hiermee weg omdat het voor veel mensen niet duidelijk is waarom het eigenlijk gaat bij handel. Het idee dat veel Nederlanders [4] hebben, is dat wij ‘ons geld verdienen door spullen te verkopen aan het buitenland’. Het is het bekende beeld van de ‘BV Nederland’ [5]. Nederland als winkel dus. Ik noem dit denken over economie dan ook het ‘winkeltjesmodel’. Een handelsoverschot is een teken dat de winkel goed loopt.

En de winkel loopt goed!

De manier waarop wordt gedacht – of eigenlijk waarop niet wordt nagedacht – over het handelsoverschot, wordt goed geïllustreerd in deze berichtgeving van het CBS. Onder de titel Handelsoverschot duidt vaak op concurrentiekracht wordt gemeld dat het overschot op onze handelsbalans, dat al jarenlang heel hoog is, ook dat jaar (2015) weer even groot zal zijn. Men vermeldt dat wij de nummer zeven zijn van de wereld qua export. Dat is extra opmerkelijk omdat het is gebaseerd op absolute exportcijfers. Ons kleine landje van 17 miljoen mensen staat op nummer 7! Boven Nederland staan enkel nog grote olie-exporteurs en reuzen als China en Duitsland [6]. Goed gedaan jochie!

Deze absurde situatie vraagt op zijn minst om enige uitleg. Die wordt gegeven onder het kopje Handelsoverschot duidt vaak op concurrentiekracht. Wij zouden meer kwaliteit leveren dan andere landen voor een lagere prijs. We zijn niet alleen goed in voetballen, autoracen en talen, maar we maken ook heel erg goede spullen voor heel weinig geld. De verklaring zou dus zijn dat Nederland over bijzonder veel concurrentiekracht beschikt.

Dat het handelsoverschot (samen met dat van Duitsland) de hoofdoorzaak is van de economische crisis in Europa (zoals ik hier heb uitgelegd) vertelt men er niet bij. Het CBS-artikel vermeldt kort – zonder verdere uitleg - dat het overschot ook gezien kan worden als een gevolg van de lage import. Je kunt met andere woorden ook stellen dat het een gevolg van zuinigheid is. Dat dat laatste eerder het geval is blijkt ook als je kijkt naar het investeringsniveau. Als er al geïnvesteerd wordt dan is het vooral in het buitenland. In Duitsland kampt men met het zelfde probleem.

Prijsbokser Nederland

Dat de winkel zo goed loopt zou je niet zeggen als je het Nederlandse (economische) nieuws volgt: de overheid kampt met tekorten, we moeten harder en langer werken en de verzorgingsstaat is ‘niet meer van deze tijd’ en drukt te zwaar op de economie. De afgelopen jaren heeft de Nederlandse overheid dan ook als een gek bezuinigd. Wie er op let ziet de gevolgen regelmatig in het nieuws. Door de bezuinigingen is er een groot tekort is aan allerlei voorzieningen wat tot mensonterende toestanden kan leiden. Het kan zelfs mensenlevens kosten.

Blijkbaar is dat nodig om van Nederland het best lopende winkeltje van de wereld te maken. Handel heeft prioriteit boven het personeel. We zijn een ‘prijsbokser’ geworden en de winkel begint er steeds sleetser uit te zien, een beetje zoals de Aldi en de Lidl die een vergelijkbaar personeelsbeleid voeren.

Permanente uitverkoop

Het gaat goed met de winkel maar het gaat slecht met het personeel. Zoals we al zagen is het handelsoverschot het gevolg van de relatief lage import omdat we minder consumeren dan produceren. Het geld dat wij als land verdienen wordt niet uitgegeven maar gaat als winst terug naar de investeerders - de winkelbazen - terwijl het personeel er bekaaid af komt. Als gevolg van de relatief lage lonen (gegeven de hoge productiviteit) is er daarom onderbesteding: we maken meer spullen en diensten dan we zelf kunnen gebruiken en moeten deze daarom exporteren.

Wat er in werkelijkheid gebeurt, is dus het volgende: In Nederland wordt per saldo meer geproduceerd dan we kunnen gebruiken. We werken heel hard (‘we zijn concurrerend’) voor weinig geld (‘loonmatiging’). De spullen die we te veel produceren moeten verkocht worden (‘export’) want anders moet personeel ontslagen worden (‘werkloosheid’). Het tekort aan vraag schuiven we door naar het buitenland. Dat veroorzaakt daar werkloosheid.

Wat Nederland in werkelijkheid dus verkoopt is werkloosheid [7]. Nederland export haar werkloosheid om het tekort aan binnenlandse vraag te compenseren.

Schulden

En er is nog een ander probleem: de klant maakt schulden, want hoe moet de klant (‘het buitenland’) de rekening betalen? Bij echte winkels is dat natuurlijk geen probleem, maar als het gaat om landen dan is er maar een manier waarop ‘de klant’ de handel die hij van ons koopt kan betalen: door aan ons iets te verkopen. Op termijn moeten import en export daarom altijd met elkaar in evenwicht zijn.


Hier ligt het grootste probleem: want dat doet Nederland niet. Dat blijkt uit de handelsbalans die al decennia positief is. Het buitenland krijgt steeds meer schulden terwijl wij ons rijk wanen. Uiteindelijk hebben we niets aan dat geld [8] zoals de Griekse schuldencrisis laat zien. Ook Zwitserland, dat economisch gezien op Nederland lijkt, is dit recent overkomen [9].

TTIP zal de crisis erger maken

Terug naar TTIP. Wat waren ook al weer de argumenten van de voorstanders? De wereld verandert en als we niets doen dan verliezen we onze koppositie als exporteur. Wat ik met het winkeltjesmodel heb laten zien is dat een handelsoverschot op den duur onhoudbaar is. Als TTIP ons dus meer export oplevert dan zal dat de crisis eerder verergeren dan verhelpen.

Er zal een moment komen dat Nederland haar klanten de kans moet geven om hun schuld terug te betalen. De schuldencrisis kan op een prettige manier opgelost worden door bij ons de lonen te laten stijgen en te stoppen met bezuinigen of op een vervelende manier door de klant failliet te laten gaan. Dat laatste is met Griekenland gebeurd [10].

Helaas kiezen onze leiders voor de tweede optie. De dominantie ideologie is nog steeds dat ‘vrijhandel’ [11] goed is en meer ‘vrijhandel’ nog beter. De uitbreiding van de markt door TTIP vergroot de exportmogelijkheden, en dat zal – zo denken zij - de stagnerende economie weer stimuleren. Dat deze redenatie niet klopt lijken ze niet te beseffen.

In plaats van streven naar meer handel door TTIP moet het economisch beleid veranderen door te streven naar evenwicht van de handelsbalansen. Doorgaan met het huidige beleid zal een crisis tot gevolg hebben die veel ernstiger zal zijn dan de Griekse schuldencrisis. Hoewel onze leiders het verzet tegen TTIP als irrationeel afdoen, zijn zij het zelf die alle realiteitszin uit het oog hebben verloren.

Conclusie

TTIP is gebaseerd op een verkeerd idee over de werking van economie: wij denken dat ons land een winkeltje is voor de rest van de wereld. Om concurrerend te zijn, houden we daarom de lonen laag. Hierdoor heeft Nederland een groot handelsoverschot en is er te weinig koopkracht om de binnenlandse economie draaiende te houden. Dit tekort moet door het buitenland worden opgevangen. Per saldo exporteert Nederland daarom haar werkloosheid. Als alleen Nederland dat zou doen, dan zou dat lange tijd goed kunnen gaan maar als alle landen van de wereld dat ook doen, stagneert de wereldeconomie. Er treedt dan deflatie op omdat de lonen niet meer stijgen. Dat is precies wat nu gebeurt. Behalve de vele zeer ernstige bezwaren tegen TTIP zijn er dus ook grote economische nadelen.

Titel afbeelding: McDonalds in St.Petersburg. Door globalisering krijgen we niet meer keuze maar meer uniformiteit. (Bron: Flickr).

Voetnoten
[1] TTIP krijgt nu veel aandacht maar er zijn veel meer van dit soort verdragen. Andere vergelijkbare verdragen zijn boorbeeld: CETA (Europa en Canada), TISA (verdrag voor liberalisering van diensten), EPA (Europa en Afrikaanse landen), TPP (De VS en Aziatische landen, zonder China). Overal waar ik het in de tekst over TTIP heb, kunt u dit lezen als ‘TTIP en soortgelijk verdragen zoals CETA, TISA, EPA, TPP, enz.’
[2] Alsof we nu wel zulke ‘hoge standaarden’ opleggen aan derdewereldlanden. Het is een pijnlijk slecht argument.
[3] Louise Fresco impliceert autarkie als ze schrijft: “Degenen die denken dat Europa de VS niet nodig heeft, zien over het hoofd dat zelfvoorziening – alles in Europa produceren – een uiterst kostbare zaak is en leidt tot verarming van de variatie in onze consumptie.”
[4] In Duitsland is het overigens niet anders en alles wat ik hier over Nederland schrijf is zondermeer van toepassing op Duitsland – zei het dat de impact van Duitsland op Europa en de wereldeconomie natuurlijk vele malen groter is.
[5] Ik wil hiermee niet zeggen dat de Nederlandse economie niet afhankelijk zou zijn van de export. Een flink deel (iets minder dan een derde) van onze economie bestaat uit internationale handel: dat wil zeggen: wij zorgen voor doorvoer en distributie. Dat betekent weliswaar dat we veel importeren, maar dat exporteren we dus ook (doorvoer). Dat moet je dus tegen elkaar wegstrepen en draagt niet bij aan het bbp. De meerwaarde die export oplevert (wat dus wel aan het bbp bijdraagt) komt uit de (logistieke) diensten die we toevoegen. In het ‘winkeltjesmodel’ wordt dit met elkaar verward.
[6] Inderdaad: niet de VS. Dat land heeft al jaren een heel groot handelstekort, waar de Amerikanen met TTIP natuurlijk graag een einde aan willen maken.
[7] De link verwijst naar een artikel over Duitsland, maar zoals ik al meldde, geldt wat ik over de Nederlandse economie schrijf, ook voor Duitsland en v.v.
[8] Een gedetailleerde bespreking vindt u op het nieuwe economische magazine Macroskop. Heiner Flassbeck legt uit hoe door loonmatiging een 'mercantilistisch' beleid wordt gevoerd. Mercantilisme is een ander woord voor het 'winkeltjesmodel'. Tot begin 18e eeuw had men het idee dat een land zoveel mogelijk rijkdom moest vergaren (in vorm van goud en zilver). Dit laat volgens mij ook zien hoe weinig economisch inzicht de bestuurlijke elite heeft als we beseffen dat een economische theorie uit de vroegmoderne tijd de grondslag is van het economisch beleid. Dit verklaart dat de westerse economie al jaren lang stagneert en in permanente crisis verkeerd.
[9] Ik ga hier snel door redelijk complexe materie. Dat Nederland en Duitsland zo’n groot exportoverschot zo lang kunnen handhaven, is een gevolg van de euro. Toen we nog een eigen munt hadden – zoals Zwitserland nu nog heeft - leidde het handelsoverschot tot waardestijging van de gulden en D-mark. Dat waren niet voor niets (zoals nu de SFR nu) harde munten.
[10] Zwitserland laat goed zien wat er gebeurt als je je nationale munteenheid nog wel hebt, maar deze kunstmatig laag houdt, terwijl het handelsoverschot oploopt. Op den duur moet je devalueren en raak je je koppositie toch kwijt. Zie ook voetnoot [8].
[11] Ik zet het woord vrijhandel tussen aanhalingstekens omdat de betekenis dubbelzinnig is (vrijhandel veronderstelt regelgeving door een sterke staat), en omdat TTIP helemaal niets te maken heeft met vrije – dus ongereguleerde – handel. Door het verdrag wordt het mogelijk dat bedrijven maatregelen om het milieu of de burger te beschermen kunnen aanvechten via een ‘onafhankelijk’, niet democratisch gekozen comité, samengesteld uit juristen uit het bedrijfsleven. Elke regering zal hier in de toekomst mee rekening moeten houden. Europa kan dit onderdeel (ISDS/ICS) echter niet weglaten omdat zij het zelf ook vraagt aan opkomende landen waarmee het dit soort verdragen afsluit. Onszelf vrijwaren van wat wij wel van een ander eisen zou hypocriet zijn. Het verdrag heeft hierdoor tot consequentie dat de staat verzwakt wordt ten opzichte van het bedrijfsleven. TTIP is daarom (samen met de euro) het product van neoliberale ideologie.


Titel afbeelding: Globalisation. Foto: Kate Boydell (cc)

Read more...

Onnodige verwarring over de euro en het referendum

>> Sunday, July 5, 2015

Wolfgang Schauble tijdens de campagne. chris9773 (CC)
Verwarring alom. Vandaag mogen de Grieken in een referendum ‘ja’ of ‘nee’ stemmen maar het is niet helemaal duidelijk voor wat ze stemmen.

'Nee' zegt de Griekse regering, 'betekent nee tegen het voorstel dat door Brussel op 25 juni aan Griekenland is voorgelegd'. Dit was voor hen onaanvaardbaar want het betekent dat er geen einde komt aan de crisis in Griekenland en dat de last voor afbetaling onevenredig zwaar op de schouders van de armste Grieken wordt gelegd. Door ‘nee’ te stemmen – dat is ook wat de regering adviseert – hoopt zij opnieuw naar de onderhandelingstafel terug te kunnen gaan, maar nu met een sterker mandaat om nieuwe afspraken te maken die Griekenland weer hoop biedt op herstel van de economie.

‘Nee’, zegt Brussel, 'is nee tegen de euro'. Als de Grieken tegen stemmen dan kunnen zij niet in de euro blijven en is ‘de Grexit’ een feit. Jeroen Dijsselbloem legde vorige week [1] aan leden van de Tweede Kamer uit wat een nee-stem betekent:
… als zij zeggen ‘dat willen we niet’ dan is er niet alleen, denk ik, geen basis voor een nieuw programma, maar dan is het zeer de vraag of er een basis is voor Griekenland in de eurozone. Dat is de fundamentele vraag die wel degelijk aan de orde is.
En over een ja-stem zegt hij:

We zitten gewoon inhoudelijk heel ver uit elkaar en die kloof kan de Griekse bevolking overbruggen door te zeggen ‘onze toekomst ligt in Europa en we zijn bereid daarvoor samen te werken en we zijn bereid daarvoor ook moeilijke maatregelen te accepteren die in de Griekse situatie onvermijdelijk zijn’. Daar gaat het om.
Volgens minister Dijsselbloem zijn er economische redenen die het onmogelijk maken om Griekenland nog langer in de Eurozone te houden. Wat de Grieken ook stemmen, het maakt eigenlijk niet zo veel uit, tenzij ze bereid zijn om daarvoor grote offers te brengen. [2]

De eurosceptici

Tegenstanders van de euro gebruiken vaak de zelfde argumenten, alleen komen zij tot een andere conclusie. Neem bijvoorbeeld Yvonne Hofs, die redacteur van de Volkskrant is. Euroscepsis is volgens haar
gewoon een kwestie is van gezond verstand. De euro is een misbaksel, omdat negentien (laat staan nog meer) zeer verschillende economieën, politieke culturen en soevereine staten niet één munt kunnen delen zonder enorme politieke en economische offers te brengen.
Het stelt zwakke landen in staat om „op de pof te leven“. Kwijtschelding van de schulden zal ook niet helpen, want
het gaat erom dat Griekenland ook na kwijtschelding van de staatsschuld een zwakke economie blijft. De Grieken zullen dus opnieuw proberen op de pof te leven om hun levensstandaard te kunnen handhaven.
Wat voor Griekenland in extreme mate geldt, geldt natuurlijk voor alle landen in de eurozone: het ene land is economisch sterker dan het andere. Uiteindelijk zullen alle zwakke landen dit soort pijnlijke maatregelen moeten nemen, want ook al zijn de verschillen kleiner, op den duur bouwt elk land een schuld op met Duitsland en Nederland.

Het alternatief is dat Duitsland en Nederland hun zwakke broeders helpen. Maar de burgers in deze landen zullen hiertoe niet bereid zijn. Daarvoor is, dank zij politici als Geert Wilders, geen politieke steun.

De politieke unie

Er is nog een derde mogelijkheid om de euro levensvatbaar te maken volgens Hofs: een politieke unie. Dan kan Griekenland niet meer ongestraft ‘op de pof’ leven, en kan de ‘centrale Europese overheid’ de economie in de ‘deelstaten’ hervormen zodat de welvaartsverschillen verdwijnen.

Dit is onhaalbaar, want zo stelt Hofs:

de inwoners van de eurolanden willen het niet. Absolúút niet […] dit voorstel zal overal met overweldigende meerderheid worden weggestemd. Conclusie: als de eurozone een democratie blijft, is de euro sowieso verdoemd. De euro kan alleen overleven onder een Brusselse dictatuur of oligarchie. Is dat dan wat de voorstanders van de euro willen?

Voorstanders van de euro weten dit natuurlijk ook, en je zal van hen geen pleidooi horen voor een poltieke unie, maar zij denken dit te kunnen oplossen door de economie van alle landen zoveel mogelijk gelijk te trekken. Begrotingen worden door Brussel gecontroleerd, ook als een land niet in problemen is, en iedereen moet zich houden aan de aangescherpte regels van het Verdrag van Maastricht.

Dat Hofs en Dijsselbloem uiteindelijk toch tot een verschillende conclusie komen heeft meer te maken met hun verschillende maatschappelijk positie. Dijsselbloem heeft zijn lot verbonden aan de euro, Hofs is een onafhankelijk journaliste die verwoordt wat de meeste mensen in Nederland denken, inclusief Geert Wilders: de euro is een misbaksel.

Een realistisch model voor de euro

Er is nog een derde groep waar Hofs (en ik denk ook Dijsselbloem) geen enkel begrip voor kan opbrengen: zij die denken dat het mogelijk is om de euro te behouden, en toch Griekenland lid te laten blijven. In de woorden van Hofs:

Supporters van Griekenland en de euro negeren politieke en economische realiteiten. Ze lijken bevangen door een naïef vooruitgangsgeloof waarin keiharde machtspolitiek geen rol speelt. Maar in het echte leven speelt dat soort politiek wel een rol, een cruciale zelfs.

Ik zelf reken mij tot deze derde groep. Niet omdat ik een idealist ben of omdat ik ‘bevangen ben van naïef vooruitgangsgeloof’ maar omdat ik denk dat dit de beste oplossing is voor het probleem waarin we ons nu bevinden. Ik heb hiervoor twee redenen. In de eerste plaats is er geen (ordelijke) weg terug. Voor invoering van de euro had men jaren van voorbereiding nodig. Voor opsplitsing van de euro is niet meer tijd beschikbaar dan een ‘bank holiday’ lang kan zijn. Zie Griekenland.

De tweede reden is dat de euro wel kan werken, maar dan moeten de regels veranderd worden. De regels van Maastricht over schuldpercentages zijn niet relevant voor het functioneren van de euro. Ook moet men stoppen met het hameren op competitiviteit. Landen zijn geen bedrijven en landen zijn niet in concurrentie met elkaar. Dat is neoliberale wartaal.

Elk land kan kiezen voor het welvaartsniveau waartoe haar economie in staat is. Economisch goed ontwikkelde landen zoals Frankrijk en Duitsland kunnen met een hoog welvaartsniveau leven, en landen waar de economie op een iets lager niveau functioneert kunnen dat ook blijven doen als zij dat willen, zonder dat daarvoor miljarden transfers nodig zijn van rijk naar arm.

Hoe een land zich economisch inricht, maakt niet uit. Een grote of kleine publieke sector? Vroeg met pensioen, of langer doorwerken? Het maakt niet uit zolang elk land zich houdt aan de belangrijkste regel die geldt voor elke muntunie: het welvaartsniveau moet overeenkomen met de productiviteit. Hard werken wordt dus beloond, maar is niet verplicht.

Duidelijkheid!

Zelden zijn problemen in de economie zo duidelijk te analyseren als in deze crisis. Ik vat de drie verschillende standpunten samen:
  1. Eurocraten zoals Jeroen Dijsselbloem, de Duitse regering, en de meeste bestuurders en ambtenaren in Brussel gaan er vanuit dat Griekenland niet in de euro kan blijven. De verschillen zijn onoverbrugbaar. Alleen landen die zich strikt houden aan de regels kunnen blijven. Economieën moeten convergeren. Strenge controle is nodig (dit is een verkapte politiek unie).
  2. Eurosceptici denken ook dat Griekenland niet in de euro kan blijven. Maar zij voorzien dat ook in andere landen vergelijkbare problemen ontstaan. Alleen met ondemocratische middelen is het mogelijk om de euro te handhaven. Daarom moet ieder land weer terug naar zijn eigen munt.
  3. Realisten erkennen dat er verschillen zijn tussen landen, maar zolang landen niet boven of onder hun stand leven is dat geen probleem. Griekenland kan wel in de euro blijven, en als de Griekse economie weer op gang is gekomen, kunnen de Grieken hun schuld terugbetalen.
De euro is dus wel levensvatbaar en het is niet nodig om de democratie af te schaffen, maar we moeten ons wel aan een simpele regel houden: we mogen niet onder of boven onze stand leven. Hard werken wordt beloond maar is niet verplicht.

Het referendum gaat eigenlijk over deze regel. Helaas is het Syriza niet gelukt deze stelling duidelijk genoeg over te brengen.

Ik zal in een of meer volgende artikelen mijn stelling met economische argumenten onderbouwen.

Noten

[1] Te zien in het Acht Uur Journaal van 2 juli 2015.
[2] De minister bedoelt het natuurlijk niet zo maar: het gaat zelfs ten koste van hun kinderen.

Read more...

Griekenland is Europa’s laatste kans

>> Tuesday, April 21, 2015

Hoe radicaal is Syriza? Dat is de vraag die de Nederlandse media al een paar maanden bezig houdt. ‘Syriza’ is een acroniem dat staat voor Coalitie van radicaal links [1]. Mathijs Bouman heeft het in Van Dale opgezocht: iemand bedrijft ‘radicale politiek’ als hij of zij ‘streeft naar diep ingrijpende hervormingen’. Welnu, als dat zo is, dan is Syriza volgens Bouman helemaal niet radicaal want er is niets veranderd in Griekenland: men wil ‘noodhulp van Europa krijgen, zonder het bijbehorende hervormingsbeleid te hoeven leveren … dat is bepaald niet radicaal’.

Niet alleen Bouman maar de meeste Nederlandse journalisten zijn die zogenaamd-radicale Grieken inmiddels wel zat. Ook Elsevier ziet niets radicaals in Syriza: het is ‘oude retsina in nieuwe zakken’. Ze denken dat de oplossing van buiten komt en houden alleen maar hun hand op. ‘Er gebeurt al jaren veel te weinig’, meldt Michiel Dijkstra in Elsevier [2]. Volgens Arjan Noorlander van Nieuwsuur zou het beter zijn als de Grieken uit de euro gezet worden:
Zo’n Grexit zou misschien ook wel goed zijn zo langzamerhand, als signaal naar de andere landen, naar de burgers van Europa, dat je niet altijd maar kan blijven vragen maar dat je af en toe ook iets moet doen en als je dat de hele tijd maar niet doet dat er dan ook een keer een eindpunt komt.
Het Financieel Dagblad wint de prijs ironische-koppen-zetten [3] met de kop: Griekenland dwingt ECB tot koorddansen. In het artikel worden de maatregelen op een rij gezet waarmee de ECB Griekenland kan dwingen om te hervormen. De Grieken vragen om een rode kaart volgens de redactie van het Financieel Dagblad, want in plaats van te hervormen vragen ze om ‘losgeld voor het nakomen van verkiezingsbeloften’. Martin Visser tenslotte, blogt dat hij niet weet wat erger is: òf de Grieken spelen een ‘ragfijn onderhandelingsspel’ òf zij beseffen niet wat er op het spel staat.

Het beeld van de Syriza, dat in de Nederlandse (en overigens ook Duitse) media wordt geschetst, is dus dat van bedelende retsina drinkers die met vuur spelen en er op rekenen dat Europa hen wel uit de nood zal helpen.

Wie betaalt, bepaalt

Het is letterlijk de wereld op zijn kop. Deze ongeduldige journalisten zien over het hoofd dat nergens zo ijverig is hervormd als in Griekenland. Er werd (en wordt) namelijk geen euro hulp gegeven als de Grieken niet elke hervorming tot volle tevredenheid van de Europese geldschieters hadden uitgevoerd [4]. De ambtenaren van de trojka [5] die dit moesten controleren bemoeiden zich tot in de kleinste details met het beleid.

Griekenland staat feitelijk onder curatele en kan daarom niet aansprakelijk gesteld worden voor de resultaten van het beleid. De conclusie dat het in het in Griekenland nog steeds slecht gaat omdat ‘al jaren veel te weinig gebeurt’ omdat niet wordt hervormd, kan dus helemaal niet kloppen. De Grieken hebben namelijk helemaal niets te willen en nergens is zoveel hervormd als in Griekenland. Het beleid wordt in Brussel gemaakt, niet in Athene.

Het resultaat van Europees beleid

Maar het klopt wel dat de Grieken de hervormingen van de afgelopen vijf jaar zat zijn. Het beleid heeft geleid tot een humanitaire crisis terwijl de economische problemen alleen maar groter zijn geworden. Neem bijvoorbeeld de staatschulden. Je zou verwachten dat deze afnemen onder de vaste hand van de trojka. Nergens in Europa is zo zwaar bezuinigd en zijn de lonen zo sterk verlaagd als in Griekenland. Maar ondanks een gedeeltelijke kwijtschelding, is de schuldquote alleen maar gestegen.

Figuur 1: Het hervormingsbeleid van de trojka, dat begon in 2010, heeft de crisis erger gemaakt. Links: werkloosheidspercentage beroepsbevolking ouder dan 25 jaar (blauw), en jonger dan 25 jaar (rood). Rechts: staatsschuld als percentage van het bruto binnenlands product.

Door het hervormen is de werkloosheid opgelopen naar 26%, de jeugdwerkloosheid zelfs naar 60%. 2 miljoen Grieken zijn verstoken van een ziektekostenverzekering en de pensioenen zijn met 30% gekort. Omdat Brussel en Berlijn ontevreden zijn over de behaalde resultaten worden nu nog grotere kortingen geëist op pensioenen en moet de BTW verhoogd worden.

Door deze maatregelen is economisch herstel onmogelijk. Daar komt bij dat momenteel de onderhandelingen vastlopen over verlenging van de hulp. Uit onzekerheid over de toekomst haalt iedereen zijn geld van de bank en krimpt de economie nog meer. Dit wordt in de Nederlandse pers vanzelfsprekend toegeschreven aan de halsstarrigheid van Syriza. Het gevoel van paniek wordt nog versterkt door het uitlekken van de voorbereidingen die getroffen worden voor uittreding van Griekenland uit de euro.

De Griekse economie verkeert nu in diepe depressie en het einde is niet in zicht. Dit is het resultaat van vijf jaar Europees beleid, niet van een regering die nog maar net gekozen is.

Ideologische stagnatie

De vraag die in de media niet wordt gesteld is: waarom gaat men door met dit desastreuze beleid als dat een diepe depressie in Griekenland veroorzaakt en de euro destabiliseert [6]? Behalve gezichtsverlies en angst om de macht te verliezen zijn hiervoor volgens mij nog twee principiële reden aan te wijzen.

De eerste reden is overtuiging. Het economisch denken in Europa is gebaseerd op neoklassieke en mercantilistische principes. Het is neoklassiek omdat men er van uit gaat dat de prijs voor arbeid wordt bepaald op de arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt is volgens neoklassieke economen een markt als alle andere, waarop de prijs voor een product (arbeid) wordt bepaald (loon). Als de lonen te hoog zijn daalt de vraag naar arbeid en ontstaat werkloosheid. Daarom moeten lonen en uitkeringen in Griekenland dalen.

Het is ook mercantilistisch omdat men veronderstelt dat alle landen [7] in constante strijd met elkaar zijn verwikkeld. In het mercantilisme denken moeten landen proberen zoveel mogelijk rijkdom te vergaren door middel van een positieve handelsbalans. Dit wordt bereikt door de export te stimuleren en import te ontmoedigen. Duitsland is de kampioen van Europa want zij heeft van alle landen het grootste overschot: meer dan 200 miljard euro.

Waar winnaars zijn, zijn natuurlijk ook altijd verliezers: de Zuid-Europese landen en vooral Griekenland. Zij zijn in deze visie niet competitief genoeg. Toen elk land nog zijn eigen munt had kon door devaluatie de competitiviteit hersteld worden. Door de euro is dit onmogelijk geworden. Het beleid is er daarom op gericht om lonen en uitkeringen te verlagen. Naar analogie van devaluatie spreekt men van ‘interne devaluatie’.

Ik heb enige tijd geleden al laten zien dat het Duitse handelsoverschot de oorzaak is van de eurocrisis. Beleidsmakers in Europa lijken niet te beseffen dat men uitgaat van verkeerde en verouderde economische theorieën. Het mercantilisme werd in de 19e eeuw al niet meer serieus genomen en in de jaren dertig is door Keynes al aangetoond dat de neoklassieke ideeën over prijsvorming op de arbeidsmarkt niet kloppen. De arbeidsmarkt kan niet geïsoleerd van de rest van de economie bekeken worden omdat bij dalende lonen ook de consumptie daalt waardoor de economie krimpt.

Figuur 2 De economische groei stagneert al jaren lang in Griekenland. Ter vergelijking Nederland (Bruto binnenlands product, miljoen euro x 1000).

Deze nieuwe inzichten hebben Europese beleidsmakers nog niet bereikt. Ook in Den Haag en bij (economische) redacties van de media heeft men bedroevend weinig inzicht in economische processen.

Conservatief Europa wil niet dat Syriza slaagt

De tweede reden is dat de regering van Tsipras weg moet. Iedereen weet dat Griekenland de huidige schuld nooit kan terug betalen. Een gedeeltelijke schuldvergeving is dus onvermijdelijk maar dat zal deze regering niet gegund worden. Anders gezegd: Syriza hoort niet bij de club.

Rik Winkel is hierover het meest expliciet. Hij schrijft: ‘het hele eurobouwwerk dat pas mogelijk werd doordat het linkse experiment in Frankrijk in de jaren tachtig was mislukt … Daarom schrikken de andere euroleiders er ook niet voor terug om de Griekse premier Alexis Tsipras – tegen de heersende mores in – te isoleren’.

Men wacht met concessies tot de oude garde, die de crisis heeft veroorzaakt, weer aan de macht komt na de onvermijdelijke val van Syriza. Daarom wordt door de schuldeisers een BTW-verhoging geëist. Syriza stelt voor om de corruptie bij de inning van BTW te bestrijden. Dit levert op lange termijn meer op: omdat het de economie niet schaadt en omdat het een echte hervorming is, die de economie zal verbeteren. Maar dit argument kan de schuldeisers niet van mening doen veranderen: men wil geld zien en wel zo snel mogelijk.

Een betere definitie van ‘radicaal’

Mathijs Bouman heeft nog een tweede definitie van ‘radicaal’ in de Van Dale gevonden: een radicaal is iemand die ‘de uiterste consequentie van een denkwijze aanvaart’. Want, zo stelt Bouman, Syriza aanvaart de uiterste consequentie van het ‘wel-noodhulp-geen-hervormingen-beleid’, namelijk: uittreding van Griekenland uit de Euro.

Maar, zoals ik heb laten zien, gebedel en onwilligheid om te hervormen kan niet de oorzaak zijn van de permanente crisis in Griekenland. De oorzaak van de crisis is de vasthoudendheid waarmee Europa verouderde economische principes blijft toepassen, ondanks de gebleken negatieve gevolgen voor de economie en de humanitaire crisis.

Het is Europa zelf dat doorgaat met vasthouden aan een denkwijze en dat daarvan de uiterste consequenties aanvaart. Die uiterste consequentie is het uiteenvallen van de euro. De werkelijke radicalen zitten op de redactielokalen van Nederlandse mediabedrijven en in de regeringshallen van Brussel, Berlijn en Den Haag.

Griekenland moet zich in hun ogen conformeren aan Europa. Het land is een negatief voorbeeld voor de burgers in andere landen want het laat zien wat er gebeurt als zij een ‘zogenaamd-radicale’ regering kiezen. Dit is de werkelijkheid van de IJzeren Kooij [8], waarin Europa inmiddels is veranderd. Burgers pas op met uw keuze, want dat kan slecht uitpakken voor uw economie.

De kanarie

Wat de Grieken willen is een New Deal: nieuwe onderhandelingen, voor beleid dat wel perspectief biedt voor groei, waardoor een einde gemaakt kan worden aan de humanitaire crisis in het land. Met deze regering, die geen banden heeft met de oude elite van Griekenland die deze puinhoop heeft gecreëerd, heeft Europa een kans om uit de crisis te komen.

Het zijn nieuwe mensen die echt willen puinruimen, en daarvoor juist alle kans zouden moeten krijgen. Deze kans mag Europa niet voorbij laten gaan, een tweede kans zullen we na uittreden van Griekenland niet meer krijgen. Griekenland is de kanarie in de mijn, en wat met de kanarie gebeurt zal, als de kompels niet oppassen, straks ook met hen gebeuren.

Voetnoten

[1] Volgens Wikipedia: Συνασπισμός Ριζοσπαστικής Αριστεράς, Synaspismós Rizospastikís Aristerás = ΣΥΡΙΖΑ
[2] ‘Oude retsina’ Elsevier, 28 feb 2015 (papieren versie).
[3] Financieel Dagblad 24 maart 2015 (papieren versie).
[4] Alles is vastgelegd in zogenaamde Memoranda’s Of Understanding.
[5] Tot 20 februari werd gesproken over de ‘trojka’ omdat zij bestond uit drie partijen: IMF, ECB en Eurogroep. Daarna werd op verzoek van de Grieken gesproken over de ‘instituties’ omdat zij zich door hun arrogante optreden in Griekenland erg gehaat hadden gemaakt. Ook in Portugal en Ierland is de trojka actief.
[6] Uitreding van Griekenland zal de euro destabiliseren omdat het de kans op uittreding van andere zwakke landen vergroot.
[7] Niet alleen binnen Europa, ook buiten Europa zijn we, volgens deze denkwijze, in een constante competitie verwikkeld ook met China, met de US en opkomende landen. Daarom wordt grote waarde gehecht aan Wettwebergsfähigkeit. Verdragen als TTIP moet dit versterken.
[8] De term komt van Max Weber: ‘stahlhartes Gehäuse‘. Volgens Weber hebben ‘mensen ontwikkelingen op gang [...] gebracht die een eigen leven zijn gaan leiden en zich nu tegen de mens hebben gekeerd. Hij gebruikt daarvoor het beeld van een 'stahlhartes Gehäuse', een ijzeren kooi. Het beroemdste voorbeeld daarvan is de bureaucratie’.

Verantwoording

Uitgelichte afbeelding: Een kanarie. Majd Mohabek, CC Flickr

Read more...

Niet Griekenland maar Duitsland is gevaar voor euro

>> Friday, January 9, 2015

De mogelijke winst van Syriza veroorzaakt paniek onder de eurocraten. Ze waarschuwen dat ‘radicaal linkse ideologen’ aan de macht komen en dreigen met Grexit. De echte radicalen die het zicht op de werkelijkheid hebben verloren, zijn echter de eurocraten zelf. De Duitse regering overschat niet alleen haar eigen kracht, maar vergeet bovendien dat Duitsland zelf ook een wanbetaler is. De grootste wanbetaler ooit.

Radicaal

Op 25 januari zijn er parlementsverkiezingen in Griekenland. De Grieken kunnen dan kiezen tussen Andonis Samaras, die het bezuinigingsprogramma uitvoert dat door Europa is opgelegd en de linkse oppositieleider Alexis Tsipras, die opnieuw wil gaan onderhandelen over de schulden. De uitslag kan grote gevolgen hebben voor Nederland, juist nu het weer wat beter lijkt te gaan.

Volgens Trouw ‘siddert Europa weer voor Griekenland’ en iedereen praat elkaar na dat er een radicaal linkse regering aan de macht kan komen [1]. Radicaal links? Ooit waren linkse radicalen lieden die industriëlen vermoordden en bomaanslagen pleegden. Maar de tijden zijn veranderd, want de links-radicale partij waar men het nu over heeft, Syriza, is geen terroristische organisatie en pleegt geen bomaanslagen.

Nee, Syriza wil iets veel gevaarlijkers: zij wil opnieuw gaan onderhandelen over de Griekse schulden. Ook wil Syriza pensioenen verhogen zodat bejaarden niet meer naar voedsel in vuilnisbakken hoeven te zoeken.

Het is hoog tijd dat er wat wordt gedaan aan de Griekse economie die nog sterker is gekrompen dan de economie van de Verenigde Staten tijdens de Grote Depressie.

Eén miljoen Grieken is verstoken van gezondheidszorg en een kwart van de bevolking is werkloos. Syriza wil een daarom einde maken aan de bezuinigen die het land moet uitvoeren in ruil voor hulp bij het afbetalen van een schuld, die het land toch nooit kan afbetalen.

De waarheid spreken en humanisme tonen, zijn blijkbaar radicale daden tegenwoordig [2].

Het standaardscript

De kwalificatie 'radicaal' wordt natuurlijk ook om demagogische redenen gebruikt. Het suggereert dat Syriza gevaarlijk is omdat de partij irrationeel en wereldvreemd is.

Dit is de suggestie die de Griekse minister van financiën, Gikas Hardouvelis, probeert te wekken in een interview dat het Financieel Dagblad op oudjaarsdag publiceerde:
'De Grieken willen geen Grexit', zegt Hardouvelis, 'Maar als hun onvrede over de bezuinigingen de overhand krijgt, kun je niet volledig uitsluiten dat het ons toch overkomt. Daarom moet iedereen extra goed nadenken voordat hij gaat stemmen. Ik geef geen percentage voor het risico op een Grexit, volgens mij is de kans heel klein. Maar we moeten waakzaam blijven, soms krijgt een proces zijn eigen dynamiek en je weet maar nooit wat je dan overkomt.' Hardouvelis noemt in dit verband Syriza niet met zo veel woorden. Hij zegt: 'Het gaat er om of na de verkiezingen ideologisch ingestelde personen dan wel rationalisten aan de macht komen’.

Hardouvelis is hoogleraar economie en maakt als partijloze technocraat deel uit van de regering. 'Ik ben geen politicus', zegt hij […].
Voor de goede verstaander staat hier:

'Wij weten wat nodig is want wij zijn technocraten. Het doet misschien wel pijn, maar het is voor uw bestwil, want de euro staat op het spel.'

En met de tweede alinea in het citaat hierboven suggereert het FD bovendien het volgende:

Hardouvelis is rationeel, Syriza is emotioneel. De burger mag kiezen maar waarvoor zij kiest maakt niets uit, want er is geen alternatief voor dit beleid. Als u niet op ons stemt, komt er chaos.

Dit is het standaardscript waarmee de eurocraten hun beleid verkopen. Dit script wordt niet alleen aan de Grieken voorgehouden, maar aan alle Europese burgers (al is de pijn voor Grieken vele malen groter). Dit is ook hoe de Nederlandse bezuiniingen worden gemotiveerd.

Maar vergeet even dat eurocraten arrogant en ondemocratisch zijn. Hebben ze misschien niet gewoon gelijk met hun economische argumenten?

Rationeel

Kern van het argument van de eurocraten is dat zij rationeel zijn en Syriza zich laat leiden door emoties. Maar als het huidige beleid zo rationeel is, hoe kan het dan dat de Griekse economie er zo slecht aan toe is?

Want ondanks de sterke daling van de loonkosten is de export gelijk gebleven. De betalingsbalans is wel verbeterd (al is deze nog steeds negatief), maar alleen omdat de import is afgenomen.

Om dit ‘positieve’ resultaat te behalen, is de binnenlandse vraag gedaald met 32% - een daling van een derde.

En hoe laat rationaliteit zich rijmen met de eis dat Griekenland een schuld moet afbetalen die het niet kan afbetalen?

De staatschuld is namelijk alleen maar toegenomen. In 2008 stond deze op 109% van het BBP en op dit moment is zij, ondanks kwijtschelding van 100 miljard, opgelopen tot 170% van het BBP – ondanks alle bezuinigingen.

Figuur 1 Ondanks alle maatregelen, inclusief kwijtschelding van schuld, is de Griekse staatschuld alleen maar toegenomen

Afgaand op de cijfers, is het resultaat van het ‘rationele beleid’ van de eurocraten dus abominabel slecht. Dat Wolfgang Schäuble dan toch zegt: ‘Wir haben gute Erfolge erzielt’ laat zien hoe wereldvreemd hij is.

Er is niets verbeterd, integendeel. En dan heb ik het niet over de gevolgen voor de bevolking, want dat is voor dit soort ‘rationalisten’ immers geen argument. Schäuble is als de kwakzalver die steeds opnieuw een doodzieke patiënt laat aderlaten, waardoor deze alleen maar nog zieker wordt.

De enige rationaliteit die ik kan ontdekken in het beleid, is dat het gaat om een afstraffing. Dat dit inderdaad zo is, werd onlangs bevestigd door niemand minder dan de voormalige minister van financiën van de VS, Timothy Geithner, die regelmatig overleg had met Europese leiders tijdens het hoogtepunt van de eurocrisis.

Een van de koele technocraten die hij toen sprak vertelde hem toen: ‘We are going to teach the Greeks a lesson … we’re going to crush them.’

Van rationaliteit, deskundigheid en werkelijkheidszin is bij de eurocraten duidelijk geen sprake.

De Griekse onderhandelingspositie

Vorige week bleek dat er in Duitsland wat aan het veranderen is. Helaas niet ten goede. Tot nog toe was het Duitse standpunt altijd dat Grexit onwenselijk is.

De Duitse regering is inmiddels echter van mening dat de eurozone nu sterk genoeg is om een Grexit aan te kunnen. Anonieme regeringsbronnen hebben dit tegen de Spiegel gezegd. Volgens de Duitsers is de eurozone nu sterker dankzij de hervormingen. De situatie in Portugal en Ierland is gestabiliseerd, en als landen in problemen komen kunnen ze hulp krijgen van het ESM. Ook is er nu een bankunie.

Maar hoe realistisch dit is, moet nog maar blijken. Het ESM-fonds is niet groot genoeg om een land als Spanje of Italië te helpen. De bankunie is slechts een unie in naam, want op aandringen van Duitsland en Nederland is elk land nog steeds zelf verantwoordelijk voor eventuele financiële tegenslagen.

De hervormingen hebben de Europese economie eerder verzwakt dan versterkt, omdat er alleen maar wordt bezuinigd en niet wordt geïnvesteerd (pdf). Bovendien is elk land is nog steeds zelf verantwoordelijk voor zijn eigen schulden. Er zijn immers geen eurobonds.

Maar zelfs als een Grexit mogelijk is, hebben Duitsland en de rest van Europa nog steeds geen sterke positie. Uittreding van Griekenland zou een precedent scheppen.

Als blijkt dat uittreding van een land een reële mogelijk is, zal dit kapitaalvlucht uit de overgebleven zwakke landen tot gevolg hebben. Iedereen zal proberen zijn geld op een Noord-Europese bank te zetten. Zuid-Europese banken komen dan opnieuw in problemen, net als in 2012.

Gezien de neergang van de economie tot nu toe, is voor de Grieken de pijn van een uittreding relatief klein – althans in vergelijking tot Duitsland. Duitsland heeft veel meer te verliezen dan Griekenland.

De Grieken hebben welbeschouwd dus de sterkste onderhandelingspositie.

De grootste wanbetaler ooit

Dat er opnieuw moet worden onderhandeld over de Griekse schulden staat vast. Griekenland kan de huidige schuld onmogelijk terugbetalen. Als Europa nog iets terug wil zien van het uitgeleende geld, zal het de Grieken in staat moeten stellen om dit geld te verdienen.

Zonder afschrijving van een deel van de Griekse schuld kan dat niet omdat er geen investeerders zullen zijn die geld willen steken in Griekenland.

Helaas toont de houding van de Duitse regering dat men dit niet inziet. Dit is extra wrang omdat Duitsland zelf twee keer eerder in gebreke is gebleven bij het afbetalen van een grote schuld.

Na de Eerste Wereldoorlog werd aan Duitsland 132 miljard goudmarken [3] aan reparatiebetalingen opgelegd. Dit was een last die zo groot was dat door de geforceerde pogingen om dit af te betalen de economie destabiliseerde. Dit bracht uiteindelijk Hitler aan de macht.

De tweede keer dat dit gebeurde was na de Tweede Wereldoorlog. Volgens Albrecht Ritschl was de totale som van schulden en reparatiebetalingen meer dan 10 biljoen dollar.

In 1953 is besloten dat Duitsland deze schulden niet hoefde terug te betalen. Men had de les van de Eerste Wereldoorlog geleerd en wederopbouw van Duitsland werd belangrijker gevonden dan terugbetaling van de schuld.

Daarmee werd Duitsland waarschijnlijk de grootste wanbetaler ooit.

Een van de schuldeisers van toen was Griekenland, dat was geplunderd door de Duitse bezetter. Niet alleen heeft Duitsland daarom een morele plicht om Griekenland te helpen, ook belangrijke lessen over schuldafbetaling uit het eigen verleden negeert zij volledig.

Wij zitten samen met de Duitsers in het zelfde onstabiele bootje dat door het geklungel van onze grote buurman steeds heviger gaat schommelen. Niet Griekenland, maar Duitsland is daarom een bedreiging voor de stabiliteit van Europa.

Voetnoten

  • [1] Ik kan helaas niet alle kranten volgen en baseer mijn waarneming op de NRC en het FD, die ik dagelijks lees. Maar een google search laat zien dat ik er niet ver naast zit.
Figuur 2 De topresultaten van de zoekopdracht ‘radicaal links Griekenland’ op Google laat zien dat Syriza door iedereen met ‘radicaal links’ wordt aangeduid.

Verantwoording

  • Uitgelichte afbeelding: A quack selling medicines. Oil painting. Credit: Wellcome Library, London. Wellcome Images. images@wellcome.ac.uk Copyrighted work available under Creative Commons Attribution only licence CC BY 4.0 /File:A_quack_selling_medicines._Oil_painting._Wellcome_V0017578.jpg">Wikimedia Commons
  • Figuur 1: Data: Eurostat General government gross debt, % of GDP
  • Figuur 2: Screenshot gemaakt op 7 jan 2015 van Google search met keywords ‘radicaal links Griekenland’.

Read more...

De eurocrisis is weer terug (deel 7, slot): Een IJzeren Kooi voor Europa

>> Monday, December 29, 2014

Het gaat slecht met de Europese economie en dat komt niet door externe oorzaken. Het is niet de hoge olieprijs – die was in jaren niet zo laag - of door oorlog. De oorzaak is slecht economisch beleid. Verzwakte vakbonden en ideologische verdwaalde linkse partijen hebben geen effectieve oppositie en nemen zelf verantwoording voor het falende beleid. De maatschappelijke problemen in Europa verergeren en slecht voorgelichte burgers zoeken hun heil bij rattenvangers die wel duidelijkheid bieden. Tegelijkertijd vertellen politici en economen ons dat er geen alternatief is voor hun beleid. Maar niets is minder waar: er is wel een alternatief en er is wel degelijk een oplossing voor de eurocrisis.

Polderen

Ik heb in de vorige afleveringen van deze serie laten zien dat het oplopen van de begrotingstekorten in de schuldenlanden geen gevolg is van gebrek aan discipline. Het kan niet vaak genoeg herhaald worden: de begrotingstekorten zijn niet de oorzaak maar een gevolg van de eurocrisis.

Door de afschaffing van de eigen de munt is het automatische stabilisatiemechanisme uitgeschakeld dat de handelsstromen tussen de landen in evenwicht hield. Dankzij de euro konden Duitsland en Nederland grote handelsoverschotten opbouwen.

Figuur 1 Handelsoverschotten en tekorten. De verticale as kruist op het beginjaar van de euro.

Nederland en Duitsland konden dit doen omdat ze veel competitiever zijn dan andere Europese landen. Ik heb in deel 4 laten zien dat dat komt omdat in Nederland en Duitsland de lonen niet evenredig zijn gestegen met de productiviteit [1].

Dat dit in Nederland en Duitsland gebeurde, is geen toeval: beide landen hebben een traditie van samenwerking tussen werkgevers en werknemers (‘polderen’) [2]. Door de loonmatiging kwamen de winsten niet terecht bij de burgers maar werd het de brandstof voor zeepbellen in landen waar het geen ‘poldertraditie’ bestond.

Door de crises van 2008 en 2010 spatte deze ‘euro-zeepbel’ uiteen en stroomde het geld weer terug naar Nederland en Duitsland, waardoor de schuldenlanden nog verder in het rood kwamen te staan. Voor de crediteurlanden Duitsland, Finland, Oostenrijk en Nederland was dit aanleiding om strenge bezuinigingen en hervormingen af te dwingen. Deze bezuinigingen zorgen nu voor de stagnatie van de economie.

De IJzeren Kooi

Dat het moeilijk zou worden om een muntunie te hebben zonder centrale staat was te voorzien, maar de euro was dan ook geen puur economisch maar een ook een politiek project. Door invoering van de euro deden de deelnemende landen afstand van een belangrijke basis van hun soevereiniteit: de eigen munt. Deze landen zijn voor hun leningen nu afhankelijk van de steun van Frankfurt, Brussel en Berlijn. De euro is in zekere zin een geslaagde machtsgreep [3].

We zitten gevangen in een Iron Cage of Austerity, zoals Yanis Varoufakis het uitdrukt [4]. Het laatste land dat groot genoeg is om weerstand te bieden is Frankrijk en het is de vraag hoe lang dat nog zal duren.

Maar het is te laat om te klagen over deze machtsgreep: opbreken van de muntunie leidt tot een veel grotere en diepere crisis dan de huidige stagnatie. Als duidelijk zou worden dat de euro ophoudt te bestaan zou oncontroleerbare paniek uitbreken op de markten. De kapitaalvlucht die dit tot gevolg zal hebben zal de economie platleggen. Aan de Europese handel, waar Nederland en Duitsland jarenlang zo goed aan verdiend hebben, komt dan een eind. Loonmatiging zal dan niet meer helpen.

We hebben al een klein voorproefje van deze paniek gehad in 2011 en 2012 op de obligatiemarkt. Deze kon alleen gestopt worden door ingrijpen van de ECB [5].

De stagnatie komt door vraagtekort

Bill Mitchell zegt het heel duidelijk: de problemen in Europa worden niet veroorzaakt door structurele problemen in de economie maar door vraagtekort. De Europese economie stagneert niet omdat mensen niet goed opgeleid zouden zijn. Ook niet omdat de infrastructuur onvoldoende ontwikkeld zou zijn. Europa is geen ontwikkelingsland. Integendeel: Europa is, naast de VS, de bakermat van het democratisch kapitalisme. We leven in een hoog ontwikkeld en geïndustrialiseerd deel van de wereld.

De stagnatie wordt veroorzaakt doordat de Europese burgers te weinig geld uitgeven. Dat komt omdat zij te hoge schulden hebben (hypotheek, consumptief), door de loonmatiging en omdat de pensioenen niet stijgen.

In Zuid-Europa is er al jaren lang zeer hoge werkloosheid. De overheid doet daar nog een schepje bovenop door te bezuinigen omdat het Europese Stabiliteits en Groei-Pact hen daartoe verplicht. Hierdoor is Europa in een negatieve loon-prijsspiraal gekomen, zoals ik in deel 5 en 6 van deze serie heb beschreven.

Liever geen transferunie

Een belangrijke bron van onvrede bij de burgers in de crediteurlanden is, dat hen wordt verteld dat zij moeten betalen voor de tekorten in andere landen. Dit is moeilijk te accepteren omdat de bevolking in de crediteurlanden zelf geen voordeel heeft van het economisch succes van hun land, omdat deze immers is gebaseerd op loonmatiging.

Vooral rechtse populistische partijen buiten dit uit. Zij slaan schaamteloos op de nationalistische trom en trekken hierdoor veel kiezers. En voor een deel hebben ze nog gelijk ook, want waarom zou de Nederlandse burger moeten betalen voor kwakkellanden? Terecht verzet de burger zich dan ook tegen deze zogenaamde transferunie. Waarom zou men moeten betalen voor andermans schulden terwijl zij zelf loon moeten matigen?

Een klas kleuters

Een speciale rol in de eurocrisis is weggelegd voor economen. Ik werd geïnspireerd om deze serie te schrijven door een praatje van Mathijs Bouman op het RTL-nieuws. Hij suggereerde dat het Franse begrotingstekort een gevolg was van gebrek aan discipline en dat Frankrijk een gevaar is voor de euro.

Een andere econoom die het bont maakt is Sylvester Eijffinger. In het Financieel Dagblad schrijft hij als een schooljuffrouw over een klas kleuters. Hulp van de ECB aan ‘de nog zwakke eurolanden [zal] leiden tot verminderde inspanningen om de staatfinanciën op orde te krijgen.’

Nog opmerkelijker is Sweder van Wijnbergen, die ‘hoogleraar internationale economie, transitie-economie en groeitheorie’ is aan de UvA. Hij geeft blijk niet te begrijpen dat het hoge handelsoverschot van Nederland de oorzaak is van de crisis en gebruikt dit juist als argument vóór bezuinigen. Zijn enige kritiek op het Nederlandse bezuinigingsbeleid is de aard van de bezuinigingen, niet het bezuinigen op zich.

Economen spreken elkaar (en soms zichzelf) tegen en zijn daardoor niet in staat om de politiek te adviseren. Er zijn natuurlijk ook goede uitzonderingen, maar voor willekeurig welk soort beleid, is altijd wel een econoom te vinden die het verdedigt [6].

Meer macht naar Brussel?

De eurocraten denken dat het nodig is om meer macht te geven aan de Europese instituties in Brussel. De Duitse ministers Siegmar Gabriel en Wolfgang Schäuble hebben een plan ingediend bij de Europese Commissie dat het mogelijk maakt in te grijpen in het begrotingsproces van landen.

De eurolanden mogen, volgens dat plan, niet meer zelfstandig hun begroting opstellen, maar moeten deze laten goedkeuren door een nieuw te vormen Europese instantie – vergelijkbaar met de huidige Trojka.

Hoe slecht dit kan uitpakken, hebben we kunnen zien bij de vorige Europese Commissie. Incompetente bestuurders en regeringsleiders dwingen landen tot maatregelen die tegen de wil van de bevolking ingaan en grote schade aan de economie veroorzaken. Zij hoeven daarvoor geen verantwoording af te leggen en kunnen niet tot aftreden gedwongen worden.

Het grote probleem is dat een muntunie centrale coördinatie noodzakelijk maakt, maar dat er geen competent centraal bestuur is dat democratisch wordt gecontroleerd.

Het machtigste Europese instituut is op dit moment de Europese Raad – de regeringsleiders van de deellanden. Maar niemand kan hen naar huis sturen. Versterking van de IJzeren Kooi - meer macht naar centrale Europese instituties - die niet democratisch gecontroleerd worden - om bezuinigingen af te dwingen, is dan ook geen goede oplossing.

Zwakheid van links en de opkomst van het populisme

Er is geen effectieve oppositie tegen dit desastreuze economische beleid in Europa. Progressieve partijen hebben te weinig zelfvertrouwen en geloven zelf niet meer in de verzorgingsmaatschappij. Vakbonden in Frankrijk en België zijn een positieve uitzonderingen. Deze landen scoren in de top 3 met het aantal stakingsdagen (pdf).

Als conservatieve en liberale partijen aan de macht komen, maken ze gebruik van de situatie om de verzorgingsstaat af te breken om deze te vervangen door respectievelijk de ‘participatiemaatschappij’ en de ‘vrije markt’ – vaak met medewerking van links, zoals in Nederland en Duitsland.

Hierdoor hebben rechts-populistische partijen vrij spel. De burger aan wie niet is uitgelegd wat er werkelijk speelt, zoekt toevlucht bij partijen die wel een duidelijke ‘oorzaak’ aanwijzen: de islam, de buitenlander of bureaucraten in Brussel.

Niet alleen in Nederland, in heel Europa doen de rechts-populisten het goed: UKIP, FN, Pegida, AfD, FPÖ, Vlaams Belang, PVV, Forza Italia, De Gouden Dageraad – en zelfs in de rijke en stabiele Scandinavische landen krijgen zij steeds meer invloed.

Hierdoor blijven de werkelijke veroorzakers buiten schot: grote ondernemingen en multinationals, investeerders en de financiële wereld. Zij hebben baat bij goedkope en flexibel inzetbare arbeiders en vrijhandel zonder valutakosten. Overal in Europa destabiliseert hierdoor de democratie.

Eerlijk delen en loon naar werken

Ik wil niet in mineur afsluiten. Het was steeds mijn bedoeling bij het schrijven van deze serie over de eurocrisis om te laten zien dat de problemen niet onoplosbaar zijn – ook al lijkt dat wel vaak zo – mits je de juiste analyse maakt. Ik heb in deel 4 (over de gouden loonregel) en deel 6 (over de relatie tussen loon en deflatie) laten zien dat de oplossing binnen handbereik ligt.

Afschaffen van de euro helpt niet: dat zou de crisis alleen nog maar erger maken. De oplossing is ook niet gelegen in het afdwingen van meer discipline en hardvochtige hervormingen. Het inrichten van een federaal gezag in Brussel dat deze hervormingen kan afdwingen – een 'ijzeren kooi' - is ondemocratisch en zal de Europese samenleving nog verder ontwrichten.

Extra veel geld drukken – ‘geldverruiming’ - door de ECB helpt ook niet. Dat is alleen maar extra brandstof voor speculatie en leidt tot nieuwe zeepbellen. De deflatiespiraal kan alleen gestopt worden door loonsverhoging in landen met een hoge productiviteit zoals Duitsland en Nederland.

Behalve loonsverhoging in Noord-Europa moet nog meer gedaan worden. Dat mag niet leiden tot hogere schulden en hogere belasting in Nederland en Duitsland en verdragswijzigingen moeten ook vermeden worden.

Het ‘Bescheiden plan’ van Yanis Varoufakis is een goed voorbeeld. Er zijn dus wel alternatieven voor het huidige beleid [7], maar vreemd genoeg vertelt niemand dat de burger.

De oplossing voor de dubbele crisis in West-Europa, de destabilisatie van de democratie door populisme en de eurocrisis, is gebaseerd op een eenvoudig principe: eerlijke verdeling van de lasten en loon naar werken. Alleen dat zal de lucht uit het rechts-populisme kunnen halen.

Ik had zeven delen nodig om het economische verhaal van de eurocrisis te vertellen, maar het zal een stuk gemakkelijker zijn om althans de conclusie aan de mensen uit te leggen.

Voetnoten

[1] Loonmatiging, Hartz-IV en Agenda 2010 zijn neutrale termen, maar Günter Wallraff laat in zijn recent verschenen boek Die Lastenträger zien wat dit betekent in de praktijk. Vaste aanstellingen verdwijnen – ook in de auto-industrie – en worden vervangen door onzekere, tijdelijke aanstellingen. Met uitzondering van Bulgarije en Roemenië is nergens in Europa de ongelijkheid zo hard toegenomen als in Duitsland, schrijft Wallraff. Tot de jaren 90 stond het land bekend vanwege de soziale Marktwirtschaft en de sociale gelijkheid, vergelijkbaar met Scandinavië. De afgelopen tien jaar is Duitsland echter meer gaan lijken op de Angelsaksische landen.

[2] Zie bijvoorbeeld de documentaire Des Patrons et des Hommes, Un Film de Jean-Michel Meurice Deel I en II (gezien op Arte, 7 okt. 2014), waarin de naoorlogse economische geschiedenis van Frankrijk en Duitsland met elkaar vergeleken wordt. In Frankrijk is voortdurend strijd tussen bonden en werkgevers, in Duitsland werken zij juist samen.

[3] Sommige noemen de EU dan ook de EUSSR – maar deze vergelijking is misplaatst en onserieus: alles gebeurt openlijk en er is geen samenzweringstheorie nodig om te verklaren wat er gebeurt. De vergelijking met de USSR is ook om andere redenen onterecht: het gaat om een conservatieve ‘machtsgreep’ die niets met communisme te maken heeft. Ook wordt geen gewapend geweld gebruikt en is de persvrijheid niet in gevaar.

[4] De term komt van Max Weber: 'stahlhartes Gehäuse'.

[5] Hoe erg het was blijkt uit het feit dat de Nederlandse regering in het diepste geheim al bezig was met plannen voor herinvoering van de gulden. Dit was spelen met vuur: als dat toen was uitgekomen had dat het einde van de euro kunnen zijn.

[6] Voor een goede analyse van de oorzaak van dit probleem zie: Glasperlenspiel oder Ökonomie, Die wirtschaftspolitische Beratung verliert den Bezug zur Realität van Heiner Flassbeck (pdf). Voor mij is dit geen reden om de economie als geheel af te schrijven: economie is geen mysteriespel dat alleen voor ingewijden toegankelijk is. Enige zelfredzaamheid is wel vereist.

[7] Yanis Varoufakis heeft hiervoor een acroniem TATIANA bedacht: That Astonishingly There Is AN Alternative als variant op TINA There is no alternative, de beroemde uitspraak van Margaret Thatcher. Persoonlijk vind ik het niet zo geslaagd.


Alle afleveringen
  • Deel 1: Frankrijk is de zondebok
  • Deel 2: De prijs van hervormen
  • Deel 3: Europa’s knoflookgrens
  • Deel 4: Loondumping
  • Deel 5: Deflatie (1) – moeten we ons zorgen maken?
  • Deel 6: Deflatie (2) – Het Duitse model
  • Deel 7: Een IJzeren Kooi voor Europa


Verantwoording
  • Figuur 1: Data Eurostat: External balance of goods and services
  • Afbeelding: Detail De roof van Europa van Rembrandt van Rijn. Wikimedia.

Read more...

Sondieren

>> Tuesday, October 22, 2013

Een keer per week ga ik naar de biep om de Spiegel te lezen - het enige Duitse blad in onze bibliotheek. Vandaag lees ik over de informatie fase van de nieuwe regering (sondieren zeggen de Duitsers). Merkel is bezig om samen met SPD voorman Gabriel een grote coalitie te formeren.

De grote vraag is natuurlijk wat gaat Merkel voor Europa doen? Daarover worden uitspraken gedaan die me doen schrikken:
Für Europa schmiedet man im Kanzleramt dagegen für Merkels Verhältnisse schon fast visionäre Pläne. Die würden, sollte Merkel sich durchsetzen, die Europäische Union von Grund auf verändern. Das Ziel ist eine weitreichende gemeinschaftliche Kontrolle über die nationalen Haushalte, über das Schuldenmachen in den 28 EU-Hauptstädten und die Pläne der nationalen Regierungen für mehr Wettbewerbsfähigkeit und Sozialstaatsreformen,. So soll der Euro auf Dauer stabil, sollen die Mitgliedstaaten auf einen gemeinsamen Wirtschaft und Finanzkurs gebracht werden. Das wäre die oft beschworene politische Vollendung der Währungsunion – ein großer Wurf.

Das Ziel ist nicht neu, neu sind aber die Daumenschrauben, die Brüssel in Zukunft anlegen darf, wenn es nach Merkel geht: frühere uns schärfere Kontroll- und Einspruchsrechte, vertraglich bindenden Absprache, und Auflagen.
Dit is om meerdere redenen beangstigend. Ten eerste omdat Europa straks wordt Europa geregeerd door Duitse zuinigheid. Hoe goed dat werkt kunnen we momenteel aanschouwen in Zuid-Europa. Het tweede dat me zorgen baart is het gebrek aan economisch inzicht van de politici. De inspiratie voor deze visie is namelijk de bloeiende economie van Duitsland. De Duitsers denken nog steeds dat het beter zal gaan als iedereen doet zoals de Duitsers: Erst sparen, dann kaufen! Het probleem met deze strategie is natuurlijk dat als iedereen spaart en niemand meer wat koopt de economie tot stilstand komt. Heel Europa kan haar economie niet van de export afhankelijk maken zoals Duitsland nu doet. Ook staart men zich nog steeds blind op de overheidsbegroting. Het inzicht dat de begrotingstekorten geen oorzaak maar een gevolg van de crisis is hogere macro-economie dat niet aan Duitse (en Nederlandse) politici is besteedt. De Schuldenbremze wordt binnenkort in heel Europa ingevoerd.

Maar ook om een andere reden is dit schrikken: bij Duitse politici is blijkbaar nog niet goed doorgedrongen hoe slecht dit overkomt bij de bevolking elders in Europa. Hervormen is makkelijk, vooral als het de ander betreft. Als men dit werkelijke wil gaan afdwingen doormiddel van sancties en verdragen zal de laatste steun voor Europese eenheid wegvallen. We zijn dan werkelijk terug bij af: Europa voor de oorlog. Met goudstandaard - die nu euro heet.

---
Foto: Jacques Grießmayer (CC)

Read more...

Neuro en zeuro zijn overbodig

>> Friday, July 13, 2012

Opsplitsen van de eurozone is een erg dure oplossing. Maar wat kan je wel doen aan het verschil in productiviteit tussen Noord- en Zuid-Europa?

Het zijn sombere tijden. De gelijkenis met de gebeurtenissen in de jaren 30 is opvallend. Net als toen duurt de crisis onnodig lang door het falen van de politiek. Toen was de goudstandaard het probleem, nu is het de euro die ons hindert. Pas nadat de goudstandaard werd afgeschaft klom de economie weer uit het dal. Maar daar houdt de overeenkomst op. Anders dan de goudstandaard kan je niet even de euro afschaffen want de euro is geen standaard maar onze munt. Hoe graag we ook van de euro af willen, de kosten voor afschaffen zijn veel te hoog. We zitten tussen een rock en een hard place zeggen de Engelsen dan....

... Lees de rest op Sargasso


Dit was oorspronkelijk bedoeld als laatste deel in de serie Eurotop of euroflop, maar omdat ik wat gedraald heb met publicatie heb ik het als op zichzelf staande post op de site gezet. Ik heb nog wat extra materiaal over dit onderwerp, die ik uit het oorspronkelijke stuk heb gehaald om dat niet te groot te maken. Voor de liefhebbers dus: 


Comparatief voordeel
Er is nog een reden waarom het verschil in productiviteit binnen de eurozone niet het einde van de wereld is. Verschil in efficientie tussen twee economien wil nog niet zeggen dat handel altijd in het voordeel is van een van de twee. In economisch jargon: comparatief voordeel is geen absoluut voordeel. Verschil in productiviteit is hoeft dus helemaal niet het einde van de euro te zijn. Maar er moet wel wat gedaan worden. Als een ding door de invoering van de euro wel duidelijk is geworden is het dat je niet als overheid rustig kan achterover leunen om de markt haar werk te laten doen. Dat resulteert in onevenwichtigheden die eindigen in een crisis.

En ik kan het niet nalaten deze quote van Gerard Joling hier op te nemen. Onder de titel: "Links gelul" schrijft Geert:
Laten we onze ogen open houden, we gaan er weer met boter en suiker in! Het linkse gelul om een normale en voordelige deal, over de tanks van Nederland aan Indonesië te torpederen heeft één pluspunt ; Het heeft ons de ogen geopend voor wat ons te wachten staat , als de socialisten met figuren als Samsom en Roemer hier aan de macht komen.

Een gematigd Islamitisch land als Indonesië met een integere president Yudhoyono wordt geschoffeerd! Terwijl voor zogenaamde ontwikkelingssamenwerking bakken vol miljoenen zullen worden gestuurd naar de corrupte leiders, waar nu juist wel de mensenrechten op grote schaal worden geschonden (schandalig).

Sorry , ik ben geen wereldverbeteraar maar waarom blijven we ons goede geld naar frauderende ,en feitelijk failliete, landen gooien, terwijl we weten wat hun gebrek aan productiviteit is en de begrotingsdiscipline niet verbeterd. Dit omdat politici en politieke partijen in Nederland, en ook de andere oorspronkelijke EEG landen, niet kunnen en willen toegeven dat ze al meer dan 30 jaar verkeerde keuzes hebben gemaakt. Dus gaan we door op de oude foute voet, tot we allemaal naar de klote gaan en failliet zijn, daarom! En Jan me de korte achternaam mag er weer voor opdraaien, de gewone burgers dus!

Je vraagt je vast af : Geer waar maak jij je druk om? Gewoon omdat ik me grote zorgen maak over ons land. Wat een zorgelijke en clowneske mensen zitten er in de regering! Ben politiek niet heel erg onderlegd maar ben natuurlijk niet uit de poppenkast gevallen. Zo, dat moest ik even kwijt !
Ja Geer, wij vragen het ons ook af: waar maak je je druk over? Terwijl de economie naar de knoppen gaat maak jij je druk over de vraag wat er zal gebeuren als "figuren als Samsom en Roemer hier aan de macht komen".  Vooral dat "hier" is treffend geformuleerd. Ondenkbaar gewoon dat sociaal democraten aan de macht komen, hier, in dit land van melk en honing voor mensen zoals jij.

Read more...

Eurotop of Euroflop: Wat als het fout gaat?



Dit is deel 3 in de serie Eurotop of Euroflop:


Stel: Angela en de heren komen er niet uit, er ontstaat trammelant en de eurozone scheurt. Is dat nu een ramp of een zegen?

Sommige economen, politici en stukjesschrijver pleiten voor een ordentelijke boedelscheiding tussen het rijke noorden en arme zuiden. Het opsplitsen van de muntunie in een neuro en zeuro biedt voordelen. Zo kunnen de exporterende zuiderlingen hun munt devalueren. Dat betekent dat de producten goedkoper worden, hun export stijgt en de economie weer aantrekt.

Als typisch progressief weblog wordt Sargasso uiteraard verteerd door interne machtsstrijd. Kortom: wij worden het niet eens. Daarom richten we ons op jou: de reaguurder. Wij schetsen hier twee mogelijke scenario’s. Scenario A: opsplitsing is Europa’s enige kans op verlossing en scenario B, Opsplitsing is helemaal geen oplossing, maar rommelt Europa regelrecht in een jarenlange depressie.

2/7/12: Zie update met scenario C!

Scenario A: Ja, het is een goede oplossing

De zeuro zal direct na het creëren ervan devalueren. Dit heeft tot gevolg dat de landen die er gebruik van maken meer concurrentiekracht krijgen. Na een initiële dip zal de economie weer gaan groeien. Argentinië heeft bewezen dat dit mogelijk is.
Lees de rest op Sargasso


Het was de bedoeling om er een stukje van te maken waarin voor en nadelen van uitsplitsen op een rij worden gezet, maar een commentator merkt al op dat het wel erg eenzijdig was tegen opdeling van de euro. En inderdaad: het kost me gewoon moeite om de voordelen er van te beschrijven. Maar is dat omdat ik niet voorbij mijn eigen voorkeur kan kijken of is dat om dat de nadelen in werkelijkheid zo groot zijn? Ik denk toch echt het laatste. Maar goed, aan u lezer, zoals altijd, de keuze.

Read more...

About This Blog

  © Blogger templates Sunset by Ourblogtemplates.com 2008

Back to TOP