De eurocrisis is weer terug (4): loondumping
>> Friday, November 21, 2014
De eurocrisis wordt bestreden met bezuinigen en hervormen. Dit helpt niets want de Europese economie stagneert en de werkloosheid neemt niet af. Ik laat vandaag zien wat wél een oplossing is voor de eurocrisis als je weet wat de oorzaak is.
Volgens de bankier en oud topman van Crédit Lyonnais Jean Peyrelevade is de eurocrisis vooral hardnekkig door culturele problemen. In een interview beklaagde hij zich (1) onlangs over het Franse volkskarakter: ‘De Duitse en Nederlandse mentaliteit is gericht op ondernemerschap’, stelt Peyrelevade, ‘terwijl in Frankrijk de mensen afhankelijk zijn van de staat’. De oorsprong van dit mentaliteitsverschil gaat volgens hem terug tot Lodewijk XVI en de Franse revolutie. En inderdaad, een mentaliteit die zo diep in de cultuur van een land is verankerd – en Frankrijk zal geen uitzondering zijn – kan je niet even veranderen.
Daar gaan generaties overheen, als het überhaupt al zal lukken.
Voorbarig
Voorstanders van de euro vinden dat we niet genoeg hervormen. Tegenstanders willen de euro afschaffen omdat de muntunie is gedoemd te mislukken. Je kan en mag culturen niet veranderen om ‘de markt’, stellen zij terecht. Maar beide conclusies zijn volgens mij voorbarig. De kosten van afschaffing van de euro worden door de tegenstanders onderschat, zoals ik vorige week (en ook eerder) al heb laten zien. Maar ook zij die de euro willen redden met hervormingen hebben ongelijk: culturele veranderingen zijn helemaal niet nodig zijn om een muntunie te laten werken.
In de debatten over de eurocrisis spelen de begrippen ‘competitiviteit’ en het hiermee gerelateerde ‘productiviteit’ een centrale rol. Voor- en tegenstanders gaan er van uit dat maatschappelijke en culturele factoren de oorzaak zijn van het verschil in productiviteit tussen landen. Maar het is helemaal niet nodig om terug te gaan tot Lodewijk XVI om verschillen tussen economieën te verklaren. Om dat te begrijpen is het nodig dat we de begrippen ‘productiviteit’ en ‘competitiviteit’ wat beter bekijken.
Productiviteit onder de loep
Productiviteit is volgens de boekjes gedefinieerd als productie bij gegeven kosten. Je kunt dit in een eenvoudige formule weergeven:
Productiviteit = Resultaat / Kosten
Je kan Productiviteit verhogen door Resultaat – de factor boven de streep - te vergroten door slim en efficiënt te werken.
Figuur 1. Productiviteit in beeld: één man die een grommende en blazende machine bestuurt kan in één dag een grote berg omgehakte bomen versnipperen waar men vroeger een ploeg werklieden voor nodig had.
Zaken als goed gereedschap, planning en samenwerking zijn heel belangrijk. Als je productiviteit van landen met elkaar vergelijkt, gaat het om zaken als het opleidingsniveau, de kwaliteit van de infrastructuur maar ook zaken die door culturele factoren worden bepaald: onderling vertrouwen, de mate van corruptie, het functioneren van de overheid en ‘gerichtheid op ondernemerschap’.
Figuur 2. Een efficiënt resultaat: wat ooit een struis bos was is binnen een paar dagen gereduceerd tot een keurige, rokende berg houtsnippers, klaar om afgevoerd te worden.
Productiviteit en loonkosten
Je kan ook productiviteit vergroten door de factor Kosten – de factor onder de streep - kleiner te maken. Door te bezuinigen dus. En dat is wat Duitsland en Nederland jaren lang hebben gedaan: productiviteit verhogen doormiddel van loonmatiging. Nederland is hiermee in de jaren tachtig (Akkoord van Wassenaar) begonnen en nog steeds is er een sterke traditie van overleg tussen werkgevers en werknemers in de Sociaal Economische Raad (SER).
Ook in Duitsland is de loongroei achter gebleven– na 1995 als reactie op de ‘Wiedervereinigungen’ en vanaf 2003 door het bezuinigingsprogramma Agenda 2010 (ook bekend als de Hartz-hervormingen).
Figuur 3. Ontwikkeling van loonkosten (percentage daling of stijging) in Duitsland en Spanje. Duidelijk is te zien hoe in Duitsland de loonkosten in het eerste decennium dalen, terwijl deze in andere landen gelijk bleef. Aan de forse daling van de loonkosten in Spanje na 2010 is te zien dat er flink wordt hervormd.
Figuren 3 en 4 laten dit goed zien. Een nog duidelijker figuur is hier te zien (via). Wirtschaftswunder 2.0 wordt gekenmerkt door lage lonen, tijdelijke contracten, mini-jobs, het ontbreken van minimumloon (3) en bezuiniging op sociale voorzieningen. Volgens Robin Fransman zijn de lonen, met uitzondering van Griekenland en Portugal, nergens zo weinig gestegen als in Nederland.
Figuur 4: Ontwikkeling loonkosten (% daling of stijging) van Duitsland vs. Eurozone. Omdat de meting voor de eurozone inclusief Duitsland zelf is, is het verschil eigenlijk nog groter.
‘Maar wat dan nog, vervelend die lage lonen’, zult u tegenwerpen, ‘want het heeft wel gewerkt. Waarom kan dit in Zuid-Europa niet worden toegepast?’ Het antwoord daarop is simpel: omdat Duitsland als eerste bezuinigde. De Duitse bezuinigingen waren mogelijk omdat in de andere landen van de eurozone, vooral in Zuid-Europa, de lonen en prijzen flink stegen. Het geld dat werd verdiend met de export werd belegd in ‘booming Zuid-Europa’. ‘De euro is een groot succes‘, dacht men toen. Zo werd Duitsland dus ‘competitiever’. Die luchtbel is door de eurocrisis uiteen gespat en daarom werken bezuinigen in Zuid-Europa nu niet meer en zal er uiteindelijk ook een eind komen aan Wirtschaftswunder 2.0.
Loondumping
Door de loonmatiging blijft de binnenlandse consumptie achter waardoor er niet genoeg werkgelegenheid is. Het tekort aan binnenlandse consumptie moet gecompenseerd worden door consumptie in het buitenland (2).
Kenmerkend voor deze op export gebaseerde groei is dan ook dat de investeringen in eigen land achterblijven: door onvoldoende vraag ontstaat overcapaciteit in de industrie die voor de binnenlandse markt produceert. Het is precies deze klacht, die je vaak hoort over Duitsland en Nederland. Een website van een investeringsadviseur opent zelfs met de stelling: ‘Nederlandse investeringen blijven achter in vergelijking met omringende landen, maar ondernemingen zijn wel productiever.’ Het kan niet duidelijker.
Duitsland en Nederland zijn daarom aangewezen op vraag uit het buitenland. ‘Export is de motor van de economie’ is niet voor niets een populaire uitspraak in Nederland. Behalve auto’s en melkpoeder exporteren Duitsland en Nederland ook werkloosheid. Dit heet ‘loondumping’.
Resultaat van productiviteit niet naar werknemers
De oorzaak van de eurocrisis is dat werknemers in Noord-Europa niet beloond worden voor hun hoge productiviteit. Als dat wel het geval zou zijn zou de binnenlandse vraag toenemen en zouden de overschotten op de handelsbalans verdwijnen.
Een betere analyse van de eurocrisis is dan ook dat de productiviteitswinst in de noordelijke landen van de afgelopen jaren niet naar de werknemers is gegaan maar naar de investeerders. Het op export gerichte beleid heeft de Duitse en Nederlandse burger weinig voordeel opgeleverd.
Een simpele, duurzame en haalbare oplossing van de eurocrisis
De oplossing voor de eurocrisis is eenvoudig: in landen met hogere productiviteit moeten de lonen omhoog. Niet alleen om dat het rechtvaardig is dat werknemers worden betaald voor geleverde prestaties, maar ook om te voorkomen dat de economie in de eurozone uit balans raakt.
Dat een land door efficiëntere productiewijze competitiever is, hoeft geen probleem te zijn zolang de competitie maar niet wordt gevoerd op basis van loonconcurrentie want dan verliest iedereen. Je kunnen zeggen: competitie ‘boven de streep’ is ok maar competitie ‘onder de streep’ destabiliseert de economie. Maar kostenreductie is op zichzelf natuurlijk niet verkeerd. Wat verkeerd is is kostenreductie door loonmatiging of zelfs verlaging.
Mijn oplossing is haalbaar omdat er geen nieuwe verdragen voor afgesloten hoeven te worden. Er zijn ook weinig politieke beletselen, want welke politicus wil niet beloven dat de mensen in het land meer geld in hun portemonnee krijgen en dat er meer banen komen? (4) Het is ook rechtvaardig: wie hard werkt en zich goed organiseert verdient meer. Bovendien zal het zowel de burgers in Noord- als in Zuid-Europa ten goede komen omdat de handel ook in omgekeerde richting gaat lopen: het probleem van de transferunie is dus ook opgelost.
En tenslotte: deze oplossing is duurzaam want de oorzaak wordt aangepakt.
Stop met die holle praat over het hervormen van weeffouten en gebrek aan discipline. Je kan, nee, je mag een cultuur niet omwille van de economie ‘stroomlijnen’. Dat zijn neoliberale utopieën die niets te maken hebben met Europese idealen. Het is overduidelijk dat hervormen en bezuinigen meer schade aanricht dan dat het oplost. Tot nog toe heeft het alleen ultrarechts geholpen.
Als de consumptie in Duitsland en Nederland toeneemt (5) zullen de handelsbalansen weer naar elkaar toegroeien en worden schuldenlanden zonder geforceerde hervormingen weer competitief. Er zal een einde komen aan de hoge werkloosheid in Zuid-Europa en de stagnatie in Noord-Europa. Het noorden zal dan daadwerkelijk de economische motor worden van Europa. Daar zou een echte Europese elite trots op kunnen zijn en dat kan ook met de euro. Wonderlijk genoeg is er geen enkele politieke partij, zelfs niet de SP, die pleit voor dit beleid.
Voetnoten
(1) FD, Outlook p8, 11 oktober 2014: ‘Fransen zien hun werkgever als vijand’
(2) Als ook de overheid bezuinigt.
(3) Er zijn plannen om dit jaar het minimumloon in te voeren. Maar de weerstand hiertegen is groot.
(4) Ik ga hier geheel voorbij aan de werkgeverslobby.
(5) Ik gebruik de term ‘consumptie’ hier in een puur economische betekenis. Ik pleit er niet voor dat iedereen drie iPads koopt, een fourwheeldrive aanschaft (met bullbar volgens Europese richtlijnen natuurlijk) of twee vakanties per jaar naar een ver land gaat maken (tenzij u de boot neemt).
Verder lezen
Er is nog veel meer te zeggen over dit onderwerp. Jesse Frederik laat goed zien waarom publieke schulden onvermijdelijk zijn in ‘Groot-Griekenland’ zoals hij de schuldenlanden noemt. De beste uitleg van de samenhang tussen productiviteit en loon staat in het boek Irweg Grundeinkommen van Heiner Flassbeck, Friederike Spiecker. Ook op hun blog komt regelmatig de ‘gouden loonregel’ (lonen zijn gekoppeld aan productiviteit) aan de orde. Volg ook Yanis Varoufakis, een Griekse econoom die de crisis beschrijft vanuit het perspectief van een schuldenland.
Volgende week meer over de ECB en het probleem van de deflatie.
Eerdere aflevering:
Verantwoording
Figuur 1 en 2: eigen foto’s (CC) gemaakt op de campus van Wageningen waar een busbaan wordt aangelegd.
Figuur 3 en 4: OECD, Dataset: Unit labour costs and labour productivity (employment based), Total economy
Uitgelichte afbeelding: La France dans l’Europe (Flickr CC) Read more...