Yanis Varoufakis: The Global Minotaur
>> Monday, July 23, 2012
Yanis Varoufakis laat in The Global Minotaur zien dat de financiële crisis het resultaat is van een proces dat al in de jaren zeventig is begonnen.
Er zijn veel theorieën over oorzaak van de crisis, maar ik vraag me af of ze de kern van de zaak raken. Ja, het is waar dat bankiers er een potje van maken. En ja, het is ook waar dat het marktdenken te ver door slaat: deregulatie en privatisering maken het systeem instabiel. Onder het motto greed is good laten we ons bestelen door de onzichtbare hand van de vrije markt terwijl zogenaamde toezichthouders passief toekijken. De rekening van dit feest wordt ons nu gepresenteerd. Maar is dit echt de verklaring van de grote crisis van nu? Hebzucht, domheid en bedrog zijn van alle tijden, zo bijzonder is onze tijd nou ook weer niet. Of wel?
Volgens Yanis Varoufakis, auteur van The Global Minotaur: America, the True Origins of the Financial Crisis and the Future of the World Economy, kun je de afgelopen zeventig jaar economisch in twee perioden indelen. In de eerste dertig jaar na de Tweede Wereldoorlog werd de wereldeconomie ingericht volgens een zorgvuldig ontworpen plan dat was opgesteld tijdens de Bretton Woods conferentie. Varoufakis noemt dit het Globale Plan. Deze jaren worden gekenmerkt door stabiliteit en welvaartsgroei die eerlijk wordt verdeeld. Er zijn geen grote crises en er is weinig inkomensongelijkheid. De tweede periode, de tijd van de Globale Minotaurus, begint in de jaren zeventig en wordt gekenmerkt door lagere economische groei, grote ongelijkheid en instabiliteit. De economie wordt overheerst door de Global Minotaurus: het financieel systeem met Wall Street als episch centrum. Gedurende deze periode treden steeds grotere economische crises op, waarvan die van 2008 de heftigste is.
Minotaurus
Varoufakis gebruikt als beeld voor de economie de mythe van de Minotaurus. De Minotaurus is een wezen dat half mens en half stier is. Hij leeft in het Labyrint van Koning Minos van Kreta en zoals het mythische monsters betaamt eet hij geen bruine bonen maar mensen. De koning gebruikt het wezen om zijn zoon wreken, die is vermoord door koning Aegeus van Athene. Hij laat het onderworpen Athene elk jaar zeven jongens en zeven meisjes - maagd uiteraard - sturen als offer voor de Minotaurus. Hieraan komt pas een eind als koning Aegeus zijn eigen zoon Theseus stuurt die het monster weet te verslaan.
De mythe van de Minotaurus is het verhaal van een grootmacht (Kreta) dat offers vraag van de landen die het heeft onderworpen (Athene). Zolang het dier zijn offer krijgt is de vrede weer voor een jaar verzekerd.
Wall Street is de Minotaurus van onze tijd. Het offer dat wij dagelijks aan het dier brengen is de immense kapitaalstroom die elke dag naar Amerika vloeit: in de hoogtij dagen wel 3 tot 5 miljard dollar per werkdag. De Minotaurus ligt nu op sterven: door de kredietcrisis van 2008 raakt de Minotaurus dodelijk verwond. Om te begrijpen hoe de Minotaurus – Wall Street – zo machtig is geworden, en hoe het zo diep kon vallen, moeten we eerst in de geschiedenis duiken.
Bretton Woods
De heerschappij van de Globale Minotaurus begint pas na de ondergang van zijn voorganger: het Globale Plan voor de wereldeconomie dat na afloop van WO II is ingevoerd. Terwijl de oorlog nog woedt, wordt in Bretton Woods door New Deal economen het plan voor de inrichting van de wereldeconomie ontworpen. De bekendste architect van het plan was John Maynard Keynes. Het belangrijkste doel was een herhaling te voorkomen van financiële crises zoals die van 1929.
De VS zijn als enige supermacht onbeschadigd uit de oorlog gekomen. De Amerikaanse industrie is de grootste en sterkste ter wereld, terwijl Europa en Azië in puin liggen. De Amerikaanse economie is nu zo dominant dat voor het eerst in de wereldgeschiedenis één munt de basis is voor de wereldhandel: de dollar.
Dit is een unieke kans voor de VS om de Wereld economie anders - en beter – in te richten terwijl zij tegelijkertijd haar dominante positie voor eeuwig kan vastleggen. Om de wereldhandel weer op gang te brengen heeft zij afzetmarkten nodig voor haar industriële producten. Een aantal nog steeds bestaande instituten zijn toen opgericht: het IMF en de Wereld Bank, maar één resultaat van de conferentie bestaat niet meer: het systeem van vaste wisselkoersen.
Het valuta systeem
Alle munten worden gekoppeld aan de dollar: elke munt moet binnen een marge van 1% blijven ten opzicht van de dollar. De dollar zelf wordt gekoppeld aan goud: $35 per troy ounce. In Fort Knox wordt de belangrijkste goudvoorraad ter wereld bewaard.
Om een dergelijk wisselkoerssysteem te stabiliseren moet een manier gevonden worden om het geld van landen die lange tijd een overschot hebben terug te leiden naar landen met een negatieve betalingsbalans: op dat moment Europa, China en Japan. Later valt China af door de overwinning van Mao.
Er lag ook een voorstel van Keynes. Hij stelde voor International Currency Union (ICU , ook wel International Clearing Union) op te richten en als rekeneenheid niet de dollar maar de bancor te gebruiken. Elk land moest tot 50% van haar BBP kunnen lenen voor 0%. Alleen als meer wordt geleend moet daarover rente betaald worden. Landen die een overschot op de betalingsbalans hebben dragen geld af aan het ICU. Dit voorstel haalde het niet: de VS wil controle houden over de besteding van haar geld.
Het voorstel dat uiteindelijk wordt aangenomen is minder revolutionair maar het heeft de eerste decennia na de oorlog stabiliteit en voorspoed gebracht. De meest concrete maatregel waar wij voordeel van hebben is natuurlijk het Marshall Plan. De Amerikanen helpen de voormalige vijanden (en hun slachtoffers) met de opbouw van hun economie. Dit is geen liefdadigheid maar noodzaak: zij creëren zo een afzetmarkt voor hun eigen industrie. Het is ook een stabiel systeem. De vaste wisselkoersen en monetaire controlemechanismen zorgen er voor dat tot de jaren zeventig geen grote crises optreden.
Overschotrecycling
Op dit punt aangekomen wil ik even stilstaan bij deze constatering: na de Tweede Wereldoorlog is er enige tientallen jaren een goed functionerende muntunie geweest. Alle belangrijke munten waren aan elkaar gekoppeld. De wisselkoersen variëren niet meer dan 1% van elkaar. Dat dit zo lang goed ging, kwam omdat er een mechanisme was dat spanningen, die in een dergelijk systeem onvermijdelijk ontstaan, afbouwde. Er werd voor gezorgd dat er een overschot recycle mechanisme aanwezig was. Het permanente overschot van Amerika werd geïnvesteerd, in eerste instantie in de ontwikkeling van de verslagen voormalige vijanden. Later helaas in de wapenwedloop met de Sovjetunie en in de Korea- Vietnamoorlog. Ook de huidige problemen in de eurozone hebben te maken met het ontbreken van een dergelijk overschot-recyclemechanisme. Het zal blijken dat ook onder de Globale Minotaurus er een overschot-recyclemechanisme is, alleen gaat het geld dan de andere kant op stromen.
Het einde van het Globale Plan
Als de VS eind jaren zestig geen overschotten maar tekorten krijgen hapert het systeem. Door Johnsons Great Society en door de Vietnamoorlog raakten de Amerikaanse reserves uitgeput en ontstonden onhoudbare tekorten. Van de afgesproken dekking van de dollar met goud was geen sprake meer: tegenover een schuld van 70 miljard dollar staat slechts een goudvoorraad ter waarde van 12 miljard dollar. Omdat alle munten gekoppeld zijn aan de dollar beginnen veel landen zich zorgen te maken. Ook de olieproducenten die in dollars werden betaald.
De Franse president Pompidou maakt er zelfs een heel theater van: hij stuurt een oorlogsschip naar New Jersey om het Franse goud, dat ligt opgeslagen in Fort Knox, op te eisen. Op 15 aug 1971 is het gedaan met het Globale Plan als President Nixon besluit de koppeling van de dollar aan de goudprijs te beëindigen. De periode van stabiliteit is voorbij. Valuta kunnen vrij ten opzichte van elkaar variëren.
Stagflatie
De jaren zeventig hebben me altijd gefascineerd. In dat decennium kwam een eind aan de voorspoed van de jaren zestig en kregen we te maken met de beruchte stagflatie. Varoufakis gaat uitgebreid in op de oorzaken hiervan. Door het loskoppelen van dollar en goud devalueert de dollar. De goudprijs stijgt van $35 in 1971 naar $455 eind jaren zeventig. Een andere schok voor de economie is de vertienvoudiging van de olieprijs. In 1971 kost een vat olie nog $3, maar vanaf de jaren tachtig schommelt zij rond de $30.
Volgens Varoufakis is dit door de Amerikanen ingecalculeerd. Amerika heeft een relatief voordeel bij een hoge olieprijs. De VS importeren op dat moment 32% van hun oliebehoefte, terwijl Europeanen en Japanners bijna geheel van import afhankelijk zijn. Een ander belangrijk voordeel voor de Amerikanen is dat de olie in dollars wordt betaald. Het geld dat wordt verdiend met olie komt daarom vanzelf weer terug naar Wall Street.
Deze schokken destabiliseren de wereldeconomie en hebben een crisis tot gevolg die zich kenmerkt door hoge werkloosheid én hoge inflatie. Het gelijktijdig optreden van hoge inflatie en haperen van de economie (stagnatie) heet stagflatie.
De Minotaurus
Het uiteenvallen van het Globale Plan en de destabilisering zijn volgens Varoufakis bewust nagestreefd door de Amerikanen. Door de wereldeconomie te destabiliseren kan de VS gebruik maken van haar bijzondere positie als economische wereldmacht. Varoufakis citeert Paul Volcker (dezelfde die nu Obama adviseert) die in een speech in 1978 hierover het volgende zegt:
It is tempting to look at the market as an impartial arbiter … But balancing the requirements of a stable international system against the desirability of retaining freedom of action for national policy, a number of countries, including the US, opted for the latter …
In zijn functie als voorzitter van de FED, de Amerikaanse Centrale Bank, verhoogt Volcker de rente tot 21.5% waardoor de wereldeconomie in een diepe recessie duikt. Het maakt wel een einde aan de hoge inflatie maar het belangrijkste effect voor de Amerikanen is dat hierdoor de geldstroom die de Minotaurus moet voeden op gang komt.
Het geld dat wordt verdiend in Duitsland en Japan en later ook in China stroomt naar Wall Street. In de hoogtij dagen komt per werkdag $3 tot $5 miljard binnen. De Minotaurus is een onverzadigbaar monster.
Het permanente dubbele Amerikaanse tekort (betalingsbalans en begrotingstekort) is een geperverteerde vorm van het overschot-recyclesysteem – alleen is de richting nu omgekeerd: het stroomt nu naar Wall Street. Amerika kan dat doen omdat de dollar de munt is waarin de wereld handel drijft. Je staat er niet bij stil maar als iemand waar ook ter wereld benzine tankt, draagt hij of zij bij aan de vraag naar dollars. Geen enkel ander land kan zich daarom permitteren wat de Amerikanen doen.
Kapitalistisch paradijs
Tijdens de heerschappij van de Minotaurus ziet de wereld er heel anders uit dan tijdens het Globale Plan. Door Reagan en Thatcher wordt een fel anti-vakbond beleid gevoerd. Tijdens de jaren van het Grote Plan stijgen de lonen, maar tijdens de jaren van de Globale Minotaurus blijven de lonen gelijk terwijl de productiviteit wel stijgt. Hoewel de economie minder hard groeit is het een kapitalistisch paradijs: stijgende productiviteit en gelijkblijvende lonen zorgen er voor dat de bedrijfswinsten spectaculair stijgen.
Dit wordt geïllustreerd door het succes van Walmart. De belangrijkste vernieuwing van dit bedrijf bestaat uit het bedenken van methoden om arbeid en leveranciers zoveel mogelijk uit te persen. De werknemers worden zo slecht betaald dat ze in aanmerking komen voor bijstand (Supplemental Nutrition Assistance Program, ook wel bekend als foodstamps).
Ook in de politiek domineert de Minotaurus. Het idee dat je de armen kunt helpen door de rijken nog rijker te maken, is natuurlijk volstrekt belachelijk. Maar geef er een mooie naam aan - trickle down – en je kan er verkiezingen mee winnen. Ook de economische wetenschap doet mee: supply side economics is de academische variant van trickle down. Wetenschappelijk onderbouwd met mooie en complexe wiskunde uiteraard. Keynes is tijdens de Minotaurus jaren afwezig. Keynes wordt niet meer serieus genomen: zijn theorieën zijn niet meer van deze tijd - denkt men.
Een bijzondere tijd
Parallel met de economie verandert ook de maatschappij. Niet de Age of Aquarius maar de Age of the Minotaur breekt aan. In de jaren zeventig maken optimisme en altruïsme plaats voor pessimisme en individualisme. Conservatisme wordt de dominante stroming in de politiek. Rechtse politici komen aan de macht, zoals Margaret Thatcher en Ronald Reagan en in Nederland Hans Wiegel, Dries van Agt en Ruud Lubbers.
Nog een andere manier om er naar te kijken is te beseffen dat de jaren na de Grote Depressie en de Tweede Wereldoorlog een unieke tijd waren. Het Globale Plan was geen perfect plan maar het zorgde wel voor stabiliteit en economische groei die iedereen ten goede kwam. Na vijfentwintig jaar was een nieuwe generatie aan de macht gekomen die niet meer onder de indruk was van oorlog en depressie. De politieke wil om het Globale Plan in stand te houden was verdwenen. Om Paul Volcker te parafraseren: In de afweging tussen stabiliteit en eigenbelang kiezen wij voor het laatste.
De vraag die ik aan het begin stelde - wat is er zo bijzonder aan onze tijd? – is dus de verkeerde vraag. Niet onze tijd is bijzonder, maar de kwart eeuw na de Tweede Wereldoorlog is bijzonder. In de jaren zeventig treedt een omslag op en keert de wereld weer terug naar haar default setting: een Hobbessiaans ieder-voor-zich. We noemen het vrije markt, supply side economics of het “Ik-tijdperk”. Na een lange periode van stabiliteit en welvaartsgroei voor iedereen is het oude systeem, dat in 1929 was ingestort, weer teruggekeerd. Niets bijzonders dus.
---
Ilustraties - Boekomslag van The global Minotaur, Zed Books
- Afbeelding van de Minotaurus: Wikipedia. Marie-Lan Nguyen
- Hotel Mount Washington, te Bretton Woods. Wikipedia, Mwanner
- Assistant Secretary, U.S. Treasury, Harry Dexter White (left) and John Maynard Keynes, honorary advisor to the U.K. Treasury at the inaugural meeting of the International Monetary Fund's Board of Governors in Savannah, Georgia, U.S., March 8, 1946. Wikipedia, IMF.
- Auto’s in de rij bij Amerikaans pompstation tijdens de 2e oliecrisis, 15 juni 1979. Wikipedia, Warren K. Leffler.
- Gevel van typische Walmart winkel, Laredo, Texas, genomen op22 February 2004. Wikipedia, Jared C. Benedict.
cross posted op Sargasso.nl Read more...
Er zijn veel theorieën over oorzaak van de crisis, maar ik vraag me af of ze de kern van de zaak raken. Ja, het is waar dat bankiers er een potje van maken. En ja, het is ook waar dat het marktdenken te ver door slaat: deregulatie en privatisering maken het systeem instabiel. Onder het motto greed is good laten we ons bestelen door de onzichtbare hand van de vrije markt terwijl zogenaamde toezichthouders passief toekijken. De rekening van dit feest wordt ons nu gepresenteerd. Maar is dit echt de verklaring van de grote crisis van nu? Hebzucht, domheid en bedrog zijn van alle tijden, zo bijzonder is onze tijd nou ook weer niet. Of wel?
Volgens Yanis Varoufakis, auteur van The Global Minotaur: America, the True Origins of the Financial Crisis and the Future of the World Economy, kun je de afgelopen zeventig jaar economisch in twee perioden indelen. In de eerste dertig jaar na de Tweede Wereldoorlog werd de wereldeconomie ingericht volgens een zorgvuldig ontworpen plan dat was opgesteld tijdens de Bretton Woods conferentie. Varoufakis noemt dit het Globale Plan. Deze jaren worden gekenmerkt door stabiliteit en welvaartsgroei die eerlijk wordt verdeeld. Er zijn geen grote crises en er is weinig inkomensongelijkheid. De tweede periode, de tijd van de Globale Minotaurus, begint in de jaren zeventig en wordt gekenmerkt door lagere economische groei, grote ongelijkheid en instabiliteit. De economie wordt overheerst door de Global Minotaurus: het financieel systeem met Wall Street als episch centrum. Gedurende deze periode treden steeds grotere economische crises op, waarvan die van 2008 de heftigste is.
Minotaurus
Varoufakis gebruikt als beeld voor de economie de mythe van de Minotaurus. De Minotaurus is een wezen dat half mens en half stier is. Hij leeft in het Labyrint van Koning Minos van Kreta en zoals het mythische monsters betaamt eet hij geen bruine bonen maar mensen. De koning gebruikt het wezen om zijn zoon wreken, die is vermoord door koning Aegeus van Athene. Hij laat het onderworpen Athene elk jaar zeven jongens en zeven meisjes - maagd uiteraard - sturen als offer voor de Minotaurus. Hieraan komt pas een eind als koning Aegeus zijn eigen zoon Theseus stuurt die het monster weet te verslaan.
De mythe van de Minotaurus is het verhaal van een grootmacht (Kreta) dat offers vraag van de landen die het heeft onderworpen (Athene). Zolang het dier zijn offer krijgt is de vrede weer voor een jaar verzekerd.
Wall Street is de Minotaurus van onze tijd. Het offer dat wij dagelijks aan het dier brengen is de immense kapitaalstroom die elke dag naar Amerika vloeit: in de hoogtij dagen wel 3 tot 5 miljard dollar per werkdag. De Minotaurus ligt nu op sterven: door de kredietcrisis van 2008 raakt de Minotaurus dodelijk verwond. Om te begrijpen hoe de Minotaurus – Wall Street – zo machtig is geworden, en hoe het zo diep kon vallen, moeten we eerst in de geschiedenis duiken.
Bretton Woods
De heerschappij van de Globale Minotaurus begint pas na de ondergang van zijn voorganger: het Globale Plan voor de wereldeconomie dat na afloop van WO II is ingevoerd. Terwijl de oorlog nog woedt, wordt in Bretton Woods door New Deal economen het plan voor de inrichting van de wereldeconomie ontworpen. De bekendste architect van het plan was John Maynard Keynes. Het belangrijkste doel was een herhaling te voorkomen van financiële crises zoals die van 1929.
De VS zijn als enige supermacht onbeschadigd uit de oorlog gekomen. De Amerikaanse industrie is de grootste en sterkste ter wereld, terwijl Europa en Azië in puin liggen. De Amerikaanse economie is nu zo dominant dat voor het eerst in de wereldgeschiedenis één munt de basis is voor de wereldhandel: de dollar.
Dit is een unieke kans voor de VS om de Wereld economie anders - en beter – in te richten terwijl zij tegelijkertijd haar dominante positie voor eeuwig kan vastleggen. Om de wereldhandel weer op gang te brengen heeft zij afzetmarkten nodig voor haar industriële producten. Een aantal nog steeds bestaande instituten zijn toen opgericht: het IMF en de Wereld Bank, maar één resultaat van de conferentie bestaat niet meer: het systeem van vaste wisselkoersen.
Het valuta systeem
Alle munten worden gekoppeld aan de dollar: elke munt moet binnen een marge van 1% blijven ten opzicht van de dollar. De dollar zelf wordt gekoppeld aan goud: $35 per troy ounce. In Fort Knox wordt de belangrijkste goudvoorraad ter wereld bewaard.
Om een dergelijk wisselkoerssysteem te stabiliseren moet een manier gevonden worden om het geld van landen die lange tijd een overschot hebben terug te leiden naar landen met een negatieve betalingsbalans: op dat moment Europa, China en Japan. Later valt China af door de overwinning van Mao.
Er lag ook een voorstel van Keynes. Hij stelde voor International Currency Union (ICU , ook wel International Clearing Union) op te richten en als rekeneenheid niet de dollar maar de bancor te gebruiken. Elk land moest tot 50% van haar BBP kunnen lenen voor 0%. Alleen als meer wordt geleend moet daarover rente betaald worden. Landen die een overschot op de betalingsbalans hebben dragen geld af aan het ICU. Dit voorstel haalde het niet: de VS wil controle houden over de besteding van haar geld.
Het voorstel dat uiteindelijk wordt aangenomen is minder revolutionair maar het heeft de eerste decennia na de oorlog stabiliteit en voorspoed gebracht. De meest concrete maatregel waar wij voordeel van hebben is natuurlijk het Marshall Plan. De Amerikanen helpen de voormalige vijanden (en hun slachtoffers) met de opbouw van hun economie. Dit is geen liefdadigheid maar noodzaak: zij creëren zo een afzetmarkt voor hun eigen industrie. Het is ook een stabiel systeem. De vaste wisselkoersen en monetaire controlemechanismen zorgen er voor dat tot de jaren zeventig geen grote crises optreden.
Overschotrecycling
Op dit punt aangekomen wil ik even stilstaan bij deze constatering: na de Tweede Wereldoorlog is er enige tientallen jaren een goed functionerende muntunie geweest. Alle belangrijke munten waren aan elkaar gekoppeld. De wisselkoersen variëren niet meer dan 1% van elkaar. Dat dit zo lang goed ging, kwam omdat er een mechanisme was dat spanningen, die in een dergelijk systeem onvermijdelijk ontstaan, afbouwde. Er werd voor gezorgd dat er een overschot recycle mechanisme aanwezig was. Het permanente overschot van Amerika werd geïnvesteerd, in eerste instantie in de ontwikkeling van de verslagen voormalige vijanden. Later helaas in de wapenwedloop met de Sovjetunie en in de Korea- Vietnamoorlog. Ook de huidige problemen in de eurozone hebben te maken met het ontbreken van een dergelijk overschot-recyclemechanisme. Het zal blijken dat ook onder de Globale Minotaurus er een overschot-recyclemechanisme is, alleen gaat het geld dan de andere kant op stromen.
Het einde van het Globale Plan
Als de VS eind jaren zestig geen overschotten maar tekorten krijgen hapert het systeem. Door Johnsons Great Society en door de Vietnamoorlog raakten de Amerikaanse reserves uitgeput en ontstonden onhoudbare tekorten. Van de afgesproken dekking van de dollar met goud was geen sprake meer: tegenover een schuld van 70 miljard dollar staat slechts een goudvoorraad ter waarde van 12 miljard dollar. Omdat alle munten gekoppeld zijn aan de dollar beginnen veel landen zich zorgen te maken. Ook de olieproducenten die in dollars werden betaald.
De Franse president Pompidou maakt er zelfs een heel theater van: hij stuurt een oorlogsschip naar New Jersey om het Franse goud, dat ligt opgeslagen in Fort Knox, op te eisen. Op 15 aug 1971 is het gedaan met het Globale Plan als President Nixon besluit de koppeling van de dollar aan de goudprijs te beëindigen. De periode van stabiliteit is voorbij. Valuta kunnen vrij ten opzichte van elkaar variëren.
Stagflatie
De jaren zeventig hebben me altijd gefascineerd. In dat decennium kwam een eind aan de voorspoed van de jaren zestig en kregen we te maken met de beruchte stagflatie. Varoufakis gaat uitgebreid in op de oorzaken hiervan. Door het loskoppelen van dollar en goud devalueert de dollar. De goudprijs stijgt van $35 in 1971 naar $455 eind jaren zeventig. Een andere schok voor de economie is de vertienvoudiging van de olieprijs. In 1971 kost een vat olie nog $3, maar vanaf de jaren tachtig schommelt zij rond de $30.
Volgens Varoufakis is dit door de Amerikanen ingecalculeerd. Amerika heeft een relatief voordeel bij een hoge olieprijs. De VS importeren op dat moment 32% van hun oliebehoefte, terwijl Europeanen en Japanners bijna geheel van import afhankelijk zijn. Een ander belangrijk voordeel voor de Amerikanen is dat de olie in dollars wordt betaald. Het geld dat wordt verdiend met olie komt daarom vanzelf weer terug naar Wall Street.
Deze schokken destabiliseren de wereldeconomie en hebben een crisis tot gevolg die zich kenmerkt door hoge werkloosheid én hoge inflatie. Het gelijktijdig optreden van hoge inflatie en haperen van de economie (stagnatie) heet stagflatie.
De Minotaurus
Het uiteenvallen van het Globale Plan en de destabilisering zijn volgens Varoufakis bewust nagestreefd door de Amerikanen. Door de wereldeconomie te destabiliseren kan de VS gebruik maken van haar bijzondere positie als economische wereldmacht. Varoufakis citeert Paul Volcker (dezelfde die nu Obama adviseert) die in een speech in 1978 hierover het volgende zegt:
It is tempting to look at the market as an impartial arbiter … But balancing the requirements of a stable international system against the desirability of retaining freedom of action for national policy, a number of countries, including the US, opted for the latter …
In zijn functie als voorzitter van de FED, de Amerikaanse Centrale Bank, verhoogt Volcker de rente tot 21.5% waardoor de wereldeconomie in een diepe recessie duikt. Het maakt wel een einde aan de hoge inflatie maar het belangrijkste effect voor de Amerikanen is dat hierdoor de geldstroom die de Minotaurus moet voeden op gang komt.
Het geld dat wordt verdiend in Duitsland en Japan en later ook in China stroomt naar Wall Street. In de hoogtij dagen komt per werkdag $3 tot $5 miljard binnen. De Minotaurus is een onverzadigbaar monster.
Het permanente dubbele Amerikaanse tekort (betalingsbalans en begrotingstekort) is een geperverteerde vorm van het overschot-recyclesysteem – alleen is de richting nu omgekeerd: het stroomt nu naar Wall Street. Amerika kan dat doen omdat de dollar de munt is waarin de wereld handel drijft. Je staat er niet bij stil maar als iemand waar ook ter wereld benzine tankt, draagt hij of zij bij aan de vraag naar dollars. Geen enkel ander land kan zich daarom permitteren wat de Amerikanen doen.
Kapitalistisch paradijs
Tijdens de heerschappij van de Minotaurus ziet de wereld er heel anders uit dan tijdens het Globale Plan. Door Reagan en Thatcher wordt een fel anti-vakbond beleid gevoerd. Tijdens de jaren van het Grote Plan stijgen de lonen, maar tijdens de jaren van de Globale Minotaurus blijven de lonen gelijk terwijl de productiviteit wel stijgt. Hoewel de economie minder hard groeit is het een kapitalistisch paradijs: stijgende productiviteit en gelijkblijvende lonen zorgen er voor dat de bedrijfswinsten spectaculair stijgen.
Dit wordt geïllustreerd door het succes van Walmart. De belangrijkste vernieuwing van dit bedrijf bestaat uit het bedenken van methoden om arbeid en leveranciers zoveel mogelijk uit te persen. De werknemers worden zo slecht betaald dat ze in aanmerking komen voor bijstand (Supplemental Nutrition Assistance Program, ook wel bekend als foodstamps).
Ook in de politiek domineert de Minotaurus. Het idee dat je de armen kunt helpen door de rijken nog rijker te maken, is natuurlijk volstrekt belachelijk. Maar geef er een mooie naam aan - trickle down – en je kan er verkiezingen mee winnen. Ook de economische wetenschap doet mee: supply side economics is de academische variant van trickle down. Wetenschappelijk onderbouwd met mooie en complexe wiskunde uiteraard. Keynes is tijdens de Minotaurus jaren afwezig. Keynes wordt niet meer serieus genomen: zijn theorieën zijn niet meer van deze tijd - denkt men.
Een bijzondere tijd
Parallel met de economie verandert ook de maatschappij. Niet de Age of Aquarius maar de Age of the Minotaur breekt aan. In de jaren zeventig maken optimisme en altruïsme plaats voor pessimisme en individualisme. Conservatisme wordt de dominante stroming in de politiek. Rechtse politici komen aan de macht, zoals Margaret Thatcher en Ronald Reagan en in Nederland Hans Wiegel, Dries van Agt en Ruud Lubbers.
Nog een andere manier om er naar te kijken is te beseffen dat de jaren na de Grote Depressie en de Tweede Wereldoorlog een unieke tijd waren. Het Globale Plan was geen perfect plan maar het zorgde wel voor stabiliteit en economische groei die iedereen ten goede kwam. Na vijfentwintig jaar was een nieuwe generatie aan de macht gekomen die niet meer onder de indruk was van oorlog en depressie. De politieke wil om het Globale Plan in stand te houden was verdwenen. Om Paul Volcker te parafraseren: In de afweging tussen stabiliteit en eigenbelang kiezen wij voor het laatste.
De vraag die ik aan het begin stelde - wat is er zo bijzonder aan onze tijd? – is dus de verkeerde vraag. Niet onze tijd is bijzonder, maar de kwart eeuw na de Tweede Wereldoorlog is bijzonder. In de jaren zeventig treedt een omslag op en keert de wereld weer terug naar haar default setting: een Hobbessiaans ieder-voor-zich. We noemen het vrije markt, supply side economics of het “Ik-tijdperk”. Na een lange periode van stabiliteit en welvaartsgroei voor iedereen is het oude systeem, dat in 1929 was ingestort, weer teruggekeerd. Niets bijzonders dus.
---
Ilustraties - Boekomslag van The global Minotaur, Zed Books
- Afbeelding van de Minotaurus: Wikipedia. Marie-Lan Nguyen
- Hotel Mount Washington, te Bretton Woods. Wikipedia, Mwanner
- Assistant Secretary, U.S. Treasury, Harry Dexter White (left) and John Maynard Keynes, honorary advisor to the U.K. Treasury at the inaugural meeting of the International Monetary Fund's Board of Governors in Savannah, Georgia, U.S., March 8, 1946. Wikipedia, IMF.
- Auto’s in de rij bij Amerikaans pompstation tijdens de 2e oliecrisis, 15 juni 1979. Wikipedia, Warren K. Leffler.
- Gevel van typische Walmart winkel, Laredo, Texas, genomen op22 February 2004. Wikipedia, Jared C. Benedict.
cross posted op Sargasso.nl Read more...