Het neoliberalisme is de oorzaak van de crisis
>> Sunday, November 15, 2015
Afbeelding: Marco Sanchez
Vorige week heb ik een kritisch stuk geschreven over het voorstel van het Burgerinitiatief Ons Geld om het volgeldsysteem in te voeren. Het is door Sargasso lezers slecht ontvangen [1]. Ik zou het volgeldsysteem geen recht doen en niet goed begrepen hebben wat het inhoudt en wat de bedoeling ervan is.
‘Volgeld’ is een voorbeeld van een plan [2] dat voortkomt uit oprechte verontrusting over het financieel-economisch beleid. Die zorgen deel ik, en ik heb respect voor het idealisme van de indieners, maar ondanks de goede bedoelingen ben ik kritisch. Niet alleen omdat het plan utopisch is, maar ook omdat dat het gebaseerd is op een verkeerde analyse van de problemen.
Ook de euro is het resultaat van een utopie. Het was ooit de droom van de Europese elite om Europa, door het creëren van één geldsysteem te verenigen. Integendeel, hun droom is nu onze nachtmerrie zonder dat Europa erdoor verenigd is. Ik zal vandaag laten zien waarom. Morgen verschijnt een stuk van Gerben Nap van de Stichting STRO met een reactie op mijn vorige artikel. Later deze week zal ik daarop reageren.
De oorsprong van het eurosysteem
De eerste ideeën voor een nieuw geldsysteem in Europa ontstonden na het uiteenvallen van Bretton Woods, waarin alle munten gekoppeld waren aan de dollar. Het nieuwe systeem moest de basis vormen van de economische gemeenschap (EEG) en zou uiteindelijk moeten leiden tot een politieke unie (EU).
Vóór de euro, was deze 'muntunie in aanbouw’ niet meer dan een afspraak om de valutakoersen onderling op een vaste spilkoers te houden. Zo'n stelsel noemt men een 'slang'. Er zijn meerdere slangen geweest die allemaal zijn mislukt. Voor de Europeanen was dat echter geen reden om op te geven. De beste manier om te voorkomen dat speculanten de munten tegen elkaar zouden kunnen uitspelen [3], was natuurlijk door alle munten door één munt te vervangen. Zoals veroveraars van verre landen vroeger hun schepen achter zich verbrandden om zeker te zijn dat er geen weg terug was, zo gaven de Europeanen hun eigen munt op.
Dit heeft geleid tot wat we nu het 'eurosysteem' noemen. Het succes van het Duitse Wirtschafswunder was voor de Europeanen reden om de euro op te zetten naar 'Duitse model'. De Duitse mark was een harde munt met een lage inflatie en werd bewaakt door een centrale bank die onafhankelijk was van de politiek. Deze inrichting van de economie was gebaseerd op het ordoliberalisme, de Duitse variant van het neoliberalisme. Die neoliberale invloed is dan ook goed zichtbaar in de euro en is volgens mij de oorzaak van de eurocrisis. In de volgende paragrafen zal ik enkele neoliberale aspecten van het eurosysteem bespreken.
De heilige graal van het neoliberalisme: prijsstabiliteit
Het eerste neoliberale aspect dat duidelijk zichtbaar is in de euro is de wijze waarop over inflatie en prijsstabiliteit wordt gedacht. Prijsstabiliteit is de heilige graal van het neoliberalisme, omdat de economie dan beter functioneert. Zo is de veronderstelling.
Neoliberale economen gaan uit van de kwantiteitstheorie van inflatie [4]. Volgens Milton Friedman en Anna Schwartz is geldkrapte de oorzaak geweest van de deflatie tijdens de Grote Depressie. Inflatie ontstaat als de overheid te veel geld in omloop brengt, bijvoorbeeld om een oorlog te financieren of om een eind te maken aan een recessie. Hoewel deze vorm van monetarisme achterhaald is, is de neoliberale denkwijze over economie nog steeds duidelijk zichtbaar in het eurosysteem. Anders dan in de VS hoeft de Europese centrale bank (de ECB) geen rekening te houden met werkgelegenheid. Het maakt niet uit of de economie stagneert of juist groeit, voor de ECB is er maar één criterium dat haar beleid stuurt: prijsstabiliteit. Men streeft naar een inflatie niveau van maximaal 2%.
Het doel van prijsstabiliteit wordt op dit moment bij lange na niet gehaald. De lage inflatie wordt daarom bestreden door ‘geldverruiming’: de centrale bank brengt meer geld in omloop. Dit staat bekend als 'kwantitatieve verruiming' of QE (Eng.: Quantitative Easing). Tot nu toe heeft het echter weinig resultaat. Ondanks wereldwijd ingrijpen van centrale banken van de VS, Groot Brittannië en Japan, en nu dus ook Europa, neemt de inflatie niet toe. Integendeel: er is er zelfs sprake van lichte deflatie.
Dat het aantoonbaar niet werkt is echter geen reden om te stoppen, want het spekt vooral de kas van grote investeerders en bezitters van aandelen [5]. En u weet: zolang het de 'één-procent' behaagt, zal niets veranderen.
Zachte heelmeesters maken stinkende wonden
Het beleidsterrein van een centrale bank is noodzakelijkerwijs beperkt tot monetaire maatregelen. Centrale banken kunnen alleen de hoeveelheid geld reguleren en de hoogte van de rente bepalen. Regeringen kunnen echter veel meer doen [6] dan centrale banken.
Volgens neoliberale economen [7] worden recessies veroorzaakt door structurele problemen in de economie. De wereld verandert voortdurend: grondstoffen worden schaarser en technische ontwikkelingen maken vergaande automatisering en globalisering mogelijk. Zelfs het klimaat verandert. Markten moeten daarom voortdurend mee veranderen. Die noodzakelijke aanpassingen van markten stuiten echter altijd op weerstand in de maatschappij. Vakbonden, boeren, middenstanders en andere belangenroepen gebruiken hun invloed in de politiek om voor hun ongunstige veranderingen tegen te houden. Ook de verzorgingsstaat is een belangrijke remmende factor.
Deze blokkade leidt er toe dat markten niet meer goed functioneren en uit evenwicht raken. De economie stagneert of er ontstaan bubbels, bijvoorbeeld in de vastgoedmarkt. Daarom is hervormen onvermijdelijk: de markt moet weer de gelegenheid krijgen om haar werk te doen [8]. De overheid (met haar belangengroepen) moet zich niet te veel met de markt bemoeien. Door te bezuinigingen maakt zij weer ‘ruimte voor de economie’. De markt vindt dan vanzelf weer een nieuw evenwicht. Een cruciale rol is ook weggelegd voor de arbeidsmarkt. Deze functioneert niet goed, omdat werknemers te veel bescherming genieten en omdat de lonen te hoog zijn. Flexibiliteit en competitiviteit, daar gaat het altijd om.
Deze manier van denken over economie is voortdurend aanwezig in de berichtgeving over de eurocrisis.
Wie in de media het economisch nieuws volgt, moet er wel van overtuigd raken dat de crisis in Zuid-Europa door structurele problemen is veroorzaakt. De landen 'beneden de knoflookgrens' zijn niet competitief genoeg en de politiek is onwillig of niet instaat om te hervormen. ‘Corruptie en nepotisme tieren welig’, is het cliché.
Dat er problemen zijn met bureaucratie, corruptie, starre en foute regelgeving in Zuid-Europa zal ik niet ontkennen [9]. Maar dat is niet de oorzaak van de crisis. Deze problemen bestaan al langer en het is niet duidelijk waarom dat nu plotseling tot een crisis zou moeten leiden. Hoewel hervormingen in dit geval heel nuttig zullen zijn, is het geen oplossing want het duurt jaren voordat deze resultaat hebben.
Bezuinigingen, loonmatiging en het afbouwen van sociale voorzieningen zijn maatregelen die wel direct tot resultaat leiden. Maar het probleem hiermee is natuurlijk dat dat geen positief resultaat is. De economie krimpt. Deze ‘oplossing’ maakt de problemen alleen maar groter. De deflatie in de eurozone is een direct gevolg van deze maatregelen.
Dat men dit zelf gecreëerde probleem met monetaire middelen wil bestrijden, laat zien dat men dit niet inziet [10]. Dat het gaat om conservatieve ideologie blijkt uit Schäubles beroemde tirade in de Financial Times. Stimuleren van de economie door het begrotingstekort te laten oplopen zou volgens hem 'echt herstel' – een structurele verbetering van de economie – in de weg staan. Schäuble, zoals alle neoliberalen, gaat uit van het conservatieve adagium: ‘zachte heelmeesters maken stinkende wonden’ [11].
De weg naar Zimbabwe
Misschien wel het grootste probleem van de euro is, dat de staat geen zeggenschap meer heeft over ‘de geldpers’. De eurolanden zijn daardoor geheel afhankelijk van een buitenlandse macht die niet onder hun controle staat [12]. Dit leidt tot een situatie die Varoufakis ‘de IJzeren Kooi’ heeft genoemd: de neoliberale knechting van sociaal Europa.
Een staat die haar eigen geld kan drukken kan nooit failliet gaan. Hoe belangrijk dit is bleek in 2012 op het hoogtepunt van de schuldencrisis. Door de rating agencies werd de kans hoog ingeschat dat Zuid-Europese landen hun schuld niet meer zouden kunnen betalen. Dit leidde tot een vicieuze cirkel: de oplopende rente maakte afbetaling nog moeilijker, waardoor de rente nog harder opliep. De regels die het eurosysteem hadden moeten stabiliseren, bleken deze juist te destabiliseren.
En er is nog een probleem. In paragraaf 123 van het regelement van de ECB staat dat het voor de bank verboden is landen monetair te financieren. Met andere woorden: als een land in geldnood komt door de hoge rente, mag de ECB niet helpen. Toen Ierland, Portugal, Griekenland, Spanje en zelfs Italië in de problemen kwamen in 2011 en 2012, veroorzaakte deze regel bijna het einde van de euro. Dat dat niet gebeurde kwam omdat Mario Draghi, de voorzitter van de ECB, ingreep door te suggereren dat hij regel 123 desnoods zou overtreden om de euro te redden. Het uitspreken van het zinnetje I will do whatever it takes, was voldoende.
Vooral Duitsers en de Nederlanders waren (en zijn) fel tegen monetaire financiering. Deze episode laat zien hoe inconsistent het neoliberalisme is: enerzijds wordt grote waarde gehecht aan de waarde van geld, daar aan tornen om de economie te helpen is een doodzonde [13], zelfs als dat de economie destabiliseert. Veel mensen geloven in de neoliberale mythe dat monetaire financiering de weg is naar Zimbabwe en Weimar. ‘Je moet geld eerst verdienen voordat je het kan uitgeven’. Schulden zijn slecht, en geld drukken om deze te betalen is nog erger. Wie dat doet sluit een faustiaans pact dat leidt tot hyperinflatie.
Wat de ECB overigens wel mag doen is het spekken van de kassen van banken. Banken kunnen bij haar geld lenen voor een zeer lage rente om daarmee schulden van staten te kopen die een veel hogere rente opbrengen. Sociale voorzieningen voor banken zijn goed voor de economie, maar sociale voorzieningen voor mensen zijn daarentegen juist slecht.
De gebonden staat
Het neoliberalisme komt voort uit het liberalisme. Het is ontstaan in de eerste helft van de vorige eeuw als reactie op de New Deal en de verzorgingsstaat. Een van de preoccupaties van (neo-)liberalen is de macht van de staat. Een grote machtige staat zou via aantrekkelijk lijkende tussenstappen, zoals de verzorgingsstaat, uiteindelijk leiden tot het einde van de vrijheid. Het is de Road to serfdom zoals de titel van het invloedrijke boek van Friedrich von Hayek luidt. Daarom moet de macht van de staat gebonden worden.
Een van de belangrijkste machtsmiddelen die de staat heeft is het uitgeven van geld. De staat heeft muntsoevereiniteit zegt men dan. Als landen lid willen worden van de euro dan moeten zij dus een groot deel van hun macht afstaan en overdragen aan Europese instituties. Deze instituties – de Europese Commissie en de centrale bank – zijn niet democratisch gekozen, maar worden benoemd door regeringsleiders [14]. Ook de president en de leden van het bestuur van de centrale bank worden benoemd en worden gerekruteerd uit financiële wereld. Omdat de centrale bank kan bepalen wie wel, en wie niet zijn schuld kan betalen, is zij feitelijk het machtigste instituut in Europa.
Wat er begin dit jaar in Griekenland is gebeurd, laat zien wat daarvan de uiteindelijk consequentie is: een volk mag haar eigen regering kiezen, maar als dat een linkse regering is, die zich niet neerlegt bij de besluiten die worden genomen door de Europese Commissie en de centrale bank, kan zij gedwongen worden om af te treden. Anders wordt gewoon de geldkraan dicht gedraaid.
Dat Griekenland geen uitzondering was bleek afgelopen week in Portugal. De laatste parlementsverkiezing heeft een kleine linkse meerderheid opgeleverd, die een regering wilde vormen. Desondanks wordt een rechtse minderheidsregering gevormd. De reden: een linkse meerderheid zou de verdragen die zijn gesloten met Brussel over de oplossing van de schuldencrisis, in gevaar brengen.
De euro is de triomf van het neoliberalisme: eindelijk is het haar gelukt de staat te binden. Regeringen zijn gedwongen om neoliberale markthervormingen en privatiseringen uit te voeren. Hayeks droom komt in vervulling. Dat wat nog rest van de verzorgingsstaat kan worden afgebroken. Anders dan de utopieën van links is de neoliberale utopie van rechts ongemerkt en zonder revolutie, realiteit geworden. Wie uit de IJzeren Kooi van het neoliberalisme wil ontsnappen zal meer moeten doen dan een ander geldsysteem invoeren. De neoliberale greep op de macht en op ons denken moet gebroken worden.
Noten
Dit is complexe materie. Ik heb daarom geprobeerd de tekst zo kort mogelijk te houden. Wat verder nog nodig leek heb ik in de noten gezet.
[1] Op het moment van schrijven hebben slechts zeven mensen de moeite genomen om een plusje te geven en er staan ca 100 voornamelijk uiterste kritische commentaren onder. Maar kritisch of niet, toch bedankt voor het lezen en het commentaar. Als uw commentaar mij niet kan overtuigen is dat voor mij wel reden om mijn gedachten de volgende keer beter te formuleren.
[2] Andere voorbeelden zijn: basisinkomen, bitcoin, negatieve rente, contant geld afschaffen, geld met vervaldatum en andere min of meer utopistische en nooit geteste systemen.
[3] Zo is George Soros rijk geworden.
[4] Deze theorie is achterhaald. Volgens kwantiteitstheorie van inflatie neemt inflatie toe als er meer geld in omloop wordt gebracht. De afgelopen jaren is door centrale banken veel extra geld in omloop gebracht. Dit heeft geen merkbare prijsverhoging (inflatie) tot gevolg gehad.
[5] Een mooi voorbeeld hiervan staat in het FD van vrijdag 23 oktober. Onder het kopje ECB-president geeft beleggers alvast een sinterklaascadeau, wordt bericht:
Voor de duidelijkheid: hier wordt met ‘stimuleren’ geldverruiming bedoeld. Dat is wat anders als ‘stimuleren’ in 2009: geld uitgeven door de staat. De rente blijft voorlopig dus laag, pensioenfondsen en kleine spaarders moeten rekeninghouden met een nog lagere (reken-) rente en voor werklozen zijn nog er steeds niet genoeg banen. Maar voor beleggers komt Mario ‘Sinterklaas’ Draghi ‘alvast’ cadeautjes brengen. Wie zoet is krijg lekkers, wie stout is de roe. Zingen beste mensen, dat is goed voor de economie.
[6] Het lijkt er tegenwoordig op dat centrale banken geen onderdeel zijn van de staat. Dat is een bewust gecreëerde tegenstelling. Ook dit komt voort uit neoliberale filosofie. Men heeft de verantwoording voor geldcreatie bewust bij de staat weg gehaald omdat deze niet vertrouwd kan worden met geld. Politici zouden de macht over de geldpers kunnen misbruiken om herkozen te worden. Neoliberalen weten dat democratie slecht is voor de economie.
[7] De meeste neoliberale economen hangen een vorm van de neoklassieke school aan. Dit is toevallig ook de enige vorm van economie die op universiteiten wordt onderwezen. Door studenten werd hier tegen geprotesteerd.
[8] Dit is wat wordt bedoeld met ‘TINA’ wat staat voor: There Is No Alternative.
[9] Maar hé, kijk ook eens naar Duitsland en Nederland.
[10] Het is bijna komisch om te zien hoe de aanhoudende deflatie economen voor raadsels stelt. Nick Kounis, ‘hoofd research en financiële markten bij ABN Amro’ pleit in het FD afgelopen vrijdag 23 oktober voor ‘gecoördineerde actie van centrale banken’ om de inflatie te verhogen. Waarom lukt het toch maar een einde te maken aan de inflatie, vraagt hij zich af:
Het is hilarisch om te zien hoe duur betaalde en hoog opgeleide dames heren zich het hoofd breken over de vraag hoe ze beleid moeten verkopen waar ze vroeger voor waarschuwden: geld drukken voor hogere inflatie. En omdat ze echt niet lijken te begrijpen wat de oorzaak van deflatie is komen ze bovendien met een kinderlijke oplossing: ‘het lukt wel, als je er maar echt in geloofd’. Dit is cargocult. Braaf liedjes zingen, dat helpt. (zie ook noot [5]).
[11] In Nederland bekend als ‘Na het zuur het zoet’.
[12] Iets nauwkeuriger geformuleerd: men heeft de macht overgedragen aan de gezamenlijkheid en een onafhankelijke centrale bank. Het is dus niet helemaal vergelijkbaar met een land dat een 'dollar economie' heeft. Maar het is wederom het voorbeeld van Griekenland dat laat zien dat dat voor een kleine land geen verschil maakt, en zelfs voor een land als Frankrijk problemen kan veroorzaken.
[13] Dit lijkt veel op geldverruiming waar de ECB nu gebruik van maakt, maar wat de ECB nu doet met QE is het omwisselen van langlopende leningen (schuldpapier van staten) voor tegoeden bij de centrale bank. Deze worden door banken vervolgens als geld in omloop gebracht. Ook dit wordt overigens door de Duitse en Nederlandse monetaire haviken afgewezen. Weidmann en Knot hebben tegen dit beleid gestemd.
[14] In theorie is het dus wel democratisch, want gezamenlijk, want een meerderheid van regeringsleiders kan hen benoemen. In de praktijk komt dit neer op deals die alles behalve democratisch zijn. Het Europarlement dat de Commissie moet controleren heeft momenteel te weinig macht, mede door de lage opkomst bij verkiezingen voor het EP.
Vorige week heb ik een kritisch stuk geschreven over het voorstel van het Burgerinitiatief Ons Geld om het volgeldsysteem in te voeren. Het is door Sargasso lezers slecht ontvangen [1]. Ik zou het volgeldsysteem geen recht doen en niet goed begrepen hebben wat het inhoudt en wat de bedoeling ervan is.
‘Volgeld’ is een voorbeeld van een plan [2] dat voortkomt uit oprechte verontrusting over het financieel-economisch beleid. Die zorgen deel ik, en ik heb respect voor het idealisme van de indieners, maar ondanks de goede bedoelingen ben ik kritisch. Niet alleen omdat het plan utopisch is, maar ook omdat dat het gebaseerd is op een verkeerde analyse van de problemen.
Ook de euro is het resultaat van een utopie. Het was ooit de droom van de Europese elite om Europa, door het creëren van één geldsysteem te verenigen. Integendeel, hun droom is nu onze nachtmerrie zonder dat Europa erdoor verenigd is. Ik zal vandaag laten zien waarom. Morgen verschijnt een stuk van Gerben Nap van de Stichting STRO met een reactie op mijn vorige artikel. Later deze week zal ik daarop reageren.
De oorsprong van het eurosysteem
De eerste ideeën voor een nieuw geldsysteem in Europa ontstonden na het uiteenvallen van Bretton Woods, waarin alle munten gekoppeld waren aan de dollar. Het nieuwe systeem moest de basis vormen van de economische gemeenschap (EEG) en zou uiteindelijk moeten leiden tot een politieke unie (EU).
Vóór de euro, was deze 'muntunie in aanbouw’ niet meer dan een afspraak om de valutakoersen onderling op een vaste spilkoers te houden. Zo'n stelsel noemt men een 'slang'. Er zijn meerdere slangen geweest die allemaal zijn mislukt. Voor de Europeanen was dat echter geen reden om op te geven. De beste manier om te voorkomen dat speculanten de munten tegen elkaar zouden kunnen uitspelen [3], was natuurlijk door alle munten door één munt te vervangen. Zoals veroveraars van verre landen vroeger hun schepen achter zich verbrandden om zeker te zijn dat er geen weg terug was, zo gaven de Europeanen hun eigen munt op.
Dit heeft geleid tot wat we nu het 'eurosysteem' noemen. Het succes van het Duitse Wirtschafswunder was voor de Europeanen reden om de euro op te zetten naar 'Duitse model'. De Duitse mark was een harde munt met een lage inflatie en werd bewaakt door een centrale bank die onafhankelijk was van de politiek. Deze inrichting van de economie was gebaseerd op het ordoliberalisme, de Duitse variant van het neoliberalisme. Die neoliberale invloed is dan ook goed zichtbaar in de euro en is volgens mij de oorzaak van de eurocrisis. In de volgende paragrafen zal ik enkele neoliberale aspecten van het eurosysteem bespreken.
De heilige graal van het neoliberalisme: prijsstabiliteit
Het eerste neoliberale aspect dat duidelijk zichtbaar is in de euro is de wijze waarop over inflatie en prijsstabiliteit wordt gedacht. Prijsstabiliteit is de heilige graal van het neoliberalisme, omdat de economie dan beter functioneert. Zo is de veronderstelling.
Neoliberale economen gaan uit van de kwantiteitstheorie van inflatie [4]. Volgens Milton Friedman en Anna Schwartz is geldkrapte de oorzaak geweest van de deflatie tijdens de Grote Depressie. Inflatie ontstaat als de overheid te veel geld in omloop brengt, bijvoorbeeld om een oorlog te financieren of om een eind te maken aan een recessie. Hoewel deze vorm van monetarisme achterhaald is, is de neoliberale denkwijze over economie nog steeds duidelijk zichtbaar in het eurosysteem. Anders dan in de VS hoeft de Europese centrale bank (de ECB) geen rekening te houden met werkgelegenheid. Het maakt niet uit of de economie stagneert of juist groeit, voor de ECB is er maar één criterium dat haar beleid stuurt: prijsstabiliteit. Men streeft naar een inflatie niveau van maximaal 2%.
Het doel van prijsstabiliteit wordt op dit moment bij lange na niet gehaald. De lage inflatie wordt daarom bestreden door ‘geldverruiming’: de centrale bank brengt meer geld in omloop. Dit staat bekend als 'kwantitatieve verruiming' of QE (Eng.: Quantitative Easing). Tot nu toe heeft het echter weinig resultaat. Ondanks wereldwijd ingrijpen van centrale banken van de VS, Groot Brittannië en Japan, en nu dus ook Europa, neemt de inflatie niet toe. Integendeel: er is er zelfs sprake van lichte deflatie.
Dat het aantoonbaar niet werkt is echter geen reden om te stoppen, want het spekt vooral de kas van grote investeerders en bezitters van aandelen [5]. En u weet: zolang het de 'één-procent' behaagt, zal niets veranderen.
Zachte heelmeesters maken stinkende wonden
Het beleidsterrein van een centrale bank is noodzakelijkerwijs beperkt tot monetaire maatregelen. Centrale banken kunnen alleen de hoeveelheid geld reguleren en de hoogte van de rente bepalen. Regeringen kunnen echter veel meer doen [6] dan centrale banken.
Volgens neoliberale economen [7] worden recessies veroorzaakt door structurele problemen in de economie. De wereld verandert voortdurend: grondstoffen worden schaarser en technische ontwikkelingen maken vergaande automatisering en globalisering mogelijk. Zelfs het klimaat verandert. Markten moeten daarom voortdurend mee veranderen. Die noodzakelijke aanpassingen van markten stuiten echter altijd op weerstand in de maatschappij. Vakbonden, boeren, middenstanders en andere belangenroepen gebruiken hun invloed in de politiek om voor hun ongunstige veranderingen tegen te houden. Ook de verzorgingsstaat is een belangrijke remmende factor.
Deze blokkade leidt er toe dat markten niet meer goed functioneren en uit evenwicht raken. De economie stagneert of er ontstaan bubbels, bijvoorbeeld in de vastgoedmarkt. Daarom is hervormen onvermijdelijk: de markt moet weer de gelegenheid krijgen om haar werk te doen [8]. De overheid (met haar belangengroepen) moet zich niet te veel met de markt bemoeien. Door te bezuinigingen maakt zij weer ‘ruimte voor de economie’. De markt vindt dan vanzelf weer een nieuw evenwicht. Een cruciale rol is ook weggelegd voor de arbeidsmarkt. Deze functioneert niet goed, omdat werknemers te veel bescherming genieten en omdat de lonen te hoog zijn. Flexibiliteit en competitiviteit, daar gaat het altijd om.
Deze manier van denken over economie is voortdurend aanwezig in de berichtgeving over de eurocrisis.
Wie in de media het economisch nieuws volgt, moet er wel van overtuigd raken dat de crisis in Zuid-Europa door structurele problemen is veroorzaakt. De landen 'beneden de knoflookgrens' zijn niet competitief genoeg en de politiek is onwillig of niet instaat om te hervormen. ‘Corruptie en nepotisme tieren welig’, is het cliché.
Dat er problemen zijn met bureaucratie, corruptie, starre en foute regelgeving in Zuid-Europa zal ik niet ontkennen [9]. Maar dat is niet de oorzaak van de crisis. Deze problemen bestaan al langer en het is niet duidelijk waarom dat nu plotseling tot een crisis zou moeten leiden. Hoewel hervormingen in dit geval heel nuttig zullen zijn, is het geen oplossing want het duurt jaren voordat deze resultaat hebben.
Bezuinigingen, loonmatiging en het afbouwen van sociale voorzieningen zijn maatregelen die wel direct tot resultaat leiden. Maar het probleem hiermee is natuurlijk dat dat geen positief resultaat is. De economie krimpt. Deze ‘oplossing’ maakt de problemen alleen maar groter. De deflatie in de eurozone is een direct gevolg van deze maatregelen.
Dat men dit zelf gecreëerde probleem met monetaire middelen wil bestrijden, laat zien dat men dit niet inziet [10]. Dat het gaat om conservatieve ideologie blijkt uit Schäubles beroemde tirade in de Financial Times. Stimuleren van de economie door het begrotingstekort te laten oplopen zou volgens hem 'echt herstel' – een structurele verbetering van de economie – in de weg staan. Schäuble, zoals alle neoliberalen, gaat uit van het conservatieve adagium: ‘zachte heelmeesters maken stinkende wonden’ [11].
De weg naar Zimbabwe
Misschien wel het grootste probleem van de euro is, dat de staat geen zeggenschap meer heeft over ‘de geldpers’. De eurolanden zijn daardoor geheel afhankelijk van een buitenlandse macht die niet onder hun controle staat [12]. Dit leidt tot een situatie die Varoufakis ‘de IJzeren Kooi’ heeft genoemd: de neoliberale knechting van sociaal Europa.
Een staat die haar eigen geld kan drukken kan nooit failliet gaan. Hoe belangrijk dit is bleek in 2012 op het hoogtepunt van de schuldencrisis. Door de rating agencies werd de kans hoog ingeschat dat Zuid-Europese landen hun schuld niet meer zouden kunnen betalen. Dit leidde tot een vicieuze cirkel: de oplopende rente maakte afbetaling nog moeilijker, waardoor de rente nog harder opliep. De regels die het eurosysteem hadden moeten stabiliseren, bleken deze juist te destabiliseren.
En er is nog een probleem. In paragraaf 123 van het regelement van de ECB staat dat het voor de bank verboden is landen monetair te financieren. Met andere woorden: als een land in geldnood komt door de hoge rente, mag de ECB niet helpen. Toen Ierland, Portugal, Griekenland, Spanje en zelfs Italië in de problemen kwamen in 2011 en 2012, veroorzaakte deze regel bijna het einde van de euro. Dat dat niet gebeurde kwam omdat Mario Draghi, de voorzitter van de ECB, ingreep door te suggereren dat hij regel 123 desnoods zou overtreden om de euro te redden. Het uitspreken van het zinnetje I will do whatever it takes, was voldoende.
Vooral Duitsers en de Nederlanders waren (en zijn) fel tegen monetaire financiering. Deze episode laat zien hoe inconsistent het neoliberalisme is: enerzijds wordt grote waarde gehecht aan de waarde van geld, daar aan tornen om de economie te helpen is een doodzonde [13], zelfs als dat de economie destabiliseert. Veel mensen geloven in de neoliberale mythe dat monetaire financiering de weg is naar Zimbabwe en Weimar. ‘Je moet geld eerst verdienen voordat je het kan uitgeven’. Schulden zijn slecht, en geld drukken om deze te betalen is nog erger. Wie dat doet sluit een faustiaans pact dat leidt tot hyperinflatie.
Wat de ECB overigens wel mag doen is het spekken van de kassen van banken. Banken kunnen bij haar geld lenen voor een zeer lage rente om daarmee schulden van staten te kopen die een veel hogere rente opbrengen. Sociale voorzieningen voor banken zijn goed voor de economie, maar sociale voorzieningen voor mensen zijn daarentegen juist slecht.
De gebonden staat
Het neoliberalisme komt voort uit het liberalisme. Het is ontstaan in de eerste helft van de vorige eeuw als reactie op de New Deal en de verzorgingsstaat. Een van de preoccupaties van (neo-)liberalen is de macht van de staat. Een grote machtige staat zou via aantrekkelijk lijkende tussenstappen, zoals de verzorgingsstaat, uiteindelijk leiden tot het einde van de vrijheid. Het is de Road to serfdom zoals de titel van het invloedrijke boek van Friedrich von Hayek luidt. Daarom moet de macht van de staat gebonden worden.
Een van de belangrijkste machtsmiddelen die de staat heeft is het uitgeven van geld. De staat heeft muntsoevereiniteit zegt men dan. Als landen lid willen worden van de euro dan moeten zij dus een groot deel van hun macht afstaan en overdragen aan Europese instituties. Deze instituties – de Europese Commissie en de centrale bank – zijn niet democratisch gekozen, maar worden benoemd door regeringsleiders [14]. Ook de president en de leden van het bestuur van de centrale bank worden benoemd en worden gerekruteerd uit financiële wereld. Omdat de centrale bank kan bepalen wie wel, en wie niet zijn schuld kan betalen, is zij feitelijk het machtigste instituut in Europa.
Wat er begin dit jaar in Griekenland is gebeurd, laat zien wat daarvan de uiteindelijk consequentie is: een volk mag haar eigen regering kiezen, maar als dat een linkse regering is, die zich niet neerlegt bij de besluiten die worden genomen door de Europese Commissie en de centrale bank, kan zij gedwongen worden om af te treden. Anders wordt gewoon de geldkraan dicht gedraaid.
Dat Griekenland geen uitzondering was bleek afgelopen week in Portugal. De laatste parlementsverkiezing heeft een kleine linkse meerderheid opgeleverd, die een regering wilde vormen. Desondanks wordt een rechtse minderheidsregering gevormd. De reden: een linkse meerderheid zou de verdragen die zijn gesloten met Brussel over de oplossing van de schuldencrisis, in gevaar brengen.
De euro is de triomf van het neoliberalisme: eindelijk is het haar gelukt de staat te binden. Regeringen zijn gedwongen om neoliberale markthervormingen en privatiseringen uit te voeren. Hayeks droom komt in vervulling. Dat wat nog rest van de verzorgingsstaat kan worden afgebroken. Anders dan de utopieën van links is de neoliberale utopie van rechts ongemerkt en zonder revolutie, realiteit geworden. Wie uit de IJzeren Kooi van het neoliberalisme wil ontsnappen zal meer moeten doen dan een ander geldsysteem invoeren. De neoliberale greep op de macht en op ons denken moet gebroken worden.
Noten
Dit is complexe materie. Ik heb daarom geprobeerd de tekst zo kort mogelijk te houden. Wat verder nog nodig leek heb ik in de noten gezet.
[1] Op het moment van schrijven hebben slechts zeven mensen de moeite genomen om een plusje te geven en er staan ca 100 voornamelijk uiterste kritische commentaren onder. Maar kritisch of niet, toch bedankt voor het lezen en het commentaar. Als uw commentaar mij niet kan overtuigen is dat voor mij wel reden om mijn gedachten de volgende keer beter te formuleren.
[2] Andere voorbeelden zijn: basisinkomen, bitcoin, negatieve rente, contant geld afschaffen, geld met vervaldatum en andere min of meer utopistische en nooit geteste systemen.
[3] Zo is George Soros rijk geworden.
[4] Deze theorie is achterhaald. Volgens kwantiteitstheorie van inflatie neemt inflatie toe als er meer geld in omloop wordt gebracht. De afgelopen jaren is door centrale banken veel extra geld in omloop gebracht. Dit heeft geen merkbare prijsverhoging (inflatie) tot gevolg gehad.
[5] Een mooi voorbeeld hiervan staat in het FD van vrijdag 23 oktober. Onder het kopje ECB-president geeft beleggers alvast een sinterklaascadeau, wordt bericht:
Ruim twee weken voor de intocht van Sinterklaas kregen beleggers donderdag alvast een cadeau. ECB-president Mario Draghi die speelde voor goedheiligman. In zijn toespraak hintte hij erop dat de centrale bank op 3 december zal besluiten de econome meer te stimuleren […] Tijdens zijn toespraak vlogen de aandelenkoersen omhoog. Beleggers zijn dol op stimuleringsbeleid.
Voor de duidelijkheid: hier wordt met ‘stimuleren’ geldverruiming bedoeld. Dat is wat anders als ‘stimuleren’ in 2009: geld uitgeven door de staat. De rente blijft voorlopig dus laag, pensioenfondsen en kleine spaarders moeten rekeninghouden met een nog lagere (reken-) rente en voor werklozen zijn nog er steeds niet genoeg banen. Maar voor beleggers komt Mario ‘Sinterklaas’ Draghi ‘alvast’ cadeautjes brengen. Wie zoet is krijg lekkers, wie stout is de roe. Zingen beste mensen, dat is goed voor de economie.
[6] Het lijkt er tegenwoordig op dat centrale banken geen onderdeel zijn van de staat. Dat is een bewust gecreëerde tegenstelling. Ook dit komt voort uit neoliberale filosofie. Men heeft de verantwoording voor geldcreatie bewust bij de staat weg gehaald omdat deze niet vertrouwd kan worden met geld. Politici zouden de macht over de geldpers kunnen misbruiken om herkozen te worden. Neoliberalen weten dat democratie slecht is voor de economie.
[7] De meeste neoliberale economen hangen een vorm van de neoklassieke school aan. Dit is toevallig ook de enige vorm van economie die op universiteiten wordt onderwezen. Door studenten werd hier tegen geprotesteerd.
[8] Dit is wat wordt bedoeld met ‘TINA’ wat staat voor: There Is No Alternative.
[9] Maar hé, kijk ook eens naar Duitsland en Nederland.
[10] Het is bijna komisch om te zien hoe de aanhoudende deflatie economen voor raadsels stelt. Nick Kounis, ‘hoofd research en financiële markten bij ABN Amro’ pleit in het FD afgelopen vrijdag 23 oktober voor ‘gecoördineerde actie van centrale banken’ om de inflatie te verhogen. Waarom lukt het toch maar een einde te maken aan de inflatie, vraagt hij zich af:
Waar wachten de centrale banken nog op? Een knelpunt is hoe de switch naar een hoger inflatiedoel moet worden verkocht aan de buitenwereld. Cruciaal is dat dit op een geloofwaardige wijze gebeurt.
Het is hilarisch om te zien hoe duur betaalde en hoog opgeleide dames heren zich het hoofd breken over de vraag hoe ze beleid moeten verkopen waar ze vroeger voor waarschuwden: geld drukken voor hogere inflatie. En omdat ze echt niet lijken te begrijpen wat de oorzaak van deflatie is komen ze bovendien met een kinderlijke oplossing: ‘het lukt wel, als je er maar echt in geloofd’. Dit is cargocult. Braaf liedjes zingen, dat helpt. (zie ook noot [5]).
[11] In Nederland bekend als ‘Na het zuur het zoet’.
[12] Iets nauwkeuriger geformuleerd: men heeft de macht overgedragen aan de gezamenlijkheid en een onafhankelijke centrale bank. Het is dus niet helemaal vergelijkbaar met een land dat een 'dollar economie' heeft. Maar het is wederom het voorbeeld van Griekenland dat laat zien dat dat voor een kleine land geen verschil maakt, en zelfs voor een land als Frankrijk problemen kan veroorzaken.
[13] Dit lijkt veel op geldverruiming waar de ECB nu gebruik van maakt, maar wat de ECB nu doet met QE is het omwisselen van langlopende leningen (schuldpapier van staten) voor tegoeden bij de centrale bank. Deze worden door banken vervolgens als geld in omloop gebracht. Ook dit wordt overigens door de Duitse en Nederlandse monetaire haviken afgewezen. Weidmann en Knot hebben tegen dit beleid gestemd.
[14] In theorie is het dus wel democratisch, want gezamenlijk, want een meerderheid van regeringsleiders kan hen benoemen. In de praktijk komt dit neer op deals die alles behalve democratisch zijn. Het Europarlement dat de Commissie moet controleren heeft momenteel te weinig macht, mede door de lage opkomst bij verkiezingen voor het EP.
0 comments:
Post a Comment