Links en rechts, deel 1: Richting in de politiek
>> Saturday, October 15, 2016
Regelmatig kun je lezen dat links en rechts ‘niet meer van deze tijd zijn’. Toch wordt het onderscheid tussen links en rechts al gemaakt sinds het begin van de democratie. Tijd om eens te kijken waarom juist nu zo vaak wordt beweerd dat het achterhaald is en als we het er dan toch over hebben: waar staan links en rechts eigenlijk voor?
Wie zich beroept op het onderscheid tussen links en rechts wordt verdacht van simplificatie om te polariseren. En ik moet toegeven, een indeling in twee kampen van zoiets complex als de politiek is verdacht want de wereld is natuurlijk altijd complexer dan wij denken. Ook in het verleden, toen de klassenstrijd nog actueel was, zat er tussen proletariaat en kapitalisten de petite bourgeoisie: de burgerij en kleine middenstand.
Als over links en rechts wordt gesproken is het vaak bedoeld om te polariseren. Men scheldt elkaar uit als kinderen op een schoolplein met bekende clichés zoals 'linkse kerk', 'rechtse lul', ‘reactionair’, ‘fascist’, ‘Noord-Korea’, 'linkse elite' of ‘gut Mensch’ - om er maar een paar te noemen.
Hoewel ik deze klacht dus wel begrijp, is het voor mij geen reden om het niet serieus te nemen omdat het gebruik van de termen links en rechts meer is dan goedkope retoriek. Ze benoemen de twee kampen waarin de politiek is verdeeld. Ook wie de politiek slechts oppervlakkig volgt kan dit onderscheid meestal wel maken. De meeste mensen hebben wel een intuïtieve notie wat links en wat rechts is en meestal is het niet moeilijk een politicus, een krant of organisatie ergens tussen deze twee polen te plaatsen.
Het onderscheid tussen links en rechts is genuanceerder dan het lijkt, want het is een glijdende schaal: De PvdA is centrumlinks, de SP is links. Ook aan de andere kant van het spectrum maken we onderscheid tussen gematigd rechts en extreemrechts: CDA en VVD zijn centrumrechts en de PVV staat verder op de schaal ter rechter zijde. Neo-nazie partijen zoals Jobbik (in Hongarije) of de Gouden Dageraad (in Griekenland) zijn zondermeer extreemrechts. Meestal zeggen we dan dat zij fascistoïde zijn, een woord dat is afgeleid van het Italiaanse fasci, dat groepering betekent en verwijst naar de extreemrechtse beweging van Mussolini en De Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij van Hitler.
Het gebruik van deze terminologie heeft mij altijd gefascineerd omdat het eenvoudig lijkt en iedereen het gebruikt, meestal zonder er ook maar een seconde bij stil te staan wat er eigenlijk mee wordt bedoeld. Ondanks alle klachten over simplisme, polarisatie en de constatering dat we mensen niet in hokjes mogen plaatsen, wordt het dagelijks gebruikt. Een recent voorbeeld is het programma van Frederieke Hegger waarin ze onderzoekt waarom er eigenlijk geen ‘groenrechts’ is. In het programma proberen zij en haar gasten deze vraag te beantwoorden zonder zich ook een keer af te vragen waar links en rechts voor staan. De vraag wordt niet eens gesteld. Dat wil ik nu juist wel doen.
Van de Duitse dichter Ernst Jandl is het volgende gedicht:
Als motto voor deze serie heb ik dit gedicht gekozen [1] omdat het met lichte spot laat zien dat iedereen het lijkt te weten maar niet weet waarom.
Links en rechts en democratie
Het staat voor mij vast dat met de tegenstelling tussen links en rechts iets wezenlijks wordt uitgedrukt. Links-rechts is een thema of refrein dat al tweehonderd jaar lang doorklinkt ik de democratie. Het onderscheid is namelijk precies even oud [2] want vanaf het allereerste begin, tijdens de Franse Revolutie, worden de termen al gebruikt. Veel eerder zelfs dan de begrippen ‘conservatisme’, ‘socialisme’ en ‘liberalisme’.
Simplisme
We nemen het niet serieus omdat het zo simpel lijkt. Hoe kan je immers de complexe werkelijkheid vatten in een eendimensionale schaal? Maar dat is een platte drogreden. Dat iets eenvoudig is, betekent nog niet dat het niet waar kan zijn. In de natuurkunde is het normaal om eendimensionale schalen te gebruiken voor het beschrijven van complexe natuurverschijnselen. In de meteorologie bijvoorbeeld is temperatuur een van de belangrijkste parameters van het hypercomplexe fenomeen ‘weer’.
“Nu is alles anders”
Een andere reden die vaak wordt aangevoerd om het af te wijzen, is dat het achterhaald zou zijn. Claims over de uitzonderlijkheid van onze tijd heb ik echter altijd verdacht gevonden. Uiteraard heeft elke tijd haar eigen karakter, maar waarom is onze tijd zo anders dan andere tijden dat een politieke indeling van tweehonderd jaar oud niet meer op gaat? Ook dit lijkt op een drogreden, namelijk de denkfout die in het Engels bekend staat als special pleading. In iedere periode denken de mensen die dan leven dat alles wat in het verleden is bedacht achterhaald is. Onze kleinkinderen zullen het denken over onze discussies en onze grootouders dachten het over de ideeën van hun overgrootouders.
Vooral in het Westen gelooft men dat de tijd altijd vooruit gaat, dat alles altijd beter wordt. Hoe onjuist dit is, blijkt met name in de politiek. Het lijkt er eerder op dat in de politiek de klok niet vooruit maar achteruit loopt. De verschillen tussen arm en rijk worden steeds groter en zijn weer op hetzelfde niveau als aan het begin van de negentiende eeuw. Vooral de afgelopen dertig of veertig jaar neemt de ongelijkheid hard toe. Dickens zou zich thuis voelen in onze maatschappij waar een nieuw proletariaat ontstaat, dat we nu niet proletariaat maar precariaat noemen.
Richting
Ik kom uitgebreid terug op deze thema’s in deze serie over ‘links en rechts’. Ik zal de stelling verdedigen dat het nog steeds zinvol is om onderscheid te maken tussen links en rechts en laten zien waar het voor staat.
Het is niet de bedoeling om mensen of partijen in hokjes te plaatsen. Het is is een geleidelijke schaal die richting geeft aan de politiek. Wie er oog voor heeft kan hiermee de politiek beter begrijpen. Zoals temperatuur belangrijk is om het weer te begrijpen, zo is het onderscheid tussen links-rechts belangrijk voor de politiek. Het is geen voldoende maar wel een noodzakelijke karakterisering van de politiek.
Maar het is bovenal ook een manier om over politiek te praten op een manier die de ‘waan van de dag’ overstijgt. Bovendien, voor mij niet onbelangrijk, het is ook gewoon leuk om op deze manier over politiek na te denken.
Ik begin in deel 2 met de geschiedenis van ‘links en rechts’ die veel boeiender blijkt te zijn dan gedacht.
Noten
[1] Behalve het laatste uitroepteken geen interpunctie en ook zonder hoofd en kleine letters zoals in het Duits gebruikelijk. Het woord Lichtung kan ook ‘open plek in bos’ of ‘opheldering’ betekenen. Het gedicht kan op verschillende manieren gelezen worden: Wat links en wat rechts is, is toch duidelijk – denkt men, maar dat is niet zo, dat blijkt als links aan de macht komt – wat is er dan nog links aan haar beleid? Het gaat om de macht. Maar misschien ook wel: het maakt helemaal niets uit. Wat betekent het eigenlijk? Niemand weet het echt. Misschien bestaat het wel helemaal niet. De dichter zelf haalt de boel al behoorlijk door elkaar, dus misschien moeten we hem ook weer niet zo serieus nemen. Hoe dan ook, ik vind het een prachtig gedicht, dat in Duitsland vaak wordt geciteerd.
[2] Ik heb het met nadruk alleen over de democratie in de moderne tijd, niet de klassieke democratie in Athene. De moderne democratie is misschien wel geïnspireerd door de Griekse democratie, maar er zijn ook grote verschillen. Zie bijvoorbeeld dit interessante stuk: Griekse Democratie had vooral religieuze trekjes en Anton van Hooff: Athene. Het leven van de eerste democratie. Jona Lendering bespreekt dit boek hier.
Wie zich beroept op het onderscheid tussen links en rechts wordt verdacht van simplificatie om te polariseren. En ik moet toegeven, een indeling in twee kampen van zoiets complex als de politiek is verdacht want de wereld is natuurlijk altijd complexer dan wij denken. Ook in het verleden, toen de klassenstrijd nog actueel was, zat er tussen proletariaat en kapitalisten de petite bourgeoisie: de burgerij en kleine middenstand.
Als over links en rechts wordt gesproken is het vaak bedoeld om te polariseren. Men scheldt elkaar uit als kinderen op een schoolplein met bekende clichés zoals 'linkse kerk', 'rechtse lul', ‘reactionair’, ‘fascist’, ‘Noord-Korea’, 'linkse elite' of ‘gut Mensch’ - om er maar een paar te noemen.
Hoewel ik deze klacht dus wel begrijp, is het voor mij geen reden om het niet serieus te nemen omdat het gebruik van de termen links en rechts meer is dan goedkope retoriek. Ze benoemen de twee kampen waarin de politiek is verdeeld. Ook wie de politiek slechts oppervlakkig volgt kan dit onderscheid meestal wel maken. De meeste mensen hebben wel een intuïtieve notie wat links en wat rechts is en meestal is het niet moeilijk een politicus, een krant of organisatie ergens tussen deze twee polen te plaatsen.
Het onderscheid tussen links en rechts is genuanceerder dan het lijkt, want het is een glijdende schaal: De PvdA is centrumlinks, de SP is links. Ook aan de andere kant van het spectrum maken we onderscheid tussen gematigd rechts en extreemrechts: CDA en VVD zijn centrumrechts en de PVV staat verder op de schaal ter rechter zijde. Neo-nazie partijen zoals Jobbik (in Hongarije) of de Gouden Dageraad (in Griekenland) zijn zondermeer extreemrechts. Meestal zeggen we dan dat zij fascistoïde zijn, een woord dat is afgeleid van het Italiaanse fasci, dat groepering betekent en verwijst naar de extreemrechtse beweging van Mussolini en De Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij van Hitler.
Het gebruik van deze terminologie heeft mij altijd gefascineerd omdat het eenvoudig lijkt en iedereen het gebruikt, meestal zonder er ook maar een seconde bij stil te staan wat er eigenlijk mee wordt bedoeld. Ondanks alle klachten over simplisme, polarisatie en de constatering dat we mensen niet in hokjes mogen plaatsen, wordt het dagelijks gebruikt. Een recent voorbeeld is het programma van Frederieke Hegger waarin ze onderzoekt waarom er eigenlijk geen ‘groenrechts’ is. In het programma proberen zij en haar gasten deze vraag te beantwoorden zonder zich ook een keer af te vragen waar links en rechts voor staan. De vraag wordt niet eens gesteld. Dat wil ik nu juist wel doen.
Van de Duitse dichter Ernst Jandl is het volgende gedicht:
lichtung
manche meinen
lechts und rinks
kann man nicht velwechsern
werch ein illtum!
Als motto voor deze serie heb ik dit gedicht gekozen [1] omdat het met lichte spot laat zien dat iedereen het lijkt te weten maar niet weet waarom.
Links en rechts en democratie
Het staat voor mij vast dat met de tegenstelling tussen links en rechts iets wezenlijks wordt uitgedrukt. Links-rechts is een thema of refrein dat al tweehonderd jaar lang doorklinkt ik de democratie. Het onderscheid is namelijk precies even oud [2] want vanaf het allereerste begin, tijdens de Franse Revolutie, worden de termen al gebruikt. Veel eerder zelfs dan de begrippen ‘conservatisme’, ‘socialisme’ en ‘liberalisme’.
Simplisme
We nemen het niet serieus omdat het zo simpel lijkt. Hoe kan je immers de complexe werkelijkheid vatten in een eendimensionale schaal? Maar dat is een platte drogreden. Dat iets eenvoudig is, betekent nog niet dat het niet waar kan zijn. In de natuurkunde is het normaal om eendimensionale schalen te gebruiken voor het beschrijven van complexe natuurverschijnselen. In de meteorologie bijvoorbeeld is temperatuur een van de belangrijkste parameters van het hypercomplexe fenomeen ‘weer’.
“Nu is alles anders”
Een andere reden die vaak wordt aangevoerd om het af te wijzen, is dat het achterhaald zou zijn. Claims over de uitzonderlijkheid van onze tijd heb ik echter altijd verdacht gevonden. Uiteraard heeft elke tijd haar eigen karakter, maar waarom is onze tijd zo anders dan andere tijden dat een politieke indeling van tweehonderd jaar oud niet meer op gaat? Ook dit lijkt op een drogreden, namelijk de denkfout die in het Engels bekend staat als special pleading. In iedere periode denken de mensen die dan leven dat alles wat in het verleden is bedacht achterhaald is. Onze kleinkinderen zullen het denken over onze discussies en onze grootouders dachten het over de ideeën van hun overgrootouders.
Vooral in het Westen gelooft men dat de tijd altijd vooruit gaat, dat alles altijd beter wordt. Hoe onjuist dit is, blijkt met name in de politiek. Het lijkt er eerder op dat in de politiek de klok niet vooruit maar achteruit loopt. De verschillen tussen arm en rijk worden steeds groter en zijn weer op hetzelfde niveau als aan het begin van de negentiende eeuw. Vooral de afgelopen dertig of veertig jaar neemt de ongelijkheid hard toe. Dickens zou zich thuis voelen in onze maatschappij waar een nieuw proletariaat ontstaat, dat we nu niet proletariaat maar precariaat noemen.
Richting
Ik kom uitgebreid terug op deze thema’s in deze serie over ‘links en rechts’. Ik zal de stelling verdedigen dat het nog steeds zinvol is om onderscheid te maken tussen links en rechts en laten zien waar het voor staat.
Het is niet de bedoeling om mensen of partijen in hokjes te plaatsen. Het is is een geleidelijke schaal die richting geeft aan de politiek. Wie er oog voor heeft kan hiermee de politiek beter begrijpen. Zoals temperatuur belangrijk is om het weer te begrijpen, zo is het onderscheid tussen links-rechts belangrijk voor de politiek. Het is geen voldoende maar wel een noodzakelijke karakterisering van de politiek.
Maar het is bovenal ook een manier om over politiek te praten op een manier die de ‘waan van de dag’ overstijgt. Bovendien, voor mij niet onbelangrijk, het is ook gewoon leuk om op deze manier over politiek na te denken.
Ik begin in deel 2 met de geschiedenis van ‘links en rechts’ die veel boeiender blijkt te zijn dan gedacht.
Noten
[1] Behalve het laatste uitroepteken geen interpunctie en ook zonder hoofd en kleine letters zoals in het Duits gebruikelijk. Het woord Lichtung kan ook ‘open plek in bos’ of ‘opheldering’ betekenen. Het gedicht kan op verschillende manieren gelezen worden: Wat links en wat rechts is, is toch duidelijk – denkt men, maar dat is niet zo, dat blijkt als links aan de macht komt – wat is er dan nog links aan haar beleid? Het gaat om de macht. Maar misschien ook wel: het maakt helemaal niets uit. Wat betekent het eigenlijk? Niemand weet het echt. Misschien bestaat het wel helemaal niet. De dichter zelf haalt de boel al behoorlijk door elkaar, dus misschien moeten we hem ook weer niet zo serieus nemen. Hoe dan ook, ik vind het een prachtig gedicht, dat in Duitsland vaak wordt geciteerd.
[2] Ik heb het met nadruk alleen over de democratie in de moderne tijd, niet de klassieke democratie in Athene. De moderne democratie is misschien wel geïnspireerd door de Griekse democratie, maar er zijn ook grote verschillen. Zie bijvoorbeeld dit interessante stuk: Griekse Democratie had vooral religieuze trekjes en Anton van Hooff: Athene. Het leven van de eerste democratie. Jona Lendering bespreekt dit boek hier.
0 comments:
Post a Comment